Trainers ontslaan mag dan wel een jaarlijkse en internationale gewoonte zijn, de aanpak van een aantal Belgische voorzitters dit seizoen doet me niettemin de wenkbrauwen fronsen. Het begon bij Bergen. Vorig jaar eindigden de Henegouwers in de linkerhelft van de rangschikking. De ploeg puurde voordeel uit twee factoren. Een : als promovendus was haar spel aanvankelijk ongekend bij de tegenstanders. Twee : met Cédric Roussel had ze de co-topschutter van de competitie in haar rangen. Beide voordelen vielen dit seizoen weg. Wil men dan incalculeren en aanvaarden dat een lagere klassering het logische gevolg is ? Blijkbaar niet, want Marc Grosjean moest al na amper anderhalve competitiemaand opkrassen. Mogelijk kan Bergen met Sergio Brio het behoud verzekeren, maar wie zegt dat Grosjean niet even goed gepresteerd zou hebben ?

Het tweede trainersontslag viel in Deurne. René Desaeyere diende plaats te ruimen voor Doy Perazic. Oké, Antwerp had drie zware 0-4-thuisnederlagen geleden. Maar laten we wel wezen : alle ploegen die Antwerp onder Desaeyere klopten (Anderlecht, Club Brugge, Germinal Beerschot, Moeskroen en Standard) zullen wellicht boven de Great Old eindigen in het eindklassement. Had men eenvoudigweg de competitiekalender bekeken en Desaeyere nog de partijen tegen Bergen en Cercle gegund, dan zou men tenminste nog van een eerlijke kans hebben kunnen gewagen.

Vervolgens was Dante Brogno aan de beurt, die moest wijken voor Robert Waseige. Nochtans komt dit het financieel noodlijdende Charleroi duurder uit. Bovendien : toen Brogno werd opzijgeschoven, bekleedden de Zebra’s geen degradatieplaats en nu wel.

Dan achtte Lokerenpreses Roger Lambrecht de tijd gekomen om zijn trainer aan de deur te zetten. Wie verkondigt nu en public dat de trainer moet gaan als de komende twee wedstrijden niet allebei gewonnen worden ? ! Zo werd de druk op Paul Put onnodig groot. Na het gelijkspel op Cercle û waar ook Standard en Lierse niet wonnen en dat dus toch geen oprapertje was û werd Put dan maar de wacht aangezegd. Dat Lokeren onder dezelfde trainer vorig jaar nog derde werd, was van geen tel. Dat de ploeg met Bangoura zijn vlot scorende spits kwijt was, rekende Lambrecht niet zichzelf maar zijn trainer aan. Kon die het helpen dat bepalende spelers als Kristinsson en Gretarsson uit vorm waren en dat De Beule een terugval kende die je vaak ziet bij jonge spelers na een goed seizoen ? Was er geen kentering ingezet met een vier op zes, meneer Lambrecht ? Nu moet u met Put en Franky Van der Elst twee trainers betalen. En dan maar klagen dat u te weinig geld heeft om zonder fusie te overleven, zeker ?

Nog steeds ruim voor het einde van de heenronde û het is me wat û was trainersontslag nummer vijf een feit. Jan Olde Riekerink moest gaan, Herman Vermeulen wordt eens te meer depanneur. Tiens, kaderde de komst van Olde Riekerink naar het zeggen van Ivan De Witte niet in een meerjarenproject ? En werd hetzelfde ook al niet gezegd bij de aanstelling van Patrick Remy ? Ging het de voorgaande keren zoveel beter nadat Vermeulen had overgenomen ? Kan je het Olde Riekerink aanwrijven dat de Buffalo’s de laatste weken met een scoringsprobleem kampen, als je weet dat Kaklamanos niet adequaat werd vervangen en clubtopschutter Steven Ribus uit roulatie was ?

Vraagtekens. De kronkels van de heren voorzitters roepen niets dan vraagtekens bij me op. Om af te sluiten nog gauw een pronostiekje : Peter Balette van Heusden-Zolder wordt de volgende zondebok. De trainerscarrousel moet en zal nu eenmaal op zijn verschroeiende ritme voortrazen. Waardoor steeds minder trainers hun werk mogen afmaken en het ene ontslag weer tot het andere leidt. Een zekere mate van bezinning over hoe met trainers om te gaan zou onze clubleiders niet misstaan.

Jeroen Tanésy, Schiplaken

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content