‘Hoe Advocaat was ? Kijk naar televisie, dat is Dick ten voeten uit. Het zal u niet verbazen dat het spel hier snel op de wagen zat, zeker ?’ Over de Berchem-weken van Dick Advocaat.

Oud-Berchem leefde de voorbije weken mee met Dick Advocaat, de bondscoach van Nederland. Al maanden ligt de Hagenees onder vuur, maar wat de brave man na Nederland-Tsjechië overkwam, was te gek voor woorden. “Was hij dat weekend naar Nederland teruggekeerd, ze zouden hem gelyncht hebben. Kritische journalistiek is één, maar zo ver moet je ook weer niet gaan.” Woorden van Johnny Velkeneers, een naar Limburg uitgeweken Brabander uit Alsemberg. Velkeneers speelde voor Anderlecht, Club Brugge en Lokeren, waar UrbainHaesaert hem weghaalde. Bij Berchem Sport werd Velkeneers in 1982 ploegmaat van Dick Advocaat.

Het was Hypolyte Podevin, die mee de onderhandelingen deed. Berchem, in die dagen nog een naam als een klok, deed dat toen nog in stijl, weet trainer Raoul Peeters, die Haesaert opvolgde. Peeters : “Ik was op mijn 28ste begonnen als trainer en had mijn eerste stappen gezet bij RC Mechelen. Haesaert haalde me naar Antwerpen als assistent en toen hij werd ontslagen, volgde ik hem op. Berchem was een tweedeklasser met ambities om te promoveren. De voorzitter, de schoonpa van speler Jos Van Pelt, deed in immobiliën. Ik herinner me dat ze een suite afhuurden om met Paul Postuma te onderhandelen over zijn transfer. Advocaat had een grote naam in die dagen. Hij was uitgeweken naar Amerika om er zomervoetbal te spelen, maar omdat hij niet direct een club in Nederland vond, kwam hij bij ons terecht.”

Podevin, die al in 1941 zijn aansluitingskaart bij Berchem tekende, was er in die dagen een soort technisch directeur. “Of Advocaat moeilijk was in de onderhandelingen ? ( Lacht.) Laat het ons zo zeggen : over zijn eisen hoefde je niet te veel te discussiëren. Ik kan de man niet beter afschilderen dan door te verwijzen naar nu. Vrij kort van stof in de omgang, maar geweldig begaan met het voetbal en de manier van spelen. Hij was vrijwel onmiddellijk kapitein, en gaf graag instructies over hoe er naar zijn gevoel moest worden gespeeld. Het zat er dan ook al snel tegen.”

De gevestigde waarden voelden zich aangevallen, met name Johnny Velkeneers, die het bevel voerde over de achterste lijn en die slikte, naar de mening van Advocaat, iets te veel goals. Podevin : “Op een bepaald moment moet Advocaat in de gang een gesprek hebben afgeluisterd tussen Raoul Peeters en Velkeneers. Daarin moet die een en ander hebben gezegd over Advocaat. Daarop is Dick naar mij gekomen met de vraag of zijn contract niet kon worden verbroken.”

Velkeneers herinnert het zich desgevraagd allemaal niet meer zo goed. “Zeggen ze dat zo op Berchem ? Ik denk dat je dat met een korreltje zout moet nemen. Ik heb jaren gevoetbald, maar herinner me niet dat ik met iemand problemen had. Advocaat was wel zoals hij nu overkomt, met zijn voor- en nadelen. Iemand die uitkwam voor zijn mening, Een speler met een heleboel ervaring. Hij had zijn ideeën en vanuit zijn ervaring en zijn positie op het veld, centraal op het middenveld, had hij het recht om die te uiten.”

Raoul Peeters, als trainer even oud als de twee kemphanen en met beduidend minder ervaring, geeft toe dat hij het incident fout beheerste. “Ik was 34 en onervaren, wat wil je ? Berchem had in die dagen een Nederlandse kolonie, met naast Advocaat en Postuma ook Dick Jol, die van Menen kwam en later topscheidsrechter zou worden, en Arie van den Ham die wat teleurstelde.” Podevin : “Van den Ham had voor Jong Oranje gespeeld, Postuma kwam van PSV, Advocaat had een lange staat van dienst : we mochten ambities koesteren. Jol was een buitenbeetje. Een vrolijke kerel, die constant kankerde op de scheidsrechter ( lacht). De beste stropers zijn soms de beste boswachters…”

Peeters legt verder zijn bedoelingen uit : “Ik wilde uitpakken met een offensieve tandem Postuma-Jol en Advocaat in hun rug. Alleen raakte Postuma, die later naar Lierse zou gaan, al in de voorbereiding geblesseerd. Het duurde tot na de winterstop voor hij begon te scoren. Jol schoot iets te kort als centrumspits, hij was beter als tweede aanvaller. Wel een schitterende kerel die inderdaad nogal te keer kon gaan tegen de scheidsrechter. Ik heb hem later nog opgezocht in Scheveningen.”

De start van het seizoen verliep in mineur. Berchem begon met een uitwedstrijd bij La Louvière en ging zwaar de boot in, 5-1. Peeters : “Advocaat kwam meteen in mijn bureau om zijn visie te geven. Ik was een beetje onder de indruk van zoveel openheid. Daarom had ik hem ook al aanvoerder gemaakt. Dick was het, laat het ons zo uitdrukken, niet eens met Velkeneers, die voordien de aanvoerder was en achterin de zaak dirigeerde. Nu zou ik dat zeker nooit meer doen, maar toen ging ik direct in op de bezwaren van Advocaat. Ik liet hem de wedstrijd daarop achterin spelen en zette Velkeneers ergens anders, als ik me niet vergis op het middenveld. We wonnen die match met 3-2 ( van Diest, nvdr), maar de ploeg was meteen nogal verdeeld. Daarop heb ik de rollen weer omgedraaid : Velkeneers achterin en Advocaat weer in het middenveld. Maar Berchem bleef krasselen en na een wedstrijd of zes is Dick me komen opzoeken. Hij kreeg opnieuw een kans om in de eredivisie te spelen, bij Utrecht, en kon dat niet laten liggen. Daarop gingen onze wegen uiteen.”

Een norse, wat kortaf gebonden man in de omgang, zo was de Nederlandse bondscoach, maar op het veld een begenadigd prater, zo weet ook Eddy Crockaerts, jarenlang aanvoerder en boegbeeld op het Rooi, maar in die dagen aan de deur kloppend. “Er waren toen drie groepjes op Berchem. De Hollanders, het groepje rond Velkeneers en de jonge gasten, veelal Antwerpenaars. Dick was einde carrière, kwam wellicht nog wat poen pakken in België, maar zeker niet door te profiteren. Wij keken op naar die Hollanders, omdat ze zo vlot hun gedacht durfden te zeggen. Eigenlijk legden ze de vinger op de wonde. En die was nogal groot in die dagen ( lacht). Elk jaar kocht Berchem vier, vijf nieuwe spelers, zodat er geen ploeg op het veld stond. We pakten ook te veel doelpunten en volgens Advocaat was dat omdat wij veel te verdedigend verdedigden.”

Euh… Peeters legt uit : “Offensief verdedigen, jagen op de man in balbezit in plaats van wijken, dat was zijn dada. Later maakte ik het nog eens mee met een ervaren Hollander bij RC Mechelen, Bennie Wijnstekers. Ik had toen al iets meer ervaring en heb die toen anders aangepakt. Johnny Velkeneers was gewoon om achterin de zaken op zijn manier te regelen. Hij speelde graag met Roger Leirs voor zich. Roger vloog erin, kuiste de boel op, en Johnny kon dan rustig de bal oprapen en zijn ervaring laten spelen. Advocaat wilde anders spelen, met meer ruimte in de rug van de verdediging. Dat was voer voor conflicten, want Johnny had zijn leeftijd en was niet van de snelste meer.”

“Je hoorde Advocaat al vanaf de eerste dag in de kleedkamer”, zegt Podevin. “En dan moet ik je zeker niet zeggen dat de Antwerpenaars dat niet pikten. Maar ik blijf erbij : hadden we heel het seizoen op Advocaat kunnen rekenen, dan had onze ellende niet zo lang geduurd.”

“Feit was dat Dick in een slechte ploeg terechtkwam”, meent Crockaerts. “Een ploeg die wel de ambitie uitsprak om naar eerste te promoveren – welk bestuur doet dat niet – maar daar niet de kwaliteiten voor had. Je kreeg toen nog twee punten voor een zege en ooit is het in de geschiedenis van Berchem gebeurd dat de ploeg halverwege met vier punten draaide en zich toch nog redde. Wél, dat jaar haalden we halverwege zes punten.” “Ik heb dat jaar dan ook niet volgemaakt”, voegt Peeters eraan toe. “Mijn gebrek aan ervaring speelde me ongetwijfeld parten. Maar Berchem was dan ook geen makkelijke ploeg.”

Rik Godsen kwam als trainer”, herinnert Crockaerts zich nog. “Postuma is op het einde beter gaan spelen en plots goals beginnen maken, en ik heb me eens goed kwaad gemaakt tegen de rest. Maar net hebben we ons gered.” Eensluidend is hun visie op Advocaat : “een geboren trainer”, unisono ook hun veroordeling voor wat de man de voorbije weken allemaal overkwam. Velkeneers : “Dat kan onmogelijk van nu dateren, daarvoor was de reactie op dat slechte EK-begin veel te hevig. Misschien heeft Dick wel iets te weinig présence naar de zin van de Nederlandse pers.”

Crockaerts : “Eigenlijk doet het mij stilletjes plezier dat Oranje zich herpakte. Voor zoveel kritiek heb ik maar één woord : een schande. Het blijft tenslotte maar voetbal, vind ik, de dimensie die ze er in Nederland aan geven, vind ik ruim overtrokken. Ik weet ook dat voetbal een miljardenbusiness werd, maar dit was erover. Ruim over.”

Peeters : “Noem jij wat in de Hollandse pers verschijnt nog kritische journalistiek ? Ik niet. Ik heb écht met Dick te doen.”

door Peter T’Kint

‘Na die 5-1-nederlaag in de eerste wedstrijd kwam Advocaat meteen in mijn bureau om zijn visie te geven.’ (Raoul Peeters)

‘Ik heb écht met Dick te doen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content