Hein Vanhaezebrouck (50) is aan zijn tweede G5-club toe. Bij Genk eindigde zijn opdracht voortijdig. Vijf jaar later nam hij met Gent wel een goeie start. ‘De kans dat je in dit land ontslagen wordt, is 1 op 2’, zegt hij. ‘Geen enkele verzekeringsmaatschappij wil zo ’n groot risico dekken.’

Het is een filosofische Hein Vanhaezebrouck die we tussen twee trainingen treffen. Op de vraag hoe het met hem gaat, antwoordt hij dat het zoals altijd goed met hem gaat. “Als ik zie welke miserie er in de wereld is, kan ik niet klagen.” De opmerking dat AA Gent voor een coach die van KV Kortrijk komt de hemel op aarde moet zijn, behoeft blijkbaar toch wat nuance. “De Ghelamco Arena is het mooiste stadion van het land, maar we komen er maar om de veertien dagen”, zegt hij. “Het oefencomplex is oud, we zitten er in containers, daarom bestaan er ook al jaren bouwplannen. In Kortrijk liggen de grasvelden er beter bij en zijn er twéé kunstgrasvelden. Het grote verschil is de medische omkadering.”

Je vroeg een ‘high spot camera’.

“Ja, maar die zal er voorlopig niet komen. Dat kost toch wat geld en we doen het nu met een man die op mijn vraag af en toe komt filmen vanop het dak van de kantine.”

Waarom film je trainingen?

“Omdat dat vooral op tactisch vlak een meerwaarde biedt. Je kunt op training wel iets aangeven en uitleggen, maar soms snapt iemand het maar echt wanneer je het hem met beelden laat zien. Het kan ook interessant zijn om iemand te tonen dat hij er bijvoorbeeld tijdens de opwarming niet volledig met zijn gedachten bij loopt. Maar dat is niet de essentie. We zijn ook aan het bekijken of we beelden van de opnames van onze wedstrijden in ons stadion al tijdens de wedstrijd kunnen gebruiken.”

Je veranderde in de Ghelamco Arena ook al van dug-out om niet aan de kant van de lijnrechter te staan.

“Dat lijkt mij logisch.”

Dan kan je die lijnrechter ook niet meer bespelen.

“Neen. Er zijn lijnrechters die te bespelen zijn, maar bij de meesten is het juist andersom: je mag niet veel zeggen. Maar het probleem is vooral dat ze vaak voor de dug-out staan en je het zicht belemmeren.”

Als dat zo logisch is, dan zit je in uitwedstrijden wel altijd aan de kant van de lijnrechter? Of vindt niet iedere coach dat zo belangrijk als jij?

“De meesten wel. In Oostende staat Vanderbiest dan weer ongeveer aan de middenlijn en staat de dug-out van de bezoekers bijna aan de zestien meter. Dat is niet meer van deze tijd, op internationaal vlak is dat onmogelijk, maar in België wordt er meer belang gehecht aan de kleur van de onderkousen. In Olympic maakte ik het met Kortrijk ooit mee dat onze dug-out zowat aan de cornervlag stond. Ik ben toen in de tribune tussen het volk gaan staan om te kunnen coachen.”

Gesprekken met Habibou

Trainde je ooit een betere spelerskern dan deze waarover je nu beschikt?

“Die van het seizoen waarin we met Kortrijk play-off 1 en de bekerfinale speelden, was vergelijkbaar. Deze hier is nog breder. Eigenlijk is 29 man een beetje te veel.”

Waarom hield je dan het vertrek van Christophe Lepoint naar Kortrijk en dat van Hannes Van der Bruggen naar Cercle tegen?

“Ik hield juist niemand tegen! De voorzitter van Kortrijk kondigde de transfer al aan nog voor er een akkoord was met de speler. Wij dachten zelf ook dat Christophe zou vertrekken, als hij daar zou kunnen spelen aan dezelfde financiële voorwaarden als hier, maar uiteindelijk koos hij ervoor om te blijven. En Cercle kreeg de kans om Hannes te huren, maar respecteerde allesbehalve de deadline en wilde hem almaar goedkoper krijgen. Eens houdt het op. Vorig jaar kreeg Kortrijk Coulibaly bijna gratis. Gent bleef hem betalen, maar hij zorgde er wel voor dat Gent twee keer van Kortrijk verloor. Dat is te gek voor woorden. Ik vind: dit moet stoppen!”

Is het toppunt van weelde niet dat je Habib Habibou niet nodig hebt, vorig seizoen de efficiëntste spits in eerste?

“Hij koos uiteindelijk zelf om te vertrekken; en we haalden Pollet, die eigenlijk nog efficiënter is.”

Habibou maakte wél 20 goals in 32 wedstrijden, een gemiddelde van 0,62. Niemand deed zo goed.

“Hij scoorde in vier van de achttien wedstrijden die hij voor AA Gent speelde. Dat betekent dat je in veertien wedstrijden op achttien niet scoort, wat niet echt efficiënt is. Hij maakte drie hattricks tegen ploegen uit de kelder van het klassement: Lierse, Beveren en Cercle.”

Was er een mentaliteitsprobleem?

“Daar heeft het niks mee te maken. Ook niet met het feit dat je voor hem een extra hotelkamer moet boeken omdat niemand met hem op de kamer wil liggen, noch met het feit dat als je een bal per twee geeft niemand met hem wil trappen. Het gaat gewoon over kwaliteit.”

Hij vindt dat je geen respect voor hem toonde, omdat je geen tijd wou maken voor een gesprek met hem.

“Dat hij dat zegt, typeert hem. Hij heeft twee gesprekken gevraagd en ook gekregen. Met mijn assistenten erbij, zodat je achteraf alles kunt nagaan. Want als er één iets is dat overal en bij iedereen terugkeert, dan is het dat hij een pertinente leugenaar is. Vraag het directieleden, medespelers, stafleden en mensen die vroeger met hem werkten. Habibou is 27 en is nog nooit ergens onbetwistbaar basisspeler geweest. Dit jaar speelde hij in drie wedstrijden mee. Tegen Zulte Waregem viel hij goed in, en tegen Genk en tegen Kortrijk was hij heel bleek. Je geeft je team opdrachten mee en hij zorgt ervoor dat anderen die niet kunnen uitvoeren omdat hij ze zit weg te duwen van de positie waar ze zouden moeten spelen.”

Je werkt alleen met spelers die meedenken?

“Maar neen! Ik heb nu ook spelers die niet meedenken, maar die gewoon meer kwaliteit hebben. Gasten die individueel iets extra’s kunnen brengen en daar iets mee kunnen forceren.”

Dury en ethiek

Ben je tevreden over het transferbeleid?

“Ja. Maar toen Puljic net voor het einde van de transferperiode voor lange tijd uitviel, was het: oei, wat nu? In de toekomst moeten we daar nog beter op voorbereid zijn. Gelukkig hadden ze destijds Nielsen gevolgd en was hij beschikbaar. Dat was zowat de enige piste.”

Maar er zijn in extremis geen spelers gekomen die je van haar noch pluim kent?

“Van Saief zag ik beelden, maar niet van Nogueira. Ik denk niet dat er van die jongen beelden bestaan.”

Jouw prioriteit was de komst van Sven Kums.

“Gent was vorig jaar al met hem bezig, maar de toenmalige coach hield dat blijkbaar tegen. Jammer voor de club. Want nu moest er veel voor hem betaald worden, terwijl hij toen bijna voor niets van Heerenveen naar Zulte Waregem is gegaan.”

Volgens Francky Dury handelden jij en AA Gent niet correct. Hij zegt dat hij nog iets achter de hand houdt. Zijn er ethische grenzen overschreden?

“Over Francky Dury en ethiek ga ik niets zeggen.”

Tijdens play-off 1 benaderde je een speler die niet einde contract was achter de rug van zijn club?

Kums zette de eerste stap. Toen hij voor weinig geld bij Zulte Waregem kwam, kreeg hij blijkbaar de belofte dat hij zou kunnen vertrekken ‘mocht er zich iets voordoen’. Vorig seizoen kwam hij tot het besluit dat hij naar een grote club wou en nam hij met een makelaar initiatief om te kijken wie er geïnteresseerd was. Als hij dan hoort dat ik hier trainer word, wil hij natuurlijk naar hier komen. En als ik gevraagd word of ik geïnteresseerd ben in Kums zeg ik uiteraard ja.”

Kums zei intussen dat jullie sinds zijn vertrek bij KV Kortrijk destijds altijd in contact zijn gebleven.

“Ik heb met Kums een heel jaar door contact.”

Is dat niet gevaarlijk in deze club? Toen Dury hier coach was, werden zijn telefoonrekeningen gecontroleerd en toen bleek dat hij vaak met Club Bruggemanager Vincent Mannaert belde, was dat voor hem hier het begin van het einde.

“Ik herhaal: over Dury en ethiek wil ik niet spreken. Maar bij mij mogen ze álles controleren.”

Mogen jouw spelers met coaches van andere teams bellen?

“In een carrière is het onvermijdelijk dat je met mensen banden smeedt die dan bij andere clubs terechtkomen. Dat kan je niet tegenhouden.”

Trainen op hoekschoppen

Volgens de voorzitter moet AA Gent op zoek naar een nieuwe identiteit. Wat moet die volgens jou worden?

“Ik heb daar mijn visie over, maar als ik dat tegen iemand zal zeggen, zal dat tegen de voorzitter zijn.”

No brains, no glory?

“Oeioeioei. Je kunt altijd proberen, maar ik vrees dat er in de reclamewereld geen grote carrière voor jou is weggelegd.” (lacht)

Jij kreeg veel lof omdat je tegen KV Mechelen met succes van spelsysteem wisselde.

“Ja. Hij is niet meer koppig, zeggen ze dan. Gelukkig wonnen we tegen Moeskroen, anders was het geweest: hij is toch weer koppig. Omdat ik toen zogezegd niet veranderde. Er zijn zelfs journalisten die na de wedstrijd komen vragen welk systeem ik speelde. Dan zeg ik: schrijf maar wat je zelf wilt.”

In het milieu word je vooral geprezen voor de functionele oefenstof die je blijkbaar zelf uitvindt.

“Ik vind dat noodzakelijk als je bezig bent met visie. Kwaliteit breng je als coach door op training situaties te creëren waardoor het inzicht van spelers ontwikkeld wordt.”

Danijel Milicevic die op de rand van de zestien meter van Moeskroen een vrije trap onrechtstreeks neemt, komt dat ook uit jouw brein?

“Neen, dat was puur toeval.” (lacht)

Train je ook op hoekschoppen?

“Natuurlijk.”

Volgens de bondscoach is dat gevaarlijk.

“Je moet niet noodzakelijk tegenstanders zetten, natuurlijk, je kunt ook poppen gebruiken. En als je het met tegenstanders doet, moet je uiteraard niet vragen dat ze elkaar in de duels dood springen. Op stilstaande fasen trainen is heel belangrijk. Daar bestaan cijfers van: 30 à 40 procent van de grote wedstrijden worden erop beslist.”

Goeie kleedkamer

Is het een voordeel om te werken met een groep waarin veel spelers zitten met wie je al eens werkte?

“Ja, maar dat hoeft niet per se.”

Er waren er hier al en je haalde er nog bij.

“Ja, ook omdat het bij de samenstelling van de groep de bedoeling was om voor een goeie kleedkamer te zorgen.”

Dit is jouw tweede kans bij een G5-club. Bij Genk eindigde de eerste voortijdig. Wat is behalve een goeie kleedkamer jouw strategisch plan om hier niet de speelbal te worden van een club die de voorbije jaren veel trainers versleet?

“Trainer zijn in België is de grootste risicojob ter wereld. De kans dat je ontslagen wordt, is 1 op 2. Geen enkele verzekeringsmaatschappij wil zo’n groot risico dekken. En dit is inderdaad een club die recent verscheidene trainers aan de kant heeft gezet. Dan moet je zelf overtuigd zijn van waar je naartoe wil, anders gooi je jezelf in een wespennest. Maar dit is een mooie club, vlak bij mijn deur en de mentaliteit van het volk ligt mij. Dat was genoeg om te zeggen: ik neem het risico.”

Je bent er waarschijnlijk ook wel goed voor betaald?

(lacht) “Dat is een feit. Alleen vallen wij nu onder het bediendenstatuut en zijn ze de opstapclausules voor bedienden aan het aanpassen.”

Je zal bij ontslag niet meer zo ’n grote ontslagpremie krijgen als bij Genk.

(onverstoord) “Tenzij je aparte clausules voorziet, maar daar is nu een heel gedoe over.”

Je verloor onlangs je vader aan alzheimer. Wat neem je van die ervaring mee in je eigen leven?

“Dat ik die aftakeling zelf niet wil meemaken. Zodra je niet meer kunt bewegen en communiceren, mag het voor mij stoppen. Zijn dood was een verlossing. Maar het blijft hard natuurlijk. Zeker als je de film terugspoelt van alles wat je samen meemaakte. Vanaf mijn vier à vijf jaar zijn we bijna dagelijks samen op stap geweest. Hij nam mij naar alle trainingen en wedstrijden van White Star Lauwe met zich mee. In derde klasse zat ik als kind zelfs naast hem op de bank. En zodra ik zelf speelde, ging hij met mij mee. Er was dus een enorme band. Alles wat ik ben en doe, is grotendeels door hem gestuurd. Daarom bracht ik op de begrafenis ook een eerbetoon aan hem én mijn moeder. Emotioneel, mét traantjes erbij.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE & FRÉDÉRIC VANHEULE – BEELDEN: CHRISTOPHE KETELS/BELGAIMAGE

“Als er één iets is dat overal en bij iedereen terugkeert, dan is het dat Habibou een pertinente leugenaar is.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content