Landskampioen Club Brugge opende de competitie met winst tegen RC Genk. En nu de Mount Everest !

Succes voor Andrés Mendoza ! De Peruaan mocht zich vrijdagavond de eerste topschutter van de nieuwe Belgische competitie noemen. Behalve zijn knappe goal en een lobbal op de lat onthouden we ook de corner die hij van de ene vlag naar de andere trapte û en zijn verwondering dat niemand de bal had binnengekopt. Elf minuten voor tijd werd hij met krampen en onder luid applaus vervangen.

Ook Alin Stoica, die andere niet altijd goed begrepen artiest, bewees in de eerste wedstrijd van de eerste speeldag waarom hij sedert het begin van de voorbereiding het vertrouwen van de trainer blijft behouden. Ooit noemde Trond Sollied hem en Nastja Ceh nochtans te veel van hetzelfde voor één ploeg, maar vrijdag stonden ze samen aan de aftrap, respectievelijk rechts en links op de offensieve posities op het middenveld. Stoica voerde mee de pressing, tackelde Seyfo Soley, ging diep op de eigen helft Marco Ingrao een bal uit de voeten halen. Kortom, Alain deed meer moeite dan we van hem gewoon zijn. Zijn stinkende best deed hij om op dat grote veld van Brugge ook te voldoen aan de tactische, fysieke en mentale eisen van zijn Noorse trainer, tot het motortje sputterde en hij erbij viel zelfs. Misschien dat daarom die beslissende touch die een mens van hem verwacht telkens hij meedoet er niet kwam. De ouverture liet nochtans veel verhopen, met na drie minuten een bruggetje even voor de zestien meter van Genk, gevolgd door een door Jan Moons gestopt grondscherend schot. Hij leidde in de zone van de waarheid ook nog enkele knappe korte combinaties in. Hij tikte er een paar keer heerlijk met Andrés Mendoza, Sandy Martens, Nastja Ceh en David Rozehnal, zowaar een nieuw element in de powerplay van Club Brugge, maar een goal leverde het niet op.

“Alle goeie spelers kunnen samenspelen,” sprak Trond Sollied achteraf, “alleen moet je waken over de balans tussen aanvallen en verdedigen. Maar als je moet kiezen, moet je kiezen.” Ter vervanging van de geblesseerde Gaëtan Englebert koos hij dit keer dus niet voor de loper Sergiy Serebrennikov, waarschijnlijk ook omdat die in zijn laatste wedstrijden iets te vaak de bal had verloren. Tenslotte had Club Brugge tegen Genk centraal op het middenveld met Timmy Simons in de rug van Ceh-Stoica ook altijd een man op overschot. Maar niettemin, met dat evenwicht tussen aanvallen en verdedigen viel het bij de landskampioen niet altijd mee. Club Brugge gaf alweer te veel ruimte weg. Zelfs nadat het op voorsprong was gekomen, holde het enkele keren zichzelf voorbij, verloor het vervaarlijk controle. Het leverde kansen op, maar ook voor Genk. De zege was nooit veilig, de kampioen bleek kwetsbaar. Opgemerkt dient anderzijds ook de goeie prestatie van de jonge rechtsback Hans Cornelis, vervanger van de geblesseerde Olivier De Cock. Hij speelde als een routinier. Alsook bevestigde David Rozehnal de lof die zijn komst voorafging. Goeie interventies, goeie inspeelpass. Alleen had hij kort voor de rust moeten scoren, maar net als de spitsen zo vaak deden, besloot hij onbesuisd – over.

“Het positieve is dat we zoveel kansen hebben gecreëerd,” resumeerde Trond Sollied, “het negatieve dat we er zoveel onbenut hebben gelaten. Het is juist dat wat het verschil maakt tussen Belgisch en internationaal niveau. Maar fysiek staan we sterker dan ooit ; en het is positief natuurlijk dat we van zo’n sterke tegenstander konden winnen.” Althans, van een heel degelijke Belgische tegenstander die nog volop bezig is met de wederopbouw van zijn ploeg na het vertrek van Sonck, Dagano en Skoko en de blessure van Koen Daerden.

S ef Vergoossen noemde de overwinning verdiend, “maar het scheelde slechts een teenlengte of we gingen hier toch met een punt weg. Om maar te zeggen dat het er tot het eind heeft ingezeten.” Meer nog. Uit de tv-beelden bleek achteraf dat de bij het begin van de tweede helft bij een gelijke stand afgekeurde goal van Kevin Vandenbergh onterecht was afgekeurd. Van buitenspel was er geen sprake. Of de overwinning dan nog wel even verdiend was ?

En woensdag is er dus Club Brugge-Borussia Dortmund, heenwedstrijd in de derde voorronde van de Champions League. Trond Sollied trok voor de gelegenheid de vergelijking met de beklimming van de Mount Everest, de hoogste bergtop op aarde die een halve eeuw geleden voor het eerst bereikt werd. “Zoals de klimmers in de Himalaya”, zei hij, “zullen we moeten rekenen op gunstige weersomstandigheden.” Want het zijn beklimmingen waarop je je nek kunt breken. “We zullen twee buitengewone prestaties nodig hebben”, benadrukte hij. “Dus,” zo concludeerde de presentator van de persconferentie voorzichtig, “Club Brugge start als underdog ?” De trainer van Club Brugge keek de man verbaasd aan. “Als jij vindt dat we favoriet zijn, dan ben je gek.” Waarna Sef nog restte om Trond en heel Club Brugge in het belang van het Belgisch voetbal succes te wensen voor woensdag. Wie weet wordt het woensdag het dagje van André niet.

door Christian Vandenabeele en Raoul De Groote

‘Fysiek staan we sterker dan ooit.’ (Trond Sollied)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content