Vroeger draaide voetbal om vriendschap”, zegt Emiel Vandermeersch (75). De banden die daarbij gesmeed werden, gaan niet kapot, zo blijkt. Emiel heeft zijn ex-trainer, Hector Tanghe (87), uitgenodigd om bij een Palmke herinneringen op te halen aan hun gemeenschappelijke voetbalverleden van pakweg vijftig jaar geleden. “Zijn vrouw is onlangs overleden”, fluistert Emiel. “Ik dacht dat het goed was om hem eens uit zijn kot te lokken.” Tijdens het gesprek legt de ene meermaals zijn hand liefdevol op de schouder van de ander.

Liefst 47 jaar was Tanghe trainer bij Football Club Torhout ; van 1945 tot 1992, het jaar van de fusie met SK Torhout. “Die fusie heeft mij pijn gedaan”, zegt Tanghe gemeend. “En dan nemen ze nog het stamnummer van SK Torhout over, terwijl wij altijd de betere ploeg waren. De oudste ook ; gesticht in 1920, zes jaar vóór SK. En wij speelden voor tweeduizend toeschouwers, zij voor tien man.”

How, how“, onderbreekt Vandermeersch op een typisch West-Vlaamse manier. “Vijftien man, hé (lacht).” Ondertussen haalt Tanghe uit een zakje twee boekjes tevoorschijn, zijn archief. Daarin staan in een bibberig handschrift op vergeelde bladzijden alle namen en gegevens van alle spelers die hij bij de eerste ploeg onder zijn hoede heeft gehad. Werkelijk alles vindt hij erin terug ; of ze de training bijgewoond hebben, hoe goed ze het deden, hoeveel goals ze in de match gemaakt hebben … Elk lijntje van elke bladzijde is van voren tot achteren volgekribbeld met statistieken.

Terwijl hij bladert, vertelt Tanghe over hoe een trainer vroeger álles moest kunnen. “Zo nam ik de taken van de terreinverzorger over als die er niet was. Bijvoorbeeld na de match de koordnetten van de goals weghalen en ophangen in de cabine, zodat ze konden drogen als het geregend had. Nu mogen die altijd blijven hangen, toen niet.

“Al het voetbalmateriaal lag bij mij thuis. Van drie paar kapotte voetbalschoenen flanste ik weer één goed paar ineen. Als de outfit van de tegenpartij een beetje te veel leek op de onze, verfde ik de truitjes in een andere kleur. Hoesjes of reservetruitjes, dat hadden we allemaal niet.

“Ook de ballen moest ik verven. Eerst de binnenblaas opblazen, die in het leder steken, alles dichtmaken met een naald, en dan nog een wit laagje over dat bruine leder, want aangezien iedereen moest werken, trainden we altijd ’s avonds, in het donker.

“Verlichting rond het veld, dat hadden we niet. De scheepslantaarns die we in de haven van Oostende bemachtigd hadden en aan onze tribune gehangen hadden, hielpen niet echt.”

“Trainen, dat betekende toen ook voornamelijk lopen”, weet Vandermeersch nog. “Je zag toch geen steek om iets met die bal te doen.”

“Trouwens,” zegt Tanghe, “we hadden maar vier ballen voor een heel seizoen. Veel ruimte voor folliekes is er dan niet.”

afdeling: 3de nationale A Ligging: Bruggestraat 29B, Torhout Opgericht: 1992 (fusie van Football Club Torhout en SK Torhout) Trainer: Ludo Lanssens TOEGANGSPRIJS: 7,50 euro gemiddeld AANTAL SUPPORTERS: 300 à 400 Prijs pils: 1,50 euro

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content