Het gros van onze eersteklassers trapte vorige week zijn oefenwedstrijden op gang. Sport/Voetbalmagazine was erbij en voelde de hartslag bij de top vier. ‘Ik hoop dat de bond ons geen boete geeft.’

Racing Waregem- AA Gent 2-3

Woensdag 24 juni. Nerveus en met iets te veel aplomb schreeuwt een buikige steward dat de Gentsupporters – “’t is niet ik, maar de politie die dat vraagt!” – apart binnen moeten gaan.

“Hei, hier blijven!”

Een door het toeval gemengd gezelschap oudere heren gniffelt geamuseerd en wandelt rustig de accommodatie van Racing Waregem binnen. De stress die de komst van een topploeg in de provincie teweegbrengt, u heeft er geen idee van!

De Buffalo’s zijn on tour, laat een spandoek op de bezoekende tribune weten. Drie, hier en daar zelfs vier rijen hoog staan de reclamepanelen rond het terrein van Waregem, dat in derde nationale uitkomt.

Bob Peeters, de nieuwe beloftetrainer van AA Gent, vertelt aan de dug-out druk gesticulerend iets waarvan Stan van den Buijs dubbel ligt – zoals hij ook op de eerste training al het centrum van vrolijkheid was. Maar eens de partij begonnen, is de Gentse bank een en al ernst.

AA Gent begint aan de wedstrijd met Jorgacevic, Grondin, Duarte, Suler en Hanstveit in de verdediging, N’Diaye, Olufade en Maric op het middenveld en Custovic, Leye en El Ghanassy als aanvallers.

In de tweede helft spelen Boeckx, Duarte, Wils, Hanstveit en Thompson achterin, Azofeifa, Grondin en Olufade (72′ Doumbia) op het middenveld en Custovic, Ljubijankic en Ruiz in de voorlinie.

Feit van de wedstrijd: de inzet van Yassine El Ghanassy.

Nu Bryan Ruiz zo goed als zeker de club verlaat, is er op links een positie vrij en El Ghanassy lijkt klaar om de concurrentie met een eventuele nieuwkomer aan te gaan. De Belg met Marokkaanse achtergrond werd van La Louvière naar de jeugd gehaald en heette daar het grootste talent te zijn. Vinnigheid, snelheid, lopen met de bal en dribbelsterkte deden hem vorig seizoen tegen Dender debuteren in het eerste elftal, maar te weinig alertheid in het meeverdedigen lieten hem ook weer uit het elftal verdwijnen. Nu scoort hij onder andere met een fraaie omhaal.

Zijn bijdrage valt des te meer op als Ruiz hem in de tweede helft komt vervangen en een lauwe prestatie aflevert. Op een gegeven moment laat de Costa Ricaan zich zelfs zo knullig een bal uit de voeten halen dat de commentaren op de tribune loskomen.

“Hebben wij Ruiz nog nodig?”

“Niet veel soeps, hé?”

“Ruiz, ah, speelde die ook mee?”

Hilariteit.

Door het ontbreken van Lepoint, Thijs en Smolders in het middenveld wordt Adekanmi Olufade achter de spitsen uitgespeeld. De rol in de punt is weggelegd voor Leye, die centraal beter tot zijn recht moet komen dan op de flank, waar hij vorig seizoen doorgaans werd uitgespeeld, en Ljubijankic, de man van de terugronde.

Zo wankel als de verdediging begin vorig seizoen speelde, zo verstevigd lijkt ze nu voor de dag te zullen komen: met Duarte (weer fit), Suler, N’Diaye, Wils en zelfs Hanstveit of Thijs beschikt Preud’homme over een ruime keuze aan centrale verdedigers. Alleen rechts achteraan moet door het ontbreken van Myrie alweer Grondin worden uitgespeeld, al krijgt ook Duarte, vorig seizoen zwak gestart als depanneur rechts achteraan, daar nog eens een kans.

Representatief voor wat de Gentse kern te bieden heeft, is de wedstrijd niet helemaal. Zeker niet wat het middenveld betreft, want zowel Smolders, Lepoint als Thijs zitten geblesseerd toe te kijken. Thijs sukkelt nog altijd met de stressfractuur die hij vorig seizoen opliep, Smolders blijkt brandwonden op zijn rechtervoetzool te hebben en Lepoint kampt met een pijnlijke achillespees, dus kon … wacht eens even: brandwonden op de voetzool?!

Als de spelers naar de spelersbus sloffen, verloopt dat voor Tim Smolders niet geheel pijnvrij. “Zelfs deze badslippers dragen”, zegt de middenvelder terwijl hij naar zijn voeten kijkt, “is al moeilijk. Ik had pijnlijke voeten en dus heb ik er wat ijs op gelegd. Maar iets te lang waarschijnlijk, want nu staan er blaren op.”

Michel Preud’homme kon ook nog niet zijn eerste versterking, Christophe Lepoint, opstellen. De middenvelder van Moeskroen schrijft zijn blessure zelf toe aan “de harde velden”, maar het zwaardere trainingsregime bij Gent lijkt dichter bij de waarheid te liggen. Aanknopen met het fysieke niveau van de voorbereiding kost Lepoint enige moeite.

De laatste die richting bus wandelt, is traditiegetrouw Bryan Ruiz. Mentaal al bij een andere club, maar nog altijd geliefd. Handtekeningetje zetten, schouderklopje in ontvangst nemen en of hij ” please, tussen de two womans” op de foto wil?

Heerenveen, weet hij, blijft geïnteresseerd en vertrekken zal hij. “Dat is zeker.”

Voor de ploeg is de eerste – zij het on-belangrijke – zege binnen; de eerste video-opnames om te worden geanalyseerd ook. Want het gros van de kern mag zich vorig seizoen dan wel Preud’hommes filosofie eigen hebben gemaakt, van verslapping in zijn aanpak zal ook dit seizoen geen sprake zijn. Er staat immers een project van drie jaar op het spel.

FC United Richelle-Standard 1-4

Donderdag 25 juni.

Allez, les bonnes saucisses du père Joseph!” Op vier halve olievaten liggen tientallen braadworsten te roosteren. FC United Richelle neemt het straks op tegen Standard en doet dat op het terrein van Blégny.

Langs het veld, dat tegen een oude mijnterril aanschurkt en rondom een prachtig uitzicht biedt op een glooiend landschap, zijn ballonnen opgehangen. Op een kleine tribune na is iedereen verplicht op de aarden omwalling te gaan zitten en dat doet het publiek dan ook in groten getale, tenminste tot een stofwolk de komst van de spelersbus van Standard aankondigt. Als een magneet trekt hij de supporters aan. Welke speler ook van de bus stapt, hij krijgt meteen smekend om een blik zijn naam te horen. Standard zwelgt in de idolatrie.

“Zúlke armen!”, gebaart een supporter die net Mulemo heeft zien uitstappen naar een ander. “Dat maakt natuurlijk nog geen voetballer, maar het is wel geen garnaal, hé!” ( lacht) In Luik hebben ze hun voetballers nog altijd graag stevig. Maar nu Oguchi Onyewu wegens einde contract de club zal verlaten, lijkt de verdediging aan stevigheid in te zullen boeten. Het is ook duidelijk dat Espinoza en Marco Ingrao andere oorden zullen opzoeken.

Standard begint aan de wedstrijd met Soubry, Camozzato, Sarr, Mikulic en Da Silva als verdedigers, Goreux, Mangala, Nicaise en Carcela op het middenveld en Benteke en Dufer in de aanval. In de tweede helft spelen Soubry, Da Silva, Bolat, Kocabas en Mangala in de verdediging, Yagan, Angeli, Toama en Mendes op het middenveld en Ciriac en Mutombo voorin.

Feit van de wedstrijd: Sinan Bolat speelt als centrale verdediger.

Enig gevoel voor entertainment is Laszlo Bölöni niet vreemd. Al valt als verzachtende omstandigheid voor het opstellen van Bolat wel aan te halen dat de Roemeense trainer met De Camargo, Mulemo, Witsel, Dalmat, Defour en Mbokani meer dan de ruggengraat van zijn ploeg mist. Jovanovic en Onyewu verlaten zo goed als zeker de club: de een heeft aanbiedingen van onder andere Stuttgart, de ander is einde contract. Veel heeft de wedstrijd dan ook niet om het lijf. Het meest vermeldenswaardige doelpunt komt van de tegenstander, voor wie het enige doelpunt wordt gemaakt door Thibon, een oud-speler van Standard.

Als de wedstrijd is afgelopen, maakt de omroeper zijn vertwijfeling ongegeneerd kenbaar: “Euh … hoe gaan we hier een stormloop vermijden?” Om er vervolgens bij het zien van wat hij hoopte te voorkomen stamelend aan toe te voegen: “Ik hoop dat de bond ons geen boete zal geven.”

Ook rond de kleedkamers heerst zuiderse chaos. Supporters lopen af en aan, het fototoestel of notitieboekje in de aanslag. Toestellen worden doorgegeven, notitieblokjes gedraaid en gekeerd op zoek naar de boven- en onderkant van een pas gezette handtekening. Huh?! In tegenstelling tot Michel Preud’homme, die meer dan eens liet verstaan dat zíjn imago hem gestolen kan worden, lijkt Bölöni wel werk te maken van het zijne. Iets te nadrukkelijk misschien.

Een supporter die met hem op de foto wil, wordt op verzoek van Bölöni meteen ingeruild voor zijn fris ogende vriendin, terwijl een ander die met de trainer gefilmd wil worden meteen de vraag krijgt gesteld of hij sympathieker is dan hij? De Roemeen is er blijkbaar even-veel aan gelegen de supporters te behagen.

Tussen het gewriemel trachten ook de twee nieuwkomers, Mendes en Mutombo, zich een weg naar buiten te manoeuvreren. Zij lieten zich voor het eerst in een wedstrijd voor Standard zien: de een schuchter dribbelend op de flank, de ander met veel kracht zwoegend in de aanval.

Maar over wat ze zijn ploeg zullen bijbrengen, wil Bölöni nog geen uitspraken doen. Toch geen ernstige. “De een is links, de andere is rechts, de een is groot, de ander is klein, maar voetbal is veel meer dan dat.”

“Voor mij is dit een enorme stap”, legt Mendes uit als hij de kleedkamer verlaat. “Vorig seizoen zat ik nog in de reserven van de CFA, nu speel ik bij het summum van wat er in België te vinden is én er komt nog Champions League bij. Ik was heel geflatteerd dat Standard mij wou.”

Zijn ambities zijn bescheiden.

“Ik hoop dat ik in de eerste ploeg kan raken.”

Mutombo daarentegen laat minder duidelijkheid bestaan over zijn toekomstverwachtingen.

“Dat is persoonlijk. Ik ga mijzelf geen druk opleggen, er ligt al genoeg druk van de club.”

Later blijkt ook Cédric Collet (Bergen) voor Standard te hebben getekend. De Fransman van Guadeloupe vindt in Luik zijn vroegere ploegmaats Dalmat en Nicaise terug. Als offensieve speler scoorde hij in zesentwintig wedstrijden slechts twee keer vorig seizoen. Meteen het zwakste punt van deze verder als diepgaande, snelle en krachtige speler bekendstaande Fransman, die meer variatie in zijn acties zal moeten leggen om het niveau van Dalmat te halen.

Als de zon stilaan ondergaat, rijdt de bus van FC Bölöni de grindweg af. Maar er zijn nog saucisses du père Joseph genoeg en het bier vloeit rijkelijk.

Allee, Standard!

KVV Coxyde-Club Brugge 2-4

Vrijdag 26 juni.

In Koksijde ruisen de bomen achter de tribune. KVV Coxyde heeft zich enige frivoliteit gepermitteerd en K.V.V.C. rond de middencirkel gekalkt. Negentienhonderd toeschouwers hebben zich inmiddels rond het veld van de derdeklasser geschaard. Onder hen ook de kopstukken van Club Brugge, die ruim zijn vertegenwoordigd met voorzitter, sportief manager, algemeen manager en secretaris. Filips Dhondt toont lachend een berichtje op zijn gsm aan de nieuwe voorzitter, Pol Jonckheere, terwijl Luc Devroe onverstoord de opwarming gadeslaat. Vargas, Donk, Stijnen, Klukowski, Dirar, Akpala, Geraerts en Kruska zijn er om uiteenlopende redenen nog niet bij.

Club Brugge begint aan de wedstrijd met Lenaerts, Demets, Ciman, Alcaraz en D’Haene in de verdediging, Simaeys en Daerden als verdedigende middenvelders, Dahmane, Jared en Meeus als trio daarvoor en Sonck als diepste spits. In de tweede helft spelen De Vlieger, Vermeulen, Clement, Kucera en Cleber achterin, Voskanian en Blondel als verdedigende middenvelders achter De Cuyper, Odjidja en Chavez, en Djokic als diepste man. Een 4-2-3-1 als het ware, met vooral Simaeys en Daerden in een andere positie dan ze vorig seizoen gewend waren.

Feit van de wedstrijd: de coaching van Adrie Koster.

Vooral in de eerste helft is Koster nadrukkelijk aanwezig vanaf de zijlijn. Zijn kreten, niet geënerveerd, maar duidelijk en efficiënt, zijn hoorbaar tot in de tribune. Een bloemlezing.

“Koen, spelen, die bal!” (Tegen Daerden die te lang de bal houdt)

One in front and one behind. ” (Tegen de centrale verdedigers die op de eigen helft alleen met de spits van de tegenstander naast elkaar staan)

“Jeroen, moet jíj niet doen!” (Tegen Simaeys, die de bal komt vragen in de verdediging)

“Kristof!” (Als D’Haene vergeet zijn positie als rechtsachter weer in te nemen bij balverlies)

“Jeroen, niet de bal in de achterste lijn vragen, dat kan Ciman ook, op het middenveld vragen!” (zie hoger)

“Kristof!” (Als D’Haene alleen op de eigen helft staat met tussen hem en Alcaraz een spits van de tegenstander en hij een meter ruimte laat)

“Koentje, simpel houden!” (zie hoger)

“Koen, naar voren jij!” (Als Daerden bij een hoekschop te diep op de eigen helft blijft staan)

“Vadis, stoppen daar!” (Als Odjidja iets te ver meewandelt naar de eigen verdediging)

“Goed!” (Als Odjidja de bal in één tijd laat rondgaan)

“Hup! Hup!” (Als het spel te traag gaat)

“Massis! Weg! Kucera! Hup!” (Als Voskanian de positie van Kucera centraal in de verdediging heeft overgenomen en Kucera terugkomt)

2-4 wordt het en Cleber, de enige echte nieuwkomer op het veld, zocht vaak de een-twee op om de flank af te rennen, maar liep door zijn offensieve ingesteldheid in verdedigend opzicht te zoeken.

Ook opvallend: de 4-2-3-1 en de nieuwe rol – althans in deze wedstrijd – van Jeroen Simaeys en Koen Daerden (als verdedigende middenvelders) en Vadis Odjidja (als man achter de spitsen) daarin. Adrie Koster lijkt duidelijk eigen accenten te zullen gaan leggen. Tegen Coxyde waren het de twee verdedigende middenvelders die een vierkant vormen met het centrale verdedigersduo, een man achter de spitsen die veel ondersteuning naar voren moet geven, zoals Jared Jeffrey in de eerste helft te horen kreeg. En: er moet snel en alert gespeeld worden.

“We spelen iets anders dan de afgelopen jaren”, legt Koster na de wedstrijd uit. “Ik wilde eens kijken wat de mogelijkheden waren. Dat het allemaal beter moet, is niet meer dan normaal. In de eerste helft moest het baltempo hoger en we leverden te veel breedtepasses in. In de tweede helft lag het tempo iets hoger, maar in de eindfase mag je het niet weggeven, dan moet je het vasthouden. Dat is een kwestie van concentratie en goed staan. Maar het gaat er vooral om dat iedereen even 45 minuten in de benen heeft.”

Veel Brugse hoop ligt voor de verdediging in de handen van Ryan Donk, wiens transfer pas rond raakte. De na een uitleentermijn aan West Bromwich bij AZ gehaalde centrale verdediger moet de ploeg in staat stellen hoger te voetballen en minder kansen weg te geven.

“Hei, Kucera, wat was dat daar op het eind?”, roept een supporter duidelijk geamuseerd als de Tsjech de kleedkamer verlaat.

Kucera liet zich bij zijn eerste komst naar Club Brugge vooral opmerken door een blessure en een paar belabberde prestaties. Uitvoetballen heet niet zijn fort te zijn. Club stuurde hem terug naar Sparta Praag, dat hem uitleende aan Jablonec. Nu is de centrale verdediger terug in Brugge, net als aanvaller Dusan Djokic, die even bij Omonia Nicosia op adem mocht komen.

Herpakt Kucera zich dit seizoen, en met hem Djokic?

Royal Knokke FC-Anderlecht 0-12

Zaterdag 27 juni.

Sommigen koesteren zich in de late namiddagzon tegen de witte stenen van de tribune, maar anderen zijn in de private club al aan de drank toe. De witte wijntjes gaan vlot over de toog.

Ofschoon Royal Knokke FC in eerste provinciale speelt, beschikt het zonder blozen over een Private Club, alleen toegankelijk voor bestuursleden, spelers en vips.

In de dug-out van Anderlecht bekijkt iemand een wegenkaart van het kustgebied; in de tribune nemen stilaan de eerste roze truien, opstaande kraagjes en overmaatse zonnebrillen plaats. Michel Verschueren is nog altijd trouw op post. Eerst een praatje slaan met de politiemensen, even keuvelen met James Storme op de tribune en aandachtig toekijken tijdens de wedstrijd. Maar van Roger Vanden Stock is geen spoor. Waarschijnlijk bekomt hij van een dagje golfen op de Business Open van Standard. Op het toernooi, dat werd gewonnen door Michel Preud’homme, eindigde Vanden Stock tweede. De voorzitter van Anderlecht droeg daarbij een rood-wit Standard de Liègeshirt met logo van de landskampioen. Laszlo Bölöni, vorig seizoen in de tribune van Club Brugge gezeten met een blauw-zwarte sjaal, krijgt navolging.

Het applaus is beleefd en ingetogen als de spelers het veld oplopen.

Anderlecht begint aan de wedstrijd met Proto, Wasilewski, Juhasz, Bonfleur en Van Damme in de verdediging, Kouyaté, Reynaldo en Polák op het middenveld en Chatelle, Bulykin en Iakovenko als aanvallers. In de tweede helft spelen Cordier, Juhasz, Kruiswijk en Deschacht achteraan, Legear, Saré, Kouyaté (68′ Reynaldo) en Diandy op het middenveld, met voor hen Losada en met Suárez en Kanu in de spits.

Feit van de wedstrijd: OndrejMazuch blijft geblesseerd aan de kant.

Nog maar pas aan het trainen bij Anderlecht en de Tsjechische verdediger, 20 en gehaald bij Fiorentina, raakte al licht aan een kniepees geblesseerd. Hij kan niet meespelen, maar wie de medische staf om uitleg vraagt, lijkt in de grootste verwarring terecht te komen.

Wie mocht daar nu precies wat over zeggen?

Een en ander is herschikt in de medische entourage van de club. Mario Innaurato komt als physical trainer Eric Dehaeseleer bijstaan, José Huylebroeck verliet als dokter de club en werd vervangen door Louis Kinnen, de ex-ondervoorzitter van FC Brussels die ooit de pols van Kim Clijsters behandelde. In Molenbeek werd met Bart Van den Berghe ook een nieuwe kinesist gehaald. Hij vervangt de onder Frank Vercauteren gekomen Olivier Beuckelaers. Ook nieuw is Jochen De Coene, vroeger bij AA Gent aan de slag en na zes jaar Sjanghai terug in België als vervanger van oudgediende Dirk Stoock. Een en ander moet ervoor zorgen dat Anderlecht minder geblesseerden kent. Daarbij wil het zich laten inspireren door het Milan Lab.

Renan Felipe Bonfleur, naast Mazuch de tweede echte nieuwkomer, speelde als linker centrale verdediger, maar komt nauwelijks onder druk. Hij is in eerste instantie gehaald voor de B-kern. Terug van weggeweest zijn Sébastien Siani (Sint-Truiden), Cheikhou Kouyaté (KV Kortrijk), Kanu (Cercle Brugge) en Silvio Proto (Germinal Beerschot). Mede door hun terugkomst is de kern van Anderlecht, dat nog verdedigers zoekt, ruim gestoffeerd. Wil de club er nog wat bijhalen, zal er eerst volk moeten vertrekken. Als het van Kouyaté afhangt, blijft hij zeker. “Ik blijf hier dit jaar”, zal hij later vol zelfvertrouwen zeggen. “Ik ben gegroeid bij Kortrijk: mentaal, fysiek, tactisch. Ik ben klaar voor Anderlecht. Het was nodig dat ik uitgeleend werd, het was geen verloren jaar, maar ik zou ontgoocheld zijn als ik nu weer uitgeleend word.”

Ofschoon er elf keer gescoord wordt door Anderlecht, lijkt het publiek de wedstrijd te beleven als zat het naar een cricketwedstrijd te kijken. Even een applausje voor de doelpuntenmaker en er kan weer gekeuveld worden over, tja, waarover eigenlijk?

Er zweeft eens een meeuw voorbij, een hond loopt het veld op en wordt door Wasilewski bij de leiband gegrepen en aan zijn baasje overgedragen, Losada geeft een assist achter zijn steunbeen, oooh.

De wedstrijd was al met een kwartier uitstel begonnen omdat nog niet iedereen binnen was gewandeld en halverwege de tweede helft blijkt er nog een koppel van middelbare leeftijd te arriveren. ” Excusez-nous, hein dit.” Smak, smak, een hele rij wordt gezoend alvorens de plaatsen zijn ingenomen. En dan achterom kijken wie er allemaal in de tribune zit. En glimlachend knikken.

Even later wordt er afgefloten en kan eindelijk worden overgegaan tot waar het vandaag natuurlijk in de eerste plaats allemaal om draait: witte w…, euh, handtekeningen en foto’s verzamelen.

Filip De Wilde wordt, hoewel zijn carrière er al een tijdje op zit, toch nog drie keer tegengehouden voor een foto. Nochtans is de doelmannentrainer van Anderlecht moeilijk herkenbaar in het leren motorpak waarin hij zich heeft gehesen. Jelle ‘Jelleuh!’ Van Damme doet langer over het traject. Sinds hij zijn haren grijs heeft geverfd, is zijn populariteit niet bij te benen: elke halve meter wordt hij tot stilstand gemaand. Met engelengeduld laat hij zich armen om de schouder slaan, grapjes welgevallen en poses aanmeten, op de foto met pet, op de foto zonder pet (naast een meneer met echte grijze haren).

Nu kan het nog in een ontspannen sfeer, maar straks begint het écht.

door raoul de groote – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content