Nu lijf en leden hem niet langer in de steek laten, is Oleg Iachtchouk eindelijk de vlotscorende spits die iedereen in hem zag.

119 wedstrijden, 32 goals, 4 operaties aan de buikspieren en eentje aan de linkerknie. Die statistieken oogstte Oleg Iachtchouk in tien seizoenen Anderlecht. Na een jaartje bezinning in Griekenland kan hij bij Cercle Brugge voorlopig indrukwekkender cijfers voorleggen. Drie volledige wedstrijden, vier doelpunten en vooralsnog geen enkele operatie van eender welke aard. Oleg Iachtchouk is terug en fitter dan ooit tevoren.

“Ik ben inderdaad helemaal blessurevrij”, bevestigt Iachtchouk met zichtbaar genoegen. “Natuurlijk heb ik wel een paar pijntjes hier en daar, maar niks ernstigs. Het is trouwens niet mogelijk om pijnloos te spelen als profvoetballer. Het grote verschil met vroeger is dat ik nu een beetje gas terugneem wanneer ik iets voel opkomen. Dat heb ik bij Anderlecht nooit gekund. Als je bij Anderlecht niet voluit traint, speel je niet. Zo eenvoudig is het. Als de trainer dat wou, dan speelde ik. Pijn of geen pijn. Dat is dé grote fout die ik heb gemaakt, steeds wilde ik meteen weer paraat zijn. Na mijn vierde operatie aan de buikspieren kon ik een jaar lang enkel en alleen lopen. Zo heb je natuurlijk veel tijd om na te denken en toen heb ik me voorgenomen om dezelfde fout niet nog eens te maken. Misschien ben ik een beetje hardleers, aangezien ik dat pas na mijn vierde operatie besefte, maar beter laat dan nooit, zeggen ze. Ik hoop dat ik nog een aantal seizoenen kan doorgaan met voetballen en zo een paar verloren jaren kan inhalen.”

Iachtchouk kwam naar Cercle op voorspraak van trainer Glen De Boeck. De twee spendeerden samen een decennium bij Anderlecht, de blessuregevoeligheid van de aanvaller was De Boeck dus bekend. Toch vond hij dat geen bezwaar voor een transfer. “Ik heb daarover een heel eerlijk en open gesprek gehad met Oleg”, vertelt hij. “De statistieken van vorig jaar pleitten daarbij in zijn voordeel. Als je in Griekenland 27 wedstrijden kan spelen in één seizoen, dan ben je fit. Het grote verschil met zijn periode bij Anderlecht is de opeenvolging van wedstrijden. Gezien de Europese opdrachten ligt die bij Anderlecht hoger dan bij Cercle Brugge. Wanneer Oleg aangeeft dat hij last heeft, hoeft hij niet mee te trainen, maar houdt hij het bij een duurloop. Maar dat is geen uniek privilege, dat geldt voor al mijn spelers. Zolang er geen misbruik van wordt gemaakt, moedig ik het aan dat spelers me aangeven wanneer ze wat last hebben.”

Bij Ergotelis bleef Iachtchouk dus een seizoen lang gespaard van zware blessures. Een primeur, maar toch is hij niet onverdeeld gelukkig met zijn prestaties onder de Griekse zon. “Het was mijn doel om een volledig seizoen te spelen. Wat het aantal speelminuten betreft, ben ik dus heel tevreden. Ik miste amper drie wedstrijden. Alleen met mijn statistieken ben ik minder gelukkig. Te weinig assists en te weinig goals. Nu lukt dat me wel. Daar is een aantal redenen voor. De meest logische verklaring is dat ik nu hoger speel. Bij Ergotelis was ik in de eerste plaats een middenvelder. Vaak dan nog op rechts en daar komen mijn kwaliteiten minder tot uiting. Bovendien spelen we nu een heel ander voetbal dan in Griekenland. Veel aanvallender. Ten slotte voel ik me nu ook erg goed in mijn vel. In Griekenland moest ik het stellen zonder mijn vrouw Muriel en kindjes Adeline en Laurine. Zij bleven hier in België. Dat was de allerbelangrijkste reden om afgelopen zomer terug te keren. Nu hoef ik me echt nergens zorgen over te maken.”

Altijd een ‘maar’

Iachtchouk leidt nu een zorgeloos bestaan samen met zijn gezin in Wemmel en carpoolt met ploeggenoot Besnik Hasi elke dag naar Brugge. Hasi is allerminst verbaasd over de productiviteit die zijn collega tegenwoordig aan de dag legt. “Dat Oleg goed kan voetballen, daar ben ik altijd al van overtuigd geweest”, zegt Hasi. “In de eerste plaats is hij een heel slimme speler. Oleg laat zich heel vlot in het samenspel betrekken. Bij Anderlecht was hij wel vaker supersub, die rol ging hem uitstekend af want hij heeft weinig tijd nodig om het tempo van een wedstrijd op te pikken. Toch heb ik hem bij Cercle liefst van bij de aftrap aan mijn zijde.”

Dat Iachtchouk goed kan voetballen, dat is eigenlijk nooit een punt van discussie geweest. Daar waren al de trainers die hij bij Anderlecht meemaakte, het roerend over eens. Iachtchouk zelf beaamt : “Het is waar dat vrijwel iedereen altijd overtuigd is geweest van mijn kwaliteiten. Dat is natuurlijk leuk om te horen, maar ook wel frustrerend. Iedereen is vol lof over je, maar door die blessures raak je eigenlijk nergens. ‘Hij is een goede speler, maar …’ Als er over mij wordt gepraat, is er altijd die ‘maar’.”

Glen De Boeck is geen uitzondering op die regel. Ook hij steekt de loftrompet over Iachtchouk, maar uiteraard in de voorwaardelijke wijs. “Als hij fit is, dan is Oleg gewoon top in België”, meent De Boeck. “Hij is technisch goed, behoorlijk snel en heeft scorend vermogen. Daarom wilde ik hem er heel graag bij dit seizoen. Oleg kreeg ook een heel goede aanbieding uit Nederland en ik hoorde dat er bij de contractbespreking aanvankelijk wel een kloof was tussen vraag en aanbod, maar uiteindelijk zijn de beide partijen er dan toch uitgeraakt.”

Ook buiten de kalklijnen van het voetbalveld kan De Boeck zijn topscorer best smaken. “Oleg is in een groep een heel stil iemand. Dat is altijd zo geweest.”

Carpoolmaatje Besnik Hasi bevestigt dat graag. “Hij is een hele minzame kerel, Oleg luistert meer dan hij spreekt. Soms komt hij wel eens uit de hoek met een komische noot, maar in de auto voer ik met veel plezier het hoge woord.” S

Door Jan-Pieter de Vlieger

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content