Een incidentrijke Parijs-Roubaix kende een spannend verloop en een prachtige winnaar, maar leverde vooral heel wat verliezers op.

Misschien is het maar goed dat ik vandaag niet win”, zei Tom Boonen nadat hij als vijfde over de streep kwam in de velodroom van Roubaix. “Goed voor mij, goed voor jullie, goed voor iedereen. Ik ben geen robot. Verliezen kan soms een wijzere les zijn dan winnen.”

Grote wielerkampioenen zijn klein in het verlies, zo bepaalt de traditie het. Niet zo Tom Boonen, die, net als in Milaan-Sanremo een maand geleden, bijna opgelucht leek dat hij eens niet in de schijnwerpers moest staan. Niet dat hij niet wilde winnen. Tom Boonen is een winnaar van het zuiverste soort, laat daar geen twijfel over bestaan. Alleen is hij intelligent genoeg om te beseffen dat perfectie de druk op zijn persoon alleen maar opvoert. Dat dominantie irritatie opwekt bij collega’s en dat eentonigheid gaat vervelen bij de pers. Ook voor de vrolijke vrienden van Quick-Step is het goed om nog eens te voelen wat verliezen is. Hoogmoed verzwakt het lijf en vertroebelt de geest, een gevoel van onoverwinnelijkheid slaat gemakkelijk om in arrogantie. Zelf wist hij het al lang, maar sinds afgelopen zondag weet ook de rest van de wereld dat Tom Boonen toch maar een mens is en dat zulks a fortiori geldt voor zijn ploeg.

Dat werd pijnlijk duidelijk in het Bos van Wallers, waar Boonen, net als een week eerder op de Koppenberg, als eerste opdraait om de risico’s te beperken en alvast eens flink aan de boom te schudden. Behalve een rist losgewaaide Spanjaarden leidt zijn manoeuvre onbedoeld ook tot een ware slachtpartij in de eigen gelederen. Wanneer de latere winnaar Fabian Cancellara, dan al een van de sterkste mannen in koers, het commando overneemt, scheurt een zeventienkoppige groep zich af met daarin alle favorieten – veelal mét een ploegmaat – en een geïsoleerde Boonen.

Wanneer Knaven, Hulsmans, Pozzato, Van Impe en Cretskens met de moed der wanhoop de zaak proberen recht te trekken, krijgen ze met Roesems en Van Sevenant twee grijnzende betonblokjes aan de benen. Bij Quick-Step trekken de koppen diep in de kas en oogt de blik schuldbewust : reken maar dat het dondert in de oortjes. Na goed tien kilometer ziet ook Wilfried Peeters het zinloze van de onderneming in. Zo sterk de ploeg al een heel jaar voor de dag komt, zo collectief heeft ze vandaag gefaald.

Zwarte vinger

Toch zal niet Quick-Step, maar Discovery Channel – met drie mannetjes het sterkst vertegenwoordigd in de kopgroep – de grootste verliezer van de dag worden. Alsof de duivel uit zijn hellegat kwam, zijn zwarte vinger in de diepblauwe truitjes van de Amerikanen prikte en besliste : het zal niet voor vandaag zijn. Op de kasseien van Mons-en-Pévèle constateert George Hincapie, eerder op de dag al het slachtoffer van een serieuze smakker, dat zijn stuur niet langer vastzit aan zijn fiets. Wanneer je in zulke omstandigheden tegen vijftig per uur over kasseien aan het vlammen bent, zit er niets anders op dan wild met je armen in de lucht te molenwieken in een poging om te zweven. Het lukt George enkele seconden, tot zijn voorwiel een uitstekende steen tegenkomt en dwars gaat. De harde confrontatie met de kasseien is onvermijdelijk, de balans zwaar. Het rechtersleutelbeen komt volledig los van de schouder, een operatie dringt zich op. Tweeënhalve maand voor de start van de Tour is dit een ramp voor een kandidaat-winnaar.

En de ellende voor Discovery is nog niet gedaan. Eerst moet Leif Hoste zijn goede benen stilhouden op Carrefour de l’Abre omdat zijn ploegmaat Vladimir Gusev voorop is met Cancellara. Wanneer Gusev kraakt, neemt Hoste meteen het initiatief in een dolle achtervolging op Cancellara – waarin hij en passant een vermoeide Boonen overboord kiepert – maar hij ziet zijn poging nogal letterlijk gedwarsboomd aan een spoorwegovergang. Intussen stoomt Fabian Cancellara als een geoliede machine richting Roubaix. De 25-jarige Zwitser heerst in de Hel op de mooiste manier : koers opengebroken in het Bos, de rest van de namiddag meegestreden in de voorste gelederen, om dan op de Carrefour de l’Abre alle tegenstand uit de wielen te rijden en alleen de explosie van geluid in de velodroom tegemoet te vliegen. Met zijn overwinning bevestigt Cancellara nog maar eens de doorbraak van ‘de generatie der tachtigers’ waartoe ook Boonen, Pozzato, Cunego en Valverde behoren.

Net niet

Een minuut na Cancellara etaleert Hoste zijn schitterende vorm door de intrinsiek veel snellere Van Petegem te kloppen voor de tweede plaats, maar de wedstrijdjury helpt hem snel uit zijn droom. Gusev, Van Petegem en Hoste worden gedeclasseerd omdat ze de dichte slagbomen genegeerd hebben, waardoor Boonen alsnog tweede wordt en Alessandro Balan derde.

Leif Hoste ziet zich zijn tweede plaats en 22.000 euro prijzengeld door de neus geboord. Daar is hij begrijpelijk erg ontgoocheld over, maar eigenlijk had Hoste sowieso geen reden om te juichen. Wie in één week tijd twee keer tweede wordt in twee topklassiekers, mag, neen móét, meer ambitie hebben dan dat. Ook bij dat andere slachtoffer van het slagboomincident, Peter Van Petegem, was overigens geen spoor van ontgoocheling te merken. De Peet kon zich geeneens niet druk maken om zijn declassering. Hij had immers bewezen dat hij het nog kon in de week van de waarheid. Hoewel Van Petegem zonder enige discussie sterk en regelmatig voor de dag kwam in zijn wedstrijden, verliest ook hij in Parijs-Roubaix. Ondanks een handvol ereplaatsen blijft hij, net als in 2004 en 2005, de man van net niet.

De grootste verliezers van afgelopen zondag vallen echter niet in het rennersgild te zoeken. Hoewel Jean-Marie Leblanc aan de streep een hoop theater maakte over de beslissing van de jury, dient hij eerst en vooral naar zijn eigen ASO te kijken alvorens de schuld in de schoenen van de UCI te schuiven. Voor een wedstrijd die zijn deelnemers in volle finale over een spoorweg stuurt die niet gegarandeerd treinvrij is, past slechts één omschrijving : slechte organisatie. De ASO, die in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Ronde van Vlaanderen de gewoonte heeft om de parcoursen van haar wedstrijden pas in de laatste weken te finaliseren, heeft door haar nonchalance niet alleen het correcte verloop van de wedstrijd, maar ook de renners zelf in gevaar gebracht.

Ook de UCI gaat echter niet vrijuit. Dat een wedstrijdcommissaris in een moment van paniek geest en letter van het reglement door elkaar haspelt, is nog te begrijpen. Dat de hoofdcommissaris na de aankomst niet in staat is een redelijke beslissing te nemen, is dat al veel minder. Maar dat de UCI na een lange reeks incidenten – herinner u onder meer de Enecotour en de Druivencross – nog steeds geen betere opleidingen en protocollen heeft voor haar juryleden, is onvergeeflijk. De UCI, die in het kader van de Pro Tour de professionaliteit predikt, mag zelf ook eens volgens haar eigen evangelie beginnen leven.

LOES GEUENS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content