Dankzij de prestaties van Diego Maradona bij Napoli speelt niemand er nog met nummer 10. En in Amsterdam zorgde Johan Cruijff ervoor dat nummer 14 in de koelkast belandde. Een geweldig eerbetoon, maar niet iedereen vindt zoiets altijd gepast…

14 is allicht het bekendste rugnummer uit de voetbalwereld en associëren we onmiddellijk met Johan Cruijff. De beste Nederlandse voetballer aller tijden kende zijn grootste successen bij Ajax en veroverde er acht landstitels en driemaal Europacup I. Het merendeel van die triomfen beleefde Cruijff in het shirt met rugnummer 14 en dat was eigenlijk puur toeval, want aanvankelijk speelde hij met nummer 9. Dat veranderde in 1970, toen de materiaalman van de Nederlandse recordkampioen het shirt van Ajaxmiddenvelder Gerrie Mühren per ongeluk niet in de mand had gestopt voor de wedstrijd tegen PSV. Cruijff – die net uit blessure kwam – bood Mühren zijn truitje met nummer 9 aan en ging zelf met 14 spelen. Ajax won vervolgens van de Eindhovenaren en uit bijgeloof behielden beide heren hun ‘nieuwe’ rugnummers.

Cruijff stopte in 1984 met voetballen, maar zijn rugnummer werd bij Ajax pas veel later uit omloop gehaald. Meer bepaald in 2007, ter ere van Cruijffs 60e verjaardag. Het Nederlandse icoon reageerde in zijn kenmerkende stijl op die hommage: ‘Je moet dat nummer niet in de koelkast steken. Ik zou het net een eerbetoon vinden als Ajax zijn beste speler met 14 laat spelen.’ Maar daar hadden ze in Amsterdam blijkbaar nog niet aan gedacht. Aanvankelijk zat het bekende shirt wel nog rond de schouders van toppers als Jan Mulder en Marco van Basten, maar op den duur werd het eigendom van veel minder begenadigde voetballers zoals Brutil Hosé en Jan van Halst. Ook de piepjonge Jelle Van Damme en Thomas Vermaelen speelden bij Ajax eventjes met rugnummer 14.

Uiteindelijk droeg de Spaanse bankzitter Roger García – ook al geen wereldster – in 2007 als laatste Ajacied het bekende shirt. Al dook ‘de 14’ later nog enkele keren per ongeluk op bij de Amsterdammers. In 2010 speelde Marvin Zeegelaar (nu Sporting Lissabon) met het shirt in een oefenwedstrijd, een jaar later overkwam Aras Özbiliz (nu Rayo Vallecano) hetzelfde.

HET IDEE VAN MARADONA

Net zoals Cruijff een gigantische impact had op Ajax, had Diego Maradona die op Napoli. In de jaren tachtig vertoefde het Argentijnse nummer 10 zeven seizoenen bij de Zuid-Italianen en daarin leidde hij hen naar een ongekende hoogconjunctuur. Met zijn onnavolgbare acties en geweldige doelpunten bezorgde hij Napoli twee landstitels, de Coppa Italia en de UEFA Cup. In 1991 trok Pluisje de deur in San Paolo achter zich dicht om naar Sevilla te gaan en dat betekende het einde van een glorieperiode, zowel voor Maradona als voor Napoli. Toch duurde het ook in dit geval een tijdje vooraleer de club het nummer van zijn icoon uit omloop haalde.

Pas in 2000 bevroor Napoli shirtnummer 10, maar enkele jaren later werd dat noodgedwongen alweer ‘ontdooid’. Tussen 2004 en 2006 speelde Napoli immers in de Serie C en in die afdeling moest het basiselftal verplicht met rugnummers 1 tot en met 11 aantreden. Toen de club in 2006 promoveerde naar de tweede afdeling, werd nummer 10 opnieuw bevroren en sindsdien speelde niemand nog met dat shirt.

Bijna kwam daar verandering in, nota bene dankzij Maradona zelf. Dat had te maken met Ezequiel Lavezzi, een landgenoot van Maradona. De flankaanvaller arriveerde in 2007 in Zuid-Italië en omdat hij vrijwel meteen imponeerde, noemden sommigen hem al snel ‘de nieuwe Maradona’. Mede daarom vond ook Pluisje het een goed idee dat zijn Argentijnse troonopvolger het Napolitaanse shirt met rugnummer 10 opnieuw zou dragen. Lavezzi beschouwde het als een hele eer, maar was op zijn hoede voor de fans – voor hen was en is dat nummer nog altijd heilig. Uiteindelijk nam Lavezzi het zekere voor het onzekere en behield hij zijn nummer 22. De Argentijn kon de prestaties van zijn illustere landgenoot trouwens nooit evenaren. In 2012 won de winger zijn enige trofee met Napoli: de Coppa Italia. Daarna vertrok hij naar zijn huidige club: Paris Saint-Germain.

Toen Napoli Maradona’s nummer 10 in 2000 bevroor, bracht dat de Argentijnse nationale ploeg op hetzelfde idee. Voor het WK van 2002 diende de Albiceleste een spelerslijst in waarop het nummer 10 ontbrak uit respect voor Maradona. Maar dat feestje ging niet door. Op grote FIFA-toernooien moeten rugnummers 1 tot en met 24 gebruikt worden en de wereldvoetbalbond staat daarop niet de kleinste uitzondering toe. Daarom kreeg Ariel Ortega ‘de 10’ voor het toernooi in Zuid-Korea en Japan. Ondertussen speelt Lionel Messi bij het Argentijnse elftal al enkele jaren met het mythische shirt. Dat zou je ook een soort eerbetoon aan Maradona kunnen noemen.

BEPERKTE KEUZE IN MILAAN

Spelers die een contract tekenen in Milaan, zijn iets beperkter in hun shirtkeuze dan veel van hun collega’s. Bij AC Millan zitten nummers 3 en 6 in de koelkast. ‘De 6’ was in San Siro jarenlang eigendom van Franco Baresi. De middenvelder debuteerde in 1977 op zeventienjarige leeftijd voor de Rossoneri en nam exact twintig jaar later afscheid, na evenveel dienstjaren bij Milan. Meteen nadat hij een punt achter zijn carrière had gezet, haalde de clubleiding rugnummer 6 uit omloop.

Het shirt met nummer 3 was dan weer jarenlang onlosmakelijk verbonden met Paolo Maldini, die vaak samen speelde met Baresi. Maldini won één landstitel meer dan zijn legendarische collega – zeven stuks – en veroverde in zwart-rode outfit ook nog eens vijf keer Europacup I of de Champions League. De verdediger debuteerde in 1985 op zestienjarige leeftijd voor de club die hij altijd trouw bleef. Toen de 126-voudige international in 2009 afscheid nam van het profvoetbal, bevroor Milan meteen zijn nummer 3. Toch is het niet ondenkbaar dat er ooit nog een speler van de Rossoneri met dat iconische shirt zal spelen. Er zijn wel slechts twee kerels die daarvoor in aanmerking komen: Christian (19) en Daniel Maldini (14), de twee zonen van Paolo die beiden deel uitmaken van de Milanese jeugdteams.

Bij de buren van Inter kunnen spelers het dan weer vergeten met rugnummer 3 of 4 te spelen. Rugnummer 3 was lange tijd het bezit van verdediger Giacinto Facchetti, die heel zijn carrière (1960-1978) voor Inter uitkwam en er later voorzitter werd. Na zijn dood in 2006 werd zijn rugnummer bevroren, waardoor Nicolas Burdisso tijdens het seizoen een ander shirt moest kiezen. En nummer 4 is bij de Nerazzurri voor altijd verbonden met Javier Zanetti, de Argentijn die tussen 1995 en 2014 onafgebroken voor Inter voetbalde. De Tractor speelde liefst 858 matchen voor de Milanese club, waardoor de clubleiding het niet meer dan logisch vond om rugnummer 4 eveneens uit omloop te halen.

CONTROVERSE IN DUITSLAND

Soms ontdooien clubs een rugnummer na een tijdelijk eerbetoon of… omdat het eerbetoon bij nader inzien een beetje overdreven was. Dat laatste was het geval bij het Duitse FC Köln, met jeugdproduct Lukas Podolski in een hoofdrol. Poldi versierde door zijn uitstekende prestaties bij de Geitenbokken een transfer naar Bayern München, maar daar liep het niet zoals gewenst, waardoor de linkspoot terugkeerde naar Köln. In zijn vertrouwde omgeving knoopte de Duitser weer aan met goede prestaties. Een transfer naar Arsenal was het gevolg. De clubleiding van Köln besloot na die overgang Podolski’s nummer 10 te bevriezen tot het einde van diens voetbalcarrière. Maar in de zomer van 2014 kwam ze al terug op haar beslissing en kreeg Patrick Helmes er ‘de 10’. Podolski vernam het nieuws via voorzitter Werner Spinner – per mail – in de aanloop naar de WK-kwartfinale tegen Frankrijk. De aanvaller was er volgens zijn zaakwaarnemer niet mee opgezet, terwijl Spinner zich verdedigde door te zeggen dat de club groter is dan één speler. Ondertussen is Helmes assistent-coach bij het tweede elftal van Köln en speelt niemand in het fanionteam met nummer 10.

Ook in Gelsenkirchen zorgde een bevroren rugnummer voor ophef. Daarvoor moeten we terug naar 2010, toen Raúl González na achttien jaar Real Madrid richting Schalke 04 trok. Bij de Koninklijke kon het legendarische nummer 7 van de Spanjaard niet snel genoeg naar Cristiano Ronaldo gaan, terwijl Raúls shirt na twee seizoenen Schalke wel bevroren werd als hommage. Volgens de Duitse clubleiding had de Spaanse doelpuntenmaker op een enorm korte tijd een hele grote impact op de club gehad. Allemaal goed en wel, maar enkele Schalkeboegbeelden konden er niet mee lachen. Onder hen Olaf Thon: ‘Waarom kreeg een clubicoon als Klaus Fischer nooit zo’n eerbetoon?’ Het nummer 7 van Raúl bleef uiteindelijk maar één seizoen buiten gebruik in de Veltins Arena. Bij de start van seizoen 2013/14 droeg Max Meyer het nummer. Het Duitse talent speelt er dit seizoen nog steeds mee.

LOGISCHE ONTDOOIING

Net als bij Schalke bleef een bepaald rugnummer ook bij Aston Villa welgeteld één seizoen buiten gebruik. Dat gebeurde in jaargang 2013/14, als steunbetuiging aan Stilijan Petrov. De Bulgaar maakte in mei 2013 bekend dat hij leukemie had en noodgedwongen een punt achter zijn voetballoopbaan moest zetten. Maar ruim een jaar later was de middenvelder bijna helemaal hersteld en vond hij dat het leven bij Aston Villa opnieuw zijn normale gang moest gaan. Zijn rugnummer 19 werd weer beschikbaar en belandde rond de schouders van Darren Bent.

Ook bij Lyon was er een plausibele reden waarom een bevroren rugnummer na verloop van tijd toch opnieuw gebruikt werd. In 2003 zakte de Kameroener Marc-Vivien Foé in elkaar tijdens een wedstrijd op de Confederations Cup. Dat gebeurde uitgerekend in het Stade de Gerland van Lyon, de club waar de middenvelder op dat moment onder contract stond. Na de dood van de international besliste Lyon – net als zijn ex-club Lens – dat niemand nog met zijn nummer 17 zou spelen. Manchester City, de club waar Foé eerder dat seizoen op huurbasis actief was geweest, bevroor het rugnummer waarmee de Kameroener in Engeland speelde: 23. Bij Lyon dook het shirt met nummer 17 opnieuw op in 2008. Jean II Makoun kreeg toen van de Franse club de toelating om zijn overleden landgenoot te eren door nummer 17 opnieuw te introduceren bij Les Gones. Makoun speelt ondertussen bij Antalyaspor in Turkije, bij Lyon draagt Steed Malbranque tegenwoordig nummer 17.

In ons land overleed François Sterchele in 2008 na een auto-ongeval. Club Brugge, op dat moment zijn werkgever, besloot meteen zijn nummer 23 uit omloop te halen. Germinal Beerschot, de club waar Sterchele in 2007 nationaal topschutter werd, deed hetzelfde. En ook bij Beerschot Wilrijk speelt niemand met 23. In 2014 was er wel even verwarring toen Jaric Schaessens bij zijn transfer naar het Kiel vertelde dat 23 zijn geluksnummer was. Het leek erop alsof de neef van ex-profvoetballer Marc Schaessens ook met dat rugnummer zou gaan spelen, maar na kort overleg met onder meer voorzitter Eric Roef en de moeder van Sterchele, had de jongeling er niet de minste moeite mee om een ander rugnummer te kiezen.

NEE, DANK U

In de loop der jaren weigerden ook enkele iconen uit het voetbal om door hun club geëerd te worden middels bevriezing van hun rugnummer. Ryan Giggs diende Manchester United gedurende heel zijn carrière (1990-2014) en in zijn laatste seizoen maakte de Welshman de clubleiding duidelijk dat zijn nummer 11 gewoon moest blijven bestaan op Old Trafford. Het duurde niet lang vooraleer dat legendarische shirt een nieuwe eigenaar kreeg, want nadat Adnan Januzaj in zijn eerste wedstrijden indruk had gemaakt met nummer 44, erfde hij al vrij snel ‘de 11’.

Een soortgelijk verhaal kunnen we vertellen over Alessandro Del Piero. De Italiaan voetbalde weliswaar niet heel zijn carrière bij dezelfde club – hij begon bij Padova en bolde uit in Australië en India – maar zijn verdiensten bij Juventus waren uiteraard wel enorm. Tussen 1993 en 2012 was ‘de kleine prins’ het gezicht van de Oude Dame en het clubbestuur wilde daarom rugnummer 10 bevriezen als ultiem eerbetoon. Del Piero vond dat evenwel niet nodig omdat er binnen afzienbare tijd wel een andere goede voetballer zou opstaan bij Juve. En kijk: tegenwoordig voetbalt Paul Pogba met nummer 10 bij de Italiaanse kampioen.

En dan is er nog Gianfranco Zola. Vooraleer Roman Abramovitsj de plak begon te zwaaien bij Chelsea, dirigeerde de kleine Italiaan de Londense club naar twee FA Cups en een Beker voor bekerwinnaars. Zola was enorm geliefd op Stamford Bridge en vertrok er in 2003. Zijn rugnummer werd weliswaar niet bevroren, maar sinds Zola’s vertrek speelde niemand van het eerste elftal van de Blues nog met zijn nummer 25.

ZOT ZIJN DOET GEEN ZEER

Tot slot geven we nog een van de zotste redenen mee waarom een shirtnummer ooit bevroren werd. Daarvoor moeten we naar Leeds United. Sinds 2014 is de Italiaan Massimo Cellino er aan de macht en de man is nogal bijgelovig. Hij was amper enkele maanden aan de slag op Elland Road toen hij het nummer 17 uit omloop haalde. 17 is het Italiaanse equivalent van 13 in ons land. Een ongeluksgetal, dus. Maar ook zonder dat nummer kende Leeds nog niet het geluk om terug te promoveren naar de Premier League. De club staat momenteel in de middenmoot in de tweede klasse.

DOOR PHILIPPE CROLS – FOTO’S BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content