Jonas Ivens blinkt uit bij de Maneblussers, vooral centraal achterin, maar ook op de strafschopstip. Vier keer keer al scoorde hij vanop elf meter.

Het geheim van de perfecte penalty hadden we graag van hem vernomen, want Jonas Ivens is een specialist: hij trapt hard en geplaatst. Veel wil hij er echter niet over kwijt, want één: er is helemaal geen geheim, en twee: hij praat niet graag over zijn strafschoppen. “Ik wil liever niet dat die penalty’s te veel in de aandacht komen”, zegt hij. “Ik heb absoluut geen geheim, ik trap gewoon hard binnenkant voet. Tijdens mijn aanloop probeer ik nergens aan te denken. Ik heb wel een vaste hoek: links van de keeper. Maar af en toe ben je natuurlijk genoodzaakt om van je routine af te stappen. In de wedstrijd tegen Dender plaatste ik de bal bijvoorbeeld rechts. Ook als jeugdspelertje trapte ik de penalty’s. Toen ging er af toe eentje naast, maar voor het eerste elftal miste ik nog nooit. Laat ons hopen dat ik dat nog een tijdje kan blijven zeggen.”

Ivens is er nog niet helemaal uit wat hij nu van zijn eerste dertien wedstrijden in de Jupiler League moet denken. Tevreden is hij over de prestaties die hij zelf op de mat legde, maar anderzijds toonde de Mechelse defensie zich allesbehalve een onneembare vesting.

“We slikten dit seizoen te veel doelpunten”, bevestigt hij. “Vooral op stilstaande fasen zijn we kwetsbaar. Daar is geen sluitende verklaring voor. Het is te simpel om het telkens weer aan concentratieverlies te wijten. De organisatie is duidelijk: we zetten bij corners en vrije trappen steeds de lijn en voor de wedstrijd geeft de trainer op een groot papier aan wie daarin welke positie inneemt. Ik denk niet dat we van strategie moeten veranderen. Voor mij is het in ieder geval een dubbel gevoel: het is aangenaam om vast te stellen dat ik in de eerste klasse mijn plaats heb, maar anderzijds wil je natuurlijk dat de ploeg hoger staat.”

Eén troost voor de defensieve zorgen: de aanval heeft ondertussen de weg naar doel gevonden. Ivens: “Vroeger wist je dat een doelpunt incasseren quasi gelijkstond met verliezen. Dat gevoel heb ik nu niet meer. Ik weet nu dat we tegen kunnen scoren. Aloys Nong is daarin heel belangrijk. (zie kader)

Lichaam en geest

Hoewel Ivens goed op weg is om een gevestigde waarde te worden in de eerste klasse, richt hij voorlopig niet al zijn pijlen op het voetbal. Een diploma handelsingenieur moet straks een valabel alternatief zijn voor de profcarrière. “Ik zit in mijn laatste jaar, dus zou het stom zijn om die studies op te geven, maar het vergt veel discipline. Overdag heb je training, vaak ook nog wat fitness en dus kom je vermoeid thuis. Het is dan niet vanzelfsprekend om meteen je boeken open te slaan. Ik heb een topsportstatuut en dus kan ik zogezegd kiezen wanneer ik mijn examens afleg, maar zelfs dan is het vaak moeilijk. Vorig seizoen speelde ik met Mechelen de eindronde tot 14 juni. De examenperiode zelf liep tot 30 juni. Ik had dus twee weken om al mijn examens te doen. Een tweede zit was het resultaat. Studeren is wel een uitlaatklep voor het voetbal. Het is aangenaam om even met heel andere dingen bezig te zijn. Anderzijds, gaat het minder in het voetbal dan blijft dat ook bij het blokken door je hoofd spoken.”

Bij het voetballen is Ivens trouwens niet minder gedisciplineerd dan bij het studeren. De jongeman uit Beveren is een voorbeeldprof, zoals mag blijken uit zijn dagindeling. “Thuis heb ik een eigen fitnesskamer, volledig uitgerust met toestellen en halters. Het gebeurt vaak dat ik voor de training al wat stretching en buikspieroefeningen heb gedaan. Ook op mijn slaap en voeding let ik heel erg. Mijn vriendin heeft een paar boeken over sportvoeding gekocht en die volgen we nauwgezet. Ik wil gewoon zover mogelijk raken als voetballer.”

Wereldgoal

Die carrière begon voor Ivens op zijn zesde bij SK Beveren, maar toen hij er dertien jaar later in de A-kern raakte, dreigde het even mis te gaan: “Bij Beveren had je de Ivorianen en die speelden sowieso. Sommigen waren beter, maar zeker niet allemaal. Ik mocht een keer meedoen in een wedstrijd tegen Cercle Brugge en toen kwam Deinze net scouten. Zo is de transfer er gekomen. Veel mensen deden daar wat lacherig over, ze dachten dat eerste klasse voor mij voorbij was, maar achteraf gezien is dat een heel goede zet gebleken. Na twee seizoenen kon ik naar Malinwa, met het gekende resultaat. In het tussenseizoen las ik in de kranten zelfs over interesse van Racing Genk en STVV, maar concreet is die nooit geweest.”

Een transfer kwam er dus niet en zo speelt Ivens zijn tweede seizoen bij KV onder Peter Maes. Een aangename samenwerking, zo laat Ivens verstaan: “Hij is ongelooflijk gedreven en staat voortdurend te coachen tijdens een wedstrijd. Je denkt dan wel eens: ‘hou toch je mond’, maar nadien moet je toegeven: ‘verdorie, hij had gelijk’. De trainer wijst me ook op mijn tekortkomingen. Zo hamert hij erop dat ik aan mijn aanvallend kopspel moet werken. Dat is ook zo. Voor mijn lengte scoor ik veel te weinig met het hoofd. Ik weet niet hoe dat komt. Wellicht voel ik niet zo goed aan waar de bal gaat komen. Ik zal het maar onder ogen zien, ik heb geen torinstinct. (lacht)

Nochtans scoorde Ivens vorig seizoen met het hoofd een wereldgoal voor Mechelen. Een soort afstandskopbal van buiten de rechthoek. Ivens: “Ik herinner me die goal nog goed. We hadden net een corner gehad. Een verdediger kopte de bal weg in de voeten van Bart Van Zundert. Die zette hem voor en ik was nog even blijven hangen. Ik kopte van buiten de rechthoek en wist meteen dat die bal binnen zou gaan. Hij was heel lang onderweg, maar viel uiteindelijk perfect in de winkelhaak. De mooiste goal uit mijn carrière was het niet, maar om beter te doen moet ik wel terug naar de miniemen van Beveren. Toen lukte ik een volley vanaf het midden van het terrein. Ik deed het bewust, jawel, maar de lengte van de keeper zat er ook voor iets tussen (lacht).” S

door jan-pieter de vlieger

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content