Na bekerwinst in 1977 en 2001 heeft FC Twente zijn eerste titel beet. Met dank aan een voorzitter met een dweil, een sul met een paraplu, een psycholoog met een brilletje en een Costa Ricaan met een hoog Poulidorgehalte.

In 1967, twee jaar nadat FC Twente in Enschede opgericht werd, treedt Joop Munsterman (59) in dienst als schoonmaker bij het lokale dagblad Tubantia. Al gauw ruilt hij zijn dweil voor een bureau en in geen tijd werkt hij zich op tot directeur. Een verhaal dat leest als een sprookje zult u denken, maar sinds Munsterman in 2004 voorzitter werd van FC Twente moet het verhaal van de club uit Enschede daar niet voor onderdoen. Met zijn plan ‘FC Twente in de steigers’ haalde de geboren Enschedeër de club eerst uit de financiële problemen. Vervolgens nam Munsterman met het plan ‘FC Twente, meer dan een passend (t)huis’ het stadion onder handen. De capaciteit van De Grolsch Veste werd uitgebreid van 13.250 naar 24.000 plaatsen. “Binnenkort komen er zelfs nog 8000 zitjes bij”, weet Leon ten Voorde, die nu FC Twente volgt voor de krant waar Munsterman met zijn handen in het sop begon. “De voorzitter is een visionair boordevol energie. Veel clubs maken schulden in deze tijden, maar Twente maakt jaar na jaar winst, dat zegt veel. Volgend seizoen trekt hij het budget van de club op van 32 naar 35 miljoen euro.” Sterker nog, in zijn gloednieuwe plan ‘ Closing the gap‘, waarmee Munsterman de komende jaren de kloof met de Nederlandse top wil dichten, is sprake van een budget van 50 miljoen euro.

Psychologie van een winnend elftal

FC Twente had dit seizoen een stabiel en uitgebalanceerd elftal, zo wordt de titel van de Tukkers in de Nederlandse pers verklaard. Niet in het minst is dat de verdienste van Steve McClaren (49), de in Engeland uitgespuugde coach die door Munsterman naar het oosten van Nederland gehaald werd als opvolger van Fred Rutten. Na een pijnlijke passage bij de Engelse nationale ploeg, waar de pers hem smalend the wally with the brolly (de sul met de paraplu) noemde, heeft de Brit zichzelf bij FC Twente heruitgevonden. Hij is niet langer de argwanende en door tabloids getraumatiseerde man die hij was toen hij twee jaar geleden arriveerde in Enschede. Midden april zei hij daarover in een interview met The Guardian: “Bij de nationale ploeg heb ik het ergste meegemaakt. Ik dacht: méér kan ik niet over me heen krijgen. Vandaar dat ik nu niet meer bang ben om te mislukken.” McClaren is een maestro in man-management. Dat zegt ook Sir Alex Ferguson, die McClaren van 1998 tot 2001 naast zich had als assistent, in zijn autobiografie: “Hij heeft snel een klik met de spelers.” Ook Jim Smith, die McClaren in 1996 naar Derby County haalde, is het daarmee eens: “Steve kan geweldig goed met spelers omgaan. Hij begrijpt wat de beste voetballers verlangen en verdient daardoor heel snel respect.” In Enschede gaf McClaren de oudere spelers verantwoordelijkheid, enthousiasmeerde hij de jonge garde en indoctrineerde hij de reserves met het idee dat ze de beslissende goal in de titelstrijd gingen maken. Zijn motto is: “Als je geen ster kunt zijn, zorg er dan in elk geval voor dat je geen wolk wordt.”

Die spreuk komt letterlijk uit het leerboek van Bill Beswick, ooit de mentale coach van topsporters als Roger Federer en Tiger Woods, en al vijftien jaar de steun en toeverlaat van Steve McClaren. Die laatste is al vanaf het begin van zijn trainerscarrière op zoek naar de psychologie van een winnend elftal. Toen begin jaren negentig de Premier League van de grond kwam en de spelerssalarissen in Engeland exponentieel begonnen te stijgen, verdiepte hij zich in het werk van de Amerikaanse basketbalcoaches Pat Riley en Phil Jackson. Die hadden immers al langer ervaring met miljonairs in de kleedkamer en de vraag hoe je die nog kon motiveren en laten functioneren in het groepsproces.

Afgelopen seizoen heeft McClaren Beswick drie tot vier keer uit Engeland ingevlogen om de spelers van Twente onder handen te nemen. Zo trakteerde de mental coach de Tukkers op een indrukwekkende film over de haka, de rituele dans die de rugbyspelers van Nieuw-Zeeland vlak voor het begin van een wedstrijd opvoeren om de tegenstanders angst in te boezemen en de eigen borst te laten zwellen. McClaren verklaarde de interventies van Beswick in het Nederlandse weekblad Voetbal International: “Er zijn verschillende manieren om voetballers te motiveren. De ene keer laat je een film zien met veel gecreëerde kansen en goals, of met een aaneenschakeling van pittige tackles. De andere keer laat je iemand als Bill een praatje houden. Hij brengt dezelfde boodschap als ik, alleen is het goed dat de spelers die een keer uit een andere mond en op een andere toon horen.”

McClaren introduceerde Beswick ook bij Manchester United, waar Sir Alex Ferguson aanvankelijk knorrig en wantrouwend reageerde op de komst van de zielenknijper, maar dat veranderde al gauw. Met McClaren en Beswick in de kleedkamer werd United drie keer op rij kampioen, won het de Champions League en de FA Cup. De spelers zwoeren bij de input van de mental coach, die hen in de kleedkamer ooit het verhaal vertelde over drie kerels die aan het metselen waren. Alle drie kregen ze de vraag wat ze deden. “Stenen stapelen”, zei de eerste. “Ik ben tien euro aan het verdienen”, antwoordde de tweede. En de derde zei: “Ik ben een kathedraal aan het bouwen en op een dag neem ik daar mijn kinderen mee naartoe en vertel ze dat hun vader heeft meegewerkt aan de realisatie van dit geweldige bouwwerk.” Een halfuur later rolde de bal, renden de mannen en maakte David Beckham een geweldig doelpunt. Hij liep het hele veld over en jubelde: “Kathedralenbouwers tegen stenensjouwers: 1-0.”

Naar verluidt ging ook Roy Keane, toch niet bepaald iemand die je ervan kunt verdenken dat hij graag in zijn ziel laat knijpen, overstag voor Beswick. Toen Keane later trainer was van Sunderland maakte hij geregeld gebruik van de psycholoog met het brilletje: “Hij heeft het vermogen een speler te laten geloven dat die de beste voetballer van de wereld is. Ik heb als trainer een open mind ten opzichte van een mental coach. De ene speler kan alleen func-tioneren als hij vijf keer per week op de massagetafel ligt, de andere heeft baat bij mentale training. Soms is dat één keer per jaar, soms één keer per dag.”

De frivoliteit van Bryan Ruiz

Beswick probeerde de spelers van Twente vooral bij te brengen hoe ze van gewone voetballers konden veranderen in winnende voetballers. Die houding heeft de ploeg gaandeweg steeds beter onder de knie gekregen. Anders dan vorig seizoen, waarin het tweede werd na AZ, was het elftal dit seizoen meer in staat om te focussen.

Ook Leon ten Voorde heeft dat gezien: “Eigenlijk voetbalt Twente minder goed en minder zwierig dan vorig jaar, maar er wordt wel meer op resultaat gespeeld. Heel vaak hebben ze gewonnen in de slotfase. Altijd bleven ze rustig en hadden ze er vertrouwen in dat de winnende treffer wel zou komen. Ze hebben maar twee keer verloren en dertien wedstrijden met één doelpunt verschil gewonnen.” Dat klopt: alleen in Amsterdam (3-0) en Alkmaar (1-0) moesten de Tukkers het onderspit delven tegen Ajax en AZ. In tien van die dertien wedstrijden die FC Twente met één doelpunt verschil won, scoorde de nog altijd maar 24-jarige Bryan Ruiz. Zeven keer was zijn doelpunt zelfs de winninggoal.

Het belang van de Costa Ricaan was dus nauwelijks te onderschatten. Dat gaf ook middenvelder Theo Janssen vorige maand in Voetbal International aan: “De aanwezigheid van Bryan is voor ons een mentale oppepper. Hoe een wedstrijd ook loopt, Bryan scoort altijd. Dat gegeven geeft rust in het elftal.” De laatste competitiewedstrijd van Twente tegen NAC was op zondag 2 mei om halfzeven ’s morgens overigens live te volgen op tv in … Costa Rica. Of hoe een heel land met zijn stervoetballer meeleefde.

Als Ruiz de titel niet had gepakt, zou hij ondanks zijn overduidelijke klasse stilaan de Raymond Poulidor van het voetbal geworden zijn. Het lijstje begint indrukwekkend te worden. Met Costa Rica: net niet geselecteerd voor het WK 2006 in Duitsland en net niet gekwalificeerd voor het WK 2010 in Zuid-Afrika. Met AA Gent: net naast de derde plaats gegrepen in 2008/09 (Ruiz miste de penalty in de laatste seconde tegen Standard), en tweede in de Profvoetballer van het Jaar 2009 na Mbark Boussoufa. Met FC Twente: net naast de kwalificatie voor de poules van de Champions League gegrepen (in de toegevoegde tijd scoorde het Portugese Sporting in De Grolsch Veste de 1-1, terwijl de heenwedstrijd op 0-0 geëindigd was) en tweede in de topschutterstand na Luis Suárez. “En dat terwijl Ruiz de betere voetballer is”, zegt Leon ten Voorde aan de telefoon, terwijl op de achtergrond de Ajaxman op de redactie van Tubantia luid protesteert. Ten Voorde volhardt: “De frivoliteit van Ruiz vind ik mooier dan het stamperige van Suárez.”

Uiteraard is niet alleen de waarschijnlijk straks vertrekkende Ruiz verantwoordelijk voor het goeie seizoen van de jongens uit Enschede. Nog een aantal andere namen verdienen een eervolle vermelding. Er is de bijna 40-jarige keeper Sander Boschker, wiens grootste wapenfeit tot nog toe de bekerfinale van 2001 was. In een tot de nok gevulde Kuip nam FC Twente het toen op tegen torenhoog favoriet PSV. De doelpuntloze wedstrijd mondde uit in een strafschoppenreeks. Daarin kwam Twente na missers van Heubach en Vennegoor of Hesselink op een 1-3-achterstand. Komt niet meer goed, denk je dan, maar dat was zonder Sander Boschker gerekend. Hij pakte drie penalty’s op rij en de beker ging naar Enschede. Dit seizoen presteerde de doelman zeer constant. Wellicht mag hij straks met Oranje mee naar Zuid-Afrika.

Ook Blaise N’Kufo was niet weg te denken uit het kampioenselftal. De bijna 35-jarige Zwitser van Congolese afkomst was tot voor dit seizoen al zes keer na elkaar topschutter van FC Twente geworden. Ook deze jaargang, zijn laatste bij de club uit Enschede, was hij toch weer goed voor twaalf goals.

Achteraan is de 22-jarige Braziliaan Douglas de absolute topper. De centrumverdediger, wiens marktwaarde geschat wordt op vijf miljoen euro, stond in de belangstelling van meerdere topclubs, maar koos ervoor om zijn contract bij Twente tot 2012 te verlengen.

U leest het goed: Boschker stilaan op pensioen, N’Kufo en Ruiz weg, Kenneth Pérez (35) die aan stoppen denkt … Als FC Twente de lijn wil doortrekken, kan het voor volgend seizoen versterking gebruiken. Leon ten Voorde is optimistisch: “Vorig seizoen verloor Twente met Marko Arnautovic ( amper aan de bak komend bij Inter, nvdr) en Eljero Elia ( bij Hamburger SV, nvdr) twee smaakmakers. En toen kwam Ruiz, dus je weet nooit wie er nu komt.”

Weinig vuurwerk

Met de vuurwerkramp uit mei 2000 nog vers in het achterhoofd zijn er afgelopen zondag in Enschede waarschijnlijk niet te veel vuurpijlen de lucht ingegaan. Maar net zoals in 2001 bij de bekerwinst zal het feest in de stad dagenlang duren. De enigen die in al dat feestgedruis met de handen in het haar zitten, zijn de schrijvers van het clublied van FC Twente. Aan de titel van het uit de jaren zeventig stammende ‘Eenmaal zullen wij de kampioenen zijn’ zal serieus gesleuteld moeten worden. Misschien moeten ze daar maar van maken: ‘Eenmaal zullen wij de Cham-pions League winnen’

door steve van herpe, aernout van lindt en peter wekking

“Zeven keer was een doelpunt van Bryan Ruiz de winninggoal.”

“Als je geen ster kunt zijn, zorg er dan in elk geval voor dat je geen wolk wordt.” Bill Beswick

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content