De machtsgreep door de jeugd stuwde Anderlecht hoger dan het zelf had verwacht. Jean Kindermans gunt Besnik Hasi de credits, maar het Brusselse hoofd opleidingen waarschuwt ook: ‘De opleiding is wat leeggezogen nu. Anderlecht zal weer geduld moeten hebben.’

Gematigd enthousiast. Zo noemt Jean Kindermans zichzelf na een seizoen waarin Anderlecht liefst vier jonge talenten liet debuteren, naast de eerder al doorgeschoven Dennis Praet (20) en Massimo Bruno (20). De nieuwe namen klinken inmiddels vertrouwd in de oren: Youri Tielemans (17), Chancel Mbemba (19), Frank Acheampong (20) en Andy Najar (21).

“Enthousiast, omdat veel jonge spelers het er aardig hebben afgebracht”, licht het Brusselse hoofd opleidingen zijn appreciatie toe. “Tielemans speelde Champions League, was titularis tijdens de play-offs en werd uitgeroepen tot Jonge Profvoetballer van het Jaar. Ook Mbemba was een openbaring. Acheampong liet zien dat hij een wedstrijd kan laten kantelen, net als Najar, maar die twee beschouw ik niet als eigen opgeleide jeugdproducten.

“Gematigd, omdat we van Praet en Bruno iets meer hadden mogen verwachten. Zij kenden opnieuw een seizoen met ups en downs, iets waar het moeilijke jaar van Anderlecht zeker mee verantwoordelijk voor is. Een aantal sterkhouders vertrok en er werd terecht gesproken van een overgangsjaar. We hoopten dat andere jongens hun rol zouden overnemen. Dat is niet gebeurd. Daardoor is er te veel gewicht op de schouders van de jongeren terechtgekomen.”

De wederopstanding voltrok zich tijdens de play-offs en viel niet toevallig samen met de promotie van Besnik Hasi tot hoofdcoach na het ontslag van John van den Brom. Kindermans: “Een aantal jongeren heeft opnieuw zijn niveau gehaald. Sommigen hebben zich zelfs overtroffen. Najar speelde uitstekende play-offs, Praet bloeide weer op, de terugkeer van Bruno was misschien wel dé trigger, en om Tielemans en Mbemba kon je niet heen. Het is toch onwaarschijnlijk dat iemand van op dat moment nog maar zestien jaar tien wedstrijden speelt in zo’n korte tijdspanne? Chapeau voor de trainer die het heeft aangedurfd om hen op te stellen én te laten staan. En die erin is geslaagd hun zelfvertrouwen zo op te krikken dat we nog meespeelden voor de titel. Wie had dat gedacht na de eerste PO-wedstrijd, waarin we ten onder gingen tegen Standard?”

De verwachte sterkhouders die het lieten afweten, betaalden het gelag. Demy de Zeeuw verdween samen met Van den Brom, Sacha Kljestan en Guillaume Gillet werden gedegradeerd tot wisselspelers. Kindermans: “Besnik heeft beslissingen genomen die zeer positief zijn uitgedraaid. Play-offs zijn iets heel speciaals: het ligt bijna voor de hand dat je kiest voor de ervaring van de gevestigde waarden, maar hij heeft jonge jongens gezet en ze laten staan. Daar is hij voor beloond. Anderlecht mag tevreden zijn over het seizoen dat zijn jeugd heeft gespeeld.”

Lage spelmaker

De exponent van het nieuwe Anderlecht werd zeventien deze maand: Youri Tielemans. Mentaal gekraakt door Van den Brom, maar uit het dal geklauterd. Kindermans: “Youri heeft diep gezeten nadat hij op KV Mechelen in de rust was gewisseld wegens balverlies dat tot een doelpunt had geleid. Er is toen bij hem iets geknakt. Hij heeft nog wel een kans gekregen tegen Kortrijk, maar toen voelde ik al: dit is niet de Youri Tielemans die wij kennen, maar een verwelkt bloempje dat al enkele dagen geen druppel water heeft gezien. Hasi heeft het aangedurfd om een jongen die niet zo goed bezig was, toch belangrijk te maken en de kans te geven om te groeien. Tegen Genk was hij geniaal.”

Met dank ook aan Cheikhou Kouyaté. “Tielemans was een scorende middenvelder in de jeugd. Hij is opgeleid als een tien, zal in de eerste fase van zijn carrière een uitstekende passeur en verbindingsman zijn op de acht, maar wordt naar mijn mening op termijn een lage spelmaker. Op sommige momenten was hij dat nu al een beetje, maar dat kwam volgens mij te vroeg. Het is een fantastische zet geweest van Hasi om Kouyaté naast hem te zetten, zowel voetbaltactisch als vanuit mentaal oogpunt. Kouyaté bestrijkt met zijn volume zo veel veld dat Tielemans plots beter omringd leek. Voordien stond hij er vaak alleen voor en dat legde te veel gewicht op zijn schouders. Hij is vanuit de strategische positie zes te veel moeten gaan nadenken. Zijn onbevangenheid was weg: dát was zijn probleem. Intern hebben we dat meermaals aangegeven.”

Lat hoger leggen

Zo veel lof de nieuwe Kompany – copyright Jean Kindermans – oogstte, zo spaarzaam weerklonk ze voor Dennis Praet. De centrale middenveldpositie bleef buiten zijn bereik, tegen zijn natuur werd hij op de linkerflank uitgespeeld. Noodgedwongen, wegens de lange onbeschikbaarheid van Matías Suárez. Toen ook Acheampong geblesseerd raakte, werd het stille talent de dépanneur van dienst.

“Je hebt als profspeler ook een collectieve verantwoordelijkheid”, benadrukt Kindermans. “Als een trainer vindt dat je occasioneel of structureel een oplossing bent voor een positie, dan vul je die in. Dennis deed dat ontzettend goed. Hij heeft er kwaliteiten kunnen laten zien waarvan iedereen altijd twijfelde of hij ze bezat – loopvermogen, volume, mee verdedigen. Ik vrees een beetje dat we nu iets te veel zijn werkkracht gaan belichten. Het is interessant dat hij dit kan toevoegen aan zijn palet vaardigheden, maar Praet mag niet worden gedegradeerd tot een werkmier. Zijn grootste kwaliteit ligt nog altijd in het beslissen van wedstrijden. En dus moet zijn impact op het resultaat groter worden, zoals in de kampioensmatch tegen Lokeren. Volgend seizoen wordt hij 21. Hij moet kunnen zeggen straks: ik heb tien keer gescoord en vijftien assists afgeleverd. Dat kan perfect vanaf de linkerkant, Boussoufa heeft het ook jarenlang gedaan. Misschien was Dennis te veel gefocust op zijn verdedigende taken waardoor hij minder in de zone van de waarheid kwam. Als Anderlecht straks weer vijftien, twintig meter hoger gaat voetballen, wordt de afstand naar het doel van de tegenpartij ook weer korter.”

Het is een mentale kwestie ook, weet Kindermans. “Ofwel gaat hij berusten, ofwel is hij ambitieus en legt hij de lat voor zichzelf hoger nu. Zoals Bruno dat doet. Ook die jongen loopt niet over van zelfvertrouwen, maar hij heeft wél de verbetenheid om tien doelpunten te willen maken en vijftien assists te geven. Misschien omdat hij intrinsiek iets minder talent had vroeger. Zulke gasten zijn er van bij de jeugd al op gebrand om de echte talenten voorbij te steken. Bruno valt in en wil de trainer direct laten zien dat hij rekening moet houden met hem. Zijn rendement was onmiskenbaar: zie zijn actie tegen Club Brugge voor het doelpunt en zijn doelpunten tegen Genk en Zulte Waregem.”

De grote poort

Tijdens de wintermercato leefde bij Anderlecht de overtuiging dat de ploeg iets – niet veel – miste om de titel te ambiëren. Eén klasbak erbij en het deed mee voor de hoofdprijs. Thorgan Hazard bijvoorbeeld, een rechtstreekse concurrent voor Praet. Maar het plan viel in duigen: Hazard kwam niet. En Steven Defour evenmin.Geen tien die laatste, maar een verdedigende middenvelder, want “met een type-Biglia erbij hadden we misschien nooit in de miserie gezeten”, aldus Kindermans.

Voor alle duidelijkheid: Defour evolueerde al vroeg van een beloftevolle tien naar een WK-international op zes. Praet zal het zo niet vergaan, hoe gretig hij ook tackelt. “Om een zes te zijn heb je verdedigende kwaliteiten nodig en die heeft Praet van nature niet”, veegt Kindermans de suggestie van tafel. “Hij heeft het pitbullgehalte van Defour niet, hij is juist altijd een sierlijke voetballer geweest. Daarom breekt nu een bepalend moment aan in zijn carrière: of hij zet een nieuwe stap of hij groeit uit tot een hele goede clubspeler. Ik denk dat hij ambieert om Anderlecht ooit via de grote poort te verlaten. Dennis is snugger genoeg om te beseffen dat hij dan iets aan zijn rendement moet doen. Je kan geen aanvallende middenvelder zijn, en zeker niet op Anderlecht, als je geen statistieken hebt. Ik denk dat Praet veel mensen nog gaat verrassen.”

Planning en structuur

Anderlecht en jeugd, het ging niet altijd goed samen. Het afgelopen seizoen bracht de bevestiging van een trendbreuk die zich sinds enkele jaren voltrekt bij de Brusselse club. “Tot nog toe spraken we over occasionele doorstroming of doorstroming van toptalenten à la Scifo, Kompany of Zetterberg“, zegt Kindermans. “De laatste twee, drie jaar hebben we heel veel jongeren doorgeschoven naar de A-kern. De beteren handhaven zich, de anderen spelen bij clubs als Beveren, Kortrijk of Cercle Brugge. Maar allemaal zijn het jongens die we laten genieten van het profbestaan. Alleen: Anderlecht blijft Anderlecht. Het is maar voor enkelingen weggelegd om door te stromen, zich te handhaven en internationale uitstraling te verwerven. Daarom zeg ik: in de overgang van de jeugd naar de A-ploeg blijft er op Anderlecht nog veel marge voor progressie.”

Waarom? “In de jeugd is alles planning en structuur”, legt Kindermans uit. “Die jongens gaan nog naar school, hun dag zit van ’s morgens tot ’s avonds bomvol. Lessen, ochtendtraining, eten, begeleide studie, avondtraining. Voor sommigen nog individuele trainingen daartussen en wedstrijden. Zodra ze bij de A-kern komen, komen ze in een heel andere planning terecht. Soms spelen ze, soms zijn het maar invalbeurten, soms moeten ze weken wachten op een kans. Kortom, er sluipt heel veel onregelmatigheid in hun leven. Dat betekent dat je voor jeugdspelers die de stap zetten naar de A-ploeg, een heel flexibel, individueel plan moet hebben. Als Anderlecht naar een op en top professionele opleiding wil met een structurele doorstroming, moet het op dat vlak nog stappen zetten.”

Om dat te bereiken zou Kindermans graag een “pool van mensen” ter beschikking stellen van Besnik Hasi. Mensen die niet noodzakelijk van buiten de club komen. Integendeel zelfs. “Ik ben ervan overtuigd dat er in de opleiding van Anderlecht veel talentvolle trainers zitten die niet liever vragen dan dat ze bij de A-ploeg worden betrokken. Met name bij de doorontwikkeling van de talenten die zij hebben gekend. Neem nu Tielemans: er is bijna niemand beter geplaatst dan Mohamed Ouahbi om hem op de moeilijke momenten te ondersteunen of in de momenten van euforie met zijn voeten op de grond te houden, want hij heeft hem getraind bij de U11, de U14 en de U17. Wat doen we nu? Zo’n jongen voegt zich bij de A-kern en krijgt mensen voor zich die hem maar half zo goed kennen. Waarom zouden we niet iemand die hem jaren heeft begeleid, mee inschakelen in dat proces? Anderlecht moet volgens mij nog meer een beroep moet doen op de knowhow die intern aanwezig is. Deze club is altijd een trendsetter geweest en ik wil graag dat we dat ook blijven.”

Meer interne samenwerking dus. “Ik denk dat dit ook de ambitie is van de club, zeker van Herman Van Holsbeeck“, weet Kindermans. “Maar de hoofdtrainer moet hier honderd procent achter staan. Als hij het niet ziet zitten om nauw samen te werken met jeugdtrainers, heb je geen kans op succes. Het probleem was dat we met Van den Brom een trainer hadden voor wie de club nieuw was. Hij had andere prioriteiten, dat heeft hij ook een paar keer aangegeven. Hij heeft tijd nodig gehad om te zien hoe wij hier dagelijks werken aan de ontwikkeling van jonge spelers. Bovendien is de immense druk die er heerst in een club als Anderlecht, soms bepalend voor de houding van een hoofdcoach. Nu hebben we iemand die hier heeft gespeeld en die al zes jaar alles vanuit een schaduwpositie heeft gadegeslagen. Van Besnik mogen we verwachten dat hij een veel bredere kijk heeft op wat er in Anderlecht was, is en zal moeten komen.”

Geduld met toetje

Afrondend blikt Kindermans ook vooruit: “Vooraf hadden we gehoopt dat dit het seizoen van Praet en Bruno zou worden. Zij hebben dat net niet waargemaakt. De conclusie is dat zij alleen maar nog beter kunnen worden. Dat zal zich uitdrukken in hun rendement: Praet moet beslissender zijn, meer doelpunten maken, meer het gewicht van de wedstrijden dragen. Bruno heeft vrij goede statistieken, maar als hij die wat kan opfleuren, is de stap naar het buitenland heel dichtbij. Neem die twee en Tielemans op het middenveld, achterin Mbemba en Vanden Borre, voeg er een of twee ervaren spelers aan toe en je bent gewapend om opnieuw in de top drie te spelen. Zeker als ook Suárez zijn betere niveau weer oppikt. Wat zal dan het verschil maken tussen plaats één of drie? Eén of twee toptransfers.”

Kindermans beseft tot slot dat vol verwachting zal worden uitgekeken naar nieuwe revelaties uit de paars-witte spelersfabriek van Neerpede. Onrealistisch, waarschuwt hij. “Ik heb de directie er al op gewezen dat we de laatste twee, drie jaar enorm veel spelers uit onze opleiding hebben doorgeschoven. Spelers die ondertussen overal in België voetballen omdat ze misschien net niet goed genoeg waren voor Anderlecht – ik denk aan Godeau, Verboom en anderen. Daardoor is de opleiding op dit ogenblik wat leeggezogen. Het moment is aangebroken dat Anderlecht wat geduld zal moeten opbrengen. De talenten die we deze zomer met de A-kern gaan laten meetrainen, zullen jongens zijn met wie we nog rustig moeten omspringen. Zij zullen eerst constant moeten presteren bij de U21. Als Tielemans nóg beter wordt, als Praet en Bruno hun rendement omhoog halen, als Mbemba en Najar bevestigen en Acheampong opnieuw boven water komt, zullen we al van een groot succes mogen spreken. Mocht daar een toetje bij komen in de persoon van Andy Kawaya, Leander Dendoncker, Samuel Bastien, Davy Roef, Hervé Matthys of Aaron Leya Liseka, zal dat sneller dan verwacht zijn.”

DOOR JAN HAUSPIE – BEELDEN: BELGAIMAGE

“Als Bruno zijn statistieken nog wat kan opfleuren, is de stap naar het buitenland heel dichtbij.”

“De opleiding is wat leeggezogen nu. Anderlecht zal weer wat geduld moeten opbrengen.”

“Chapeau voor Hasi, die het heeft aangedurfd om de jongeren op te stellen én te laten staan.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content