Twee bakken bier voor 50 goals

© CHRISTOPHE KETELS

Elke maand laten we hier een voetballer uit de lagere reeksen aan het woord. Deze keer: Stijn Molenberghs, speler bij derdeprovincialer Kadijk SK in Limburg.

Tijdens mijn opleiding bij Lommel ben ik twee of drie jaar ploegmaat geweest van Hans Vanaken, van wie je meteen zag dat hij veel beter was dan de rest. Ik was niet goed genoeg om in die ploeg mee te draaien en op mijn 16e kreeg ik te horen wat geen enkele jeugdspeler wil horen: je zou het beter ergens anders proberen. Uiteindelijk heb ik bij de senioren toch een aantal jaar in nationale en aan de top in eerste provinciale gespeeld. Na het vorige seizoen bij Mol-Wezel heb ik voor mezelf uitgemaakt dat het beter was om af te zakken. Bij die club stond ik lager in de pikorde dan Jentl Gaethofs en Kevin Janssens, twee spelers die ervaring hadden op een hoger niveau, en ik kon het niet meer opbrengen om te trainen voor invalbeurten van amper vijf minuten. Blessures – een gebroken enkel, twee maal gescheurde gewrichtsbanden en een meniscusoperatie – hebben mijn lichaam geen goed gedaan. Drie keer trainen en in het weekend een wedstrijd spelen is niet meer voor mij weggelegd. Maar zelfs in derde provinciale heeft mijn lichaam tijd nodig om te recupereren. Pijnvrij voetballen zit er niet meer in voor mij; de laatste keer was minstens zes jaar geleden.

Iedereen in de reeks kent mij nu.’ Stijn Molenberghs

‘Derde provinciale is in principe iets te laag voor mij, maar op mijn 30e heb ik niet meer de ambitie om in eerste provinciale of vierde klasse te voetballen. Nu kan ik mij op training eens verstoppen als ik mij wat minder voel, terwijl ik hogerop elke week zou moeten knokken om erbij te zijn. Dit is trouwens het eerste seizoen in mijn carrière dat ik er bovenuit steek. Ik zit al ver boven de 30 goals, waaronder twee strafschoppen, een stuk of drie vrije trappen en twee corners die rechtstreeks binnengingen. Tegen Houthalen gaf ik twee assists en scoorde ik vanop de middellijn. Ik ben niet obsessief bezig met mijn statistieken, maar die titel van topschutter houdt mij wel bezig. Ik wil op het einde van het seizoen in de Versuz uitgenodigd worden voor het Gala van de ‘Provinciale Voetballers van het jaar’. Ik heb jaren in functie van iemand anders gespeeld en het is leuk om zelf in de picture te staan.’

Gratis stampen

‘Ik had een weddenschap lopen met vrienden: als ik er 25 scoorde, zou ik een bak bier krijgen. Aan de winterstop was het al zover. Veertig goals maken is haalbaar, maar ik moet er vijftig maken om mijn nieuwe weddenschap te winnen. Het wordt moeilijk, want iedereen in de reeks kent mij nu. En elke week krijg ik een verdediger op de huid geplakt die gratis stampen uitdeelt en mij bij wijze van spreken tot in het toilet moet volgen. De supporters van de tegenpartij weten blijkbaar ook wie ik ben. Een tijdje geleden speelden we tegen Turkse Rangers en een van hun spitsen stond toen op twee in het topschuttersklassement. Ze verweten mijn moeder dat ze het oudste beroep ter wereld uitoefende… Dan denk ik: moet dat echt?

‘Kadijk is eigenlijk veel te sterk voor derde provinciale; de tegenstanders zijn al blij als ze slechts drie doelpunten tegen krijgen. Met het bestuur was er op voorhand afgesproken dat we 45 punten uitbetaald zouden krijgen. Dat puntenaantal hadden we al na 15 matchen bereikt. ( lacht) Toen heeft het bestuur gezegd: we zullen iets extra’s doen. Mij maakt het geld weinig uit, want ik ben bij een bijzonder mooie club terechtgekomen. Welke andere derdeprovincialer lokt bij elke thuiswedstrijd drie- tot vierhonderd man en heeft een spionkop die heel de match zingt? Bij mijn vorige clubs kreeg ik maximaal twee vrijkaarten per thuismatch. Met het bestuur van Kadijk trof ik een regeling dat vijftien vrienden gratis elke thuiswedstrijd mogen bijwonen. Die mannen drinken twee tot drie bakken bier uit voor, tijdens en na de match. Dan maken die vijf euro inkom per persoon toch niet veel uit? Tel al die zaken bij elkaar op en het is duidelijk waarom ik hier meer van geniet dan van voetballen in de hogere amateurreeksen. Mijn maten zeggen ook: blijf gewoon bij Kadijk. En ik kan ze geen ongelijk geven.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content