Zijn telefoonnummer geeft hij aan geen enkele journalist meer. “Ik ben alle dagen op de club, als ze me wat willen vragen, moeten ze me daar maar vinden”, meent Tristan Peersman, vorig seizoen 10 keer onder de lat. Dan maar donderdagmiddag naar de training ! Met drie keepers waren ze daar, naast de Antwerpenaar ook nog Jan Van Steenberghe (vorig seizoen 13 wedstrijden) en Daniël Zitka (12 matchen). Elk apart zijn wonden likkend, want die ochtend stond in de krant dat Anderlecht rond was met Silvio Proto. Jacky Munaron moet dus niet naar Rio om een nieuwe man te scouten. Tot groot jolijt van de spelers, die, wanneer Munaron de keepers van op twintig meter onder vuur neemt, geregeld Copacabana roepen.
Hoe reageer jij op de komst van Proto ?
Tristan Peersman (blaast) : “Wat moet ik zeggen ? Welkom ? Ik heb hier nog een contract voor één seizoen, en probeer me op training als een prof te gedragen. Voor mij is het nog het makkelijkst van al. De anderen moeten straks vechten voor een plaatsje op de bank, ik heb tenminste duidelijkheid. Ik mag vertrekken en als het niet lukt, dien ik gewoon mijn laatste contractjaar uit. Dan kan ik in januari ergens vrij tekenen. Tweede keeper zal ik hier niet meer worden, maar daar heb ik ook niet zoveel zin in.”
De indruk ontstond dat je het juist moeilijk had met de concentratie.
“Was dat zo ? Neen, hoor. Ik denk dat ik op het veld goed de knop kan omdraaien. Ik heb er tenslotte alle baat bij om fysiek hard te werken, zodat ik klaar ben als ik kan vertrekken. Naast het veld heb ik het er veel moeilijker mee. Daar miste ik soms respect.”
Het discours van de club was ook dubbel : je mag weg, maar toen je vroeg om ergens te testen, zegden ze neen.
“Niet om te mogen testen, wel om medische tests te mogen afleggen. In Engeland. Waar ? Dat doet er niet toe, die kans is inmiddels toch voorbij. Ploegen wachten niet eeuwig op een doelman. Een speler nemen ze er eventueel nog snel bij, maar voor een keeper ligt dat moeilijk.”
Heb je enig idee van de transferprijs ?
“Neen, maar ik kan me niet inbeelden dat ze een grote som geld zetten op de kop van een speler waar ze van af willen. Mijn probleem is dat de Belgische competitie geen naam heeft. Er zijn wel contacten (eind vorige week kreeg Peersman een uitnodiging om twee dagen mee te trainen met Queen’s Park Rangers, maar zijn manager probeerde zondag nog om die test van maandag naar woensdag te verschuiven, nvdr). Het lijkt me eenvoudiger om bijvoorbeeld vanuit de Nederlandse competitie de sprong te maken. Daarom vond ik het zo jammer dat de transfer naar NEC niet doorging. Geen topclub, maar wel een ploeg in een land waar ook de buitenlandse clubs belangstelling voor hebben. Geert De Vlieger is ook van Willem II naar Engeland vertrokken. Ik lees dat Newcastle een knul van 17 bij West Ham wegplukte. Ze werken er aan, misschien valt er nog wel wat uit de bus, het kan nog tot 31 augustus. Ik wacht af. Zo sereen mogelijk.”
Proto is ook je concurrent voor de nationale ploeg.
(Bitter) ” Roger Vanden Stock is nu duidelijk dé kenner op Anderlecht, hij wilde hem absoluut naar Brussel halen. Op basis van wat ? Een paar matchen bij de nationale ploeg ? Hij is nog jong, heeft talent, maar ik wil het straks allemaal nog wel eens zien, als we een maand ver zijn en hij misschien voor het voetlicht onder een hoge bal door gaat. Tot nu heeft men alleen het goede in hem gezien, maar straks komt ook hij onder druk.”
Heb je het gevoel dat je zijn situatie herkent ? Hij is 22, jij was 21 toen je naar Brussel kwam.
“De situatie is helemaal anders, behalve op één punt : de voetbalwereld is heel sterk in het omhoog steken van iemand, om die vervolgens na een foutje genadeloos af te maken. Ik heb het meegemaakt, ik hoop dat hij ervan gespaard blijft. Voor de rest verwijs ik je door naar mijn manager, de bal ligt in zijn kamp.”
Intussen ben jij fysiek en mentaal weer in orde ? Terug een goeie keeper ?
(Cynisch) “Denk je ?”
door Peter ‘T Kint
‘Mijn probleem is dat de Belgische competitie geen naam heeft.’
