RC Genk draait nog niet zoals het dat zelf graag had gewild.

De vraag of het aan Daniel Tözser kan liggen, wordt geïrriteerd

van tafel geveegd, maar uit de veldbezetting zaterdag tegen Dender

kon toch iets anders worden afgeleid.

Aangekondigd als de missing link op het Genkse middenveld, is Daniel Tözser er na een kwart van de competitie nog niet in geslaagd zijn stempel te drukken. De bij AEK Athene weggehaalde Hongaar begon het kampioenschap in de basis, werd op de vierde speeldag uit bij Zulte Waregem in de rust gewisseld, stond vervolgens twee weken wisselspeler en keerde tegen KV Mechelen terug in het elftal. Bij die comeback maakte hij pas zijn eerste competitiedoelpunt.

Tözser voldoet aan het algemeen bekende profiel dat zijn nieuwe club uittekende: creatief, groot en linksvoetig. Met hem erbij had Genk de ambitie weer dominant te gaan voetballen. Wie hem echter in de voorbereiding aan het werk zag, voorspelde toen al problemen. Het is een wet in het moderne voetbal: waar een speler in een centrale rol zijn deel van het verdedigende werk niet opknapt, komt het elftal vroeg of laat in de problemen. Dat blijkt nu ook in Genk: Tözser is een mooie voetballer, geen harde werker. Vergelijkbare commentaren waren hem uit Griekenland vooruit gesneld.

Balvastheid

Ronny Van Geneugden zou graag nog dominanter spel zien van zijn ploeg, maar is niet ontevreden over wat hij al zag. “Wij ondergaan geen enkele wedstrijd. Op de middelste vijfenveertig minuten tegen KV Mechelen na hebben wij altijd het tempo bepaald”, aldus de trainer. Dat het vertoon zelden opwindend was, wijt hij vooral aan het feit dat het elftal nog moet groeien om de hoge verwachtingen te kunnen inlossen. Hij zag zijn ploeg al bevrijder voetballen op verplaatsing dan in de Cristal Arena.

Over Tözser maakt de trainer zich geen zorgen. Dat hij nog geen indruk maakte, is vooral een kwestie van aanpassen en complementariteit. Bovendien, als de aanvallers voorin onvoldoende balvast zijn, slaagt de rest van het elftal er bij balbezit niet in het veld klein te maken. Die balvastheid is op dit ogenblik een probleem. Het leidt tot snel balverlies, waardoor de ruimte in de omschakeling moeilijk te belopen is voor de centrale spelers. Daar is Tözser ook het slachtoffer van.

Temeer omdat Genk met maar twee centrale middenvelders speelt. Dat is, merkt sportief directeur Willy Reynders op, nu eenmaal de consequentie van de keuze voor twee spitsen. “En als je met twee spitsen speelt, dan zijn de buitenkanten belangrijk. Dáár ligt ons probleem. Met Alex en Tom Soetaers lopen op dit moment twee offensieve spelers op onze flanken. Zo komt alle werk op de schouders van de twee centrale spelers terecht. En dan komen de kwaliteiten van Tözser onvoldoende tot hun recht.”

Belangrijk in zo’n veldbezetting is dat de tweede spits geregeld naar het midden afzakt. Van Geneugden duwde Elyaniv Barda en Ivan Bosnjak al in die rol, maar ervoor gemaakt zijn zij niet: het blijven aanvallers. Barda jaagt bovendien amechtig zijn beste vorm (en doelpunten) na en Bosnjak is wel krachtiger, maar leek sinds Van Geneugdens aantreden te zijn geëvolueerd naar een flankspeler. Diep in de punt laat Adam Nemec het voorlopig afweten: geen balvastheid, geen goals. De combinatie Barda-Bosnjak scoorde op beide vlakken amper beter.

Een oplossing zou kunnen zijn Tözser in een driehoek te plaatsen, voor twee controlerende spelers en achter slechts één diepe spits. Dat deed Van Geneugden voor het eerst afgelopen zaterdag tegen FC Dender. Het impliceert dat hij moet kiezen uit het trio Barda-Bosnjak-Nemec. Met Bosnjak kan hij wel nog naar de rechterflank, maar daar gaf Alex Da Silva ondertussen blijk van een grotere actieradius dan in het verleden. Genk heeft op rechts geen type dat aanvalt én verdedigt.

Ook op links blijft Soetaers vooral een offensieve speler, en Barda is er een noodoplossing, maar hier is er wel een alternatief: Daniel Pudil is een type met groot loopvermogen dat aanvallen en verdedigen combineert. Hij zou nuttiger kunnen zijn in steun van een tweemansmiddenveld. Tegen Dender speelde hij door de schorsingen van Soetaers en Tiago noodgedwongen als linksachter.

Meerwaarde

Dat Genk op zijn flanken vrijwel uitsluitend aanvallende opties heeft, hoeft geen probleem te zijn voor een trainer die vooral offensieve accenten wil leggen. Waar het altijd om gaat, is de voor- en nadelen tegen elkaar af te wegen en keuzes te maken. Met offensieve flanken, twee spitsen en een tweemansmiddenveld inclusief Tözser lijkt het evenwicht in het gedrang te komen. Tözser is een aardige voetballer, maar is traag en heeft veel tijd en ruimte nodig om creatief te zijn. Om hem optimaal te laten functioneren moet hij omringd worden met spelers die zijn tekortkomingen compenseren.

“Tözser heeft ontegensprekelijk kwaliteiten”, besluit Reynders. “De vraag is: kijk je dan naar wat hij niet heeft, of beoordeel je hem op de offensieve meerwaarde die hij brengt en die je voordien niet had? Van elke speler kan je over zijn zwakke punten praten, maar waar het om gaat, is evenwicht. Dat hebben we nog niet gevonden. Als we iemand als Tözser afschrijven, evolueren we naar een voetbal waarin je afhangt van twee spitsen en voor de rest allemaal toekers. Is het dat wat we willen? Genk streeft een voetbal na waarin spelers als Tözser wel degelijk tot hun recht komen.” S

door jan hauspie – beeld: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content