Net voor het coronavirus het voetbal lam legde, kwam met Luca Oyen een nieuw Genks talent al even piepen.
In de Genkse kern voor de wedstrijd op KV Oostende zat voor het eerst Luca Oyen, een van de Genkse jonkies die de komende jaren in het eerste elftal verwacht wordt. De zoon van voormalig eersteklassevoetballer en Rode Duivel Davy Oyen, die tussen 1993 en 2002 voetbalde voor KRC Genk, STVV, PSV en Anderlecht, liet zich eerder dit seizoen al opmerken in de Youth League met de Genkse U21. Wanneer Oyen meetraint met de A-kern, zo stelde trainer Hannes Wolf vast, haalt hij het niveau niet naar beneden. Integendeel.
Koen Daerden, de technisch directeur van de jeugd, omschrijft Oyen, die deze week zeventien jaar werd, als een moderne speler die op alle aanvallende posities voldoet. ‘Zijn grote kwaliteit is: hij maakt voetbal simpel. In alles wat hij doet, zit een idee, en meestal maakt Luca op het veld de juiste keuzes.’ Daerden durft geen specifieke positie op hem te plakken: ‘Hij heeft al als 10 gespeeld, maar ook als 9, 8 en zelfs 11. Fysiek moet hij nog aan kracht winnen, maar gemiddeld legt hij elf à twaalf kilometer per wedstrijd af. Er zijn veel nummers tien die een pak minder lopen.’ Daerden is niet verbaasd dat Oyen al zo goed meedraait bij de A-kern, als tweede van zijn generatie, na Maarten Vandevoordt. ‘Voor het seizoen heb ik gezegd dat, als er van deze lichting in de bovenbouw, geen vijf jongens ooit basisspeler worden van KRC Genk, ik het echt niet weet. Van Luca verwachten we dat de komende jaren ook.’
