Gedaan met invalbeurten van tien seconden, Tom De Sutter is weer een volwaardige speler van Anderlecht. Een mathematisch overzicht van zijn nieuwe leven als voetballer.

We zien Tom De Sutter (27) tegenwoordig weer elke week op het veld bij Anderlecht. De seizoenen waarin hij alleen maar mocht invallen en waarin hij zo weinig speeltijd kreeg van Ariël Jacobs dat hij er bijna depressief van werd, liggen voorgoed achter hem. Een overzicht in cijfers.

Anderlecht-Málaga eindigde op een veelzeggende 0-3. Was Málaga drie maten te groot voor jullie?

Tom De Sutter: “Neen, dat is overdreven. Málaga was te sterk voor ons – dat was wel duidelijk – maar bij ons was niemand echt top. Nu goed, zelfs als we wel top waren geweest, hadden we het tegen dit Málaga moeilijk gehad om een punt thuis te houden.”

Hoe kwam het dat jullie niet top waren?

“Als je tegen zo’n goeie tegenstander speelt, weet je dat ze je niet veel aan de bal zullen laten. Maar we maken ons geen zorgen. Die nederlaag heeft ons zelfvertrouwen niet aangetast.”

Is Málaga nu favoriet voor groepswinst?

“Zeker weten! Dat hadden we al door nadat ze Zenit Sint-Petersburg met 3-0 hadden verslagen. Ze hebben een solide defensie en uitstekende aanvallers. Als ze deze vorm kunnen vasthouden, zouden ze weleens heel ver kunnen doorstoten in deze Champions League. Er loopt bij hen niet één speler rond van wie je je moet afvragen of hij wel in de Champions League thuishoort.”

Je speelde niet tegen AC Milan en Málaga. Wat denk je dan op de bank? Jij wilt je toch ook tonen aan Europa in zulke grote wedstrijden?

“Natuurlijk heb ik zin om tegen zulke topteams te spelen, maar ik begrijp het wel dat we in de Champions League iets minder aanvallend spelen. Het is omdat we maar met één spits speelden dat ik niet heb meegedaan. In een 4-4-2 spelen zou tegen dit Málaga voor veel problemen op het middenveld gezorgd hebben. Ik durf er niet aan te denken hoe hoog de score dan misschien wel was opgelopen.”

Verbaast het je dat je tot hiertoe in de Champions League nog niet aan spelen bent toegekomen?

“Als de trainer denkt dat het beter is om me op de bank te laten, heb ik daar geen probleem mee. Vergeet niet dat er nog vier CL-wedstrijden volgen.”

Troost je je met de gedachte dat je mee de kwalificatie hebt afgedwongen? Of is dat geen pluim die je op jouw hoed steekt?

“Er zijn zo veel jongens die een pluim verdienen… Silvio Proto heeft heel wat mirakelsaves verricht, Dieumerci Mbokani deed het uitstekend in de spits en ook andere jongens hebben erg goed gespeeld.”

Hoe zie jij de komende Europese wedstrijden tegemoet?

“We zullen beter moeten spelen dan we tegen Málaga deden. Zelfs een Zenit dat niet in vorm is, blijft een moeilijk te omzeilen klip.”

Ze hebben wel nog geen enkel punt kunnen pakken…

“Dat is een grote verrassing. Dat had niemand verwacht bij de groepsindeling. Ze begonnen immers zeer goed aan de competitie en versterkten zich in laatste instantie nog met Hulk en Axel Witsel. Wij waren ervan overtuigd dat Zenit deze groep met de vingers in de neus zou winnen.”

Als je ziet hoe Zenit nu presteert, moeten we daar dan uit concluderen dat jullie in een minder zware poule zitten dan eerst gedacht?

“Neen, integendeel. Iedereen dacht dat Málaga het zwakke broertje zou zijn, maar kijk waar ze nu staan. Zenit is zoekende, maar Málaga werd schromelijk onderschat en Milan blijft nog altijd Milan. Ik kreeg na de wedstrijd een sms van Nicolas Lom- baerts die zei dat hij nog nooit zo veel had gelopen en dat de doelman van Milan de wedstrijd van zijn leven had gespeeld. Als je het mij vraagt, wordt onze groep eerder onderschat dan overschat.”

Hoeveel punten denk je dat Anderlecht nodig heeft om zich bij de eerste twee te scharen?

“Acht of negen.”

Dat is een hoop punten om in amper vier wedstrijden bij elkaar te voetballen…

“Dat betekent dat je minimaal twee keer moet winnen en twee keer gelijk mag spelen. Ik weet dat het niet simpel zal zijn. Temeer omdat Zenit ook niet zal blijven verliezen.”

Wat is het beste voor Anderlecht, een opstelling met een of twee spitsen?

( beslist) “Twee spitsen! Want dan speel ik. ( lacht) We hebben in ieder geval al getoond dat het tussen Dieu en mij heel goed klikt. Denk maar aan de wedstrijden tegen Cercle Brugge, Zulte Waregem en Lokeren.”

Wat maakt dat het zo goed klikt tussen jullie?

“Met z’n tweeën kunnen we veel druk op de verdediging van de tegenstander zetten. Ik neem een deel van zijn verdedigende taken over, ik zak wat vaker terug naar het middenveld, zodat hij frisser voor doel is. Ik ben wel iets vermoeider als ik voor doel kom, maar Dieu zit dan nog zo fris als een hoentje.”

Dit seizoen kreeg Mbokani gemiddeld amper drie fouten mee per match. Denk je dat dat een verklaring kan zijn voor zijn natrappen op Killian Overmeire?

“Verklaren wel, maar het is geen excuus. Zelfs al krijg je dertig stampen per wedstrijd die niet gefloten worden, dan nog mag je zo niet reageren. Ik kon vroeger ook weleens driftig reageren, maar nu ben ik zen. Of fatalistisch eerder. It’s part of the game.”

Het kan toch niet anders dan dat jij zijn plaats inneemt tijdens zijn schorsing?

“Dat zou ik ook denken, ja.”

Kan Anderlecht hetzelfde spel ontwikkelen zonder Mbokani?

“Dat zullen we zien als hij er niet bij is.”

Bij Cercle scoorde je gemiddeld één keer per drie wedstrijden. Vind je dat een goed gemiddelde voor een spits in de Jupiler Pro League?

“Pff, daar denk ik niet meer aan. Cercle was gisteren. Vandaag concentreer ik me op Anderlecht en hoe ik hier een plek in het basiselftal kan veroveren.”

Bij Anderlecht doe je het minder goed. Hier scoor je gemiddeld één keer per vier wedstrijden. Al speelde je hier wel weinig volledige wedstrijden. Vorig seizoen mocht je heel vaak slechts een paar minuten opdraven.

“Als je naar het totale aantal speelminuten kijkt, denk ik dat mijn gemiddelde bij Anderlecht beter is dan bij Cercle destijds.”

Langs de andere kant krijg je bij Anderlecht wel meer kansen dan bij Cercle.

“Dat zou ik zomaar niet durven te zeggen. Er waren periodes bij Cercle dat ik ook de ene kans na de andere kreeg, hoor. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik me niet meer bezighoud met die statistieken.”

Je bent met je 1m92 op Roland Juhász na de grootste speler van Anderlecht. Zou je niet wat vaker met het hoofd moeten scoren?

“Als er geen voorzetten komen, hoe kan ik dan met een kopbal scoren? Maar het klopt dat mijn kopspel mijn grootste troef blijft. Ik heb vaak met het hoofd gescoord. Eén doelpunt op twee zelfs, denk ik.”

Je weegt 91 kilogram. Is dat niet net iets te veel om een goeie sprongkracht te kunnen hebben?

“Helemaal niet. De medische staf heeft een zeer specifieke screening van alle lichaamsdelen uitgevoerd en daaruit bleek dat ik de meest gespierde bovenbenen van de spelersgroep heb. Dankzij die stevige dijen heb ik heel veel sprongkracht.”

Welke speler in de Belgische competitie heeft de beste sprongkracht?

Gohi Bi Cyriac, zonder twijfel! Hij is niet groot, maar zijn sprongkracht is fantastisch. Net zoals zijn timing overigens. Maar ik zou ook Mémé Tchité kunnen vermelden.”

Wat dacht je toen je op de achtste speeldag tegen Zulte Waregem je eerste doelpunt van het seizoen scoorde? Eindelijk?

“Neen, dat doelpunt was niet speciaal een opluchting voor me. Ik kom ook niet meer zo vaak in scoringspositie aangezien ik nu meer als tweede spits speel. Zodra we de bal niet hebben, sta ik praktisch op het middenveld.”

Een spits leeft toch om te scoren?

“Ja, maar ik heb nooit gevonden dat mijn match geslaagd was omdat ik gescoord had. Het zijn de journalisten die zo redeneren.”

Waarom speel je met het nummer 21?

“Op aanraden van een vriend. Hij zei me dat ik met 21 moest spelen en dat heb ik dan ook maar gedaan. Achteraf legde hij me uit waarom. Het is het nummer waarmee Zinédine Zidane doorbrak bij Juventus en 21 was ook het nummer dat Pär Zetterberg droeg toen hij na zijn Grieks avontuur terug naar Anderlecht kwam.”

Je ligt hier nog maar twee jaar onder contract. Binnenkort zul je dus moeten kiezen tussen een verlengd verblijf en een transfer.

“Dat klopt.”

Zou je graag blijven?

“Waarom niet? Anderzijds zegt een andere ervaring mij misschien ook wel wat…”

In het buitenland bedoel je dan?

“Geld en het sportieve niveau zijn niet het belangrijkste. Mij volledig kunnen onderdompelen in een andere cultuur met een andere mentaliteit vind ik veel belangrijker.”

Je stond al dicht bij een transfer naar Nederland en je hebt het profiel om het daar goed te doen. Daar zou je aardig wat voorzetten kunnen binnenknikken…

“Waarschijnlijk wel, ja.”

Dmitri Boelykin en Björn Vleminckx braken er in elk geval potten. Misschien wel het bewijs dat het toch makkelijker scoren is voor een spits in Nederland dan in België?

“Je mag hun prestatie niet onderschatten, ook al leverden ze die bij bescheiden clubs als ADO Den Haag en NEC. Bij Ajax zouden ze het moeilijker gehad hebben om zo vaak te scoren. Dat kun je een beetje vergelijken met het verschil tussen scoren voor Cercle en Anderlecht.”

Je speelde vier seizoenen voor Club Brugge en werd er vier keer kampioen met de beloften. Denk je dat Club de titel mag ambiëren dit seizoen?

“Ze zullen er dicht bij zijn.”

Is Club als vanouds jullie grootste rivaal?

“Ik denk het wel, al mogen we ook Racing Genk niet uit het oog verliezen.”

En AA Gent?

“Gent is een rare ploeg. Soms zie je ze spelen en denk je dat ze alles hebben om mee te doen voor de titel en soms bakken ze er dan weer helemaal niets van. Er heerst daar een soort constante opeenvolging van ups en downs.”

Je won vier prijzen met Anderlecht: twee landstitels en twee supercups. Hoe beleef je die festiviteiten als invaller?

“In de eerste titel van 2010 had ik een vrij groot aandeel: ik speelde dertig wedstrijden en scoorde acht keer. Ik ben in elk geval niet het type dat zich minder zal amuseren op de kampioensviering omdat ik niet het merendeel van de wedstrijden heb gespeeld. Kampioen spelen doe je met meer dan elf.”

Wat denk je als je in de 91e minuut moet invallen?

( lacht) “Ik voel waar je naartoe wilt. Je wilt het hebben over die wedstrijd waarin Ariël Jacobs me slechts een paar seconden speeltijd gunde. Er zijn nog wedstrijden geweest waarin ik slechts een paar minuten kreeg, maar de trainer is de baas. Hij beslist.”

Als Jacobs je zei dat je weer eens voor twee minuten moest opdraven, had je dan nooit zin om te zeggen dat je liever op de bank bleef zitten?

“Daar heb ik wel eens aan gedacht, ja.”

Je bent een rustige jongen, maar stel dat dat niet het geval zou zijn, wat had je hem dan gezegd? Of aangedaan?

( denkt na) “Als ik geen rustige jongen zou zijn… Ik ben wie ik ben, dat zal niet meer veranderen.”

Had je nooit woorden met Jacobs?

“Neen, want we praatten niet met elkaar. Ik had het gevoel dat je onmogelijk een gesprek kon aangaan met hem. We hadden geen slechte relatie, we hadden gewoon géén relatie.”

Je hebt veertien wedstrijden voor de Rode Duivels gespeeld en daarin scoorde je niet één doelpunt…

“Je moet naar de exacte cijfers kijken. Mijn situatie bij de nationale ploeg leek enorm op die bij Anderlecht onder Jacobs. Ik werd altijd een paar minuten voor het einde ingebracht. Ik heb geen enkele wedstrijd volledig gespeeld.”

Je laatste interland was die in 2009 tegen Qatar, al werd je wel nog opgeroepen voor de wedstrijd tegen Azerbeidzjan in 2011. Dacht je toen niet dat je aan je tweede carrière als international zou kunnen beginnen?

“Neen, want ik wist dat ik alleen maar geselecteerd was omdat het even goed ging bij Anderlecht. Ik had een paar keer gescoord in evenveel wedstrijden, maar ik wist dat dat niet kon blijven duren.”

Heb je nog de ambitie om voor de Rode Duivels uit te komen?

“Natuurlijk. Maar het is niet gemakkelijk om weer op topniveau te raken wanneer je een tijdlang op de bank hebt moeten zitten bij je club.”

Welke jongens moeten er volgens jou voor de doelpunten zorgen op weg naar het WK in Brazilië?

Christian Benteke, Romelu Lukaku en Eden Hazard.”

Als je morgen zou stoppen met voetballen, hoeveel zou je jezelf dan op tien geven qua geluk?

“Als ik morgen zou moeten stoppen, zou ik het gevoel hebben dat ik er niet alles uit gehaald heb. Ik heb met momenten weinig gespeeld en die vier operaties aan knie, enkel, knie en schouder hebben mij serieus parten gespeeld. Ik lag telkens voor enkele maanden in de lappenmand. Reken maar uit.”

DOOR PIERRE DANVOYE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Of ik graag zou blijven? Waarom niet? Anderzijds zegt een buitenlands avontuur mij ook wel wat.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content