Na zijn glorieperiode in de eerst klasse was Raymond Jaspers op bijna alle niveaus van het Belgisch voetbal actief. Meestal in combinatie met een voltijdse job als zelfstandig verzekeringsmakelaar.

“Het is dat ik tijd tekortkom, anders zou ik me nog veel meer kunnen toeleggen op het trainersvak”, zegt Raymond Jaspers ons in zijn relatief nieuwe kantoor in het centrum van Lommel. “Ik doe het verdomd graag, maar ben niet de man om mezelf overal te gaan aanprijzen. De meeste voetballers uit de eerste klasse die nu de schoenen aan de haak hangen, hebben nooit iets anders gedaan dan gevoetbald. Zij zijn dus de eersten die de trainersmarkt opgaan, ook al hebben sommigen het financieel niet echt meer nodig. Ik behoor nog tot de vorige generatie, die weliswaar goed heeft verdiend maar niet in die mate om nu te rentenieren. Vandaar dat ik in de herfst van mijn loopbaan begon met een bank- en verzekeringskantoor. Eerst met mijn vrouw, en sinds kort ook met mijn dochter. Mijn zoon leeft zich uit als computerspecialist bij de parfums van Estée Lauder. Het kantoor eist mijn volle aandacht, ook al heb ik voldoende hulp. Maar een job in het profvoetbal lijkt nu wel uitgesloten. Het blijft niet meer dan een nooit gerealiseerde droom.”

Toch staat Raymond Jaspers nog vaak op de groene mat, maar dan wel tussen de jongeren, niet langer als speler-trainer van een A-elftal. “Na mijn zware auto-ongeval enkele jaren geleden kon ik het fysiek niet langer aan. Bij de jeugd van KSVK United voel ik me nu als een vis in het water. Ik train de knapen en we hebben een heel goede ploeg. Ik merk dat zowel de kinderen als de ouders mijn werk appreciëren en dat is, zonder mezelf op een voetstuk te willen plaatsen, toch het mooiste bewijs dat ik het nog niet zo slecht doe. Toen ik nog in bevordering bij Heist aan de slag was, zei Paul Van Nuffelen, één van mijn spelers, het nog in Gazet van Antwerpen : ‘Raymond Jaspers, die is eerste klasse waard.'”

Het jeugdvoetbal in Lommel kreeg met het faillissement van SK Lommel een zware klap, weet Jaspers. “Tientallen jeugdspelertjes waren verplicht om uit te zwermen naar clubs in de buurt. Vaak liggen die op meer dan een half uur rijden van Lommel. Vooral voor de ouders is dat een slopende onderneming. Het kan er alleen maar beter op worden als United straks naar tweede klasse promoveert. Dan komen er vier jeugdploegen bij en krijgen ook de trainers die na het verdwijnen van Lommel geen werk meer hadden, weer een job op de club. Mijn vurige hoop is dat de nieuwe fusieclub het voetbal opnieuw doet leven in de gemeente. Een plaats in tweede klasse zou de club toch al iets meer in de publiciteit brengen. Ik gun het Luc Beyens van harte. Samen hebben we nog de jeugd van Lommel onder onze hoede gehad en ik lag een tijdje met hem in de balans voor de functie van hoofdtrainer bij United.”

Uit zijn verleden als speler blijven Raymond Jaspers vooral de mooie momenten bij. De titel met KV Mechelen in tweede klasse, het bereiken van de Europacupfinale tegen Ajax en de gloriejaren onder Tomislav Ivic bij Anderlecht. “Al was ik bij Ivic voor de doorsnee competitiewedstrijd vaak slechts twaalfde man. Ik speelde vooral in de belangrijke wedstrijden als hij een extra verdediger nodig had. Toch was mijn vertrek bij Anderlecht de slechtste beslissing uit mijn leven. Ik kon voor drie jaar bijtekenen, maar dreigde met het statuut van twaalfde man vrede te moeten nemen. Michel Verschueren zei me : ‘Of je blijft, of je gaat naar Antwerp.’

“Het werd Antwerp, waarna Anderlecht Walter Degreef aantrok, ook een product van Beringen. Heb ik me dat beklaagd ! Trainer Davidovic zei me op een bepaald moment dat hij me niet kon opstellen omdat ik niet goed in de groep lag. Het was aanvoerder Gaston Boeckstaens, met wie ik hoegenaamd geen problemen had, die me uitlegde wat er precies scheelde. Toen Theo Custers er doelman was, zette die als Limburger heel de ploeg naar zijn hand. Hij bulderde er geregeld op los, wat bij de fiere Antwerpenaars niet in goede aarde viel. Van dan af waren Limburgers niet langer gewenst in de spelersgroep en ik was daar het eerste slachtoffer van.

“Gelukkig kon ik het jaar nadien naar KV Mechelen, waar Leo Canjels het roer overnam. We werden kampioen in tweede en toen brak mijn beste periode pas echt aan. Bij KV Mechelen, toch niet zover van Antwerpen, hadden ze met Limburgers geen problemen.”

door Stefan Van Loock

‘Wat mijn mooiste momenten moesten worden, werden mijn grootste ontgoochelingen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content