Grofweg één snelle klim volstond voor Chris Froome om zijn tweede Tour te winnen, maar ook om twee weken douches van spuug over zich heen te krijgen, als ware hij Armstrong 2.0. Of hij écht gedopeerd is, moet de toekomst uitwijzen, al wijst voorlopig veel op het tegendeel.

Op 18 juli, Nelson Mandela Day, tweette Chris Froome een quote van de Zuid-Afrikaanse held. Over de kracht van sport om mensen te inspireren en te verenigen. Tot zijn verbijstering ervoer hij echter dat hijzelf daar amper in slaagde. Zijn prestaties verdeelden veeleer journalisten en wielerfans, in believers en nonbelievers. Maar ook velen met een meer genuanceerde dopingmening kon en kan hij niet inspireren. Te veel robotachtig skelet, te weinig charisma, klinkt het vaak. ‘Fruitbomen zijn hartelijker. Hem zien klimmen is een aanslag op de wielerhistorie’, schimpte Hugo Camps.

Niet toevallig ook stelden de organisatoren van de na-Tourcriteriums één voorwaarde toen ze met Froome lucratieve contracten afsloten: alleen welkom bij Tourwínst. En hoewel de tabloid Mirror hem tot ‘Saint Christopher‘ omdoopte, lopen zelfs sportfans in Groot-Brittannië amper warm voor de Skyrenner. Ondanks zijn collegeboy-voorkomen, Britishaccent en zijn ‘This is a 100 procent British victory‘-quote, beschouwen ze hem er immers niet als een échte Engelsman: In Kenia geboren, in Zuid-Afrika opgegroeid en in Monaco wonend… En vooral: niet dezelfde flair als Bradley Wiggins, de superpopulaire, viervoudig olympisch kampioen die als eerste Brit de Tour won – ondanks zijn toen weerbarstige ploegmaat Froome, die hem in de cols voor schut zette. En bij afwezigheid van Wiggins de daaropvolgende editie op zak stak.

Helaas voor hem een paar maanden nadat de Lance Armstrong-etterbuil was opengespat. Door zijn superioriteit en miniversnelling bergop kregen veel sceptici bovendien een déjà-vu, mede omdat Froome, net alsArmstrong, een opmerkelijke transformatie had ondergaan: van niet-ronderenner tot Tourwinnaar. En dus groeiden in het socialemediatijdperk de twijfels en kort-door-de-bochtdiscussies over zijn wattages als kool. Dezelfde discussies die de voorbije Tour opnieuw losbarstten. Nadat Froome op amper één col, La Pierre Saint-Martin, Nairo Quintana op ruim een minuut, de dan al uitgebluste Alberto Contador op bijna drie en de fletse Nibali op ruim vier minuten gereden had. Een op de parcoursverkenning uitgekiende aanval, zo getuigde Froome achteraf, om dan al de Tour vast te schroeven. Zo kon Team Sky doen wat het als geen andere ploeg kan: een verstikkend tempo opleggen en het peloton op die manier controleren en imponeren. Door ook de ene renner een dag te sparen en de andere gas te laten geven, en omgekeerd.

De hoop op een spannende Tour tussen de zogenaamde Fab Four was – of beter leek – zo direct gekelderd. Die ontgoocheling, de afgunst over het rijke Britse Team Sky en de (toen nog) tegenvallende Thibaut Pinot en Romain Bardet ontlokten Franse wetenschappers en analisten – zelf ex-dopeurs – weer lichtzinnige insinuaties over absurde wattages per kilo. Een kwestie van perceptie, want Nairo Quintana’s latere beklimmingen van La Toussuire en vooral Alpe d’Huez waren nog indrukwekkender dan die van Froome op La Pierre Saint-Martin. Kingtana zette de geletruidrager en Valverde op 1’20”, Contador-Nibali op 3’12”. Met één groot verschil: deColombiaan werd geroemd wegens zijn Lucien Van Impe-klimstijl, terwijl de Engelsman twee weken boegeroep moest aanhoren. Zelfs al was hij – gehinderd door een verkoudheid? – in de laatste twee Alpenetappes allerminst buitenaards. Al is ook dat relatief, want alleen Quintana beklom La Toussuire en de Alp sneller dan Froome.

Die stierf naar eigen zeggen duizend doden, maar overleefde de (te) late putsch van Naironman. Door in alle hectiek niet te panikeren en te vertrouwen op zijn teamgenoten. Meer dan fysiek – in 2013 bedroeg zijn voorsprong 4’20”, nu 1’12” – was Froome immers vooral mentaal onwankelbaar. Op de tweede rustdag zei hij dat de hectische periode ervoor, met de regen van verdachtmakingen, ‘a normal week of racing at the office on the Tour‘ was geweest. De urinedouches hadden hem geenszins van zijn stuk gebracht. Hij haalde er zelfs motivatie uit: ‘Eén tegen alles en iedereen.’

Voor zover Froomey dat nodig had, want uit alles bleek dat hij meer begeesterd was dan ooit. ‘Vorig jaar at de Tour me op en spuwde hij me weer uit. Klaar voor revanche’, tweette hij kort voor de start in Utrecht. Gesymboliseerd door de neushoorn die hij op zijn fiets liet spuiten. Met als leuze: ‘Hoofd naar beneden en aanvallen!’

MEER GENIETEN

Die wraaktocht begon vorig jaar al, toen de Skyrenner, amper enkele dagen na zijn val in de kasseienrit, al op de rollen fietste. Om klaar te geraken voor de Vuelta, als opstapje naar de Tour 2015. Weliswaar met een andere ingesteldheid: terwijl Froome vorig jaar erg gestresseerd was door de druk als titelverdediger, de controverse over zijn (niet volgens de regels verkregen) medisch corticosteroïdenattest en astmapuffer, plus een val in de Dauphiné, viel het al vorige winter op hoe relaxed de geboren Keniaan was, zelfs met journalisten maakte hij grapjes.

Froomes privéleven was, na zijn huwelijk met Michelle Cound in november, immers standvastiger dan ooit – ze verwachten inmiddels ook hun eerste kindje. En hij zou als renner niet meer focussen op de Tour winnen, zoals Team Skypsychiater Steve Peters hem had ingefluisterd, maar alleen nog op het proces om weer de beste renner te worden die hij kan zijn. Daarin moest hij alle negatieve emoties blokkeren en controleren – de reden waarom hij kalm bleef in de dopingstorm en toen in de Alpen zijn gele trui alsnog in gevaar kwam. Daarnaast moest hij vooral genieten van wat hij het liefst doet: fietsen. Talrijk waren ze de voorbije maanden dan ook, de tweets over hoe de Brit zich amuseerde tijdens zijn nochtans spartaanse trainingen: een foto met een berglandschap: ‘My office, love my job.‘ Of zelfs een foto aan het zwembad, net voor de Tour: ‘Enjoying life before things get crazy.’

Die ontspannenheid, gepaard aan een hypermotivatie, bleek ook tijdens de openingsweek. Die had hem fataal kunnen worden, maar een assertieve Froome overleefde met brio en viel zelfs aan in de kasseienetappe. Bovendien voelde hij zich steeds meer op zijn gemak als leider van zijn ploeg – na de nipt verloren ploegentijdrit ging hij als eerste teamgenoot Nicolas Roche troosten omdat die was stilgevallen op de slothelling – en als patron van het peloton – nooit hebben we hem zo veel zien discussiëren met zijn collega’s.

Maar ook in zijn omgang met de media bleek Froome gegroeid. Daarin counterde de geboren Keniaan sereen en vastberaden alle dopingbeschuldigingen. Weliswaar niet geholpen door het gebrekkige communicatiebeleid van Team Sky. De minste dissonante stem op Twitter werd geblokkeerd, manager David Brailsford maakte plots gewag van ‘gehackte’ datagegevens (toen wetenschapper Antoine Vayer het Ventouxfilmpje op YouTube zette) en zou er advocaten op afsturen.

Om de discussie over de ‘verdachte’ data te counteren besloot Team Sky ook te doen wat het altijd geweigerd had: een deel van Froomes wattages en hartslaggegevens openbaar maken. Zinloos, want afhankelijk van het weer, verschillende powermeters… Daarenboven gaven de vrijgegeven cijfers aanleiding tot méér speculatie. Zoals toen Froome ook beweerde van de fameuze ketonen nog nooit gehoord te hebben en Brailsford geagiteerd ontkende dat Sky die (niet eens verboden) revolutionaire energiedrank al gebruikt had. Nochtans gaf Charles van Commenée, technisch directeur van de Britse atletiekbond tijdens de Spelen van Londen, in de Nederlandse media toe dat het héle Team Britain (en dus ook Wiggins en Froome) er toen over beschikte.

GROOT TALENT

Concrete aanwijzingen voor dopinggebruik bij de tweevoudige Tourwinnaar bleven echter uit, zoals al zijn hele carrière. Alleen de gemiste controle, die hij in juni zelf openbaar maakte, en het medisch attest vorig jaar in de Ronde van Romandië zijn een smetje op dat blazoen. Verder spreken de feiten in zijn voordeel:

1 Hij was altijd een groot talent. Toen de Franse coach Michel Thèze hem in 2007 onder zijn hoede kreeg in het UCI World Cycling Centre, bleek Froome, dan nog een belofte, over zeldzame fysiologische capaciteiten te beschikken. Een hartslag in rust van amper 29, een longcapaciteit van acht liter (zoals Miguel Indurain), een VO2max tussen de 80 en 85… En dat terwijl hij nog dik in de 70 kilo woog. Acht jaar later en een zevental kilo lichter moet die VO2max – uitgedrukt in ml zuurstof per kg – een pak hoger liggen, tegen en zelfs boven de negentig. Niet toevallig zei Barloworldmanager Claudio Corti al in 2008 dat zijn renner ooit op het Tourpodium zou staan.

Ook bij Team Sky vielen in 2010 de monden open toen de Brit een fysieke test aflegde. Waarden van een potentiële Tourwinnaar. Alleen gebruikte Froome dat immense talent inefficiënt. Door een gebrek aan stuurvaardigheid en tactisch inzicht, en door de bilharzia-infectie die hij eind 2010 in Kenia opdeed. Sindsdien is Froomes power niet eens zo veel gestegen. Vooral verbeterd is zijn vermogen om dat in een race op het juiste moment om te zetten en om zijn lichaam beter in te schatten. Of zoals zijn trainer Tim Kerrison vertelde: ‘Chris kan zó diep gaan dat het zijn recuperatie bemoeilijkt. Die inspanningen over drie weken leren controleren heeft van hem een groot ronderenner gemaakt.’

2 Veel wattages kon Froomey al van jongs af trappen, maar in de cols moet je zo weinig mogelijk wegen zonder aan spiermassa in te boeten. Op dat vlak heeft de Afrikaanse Engelsman bij Team Sky het meest vooruitgang geboekt. Volgens een voedingsplan gebaseerd op eiwitten, fruit/groetesapjes, visolie, heel weinig koolhydraten en (al dan niet) ketonen. Bovendien minutieus afgemeten aan de prestatie – niet toevallig staat Froome drie keer per dag op de weegschaal. In 2011 hongerde hij zich naar eigen zeggen in de zomer nog uit om snel vijf kilo (tot 67) af te vallen (waardoor hij in de Vuelta, althans voor de buitenwereld, plots letterlijk hoge toppen scheerde), nu raakt hij zijn winterkilo’s kwijt over een halfjaar, in aanloop naar de Tour.

3 Geen toeval dat Froome op het Tourpodium zijn coach Tim Kerrisonbedankte. De Australische ex-zwem- en roeicoach, door Brailsford eind 2009 bij Team Sky gehaald, had via een computermodel becijferd welke waarden een renner moet duwen om de Tour te winnen en hoe(veel) hij daarvoor moet trainen. Met als baseline: het verhogen van het uithoudingsvermogen door tegen afgelijnde wattages op grote hoogte bergop te rijden. Aan een enorm volume – op de tweeweekse stage in Tenerife na de Dauphiné haalde Froome liefst 40.000 hoogtemeters – en met een zo hoog mogelijke trapfrequentie waardoor hij vooral zijn bovengemiddelde cardiovasculair en ademhalingssysteem aanwendt. Daarbij extra geholpen door zijn ovalen kettingblad.

Zijn spieren belast de Brit dan weer extra door met anderhalve kilo gewichten, vastgehecht aan zijn benen, bergop te fietsen. Niet en danseuse, maar vast in het zadel, wegens aerodynamischer. Zelfs tijdens de zogenaamde spiked efforts waar Froome specifiek op traint: een korte, hevige inspanning om een kloof te slaan, daarna een beetje te vertragen en het opgebouwde melkzuur toch weer te laten wegvloeien. Precies zoals de geletruidrager uitvoerde op La Pierre Saint-Martin. Nadat hij en zijn ploegmaats op de rustdag een intervaltraining hadden afgewerkt en dus niet doelloos hadden losgereden, zoals bijna alle renners. Coach Kerrison volgt immers geen aloude wielerwijsheden, maar andere paden. Daarom gebruikt Chris Froome al sinds vorig jaar bijvoorbeeld niet de bekende (nutteloze) neuspleister maar een neusring. Die zogenaamde Turbine moet tijdens zijn warming up en cooling down de ademhaling vergemakkelijken – volgens de producent tot 38 procent, al is dat marketingpraat.

4 De neusring past niettemin in het marginal gains-plaatje van Team Sky. Soms een pr-verhaaltje om hun dominantie sympathiek te vertalen en waar sommige ploegen uit afgunst mee lachen. Zoals toen Bradley Wiggins indertijd begon los te fietsen na de rit, iets wat nu iedereen doet… Na de successen van 2012/13 vond Brailsford dat het hele team vorig jaar dat continue streven naar innovatie echter wat had laten varen en dus ‘verdubbelde hij de inspanningen’. In Silicon Valley, San Francisco, bezocht hij onder meer twintig technologiebedrijven, op zoek naar Marginal Gains 2.0. Volgens Brailsford vooral zaken die exact kunnen monitoren wat er omgaat in een lichaam – tijdens een training, zelfs ’s nachts – en om die gegevens via gesofisticeerde databases nog beter te ontleden. Niet toevallig sliep Froome tijdens de Tour met een horloge dat zijn slaapkwaliteit in beeld bracht. Dat had ook in een luxecamper met hoogtekamer moeten gebeuren, maar daar stak de UCI een stokje voor – niet iedereen in het wielrennen is klaar voor vernieuwing.

Het verhinderde Froomey niet om de Tour te winnen, want veel meer dan aan die marginal gains heeft hij dat (schijnbaar) te danken aan zijn immense talent en honderden uren (juist) trainen. En zolang het tegendeel niet bewezen wordt dus niet aan doping. Al zeiden we dat ook van Armstrong…

DOOR JONAS CRETEUR ? FOTO BELGAIMAGE

Concrete aanwijzingen voor dopinggebruik bij Froome blijven uit, al zijn hele carrière.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content