De jaren gaan voorbij en de Italiaans-Nigeriaanse spits, bijna 26, raakt maar niet van zijn etiket van eeuwige belofte af. Anderlecht is al de tiende club in zijn jonge carrière. Zal hij nu eindelijk ontploffen?

Er wordt vaak gezegd dat slechts één op de 5000 jonge voetballers zijn droom kan waarmaken om op het hoogste niveau te spelen. Op 10 april 2005 is Stefano Okaka nog geen zestien jaar wanneer hij op het wedstrijdblad staat van de Serie A-match tussen Udinese en zijn ploeg AS Roma. Door een uitpuilende ziekenboeg was trainer Bruno Conti verplicht om een aantal spelers van de U19 op te roepen, waardoor Virga, Marsili, Briotto, Pipolo en Seppani hun opwachting maken. Sommigen van hen zijn ondertussen gestopt, anderen spelen bij de amateurs, maar allemaal zijn ze van de radar verdwenen. Alleen Okaka, die die dag niet van de bank kwam, is er nog steeds. Nochtans liep het in het afgelopen decennium niet allemaal op wieltjes.

RONDE VAN ITALIË

Op een kleine uitstulping torent de burcht van Castiglione del Lago boven het Trasimenomeer uit, op een honderdtal kilometers ten zuiden van Firenze. Het is hier dat vader en moeder Okaka arriveren in 1981. Enkele maanden later wordt Carlo geboren, en in 1989 krijgt hij het gezelschap van een tweeling, Stefania en Stefano. De immigratie van Afrikanen was nog een zeldzaam fenomeen in de jaren tachtig, maar de Nigeriaanse familie integreert zich perfect. Tot zijn twaalfde twijfelt Stefano tussen volleybal en voetbal, om dan vol voor dat laatste te gaan. Hij draagt de kleuren van Centro Italia Parma, wanneer Nuccio Bresolin, directeur van het opleidingscentrum van Cittadella, hem opmerkt. ‘Ondanks zijn jonge leeftijd had hij een indrukwekkende fysieke kracht, maar hij was niet bepaald de meest getalenteerde. Toch hebben we een flinke inspanning moeten doen om hem binnen te halen, want we moesten het hele gezin transfereren. We hebben een huis voor hen gevonden, een job voor de papa en een volleybalploeg voor de zus in Vicenza. Het was een zware investering.’ Op zijn veertiende verhuist Okaka dus naar het noorden van het land, niet ver van Venetië. Bij Cittadella begint hij als middenvelder, maar het duurt niet lang of hij schuift een rij naar voren, waar hij het ene doelpunt na het andere maakt. ‘Hij voetbalde altijd in een te hoge leeftijdscategorie. Op zijn vijftiende deed hij mee bij de U19 en vroeg ik zelfs aan Rolando Maran, de trainer van de eerste ploeg (nu hoofdtrainer bij Chievo, nvdr), om het fenomeen eens te komen bekijken. Ik was een van de weinigen die in hem geloofde, want ik kan u zeggen dat Okaka heel wat tests is gaan afleggen bij andere clubs, zonder resultaat’, onthult Bresolin, niet zonder trots.

In tien jaar profvoetbal droeg Okaka tien verschillende shirts, met dat van Cittadella erbij zelfs elf. Die instabiliteit kenmerkt hem al sinds het begin van zijn carrière, zegt zijn ontdekker: ‘Op een bepaald moment belde de coach van de Italiaanse U16 me omdat hij twee spelers te kort kwam om op stage te gaan. Ik sloot een mondeling akkoord met vader Okaka: ik zou zijn zoon meesturen op stage, als Stefano definitief zou tekenen bij Cittadella. Austin gaf me zijn woord. Stefano maakte een goede indruk bij de nationale U16, maar bij zijn terugkeer werd al andere taal gehanteerd. Austin zei me dat hij toch nog wilde wachten tot het einde van het seizoen om de handtekening te zetten, nadat zijn zoon in het oog sprong van een aantal talentscouts. Naar het schijnt zou zelfs Zbigniew Boniekhimself hem aangeraden hebben bij Roma. Terwijl ik een akkoord had met Milan, ging Stefano naar de hoofdstad in juni 2004. Uiteindelijk ontving Cittadella slechts een kleine opleidingsvergoeding. Zijn ouders hebben het spel niet zuiver gespeeld, en dat was spijtig omdat we zo veel voor hen gedaan hadden.’

Bij de jeugd van AS Roma pikt Okaka elke match zijn goaltje mee. Hij doet er slechts een jaar over om in de hoofdmacht te debuteren. Dat gebeurt op 29 september 2005 tegen Aris Saloniki in de UEFA Cup. Een record voor een Italiaan. In december van hetzelfde jaar wordt hij de achtste jongste speler in de geschiedenis van de Serie A, enkele dagen nadat hij in een bekerwedstrijd zijn eerste goal had gemaakt bij de senioren. Na dat spetterend debuut begint voor hem de ronde van Italië, met een eerste uitleenbeurt aan Modena. Zo wordt Stefano op zijn achttiende geconfronteerd met de harde werkelijkheid van de Serie B. Nicolas Frey, nu bij Chievo, was destijds zijn ploegmaat en heeft nog altijd contact met hem: ‘Hij was een veelbelovende jonge speler, fysiek al volwassen in vergelijking met andere jongens van zijn leeftijd. Integratieproblemen had hij niet, omdat hij de Romeinse mentaliteit heeft: extravert met een groot aanpassingsvermogen. Met zeven doelpunten kan je zeggen dat zijn seizoen geslaagd was. Hij mocht terugkeren naar Roma en er zijn contract verlengen.’ Daar wordt wel telkens een nieuwe ploeg voor hem gezocht. ‘In Italië krijgen jongeren niet vaak het vertrouwen. Daardoor kreeg hij een bepaald etiket, genre ‘oké, we nemen hem maar jullie krijgen hem daarna wel terug’. Het was onmogelijk om continuïteit te vinden, en daar heeft hij veel van afgezien.’ Brescia, Fulham, Bari, Parma, Spezia en Sampdoria worden de volgende etappes, langer dan achttien maanden blijft hij nergens.

EERSTE CAP

Afrikaanse migrantenzoon, spits, Italiaans international. De vergelijking met Mario Balotelli dringt zich op, maar gaat niet verder dan dat. Ze hebben verder misschien alleen hun geharde karakter gemeen. Okaka zegt er zelf in de Gazzetta dello Sport over: ‘Ik ga niet in discussie met mijn tegenstanders, dat is mijn stijl niet. Maar ik loop wel de hele tijd te foeteren. De scheidsrechters worden er hoorndol van!’ In zijn carrière werd hij twee keer uitgesloten, één keer in 2008 toen hij een speler die op de grond lag een trap verkocht en de andere keer voor een elleboogstoot in een luchtduel in 2012. Buiten het veld doet hij nooit van zich spreken. Naast het veld haalt hij nauwelijks het nieuws of de kranten, op sociale media is hij discreet aanwezig: ‘Ik haat exhibitionisme, ik had ooit twee oorbellen in de vorm van een hart, die heb ik aan mijn moeder gegeven.’

Samen met Balotelli staat hij wel symbool voor de integratie, ondanks het feit dat de wet hem niet toeliet de Italiaanse nationaliteit te verwerven voor zijn achttiende. Met uitzondering van een paar idioten in de Italiaanse stadions heeft Okaka nooit veel last gehad van racisme. ‘Hij is opgegroeid in een heel serene omgeving’, benadrukt Bresolin.

Terug naar het veld. Michele Serena had hem onder zijn hoede bij Spezia toen Stefano twee jaar geleden afgezakt was naar de Serie B om zichzelf opnieuw te lanceren: ‘Hij is een heel goeie speler geworden, maar dat had hij al langer kunnen zijn. Hij moest alleen begrijpen dat hij een aantal dingen moest bijsturen om een bepaald statuut te krijgen. De Serie A past hem beter, omdat hij zich daar elke week in vraag moet stellen.’ Nicolas Frey heeft ondertussen ook tegen Okaka moeten verdedigen en stelt vast dat de speler geëvolueerd is: ‘In zijn achttien maanden bij Sampdoria heeft hij grote stappen gezet, zelfs fysiek terwijl hij toch al erg stevig was. Je zou het op het eerste gezicht niet zeggen, maar hij is heel snel. Hij heeft eindelijk begrepen wat zijn kwaliteiten zijn en hij heeft heel wat verdedigingen in de problemen gebracht. Een echte afwerker is hij nog niet, maar dat komt wel.’

Het orgelpunt wordt zijn eerste cap voor de nationale ploeg, een vriendschappelijke wedstrijd tegen Albanië in november vorig jaar. Hij maakt er het beslissende doelpunt. Sinisa Mihajlovic, zijn coach bij Sampdoria, zei toen: ‘Door kleine stommiteiten heeft hij zes à zeven jaar van zijn carrière vergooid. Nu is hij fysiek en technisch een van de beste aanvallers van Italië. Hij is ook genereus: hij scoort en laat scoren.’

DE NIEUWE PELLÈ?

Maar de glorieperiode duurt niet lang. In januari raakt Okaka in onmin met zijn coach. Hij verwijt hem bepaalde kritieken in de pers, meer bepaald zijn gebrek aan inzet op training. Uiteindelijk worden de plooien gladgestreken, maar door de aanvaring zakt Okaka in de pikorde. Bovendien worden in de wintermercato de Colombiaan Luis Muriel en, vooral, Samuel Eto’o aangetrokken. Het gaat bergaf met zijn speelminuten en in de tweede helft van het seizoen kan hij nog maar één keer scoren, waardoor hij in totaal op vier goals blijft steken. Een definitieve doorbraak lijkt er weer niet te komen. Zijn contract loopt af in 2016, maar een mogelijke verlenging wordt snel van tafel geveegd. In zes maanden tijd gaat Okaka in zee met drie verschillende makelaars om uiteindelijk te belanden in de stal van Beppe Bozzo. Lange tijd zou hij verklaren dat hij Sampdoria niet wil verlaten, maar door het gerommel achter de schermen dringt een vertrek zich op. De mogelijke bestemmingen zijn Duitse, Engelse en Franse clubs, uiteindelijk wordt het Anderlecht. Frey trekt de vergelijking met een andere speler: ‘Hij had die keuze eerder moeten maken. Zijn parcours doet me denken aan dat van Graziano Pellè, die in Italië nooit naar waarde werd geschat en daarom in Nederland op zoek ging naar glorie. Nu is zijn naam niet weg te denken uit de Squadra Azzurra!’

Dat zou inspirerend kunnen werken voor Okaka, die altijd voor de Italiaanse nationale ploeg wilde uitkomen en de voortdurende avances van Nigeria, het geboorteland van zijn ouders, steevast naast zich neerlegde. De zwakke concurrentie en de aandacht die bondscoach Antonio Conte heeft voor spelers in het buitenland maken dat het EK 2016 een plausibel doel is voor de spits. Het is ook met het oog daarop dat hij voor paars-wit heeft gekozen.

Zijn kwaliteiten liet hij het afgelopen decennium al sporadisch zien, maar Okaka moet zich ook mentaal pijn kunnen doen en de confrontatie aangaan met een competitie die minder hoogstaand is dan de Serie A om definitief zijn carrière te lanceren. ‘Door zijn indrukwekkende fysiek creëert hij ruimte voor zijn ploegmaats’, analyseert Serena. Maar het is eigenlijk met de bal aan de voet dat hij zijn mooiste prestaties heeft laten optekenen, met onder meer enkele knappe raids. De Italiaanse international heeft nu zelf de kaarten in handen, maar het is vooral in zijn hoofd dat hij een klik moet maken. Het aftellen is begonnen, de bom moet nu maar eens ontploffen.

DOOR VALENTIN PAULUZZI – FOTO’S BELGAIMAGE

Het EK 2016 is een plausibel doel voor de spits.

‘Door kleine stommiteiten heeft hij zes à zeven jaar van zijn carrière vergooid.’ SINISA MIHAJLOVIC

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content