Anderlecht beweegt (achter de schermen). Het ontslag van Hugo Broos is vooral een test voor voorzitter Roger Vanden Stock. Van hem hangt het af of Anderlecht nu echt een moderne club wordt.

Het ontslag van Hugo Broos had weinig te maken met de resultaten. De man die door zijn rechtlijnigheid en beschaafde presentatie zo goed bij Anderlecht leek te passen, was een verkeerde keus. Wat opging bij zijn vertrek, gold ook al tijdens zijn eerste maanden in het Vanden Stockstadion : geen harmonieuze relatie met zijn spelers, ook niet met de buitenwereld, geen herkenbaar voetbal, laat staan goéd voetbal.

Van bij het prille begin werd Broos overrompeld door de media-aandacht die bij een topclub hoort. Dat had hij nooit eerder meegemaakt en, gaf hij al gauw toe, hij had er zich ook niet aan verwacht. Hij zou er vervolgens ook nooit aan wennen. Na de wedstrijd tegen Beveren, één week voor zijn ontslag, stond hij als een geslagen hond de pers te woord. Anderlecht had met 5-2 gewónnen. Het was het beeld van Broos dat twee en een half jaar onveranderlijk is meegegaan. De week voordien, na de bekeruitschakeling tegen RC Genk, zat hij in het troosteloze perslokaal tegenover wat journalisten. Geen zinnige vragen, vooral veel stiltes en antwoorden die zich beperkten tot “ja”, “nee”, “geen commentaar” en veel verveeld zuchten. En toch bleef dat maar duren. Broos liet zich regisseren.

Het communicatieve onvermogen van zijn trainer deed Anderlecht geen goed. Vooral daarom meende de huidige directie dat ze moest ingrijpen. Want, stelde ze zich de vraag, hoe kan een trainer die zo slecht communiceert met de buitenwereld, goed communiceren met zijn spelers ? “Coaching is gedragsverandering”, zegt Johan Desmadryl. Desmadryl is klinisch psycholoog en gedragstherapeut en de man die Anderlecht ondertussen op deeltijdse basis heeft geëngageerd. Broos was een trainer die wachtte op een déclic en het even clichématige credo huldigde dat met één goede prestatie “de trein misschien vertrokken is.” Hij was een toeschouwer. Maar coachen is psychologie. Het is omgaan met mensen en er het beste proberen uit te halen. “Duidelijkheid”, zei Co Adriaanse onlangs op een forum voor coaches in Nederland, is het halve werk. En, zei de bij AZ opstappende trainer ook : “Motiveren, daar komt het voor een coach op aan.”

Voor duidelijkheid en motivatie moest je niet bij Broos zijn. Het conflict na één speeldag met Tristan Peersman zette de toon voor de rest van het seizoen. Wat is afgedaan als een impulsieve uitbarsting van een jonge doelman, had diepere gronden. Aan de basis lag een incident kort na de aanstelling van Broos, twee jaar eerder. Met Aimé Anthuenis had Peersman, pas hersteld van een zware blessure, de afspraak dat hij de voorbereiding in de B-kern zou starten. Na enkele weken zou hij aansluiten bij de A-selectie. Voor het echter zo ver was, was Anthuenis weg naar de nationale ploeg en Peersman zat vast in de B-kern. Voor de doelman, die al twee jaar niet had gespeeld, dreigde de vergetelheid. Hij raakte gefrustreerd en het kwam zover dat hij recht van het oefenveld op zijn noppen het bureau van toenmalig manager Michel Verschueren binnenstormde en duidelijkheid eiste.

Verschueren lijmde de brokken, maar het vertrouwen tussen Broos en Peersman was geschaad. Zeker nadat de trainer hem gezegd zou hebben dat hij er bij de club voor ging pleiten zijn contract niet te verlengen. Huidig manager Herman Van Holsbeeck, die later kennis nam van het incident, spreekt dat laatste tegen : “Hugo Broos heeft toen klaar en duidelijk enkele zaken aangehaald over het professionalisme van Tristan. Iedere trainer doet dat op zijn manier. Over Tristans kwaliteiten is het nooit gegaan.”

Over die van Broos nadien wel. En over die van de club, die niet de structuur had om haar trainer te ondersteunen. Van Holsbeeck zag onder meer de wenselijkheid van een psycholoog in, daarin voorgegaan door Franky Vercauteren. Nog maar pas is hij hoofdtrainer, of Johan Desmadryl is er al. Een psycholoog die, zoals Vercauteren vorige week benadrukte, er niet alleen is voor de spelers, maar ook voor de trainers. “Wat wij doen,” zei Desmadryl hier een week geleden, “is hen vaardigheden aanleren in de communicatie met de spelers. Maar een psycholoog moet zijn plaats kennen : het is belangrijk dat de trainer de baas blijft.”

Het respect voor de mens Broos was oprecht bij de directie. Eerlijk en integer werd hij genoemd, maar zijn gebreken maakten dat hij niet paste in de omslag die Anderlecht in zijn bedrijfscultuur bezig is te maken. De huidige directie zou nooit voor Broos hebben gekozen. Afgezien van zijn kwaliteiten als trainer heeft Broos moeite met een veranderende wereld, met de mediatisering van de sport, met de mondig geworden voetballer. Het laatste dieptepunt was de persstop waartoe hij de selectie liet overgaan tijdens en kort na de winterstage. Persstops zijn niet professioneel en veroorzaken wrevel bij iedereen. Ze zondigen tegen het principe dat journalisten, supporters en sponsors geen vijanden zijn, maar bondgenoten.

Precies aan die veelkoppige realiteit wil Anderlecht zijn organisatie tegen volgend seizoen hebben aangepast. Van Holsbeeck is er in goed een jaar tijd (hij nam over van Verschueren op 1 januari 2004) in geslaagd de vastgeroeste club weer in beweging te krijgen. Anderlecht kocht onlangs SDMedia, het bedrijf dat jarenlang de reclameregie voerde voor de club, wat moet uitmonden in de spoedige aanwerving van een eigen marketingdeskundige. Een professional zal de communicatie gaan stroomlijnen, een technisch directeur het sportieve beleid uittekenen. Logische ontwikkelingen zijn het voor een kleine KMO met zoveel impact in de media. Het is Van Holsbeecks overtuiging dat de toenemende concurrentie in het huidige economie- en mediatijdperk geen nadeel hoeft te zijn om de grootsheid van de club te herstellen.

Het is dus niet Van Holsbeeck, zoals het hier en daar is voorgesteld, die met het ontslag van Broos voor de grote test wordt geplaatst. Als er sprake is van een test, dan wel voor Anderlecht en vooral voor voorzitter Roger Vanden Stock. Beslissingen in Brussel worden genomen door de directie, zes mensen die elke week samenkomen. Die zes zijn : Roger Vanden Stock, zijn neef en secretaris-generaal Philippe Collin, manager Van Holsbeeck, adjunct-manager René Trullemans, erevoorzitter Constant Vanden Stock en ex-manager Verschueren. Die laatste twee vervullen bij het uitzetten van de toekomstige structuur geen rol van betekenis meer. Onder het totalitaire regime van Verschueren kende Anderlecht jaren van stilstand. Zelfs het stadion is niet meer het mooiste – en het dak lekt.

Blijft over een kwartet. Beter : twee duo’s. Aan de ene kant Van Holsbeeck en Trullemans, de mannen die vooruit willen, maar tegelijk beseffen dat het voor sommigen te snel kan gaan. René Trullemans, een 58-jarige geboren en getogen Anderlechtenaar, bekleedde tot 1999 een internationale topfunctie bij printergigant Hewlett Packard. Sindsdien was hij zelfstandig consulent. In die hoedanigheid haalde Anderlecht hem zes weken na de pensionering van Verschueren binnen om de boekhouding en de administratie op orde te zetten. Eerst met een tijdelijk contract van twee maanden. Twee maanden werden er zes en sinds midden vorig jaar staat Trullemans op de paars-witte loonlijst.

Aan de andere kant Vanden Stock jr. en Collin, mannen die wel vooruit willen, maar zich soms geremd voelen wegens nog te verankerd in het verleden. En die bovendien niet altijd op elkanders lijn zitten. Dat Vanden Stock de opportuniteit van een communicatieverantwoordelijke vorige week plots in vraag stelde, is verontrustend. Het was immers de voorzitter zelf die er vorig jaar bij Trullemans op aandrong dat hij de reorganisatie die hij in korte tijd mee op papier had gezet, ook zou helpen uitvoeren. Daar hoorde een woordvoerder bij. Ook Vercauteren is, zoals vorige week direct bleek, voor een duidelijke mediaregie. De uitspraak van Vanden Stock kwam dan ook als een grote verrassing. Van Holsbeeck : “Voor mij was dit een uitgemaakte zaak. Ik zal er ook voor blijven ijveren, maar het is nog altijd de voorzitter die de eindbeslissing neemt.”

Het devies van de managerstandem is simpel : een goede sfeer doet wonderen. Taken worden nu duidelijk omlijnd, er is open dialoog en wederzijds vertrouwen, inzet wordt geapprecieerd. Niemand wordt afgeschreven, iedereen krijgt kansen om mee de omslag te maken. Voortaan wordt er samengewerkt – met klemtoon op ‘samen’. Er is, in één woord, weer arbeidsvreugde in de lokalen van het Vanden Stockstadion. Voor velen is dat een verademing na een kwarteeuw Verschueren.

Duidelijkheid en motiveren, ordewoorden voor Co Adriaanse, zijn dat ook voor Herman Van Holsbeeck. Maar het ene heeft natuurlijk niets te maken met het andere.

Spanningen in Japan

Graag op de bank

door Jan Hauspie

Hugo Broos paste niet in de omslag die Anderlecht in zijn bedrijfscultuur bezig is te maken.

Duidelijkheid en motiveren, ordewoorden voor Co Adriaanse, zijn dat ook voor Herman Van Holsbeeck.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content