Eigenlijk was Trond Sollied niet van plan om naar AA Gent terug te keren, maar nu hij er is, wil hij van zijn verblijf voor de club én voor zichzelf een win-winsituatie maken.

Een paar weken geleden rinkelde Trond Sollieds telefoon : AA Gentmanager Michel Louwagie aan de lijn. Wat Tronds plannen waren en of ze eens konden praten, voor het geval er iets verkeerd liep tussen Gent en Georges Leekens ? Toen al leek duidelijk dat de relatie tussen die twee gauw zou stranden. Sollied kreeg het telefoontje toen hij in Dubai onderhandelde over een trainerscontract. Meer dan 1 miljoen euro netto kon hij er verdienen. Ook in Saudi-Arabië wachtte hem een soortgelijk contract. Maar de Noor had na Olympiacos in zijn carrièreplanning een andere stap in gedachten dan die naar de Arabische wereld, in het voetbal synoniem voor een vetbetaald fin de carrière en niet meteen de ideale bestemming voor iemand die nog hoge sportieve ambities koestert.

Het ontslag bij Olympiacos – het eerste in zijn trainersloopbaan – ligt Sollied zwaar op de maag. Tot dan verliep zijn trainerscarrière in stijgende lijn. Die lijn wilde Sollied graag doortrekken. Maar aanbiedingen op Champions Leagueniveau bleven uit. Wel was hij in beeld bij gerenommeerde clubs. Bij Hertha BSC zat Sollied bij de laatste drie trainerskandidaten, maar de Duitse club koos voor de Zwitser Lucien Favre. Ook met VfL Wolfsburg, dat opteerde voor Felix Magath, en Feyenoord, waar hij het moest afleggen tegen Bert van Marwijk, sprak de Noor. Zonder resultaat. Bordeaux was een mogelijkheid, maar de Franse club koos op 8 juni voor debutant Laurent Blanc. Dus wilde Sollied wel eens met Gent praten, al had hij in feite meer zin in iets anders. Sowieso zou hij na Dubai korte tijd naar Gent terugkeren, waar hij een appartement kocht. Niet met het oog op een terugkeer naar de Belgische competitie, maar om puur praktische familiale redenen. Zijn vrouw is van Gent en een vaste stek leek het koppel een betere oplossing dan bij een terugkeer telkens op hotel te moeten gaan.

Lokeren

Het gesprek met Gent, in het Latemse klasserestaurant Auberge du Pêcheur, verliep ondanks de breuk met Gent van zeven jaar geleden in een aangename sfeer en duurde lang. Eerder was de Noor na zijn terugkeer uit Dubai ook al eens met Lokeren gaan praten, op verzoek van die club. Maar dat leidde niet meteen tot verdere stappen. In Latem lichtte Sollied zijn situatie toe : dat hij bij verschillende clubs nog op de wachtlijst stond en in principe niet van plan was om een stap terug te zetten door naar Gent terug te keren. Maar, voegde hij eraan toe, een gesprek was niet uitgesloten als hij tijdens zijn vakantie in Gent nog steeds geen club had én Leekens op dat moment bij Gent weg was. Stilaan raakten alle vacante trainersplekken bezet. En zin om een volle zomer zonder club te zitten, waardoor de kans steeg dat hij aan het begin van het seizoen werkloos moest wachten tot er ergens iemand ontslagen werd, had de Noorse trainer niet.

Voorzitter Ivan De Witte voelde de twijfel. Als De Witte ergens zijn zinnen op zet, wil hij ver gaan om zijn doel te bereiken. Hij voelde dat Sollied Gent nog in zijn hart droeg : in de loop van de jaren keerde Sollied, wanneer hij even tijd had, steeds vaker spontaan naar Gent en AA Gent terug, om er oude bekenden op te zoeken en een pintje te drinken.

Kort na het gesprek kondigde Leekens – zoals men in Gent verwacht had – zijn vertrek aan. Maar De Witte wilde zich nog even bezinnen over Sollieds eisen. De trainer wilde zowel Cedomir Janevski als Chris Van Puyvelde als assistent. Voor een subtopper als Gent zou dat een zware hap uit het budget betekenen. Terwijl Gent én Sollied zich bezonnen, kreeg de Noor begin vorige week een aanbieding van het Turkse Gençlerbirligi. Sollied kon direct tekenen voor een riant salaris én één van zijn assistenten meenemen. Maar de Noor was niet van plan zijn engagement naar Janevski en Van Puyvelde te breken en hapte niet toe. Dinsdagavond volgde nog een lang gesprek met Gent. Ook daar bleef de trainer vasthouden aan zijn eis : mét beide assistenten of helemaal niet.

Woensdagmiddag hapte Gent toe. Sollied tekende voor twee jaar en benadrukte dat hij niet van plan is om tijdens het seizoen te vertrekken als een grote club zich meldt. Na de competitie kan dat wel. Een clausule voorziet een opstapmogelijkheid na één jaar. Niemand gaat ervan uit dat de Noor zijn twee seizoenen uitdoet, maar in voetbal weet je nooit.

Wat hem sportief wacht, wist Sollied niet toen hij tekende. Vrijdagochtend zat hij daarom aan tafel om met de club het sportieve plaatje te bespreken. Interviews wees hij de eerste dagen af : veel zin om terug te blikken op zijn ontslag bij Olympiacos had hij niet. En over het nieuwe Gent kon hij nog niets vertellen.

Verzameling nobody’s

Bijna negen jaar geleden stapte de toen 39-jarige vrijgezel Johan Trond Sollied op een zondagavond in oktober in Brussel van het vliegtuig om ’s anderendaags in Gent te tekenen. Bij een scoutingopdracht in Noorwegen waren manager Louwagie en voorzitter De Witte via een gemeenschappelijke kennis aan de Noor voorgesteld. Beiden raakten onder de indruk van ’s mans charisma en voetbalideeën. De Witte wilde wel eens iemand die niet uit het gebruikelijke lijstje van trainers kwam.

Toen hij tekende, wist Sollied – net als nu – amper iets van Gent. Pas in december, toen zijn seizoen bij Rosenborg erop zat, ging Sollied bij Gent aan de slag. Eerst observeerde hij een aantal weken in alle stilte de ploeg en de manier van werken. Na Nieuwjaar ging hij aan de slag en eindigde, midden in het leerproces, achtste.

Voor zijn eerste volledig seizoen, 1999/2000, werd een achtste plaats voorspeld. Elf nieuwe spelers had Gent. Grote namen in het voetbal waren Emile Sterbal, Tamas Szekeres, Eric Joly, Saso Gasjer, Tarik Kharif, Cédric Carrez en Anders Christensen niet bij hun aankomst in Gent. Bij Sollied beleefden ze hun moment de gloire. Van een verzameling nobody’s die mekaar nooit tevoren gezien hadden en amper met mekaar konden praten, maakte de Noor in géén tijd een flink geolied team dat de principes van het zonevoetbal die hij wilde aanleren, beheerste. Twee Belgen haalden de basiself : doelman Frédéric Herpoel en linksbuiten Gun- ther Schepens. In de spits scoorde Ole Martin årst goals bij de vleet en hij werd voor veel geld aan Standard verkocht, nadat hij bij Anderlecht weggelachen was. Tomas Vasov vertrok na zijn verblijf bij Gent naar China, als linksachter maakte Sollied van Ivica Dragutinovic (door Boskamp aanvankelijk niet goed genoeg bevonden) een sterkhouder in de eerste klasse. De Serviër zou als enige van de kern de Europese top bereiken : hij won onlangs met FC Sevilla de UEFA Cup en werd international.

Het gebrek aan namen in zijn team vond Sollied geen reden om niet aanvallend te voetballen of zijn werkmethode aan te passen. “Je hebt niet al de beste spelers nodig, maar jongens die bij mekaar passen”, was zijn motto. Al na vier weken toonde Sollied dat hij, zoals hij bij zijn komst had voorspeld, in geen tijd zonevoetbal kon aanleren. Co Adriaanse, die met Willem II aan de Champions League zou deelnemen, wist niet wat hij zag toen hij even voor die competitie begon tegen Gent kwam oefenen : de Buffalo’s speelden zijn team wég : 6-1 !

Negen maanden later eindigde Gent derde en dwong een UEFA-ticket af. Slechts één keer in de clubgeschiedenis deed Gent beter : in het seizoen 1954/55 eindigde het tweede. De laatste twintig jaar presteerde alleen René Vandereycken even goed. Ook met hem eindigde Gent in 1991 derde.

Winnen van Real

Voor de pers bracht de komst van de Noor in 1999 een frisse wind. Al na drie maanden zei hij zonder verpinken : “Straks kan AA Gent winnen van Real Madrid !” Om er, nadat de journalist achterover was gevallen, droog aan toe te voegen : “Maar niet elke dag !” Waarom hij nooit boslopen gaf op training ? “Omdat ik nog nooit een boom op een voetbalveld heb gezien.”

Ook bij Club Brugge schrokken ze dat de trainer ’s ochtends niet als eerste in de kleedkamer was en af en toe net op tijd arriveerde, toen de meeste spelers al op het oefenveld stonden.

Niet iedereen in de Belgische eerste klasse was amused met de aanpak van de Noor. Die zei doorgaans vlakaf wat hij dacht en zette wel eens kwaad bloed met zijn no-nonsenseuitspraken. Toenmalig Charleroitrainer Robert Waseige viel bijna van zijn stoel toen Sollied op de persconferentie na de match een pintje aannam en droogweg zei dat dat het beste van de hele avond was. Waseige vond het wél een behoorlijke wedstrijd. De termen ‘ so-so-game’ en ‘win-winsituaties’ zijn sinds zijn komst vaste uitdrukkingen in het Belgisch voetbalrepertorium. De andere trainers voelden zich wel eens tekortgedaan ten opzichte van de Noor, die door de pers wel eens werd voorgesteld alsof hij persoonlijk het voetbal had uitgevonden. Wat dus – nog even duidelijk maken – niet het geval was.

Efficiënt was het wél. Behalve in de Europese wedstrijden bouwde Sollied zelden zekerheden in. Altijd ging hij voluit voor de zege, ongeacht over wie hij kon beschikken. Omdat, zei hij, het de bedoeling van het voetbal is om zoveel mogelijk te scoren. Buikgevoel was aan hem niet besteed, iedereen wist tot in de puntjes wat hij moest doen, via het shadowgame, tactische training op het veld in plaats van voor het bord. De topclubs die eens ter plaatse gingen kijken, waren dolenthousiast : Anderlecht was lovend, Standard wilde hem, uiteindelijk zou Club hem onder De Wittes neus weglokken.

Minder tevreden waren jonge Belgische spelers, die amper aan bod kwamen. Kristof Snelders stapte op omdat hij niet inzag hoe hij een betere voetballer werd door van school naar de club te spurten en daar grensrechter te spelen bij een oefenpartijtje. Belofte-international Thomas Chatelle zag zijn aantal speelminuten drastisch verminderen. Ook bij Club haalde men na vijf jaar voorspelbare aanpak opgelucht adem. Twee jaar later wordt hij in Brugge meer gemist dan men wil toegeven.

Toen Sollied vorige week tekende, zaten bij Gent nog twee spelers uit zijn beginperiode. Maar het is weinig waarschijnlijk dat de contracten van Sandy Martens en Frédéric Herpoel vernieuwd worden. Een makkelijke opdracht wacht de nieuwe trainer niet. Met minder dan de derde plaats zal niemand tevreden zijn. Hij riskeert de haast mythische herinneringen aan zijn vorige verblijf weg te wissen. De smaakmakers van afgelopen seizoen ( Alin Stoica en Adekanmi Olufade) waren menselijk erg aan Leekens gehecht. Vraag is ook hoezeer Sollied zich kan opladen voor een opdracht waarop hij in feite niet zat te wachten.

Qua pr-stunt scoorde De Witte alvast een voltreffer. Publiek en bestuur zijn begeesterd, de abonnementen zullen de deur uit vliegen en gezellig wordt het met de Noor zeker.

Sollied wéét dat met Gent opnieuw geschiedenis schrijven een stuk moeilijker wordt dan de vorige keer. Als het lukt, wordt het, om het met een typische Sollieduitdrukking te zeggen, voor beiden een ‘win-winsituatie’ : dan krijgt Gent een definitieve duw naar de top en mag Sollied zich opmaken voor aanbiedingen van topclubs. Ivan De Witte wrijft zich nu al in de handen. Voor de Gentse preses kan het nieuwe seizoen niet gauw genoeg beginnen. S

door Geert Foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content