Met Ayanda Patosi en Ebrahim Seedat (Lokeren) en Lindani Ntamo en Sive Pekezela (Beerschot) spelen er straks ineens vier jonge Zuid-Afrikanen van het opleidingscentrum ASD Cape Town in ons land.

Het begon in mei met een door Assysta Sports Management georganiseerde tournee in ons land. ASD Cape Town verbleef met zijn U19-selectie tien dagen in het Sportacentrum in Tongerlo en speelde twee oefenwedstrijden waarvoor alle eerste- en tweedeklassers uit België en Nederland uitgenodigd waren. Na de eerste partij, die met 4-0 van de U19 van KV Mechelen werd gewonnen, kregen de Zuid-Afrikanen een buitengewone exposure. Willy Reynders, sportief directeur van Lokeren, zette de toon: hij vond dat ze het voetbal van Barcelona speelden en noemde centrale middenvelder Ayanda Patosi beter dan Steven Defour. Volgens hem wilde half België die jongen, kon hij zelfs naar Chelsea en “elders vijf tot tien keer meer verdienen dan bij Lokeren”. Vier dagen later werd ook ruim van de U19 van Anderlecht gewonnen (4-1) en tekenden Ayanda Patosi (18) voor vier jaar en de explosieve linksbuiten Ebrahim Seedat (18) voor twee jaar met een optie op nog eens twee jaar voor… Lokeren. Hoezo?

Stefan Van Heester (Assysta): “Het is zo dat ook Club Brugge en Anderlecht Patosi wilden. Na de tweede wedstrijd kreeg ik op advies van Raymond Mommens ( hoofdscout van Club Brugge, nvdr) een lange telefoon van Sven Vermant ( sports manager van Club Brugge, nvdr) en we zaten rond de tafel met Anderlecht en met Sint-Truiden. Maar zij waren alleen geïnteresseerd in Patosi. Lokeren wilde direct twéé spelers, al bij de rust liet Willy Reynders mij dat weten. Voor de academie, die een sterk merk wil worden, is dat interessanter. Bovendien krijgen beiden er meteen een plaats in de A-kern.

“We woonden diezelfde week hun wedstrijd in play-off 1 op Anderlecht bij ( 3-4, nvdr) en dat werd een meevaller. Het spel van Lokeren en het feit dat hun coach veel jonge spelers kansen gaf, was een bijkomende motivatie. Daarentegen weten we ook hoe Anderlecht werkt. Tegen Lokeren zagen we een jongen met het nummer 55 ( Fernando Canesin Matos, nvdr) invallen van wie iedereen na twee minuten al kon vaststellen dat hij de beste man op het veld was. Dat is dan iemand die heel het seizoen met het tweede elftal speelde. Ik bedoel: we hadden voor Patosi een ander scenario in gedachten dan hem daar bij de invallers te stallen en te hopen op zeven geblesseerden om toch maar eens een kansje in het eerste te krijgen.”

Business Academy

Baas van ASD Cape Town is de Engelse zakenman Mike Steptoe. “Een financieel expert die van enkele maatschappijen CEO geweest is”, zegt Yuri Van de Putte (Assysta). “Voor een aantal kapitaalkrachtige mensen richtte hij een fonds op waarmee hij uiteraard een meerwaarde probeert te creëren. Daartoe wordt het kapitaal in zaken geïnvesteerd, onder meer in die academie in Kaapstad.”

ASD Cape Town detecteert en ontwikkelt talent en probeert het ook wereldwijd in professionele clubs te plaatsen. Zo is John Steptoe, de zoon van Mike, ondertussen een door de FIFA erkende spelersmakelaar. Sinds kort werkt hij samen met Assysta Sports Management, het kantoor van Stefan Van Heester en Yuri Van de Putte in Edegem (dat onder meer de zaken van Eiji Kawashima en Nicolas Lombaerts behartigt). Zo komt het dat de eerste ‘Europese tournee’ de academie naar België leidde, een voetballand met een steppingstonefunctie waar al veel jonge Afrikanen de eerste stappen in hun profcarrière zetten.

Het resultaat viel allesbehalve tegen. Vier spelers tekenden in ons land een contract: Ayanda Patosi en Ebrahim Seedat bij Lokeren en Lindani Ntamo en Sive Pekezela bij Beerschot. De helft van de transferrechten blijft eigendom van ASD Cape Town. “Die fiftyfiftybasis is gewoon ingegeven door de economische realiteit”, zegt Stefan Van Heester. “En die is dat er de voorbije twee jaar in het runnen van de academie heel veel geld is gestoken. Je moet weten dat al die jongens er gratis voltijds verblijven, er eten, drinken, overnachten en er onderwijs, voetbaltraining en ontspanningsmogelijkheden aangeboden krijgen. De bedoeling van de investeerders is dat ASD Cape Town na drie à vijf jaar begint te renderen. Maar dat neemt niet weg dat Mike Steptoe een heel aimabele man is, hoor, een atypische persoon voor de voetbalwereld eigenlijk. Hij is heel gemoedelijk en rustig, gelooft honderd en tien procent in de kracht van zijn academie en de sterkte van zijn spelers, legt geen druk en forceert niets.”

Hope Academy

ASD Cape Town rekruteert in Kaapstad vooral in de zwarte woonwijken van Cape Flats, de noodlijdende townships ten oosten van de Tafelberg. Het credo luidt:

Voetbal is de sport van de townships. Waar armoede heerst, is talent aanwezig.

Ayanda Patosi bijvoorbeeld is afkomstig van de township Khayelitsha. Volgens een casestudy van 2010 op www.soccerdevelopments.com wonen velen er in zelfgemaakte houten, blikken of bordkartonnen hokken zonder stromend water, elektriciteit, sanitaire voorzieningen, basisonderwijs en gezondheidszorg. Rond de 14.000 kinderen zouden er ouderloos zijn. Ongeveer 27 procent van de volwassenen en liefst 40 procent van de zwangere moeders zou drager zijn van het hiv-virus. In het artikel wordt het een van de grootste probleemgebieden ter wereld genoemd wat criminaliteit, drugs en georganiseerde misdaad betreft, een plaats waar het leven als niet zo kostbaar wordt ervaren en moord gangbaar is. Voetbal is de enige uitweg. Benni McCarthy en Quinton Fortune zijn de rolmodellen, townshipboys die het tot in de Premier League schopten.

Daarom ontwikkelt ASD Cape Town niet alleen voetbaltalent maar ook life skills. Daarvoor werkt het samen met Hope Academy, een non-profitorganisatie die volgens zijn site met een intensief holistisch programma kansarme kinderen alsnog de kans biedt om hun genetisch potentieel te kunnen benutten. “Een prachtig project waarmee je ook iets teruggeeft aan de gemeenschap”, zegt Stefan Van Heester daarover. “Want bij elk voetbalproject dat in Afrika wordt opgestart, hoor je te pas en te onpas ‘dat mensen met talent worden uitgebuit’. Hier wordt er een maatschappelijke meerwaarde gecreëerd. Alle jongens van de academie worden normen en waarden bijgebracht en onder meer ook geleerd hoe ze met geld moeten omgaan.”

Ook Patosi, Seedat, Ntamo en Pekezela zijn weeskinderen, weet Van Heester. “Geen van hen heeft nog zijn ouders. Ofwel zijn ze beiden al overleden ofwel erkende de vader hen nooit en liet hij hen van dag één zitten. Voetballen is het enige dat ze willen. Alle vier zijn ze enorm gedreven.”

Soccer Academy

African Soccer Development Cape Town ging officieel van start in april 2009 in de jeugdopleidingsclub Cape United. CEO van de Soccer School of Excellence daar is Colin Gie, een Zuid-Afrikaan die ooit voor Stoke City voetbalde, lang Quinton Fortune (onder andere ex-Manchester United) begeleidde en ook AneleNgcongca (Racing Genk) hielp vormen. Technisch directeur is Roald Poulsen, een Deense ex-prof met een UEFA Pro Licensediploma die al voor de voetbalbonden van Denemarken en Zambia werkte.

ASD Cape Town richt zich met een U17- en een U19-selectie uitsluitend op jongens van de leeftijd van 15 tot en met 18 jaar. Zij zitten er op internaat in een groot huis (Struben House) en gebruiken de sportinfrastructuur van de universiteit van Kaapstad. Een van de investeerders én ambassadeur van het project is Ian Wright, gewezen profvoetballer die bij Arsenal ooit een succesrijk duo vormde met Dennis Bergkamp en ook 33 keer het shirt van Engeland droeg. Volgens de site van de academie spelen ook nog actieve profs als Danny Collins (Stoke City), Julio Arca (Middlesbrough), Mamady Sidibe (Stoke City), Alex Song (Arsenal) en Stephen Warnock (Aston Villa) een actieve rol in de ontwikkeling van de talenten.

Het doel van ASD Cape Town is niet om een sterk elftal te vormen en wedstrijden te winnen, maar wel om topvoetballers te produceren. Dat het individuele talent in België ook als ploeg indruk maakte, is geen toeval. “Dat is nu eenmaal onze filosofie”, stelde Bruce, een van de begeleiders, toen op Voetbalkrant.com. “Wie is de koning van de jungle? De leeuw? Nee. De cheeta? Opnieuw fout. De hyena? Wederom mis. De wild dogs. Zij zijn de beste roofdieren in de jungle omdat ze als team werken. Zo willen wij ook voetballen.”

Na tien dagen België keerde het gezelschap bijzonder tevreden terug naar Kaapstad. “Het was voor hen toch ook een beetje spannend om voor het eerst tegen een Europese tegenstander te spelen”, zegt Stefan Van Heester. “Maar het feit dat ze die wedstrijd begonnen met 37 opeenvolgende passes zonder dat iemand van KV Mechelen de bal kon raken, stelde iedereen toch meteen wat geruster.”

Maar hoe zou het ondertussen met Patosi en Seedat in Lokeren zijn?

Willy Reynders: “Doordat zij uit een opleidingsschool en niet uit een club met een eerste elftal komen en ze daar niet zo vertrouwd zijn met de nieuwe Europese transferregels, stelden er zich wat problemen om alles administratief in orde te krijgen. Maar ik verwacht wel dat ze tijdig speelgerechtigd geraken. Voor de rest zit het goed. Seedat is heel open en vlot en past zich sneller aan dan de wat introvertere Patosi. Het is het begin en alles is nieuw natuurlijk. Volgende week ( deze week, nvdr) verblijven ze bij een gastgezin en dan zullen we eens kijken hoe dat voor beide partijen verloopt.

“Het zijn jeugdspelers die bij ons in een profgroep terechtkomen waar het allemaal wat sneller en feller gaat. Maar je merkt uiteraard meteen dat het talenten zijn en daarover gaat het.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE

“Geen van de vier heeft nog zijn ouders.”

“Ook Anderlecht en Club Brugge wilden Patosi.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content