‘Misschien zal ik het minder goed doen dan mijn vader, misschien beter’, zegt Kristoffer. ‘Beter ? Hmm, dat denk ik niet’, antwoordt Henrik. Een gesprek met Andersen & Andersen.

Zo vader, zo zoon ? Henrik Andersen was inderdaad (een begenadigd) profvoetballer, Kristoffer Andersen is dat sinds deze zomer ook. Maar verder lijkt de 19-jarige aanwinst van FC Brussels in weinig op zijn vader (40). Praatvaar Henrik maakte als technisch en fysiek sterke linksachter furore bij de Deense nationale ploeg, Anderlecht en FC Keulen en woog in zijn topperiode 85 kilogram. De stille en eerder bedeesde Kristoffer voetbalt het best als rechterspits en weegt amper 72 kilogram.

Henrik Andersen spreekt nog altijd perfect Nederlands, net als (uiteraard) Deens, Duits, Engels én Frans. En dat is de taal waarin hij met zijn zoon, en voor de gelegenheid dus ook met ons, communiceert. Het gesprek vindt plaats in Eupen, waar de vader een sober ingericht appartement bewoont en waar de zoon tot vorig seizoen bij de plaatselijke tweedeklasser voetbalde, vóór hij een tweejarige verbintenis ondertekende bij Brussels.

Of hij al een groot verschil merkt met vorig jaar ? Kristoffer : “Het gaat allemaal veel sneller : bij Eupen heb je de bal en kan je nog eerst kijken naar waar je die moet passen, hier moet je al op voorhand weten wat je gaat doen. Tot vorig jaar trainde ik ook maar één keer per dag, nu twee keer. Dat vergt allemaal een aanpassing.”

Je verwoorde je ambities in ons Franstalig zusterblad Sport/Foot Magazine als “af en toe een kans krijgen en een rol als joker kunnen vervullen.” Meer niet ?

Kristoffer : “Elke speler ambieert een plaats in het elftal, maar als je pas komt kijken in eerste klasse, moet je inzien dat je nog veel te leren hebt.”

Henrik : “Ik ben ervan overtuigd dat hij dit seizoen al een vaste plaats kan afdwingen in de eerste ploeg van Brussels. Dát moet zijn doel zijn : tegen Beveren, op de eerste speeldag, in de basis staan.”

Zag je van kindsbeen af dat hij er het talent voor had ?

Henrik : “Als vader is het moeilijk om daar honderd procent neutraal over te oordelen, maar ik zag wel dat hij over bepaalde kwaliteiten beschikte. Met de bal aan de voet, bijvoorbeeld. Als Didier Ernst, die met hem werkte in Eupen en om en bij de 300 wedstrijden in eerste klasse voetbalde, zegt dat hij zelden een speler op de rechterkant gezien heeft die in een één- tegen-éénsituatie op snelheid kan wat Kristoffer doet, dan bevestigt dat toch een beetje wat ik zelf vaststelde. Als nog anderen die op hoog niveau speelden, me vorig jaar komen zeggen dat hij te goed is voor Eupen, dan betekent dat toch dat hij talent heeft. Nu komt het er vooral op aan te werken aan zijn minpunten.”

En die zijn ?

Henrik : “Hij moet nog sterker worden in de duels, maar ik ben ervan overtuigd dat hij dat kan. ( tot Kristoffer) Daarnaast moet je meer lef tonen, meer durven de actie te maken, want je hebt de snelheid en de passeerbeweging. C’est vrai ? ( pakt Kristoffer, die wat verlegen instemmend knikt, even bij de arm). Wat ik ook een beetje jammer vind, is dat topwedstrijden op tv, Champions Leaguewedstrijden bijvoorbeeld, hem niet altijd interesseren. Door te kijken naar goede voetballers, kan je nochtans ook veel opsteken.”

Kristoffer : “Mijn vader kijkt meer, dat is zeker waar, maar de echte topwedstrijden volg ik wel, hoor. Als je mij vraagt waarin ik nog moet verbeteren, denk ik dat het vooral mijn eerste balcontrole is.”

Henrik : “Klopt, maar dat geldt voor héél veel voetballers. Als je 300 spelers uit eerste klasse neemt, dan kan je van 290 van hen zeggen dat het eerste balcontact, de balaanname, nog beter kan. Dat is in de eerste plaats een kwestie van concentratie. Kristoffer moet ook nog wat doelgerichter worden. Bij Eupen maakte hij slechts vijf doelpunten in dertig wedstrijden…”

Kristoffer : “… Het hadden er minstens het dubbele moeten zijn…”

Henrik : “… Ja. Hij kan volgens mij trouwens op verschillende posities in het elftal zijn mannetje staan. Vooraan in een opstelling met twee spitsen, bijvoorbeeld. Bij de jeugd van Standard deed hij het erg goed op die positie. Daar leerde hij ook vechten, de jongeren van Standard se battent comme des lions. Op dat vlak verdient die jeugdwerking zeker een pluim.”

Ben jij ook zo te spreken over je opleiding daar ?

Kristoffer : “Zeker, zowel technisch als fysiek stak ik daar het meest op.”

En in het halve seizoen dat je bij Anderlecht zat ?

Henrik : “In zijn hoofd was hij niet klaar voor die stap.”

Kristoffer : “Veeleer wat de stad Brussel betreft dan het voetbal zelf. Ik raakte niet aangepast aan het stadsleven. Nu zal dat probleem zich niet meer stellen, omdat ik er enkel nog met voetbal bezig zal zijn : ’s morgens vertrekken, ’s avonds thuiskomen. Bovendien hebben we een jonge kern, ik integreer me goed.”

Henrik : “Zijn de spelers sympathiek ?”

Kristoffer : ” Oui, oui, c’est vraiment un groupe sympa. Het is nog vroeg om er nu iets van te zeggen, maar ik geloof niet qu’il y a des faux culs.”

Henrik : “( lacht) Des faux culs, smeerlappen. Weet je, ik heb als speler nooit problemen gehad met ploeggenoten. Ik kon met iedereen overweg : met de Vlamingen, de Walen, de Afrikanen. N’importe. Kristoffer is te timide, hij praat niet genoeg, vind ik. Als er wat scheelt, houdt hij dat altijd voor zichzelf.”

Kristoffer : “Ik zal dat altijd eerder vertellen aan vrienden of vriendinnen dan aan mijn ouders. Hoe dat komt, weet ik zelf niet.”

Henrik : “Dat hij weg wilde bij Anderlecht omdat hij er zich niet goed voelde, kwam ik te weten van de moeder van een kameraad van hem. Tja.”

Je vader komt erg vaak kijken, Kristoffer. Is hij streng in zijn beoordeling ?

Kristoffer : “Streng niet, maar wel soms kritisch. Hij wijst op de zaken die nog beter kunnen.”

Henrik : “Ik zag wedstrijden waarin hij heel goed was, ik weet met andere woorden waartoe hij in staat is. ( gebaart) Als de lat dáár ligt en hij komt maar tot dáár, dan wil weten hoe dat komt. Is hij te moe ? Of onvoldoende gemotiveerd ? Hij heeft al getoond waartoe hij in staat is, dan moet hij dat niveau ook aanhouden, vind ik. Nu hij bij een eersteklasser zit, moet hij beseffen wat dat inhoudt. Het volstaat niet om te trainen alleen, je moet je verzorgen, op tijd rust nemen. Kortom, leven voor het voetbal. Ik heb het al honderdduizend keer tegen hem gezegd, maar je kan iets soms beter een keer te veel zeggen dan een keer te weinig.”

Heb je de raad die je je zoon nu geeft zelf gemist toen je als 17-jarige helemaal alleen in Anderlecht toekwam ?

Henrik : “Ik heb toen heel veel gehad aan Morten Olsen, die bijna als een tweede vader voor me was. Hij gaf me evenveel raad als ik nu aan mijn zoon. Morten stond samen met mij in de verdediging en stuurde me constant. Je goed omringd weten, is haast even belangrijk als talent hebben.

Kristoffer, één seizoen, bij de kadetten van Eupen, had je je vader als trainer. Jullie werden kampioen…

Henrik : “Uiteraard ( grijnst).”

Hoe was hij als trainer ?

Kristoffer : “We deden veel coördinatieoefeningen, trainden vaak op techniek. Jonge gasten hebben ook nood aan een strenge trainer, want anders doen ze gewoon hun zin. Mijn vader was streng wanneer het moest.”

Henrik : “We wonnen alle wedstrijden op één na.”

Kristoffer : “Een wedstrijd die ze hadden moeten uitstellen omdat het veld er helemaal bevroren bij lag. Tegen Standard : 5-2.”

Henrik : “Ze hadden hun beste ploeg bij elkaar gezocht. Wij hadden een reputatie bij elkaar gevoetbald en Standard wou absoluut niet verliezen van een ploegje als het onze.”

Henrik & Kristoffer : ( lachen vergenoegd)

Je liet je studies lichamelijke opvoeding varen voor het profvoetbal.

Kristoffer : “Ik ben nog jong, dus als ik merk na een jaar dat het niet lukt, dan…”

Henrik : “… Zoiets zeg je toch niet tegen een journalist ( grijnslachje)…”

Kristoffer : “… Nee, maar in het slechtste geval… Ik weet dat ik het niveau heb om bij Brussels te kunnen spelen, dat constateer ik toch op training. Maar in het slechtste geval dan kan ik mijn studies nog opnieuw opnemen.”

Jij hebt hem niet aangeraden, Henrik, om verder te studeren in plaats van profvoetballer te worden ?

Henrik : “Nee, hij heeft zijn humaniora afgemaakt, dat is al een goeie zaak. Nu moet hij zijn zaken goed beheren en denken : ik ben 19 jaar, ik ga spelen tot mijn 31ste, 32ste en er sportief en financieel het maximum uit halen en nadien kan ik gaan werken, ook al is het niet meer nodig. Naar dat ideaal moet hij streven. Hij mag zich vooral achteraf niet het verwijt maken dat hij er niet alles voor gedaan en gelaten heeft. Je kan tegenslag kennen als voetballer, blessures of weet ik veel, maar als je zelf honderd procent voor je vak leeft, kan je je het alvast achteraf niet aanrekenen als het toch nog misloopt.”

Ook wat de financiële kant van de zaak betreft, sta jij hem bij met raad en daad ?

Henrik : “Naast mijn activiteiten als voetbalmakelaar werk ik ook voor fondsbeheerder Creutz & Partners. Elk jaar heb ik voor hem wat geld belegd en zo heeft hij nu toch al een auto kunnen kopen.”

Als spelersmakelaar probeer je ook wat Deense voetballers in Europa onder te brengen. We zien er minder in België dan in de jaren ’80.

Henrik : “Denemarken is ook maar een klein land. Als we dan écht goede voetballers hebben, dan kunnen die terecht in Engeland of in Duitsland, waar ze veel meer kunnen verdienen dan hier. Dus momenteel Denen in de Belgische hoogste klasse ? Brian Priske en dan heb je het gehad, zeker ?”

En Kristoffer Andersen ? Of zie jij jezelf eerder als Belg ?

Kristoffer : “Ik heb de dubbele nationaliteit.”

Dus, mocht Aimé Anthuenis bellen ?

Kristoffer : “Of de Deense bondscoach. Ik kies voor de eerste die me een voorstel doet ( lacht).”

Henrik : ” Il faut aller avec l’esprit. Op dit moment is alles nog mogelijk voor Kristoffer. We weten nog niet waar zijn limieten liggen. Als het vlot draait, krijgt hij misschien een contractverlenging of er tonen andere clubs belangstelling. Dat moet je afwachten.”

Er bestond nu ook al interesse van Bochum, maar je koos voor Brussels. Waarom ?

Kristoffer : “Ik wou op zijn minst nog voor even in België blijven. Het niveau in Duitsland lijkt me toch nog wat hoger. Laat ons eerst al maar eens kijken of ik het in de Belgische eerste klasse kan waarmaken. Je moet geen stappen willen overslaan.”

Henrik : “Ik denk niet dat het verschil zo groot is, hoor. Qua budget kan je Duitsland en België uiteraard niet vergelijken – zelfs zogezegd kleinere clubs beschikken over evenveel middelen als Anderlecht bij ons. Maar ik ken beide ploegen, Brussels en Bochum, een beetje en zie niet meteen een grote kloof op sportief vlak.”

Kristoffer : “Bochum ligt ook verder, hé.

Henrik : “Hoeveel kilometer is Brussel van hier ? 140, niet ?”

Kristoffer : “Ja, 140.”

Henrik : “Wel, Bochum 150. Dat is ook niet het verschil, hé.”

Kristoffer : “Het is allebei te ver. Daarom woon ik nu in Brussel.”

En moet je vader het bijgevolg zonder jou stellen.

Hendrik : “Eindelijk rust ( lacht).”

In hoeverre heb jij eigenlijk de carrière van je vader gevolgd, Kristoffer ?

Kristoffer : “Toen hij bij Anderlecht speelde, was ik nog te jong, maar in Keulen ging ik naar nagenoeg alle thuiswedstrijden kijken. Ook korte verplaatsingen – Bochum, Leverkusen – maakte ik mee. Pas op latere leeftijd besefte ik dat hij echt wel een goede voetballer was geweest, dat hij toch een mooie carrière heeft gehad die nog mooier had kunnen zijn zonder blessures.”

Henrik : “Blessures die alles hebben gebroken, hé. Ik was 27, vraiment au top. Eerst de ene knie, dan de andere.”

Kristoffer : “Die eerste, op het EK in 1992 tegen Nederland, herinneren véél voetballiefhebbers zich nog – ik zag het ook op tv. Maar die tweede blijft mij persoonlijk nog beter bij, omdat ik die wedstrijd toen live in het stadion volgde.”

Henrik : “Die blessure op het EK zag er bijzonder spectaculair uit, maar de tweede keer waren de gevolgen veel erger.”

Was het voor jou een droom om in de voetsporen van je vader te treden en profvoetballer te worden ?

Kristoffer : “Het is iets wat ik altijd wel wilde, ja. Als kind blijft dat bij een droom, maar toen ik bij Eupen een basisplaats afdwong, dacht ik : misschien komt die ooit wel uit.”

Bezorgt het je extra druk door het voetballeven te gaan als ‘de zoon van’ ?

Kristoffer : “Nee, ik ben een ander persoon én een andere voetballer, op een andere positie. Misschien zal ik het minder goed doen dan mijn vader, misschien beter…”

Henrik : “Beter ? Hmm, dat denk ik niet ( lacht)…”

Kristoffer : “… Vergelijken heeft alvast geen zin.”

Henrik : “Het belangrijkste is dat hij zelfvertrouwen heeft, zonder schrik speelt en intelligent voetbalt. Kijk ( haalt een videocassette te voorschijn) : hierop staat Cristiano Ronaldo. Die jongen is even oud als Kristoffer. Een fantastische voetballer, maar wat voornamelijk opvalt, is zijn lef. Hij dúrft de man op te zoeken en te dribbelen. Ik zeg niet dat Kristoffer dat even goed kan, maar hij moet het op zijn minst proberen. ( tot Kris-toffer) Je mag geen angst hebben. Toon lef, want met schrik wordt je geen topper.”

door Roel Van den broeck

‘Vergelijken met mijn vader heeft geen zin. Ik ben een ander persoon én een andere voetballer.’ (Kristoffer Andersen)

‘Zoals Cristiano Ronaldo zijn man opzoekt en dribbelt : dat moet Kristoffer ook durven.’ (Henrik Andersen)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content