Twee oefeninterlands drukten het voorbarige najaarsoptimisme dat rond de Rode Duivels was ontstaan. Tegen Duitsland rammelde de verdediging, werd het middenveld weggeblazen en maakte de aanval niets klaar.

Als een coach moet toegeven dat 3-0 een correcte uitslag is, weet je het wel. AiméAnthuenis kon het vrij gemakkelijk, vorige week woensdag in Keulen, na de kansloze nederlaag tegen Duitsland. Al bij het nemen van de groepsfoto voor de aftrap etaleerden de Rode Duivels de chaos die ze nadien ook bij standaardsituaties tijdens de match aan de dag zouden leggen.

Twee oefeninterlands tegen landen uit de topvijf van de wereld – Frankrijk en Duitsland – hebben het vertrouwen van en over de nieuwe groep Belgische internationals genadeloos onderuitgehaald. Telkens maakten de Duivels geen goede beurt. Erger : tegen Duitsland was het nog slechter dan tegen Frankrijk. Wat er op de mat werd gelegd, was van het zwakste uit de voorbije jaren. Als beginnelingen afgemaakt op standaardsituaties, in gevaar bij elke corner en zelf offensief niks klaargemaakt.

Lichtpuntjes ? Invaller Grégory Dufer misschien, die een paar aardige bewegingen in huis had en één schot tussen de palen stuurde. Didier Dheedene kreeg ook nog een bedankje, voor de moeite die hij nam om in allerijl van Wenen naar Keulen te komen om de pas vader geworden Timmy Simons te vervangen. Hij moest de verdediging organiseren, wat min of meer lukte in het veldspel, maar niet bij de spelhervattingen. Andere lichtpunten werden zelfs na ampel beraad niet gevonden.

Natuurlijk waren er verzachtende omstandigheden. Onbeschikbaar waren behalve Simons ook nog Emile Mpenza (spierletsel), Wesley Sonck, Geert De Vlieger, Daniel Van Buyten en Bart Goor. Dat scheelt. Anderzijds : tegen Frankrijk was iedereen wél van de partij, op Goor na. In Keulen bleek dus dat de spoeling achter deze mannen dun is. Op links lijkt niemand klaar om Bart Goor op te volgen : Peter Van derHeyden noch Tom Soetaers maakten iets klaar tegen Frankrijk, Jonathan Blondel of Filip Daems tegen Duitsland evenmin. De manier waarop bij de Duitsers Torsten Frings naar binnen kneep en daar veel steun bood aan Michael Ballack en kopzorgen aan Philippe Clement, die niet wist waar eerst de gaten dicht te lopen, was uitstekend. Geen van beide Belgische buitenspelers echter die er een voorbeeld aan nam. Blondel kon de techniek noch de duelkracht die hij bij Brugge al liet zien, ook op een hoger niveau uitspelen. Amper een paar wedstrijden in de basis van Club en dan direct tegen Duitsland, op een ongewone positie : het was te vroeg. Daems startte voorzichtig en zat pas tegen het einde in de match.

Dit zijn wedstrijden, hoorde je na afloop, om dingen uit te testen, maar ook om te relativeren. Succes op Belgisch niveau, bijvoorbeeld. Zoals dat van Blondel, of dat van nationaal topschutter Luigi Pieroni. Negentig minuten lang vond de Moeskroenaanvaller geen enkel gaatje tegen een ervaren Duits duo, dat in een zetel speelde en doelman Jens Lehmann geen gelegenheid gaf om zich in de kijker te spelen. Emile Mpenza had de trage Duitsers pijn kunnen doen, Pieroni niet – hij viel vooral op door zich na een overtreding telkens te verontschuldigen bij de tegenstander. Scoren doet hij vlot in België en er staat al een flink transferbedrag op zijn hoofd.

Pieroni is levensgevaarlijk in de zestien, maar kwam daar nooit. In de andere onderdelen van het spel blonk hij uit door onmacht : slecht in de kaats, slecht in het kiezen van de juiste loopactie, zelden in de hoeken duikend, zelden aanspeelbaar en niet in staat een bal bij te houden. Als verzachtende omstandigheid geldt dat hij te veel op een eiland stond. Hulp kwam er niet van zijn ploegmaat bij Moeskroen, Mbo Mpenza, die nooit over de sterke Philipp Lahm geraakte en zelfs vaak door hem werd teruggedrongen. Ook van Thomas Buffel kwam er geen steun : de Feyenoorder vond de kaats niet en de aansluiting evenmin. Buffel kan topvoetbal aan, maar moet goed omringd zijn en in de nationale ploeg is dat niet zo : daarvoor speelt die niet compact genoeg.

Dat de Rode Duivels zowel tegen Frankrijk als tegen Duitsland offensief niet uit de verf kwamen, heeft veel te maken met de figuur en de positie van Walter Baseggio. Marc Wilmots, wiens kracht in de topwedstrijden duidelijk wordt gemist, stipte het vooraf aan in de Duitse media : België speelt met twéé verdedigende middenvelders. Baseggio verzet behoorlijk wat minder werk dan Clement, maar positioneel is het nummer zeven van België wel vaak op de hoogte van de Bruggeling te vinden. Héél vaak zelfs, als hij minder goed draait. Zijn pass is nog steeds de zuiverste van alle Belgen, maar zijn rendement in de voorbije twee interlands erg laag. Zelf komt hij ook nooit in schietpositie. Vergelijk dat met Patrick Vieira of Ballack, van wie ze bij Bayern ook beweren dat hij een nummer zes is, en je weet het wel.

De les van de voorbije interlands is misschien wel dat Anthuenis zijn veldbezetting op het middenveld wat moet herzien. Nu is het te mager bezet en ook niet krachtig genoeg, zodat het door elke ietwat stevige tegenstander wordt weggeblazen.

Oefeninterlands zijn er ook om dingen uit te proberen tegen dat de WK-kwalificatiecampagne begint in september. Zoals nieuwe spelers. Frankrijk kon een maand geleden een aantal vedetten aan de kant laten zonder dat dit tot noemenswaardig kwaliteitsverlies leidde. Dat kan België niet. Erg hoeft dat niet te zijn, want Duitsland was geen tegenstander die het ritme omhoog trok. Alleen deden de Rode Duivels het niet alleen offensief slecht, ook defensief rammelde het. Ver van de man dekken, weinig onderlinge coaching : het viel nog mee dat het niet uitdraaide op een regelrecht drama.

Wat te denken van het geklungel op corners. Drie verwittigingen kregen Frédéric Herpoel en co, alvorens Kevin Kuranyi op slag van rust een bal met de heup binnen duwde. Herpoel, al jaren de nummer twee van de nationale ploeg, bleef vastgenageld op zijn lijn, rekenend op zijn reflexen of een bij de doelpaal opgestelde ploegmaat. Geert De Vlieger doet het ook zo. De vaststelling is dat België lijnkeepers heeft opgeleid, maar geen mannen die heersen in hun doelgebied. Geen complete keepers. Daarom wellicht zit Herpoel, vlekkeloos in eigen land, nog steeds bij AA Gent en niet bij een buitenlandse topclub, zoals zijn overbuur Lehmann. En wat er bij de 2-0 allemaal misliep, was van miniemenniveau – met alle respect voor miniemen.

Duitsland – België was, om het positief uit te drukken, leerrijk. Vincent Kompany (volgende week 18) meldt zich, vooralsnog met hoogtes en laagtes, en Grégory Dufer (22) is op rechts misschien de wissel op de toekomst als hij zich straks bij een Belgische topper kan ontwikkelen. Op de andere posities is het bang wachten tot de titularissen terugkeren. Een linksachter heeft Aimé Anthuenis evenmin gevonden. Dus maar weer uitkijken naar de volgende oefeninterland, op woensdag 28 april, thuis tegen Turkije.

door Peter T’Kint

Kompany meldt zich, en Dufer misschien, maar een linksachter is nog steeds niet gevonden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content