The Blues domineerden het kampioenschap. Aanvankelijk met verleidelijk voetbal, nadien met slaapverwekkende vertoningen.

De ware aard komt altijd boven. José Mourinho had maar twee seizoenen nodig om de titel weer naar Chelsea te halen, nadat hij The Blues al kampioen had gemaakt in 2005 en 2006. En slechts een half seizoen om naar zijn oude basisprincipes terug te keren. Want dat Chelsea kampioen geworden is, dankt het vooral aan de zwakte van de concurrentie: Manchester City beleeft het einde van een cyclus, United een overgangsseizoen, Arsenal kan nog steeds geen heel seizoen gelijkmatig presteren en Liverpool had niet het nodige talent om de strijd aan te gaan. Het dankt de titel ook aan de kunde van Mourinho, die weet hoe hij topwedstrijden moet aanpakken: de tegenstander in slaap wiegen en hem dan dooddoen met een of andere actie. Dat leidde er zelfs toe dat Mourinho zich tot op het titelfeest toe moest verantwoorden voor ‘boring Chelsea‘, want hij versloeg United met 29 procent balbezit (in eigen Stamford Bridge nota bene!) en Arsenal met 40 procent.

“De mensen spreken over stijl en flair, maar wat is dat?”, sprak Mourinho. “Soms filosofeer ik over de toekomst van het voetbal. Misschien is dat wel: een mooie groene mat zonder doelen, waarbij de ploeg die het langst de bal kan bijhouden de winnaar is. Iedereen spreekt over teams die prachtig voetballen omdat ze veel balbezit hebben. Alsof doelpunten van geen belang zijn! Hun conclusie is dat een ploeg als de onze, die veel scoort, vervelender is dan een team dat 70 procent balbezit heeft maar niet scoort. Op Arsenal waren wij briljant. Briljant! Vanaf de eerste minuut. Je kunt niet zeggen dat wij slaapverwekkend zijn. Alles hangt af van de criteria die men hanteert. Wie maakte het mooiste doelpunt? Wij, tegen Burnley. Als je kijkt naar de gemaakte goals, dan heeft City er meer dan wij, maar achttien ploegen hebben er minder. Er zijn dus achttien ploegen die voor meer verveling zorgen dan wij. Als een goede ploeg een ploeg is die veel punten pakt, dan zijn wij een goede ploeg. Als een goede ploeg de ploeg is met de meeste overwinningen, dan zijn wij een goede ploeg.” En Mourinho besloot met een stevige tackle op Arsenal: “Wat vervelend is, dat is tien jaar lang geen titel winnen.”

Kerstkalkoen

Mourinho heeft zowel gelijk als ongelijk. Het seizoen van Chelsea valt duidelijk in twee stukken op te delen: voor en na Kerstmis. Sinds januari bood Chelsea niet het minste spektakel meer en leunde het op de collectieve sterkte en het individuele talent van Eden Hazard. Mourinho is niet blind. Hij heeft dat gezien en opteerde in elke topwedstrijd voor een zeer voorzichtige tactiek. Hij deed dat met succes tegen Arsenal en Manchester United – toen stelde hij twee verdedigende middenvelders op, van wie eentje, Kurt Zouma, een verdediger is van opleiding – en zonder succes tegen PSG. “Ik denk dat de 5-3-nederlaag tegen Tottenham bij Mourinho voor een ommezwaai gezorgd heeft”, zegt Simon Johnson, journalist van de London Evening Standard. “Die dag realiseerde hij zich dat zijn ploeg dreigde op te branden, dat zijn tegenstanders doorhadden waar de zwaktes lagen en dat hij niks zou bereiken als hij de defensieve bressen niet zou dichten. Hij besloot toen de sluisdeuren te sluiten om zo de mindere vorm of de vermoeidheid van zijn vedetten te camoufleren.”

Want hoe uitbundig Oscar, Diego Costa en Cesc Fàbregas ook waren in de herfst, na de feestdagen begonnen ze buiten adem te geraken, alsof de kerstkalkoen op hun maag was blijven liggen. Daarop veranderde Mourinho het geweer van schouder, paste hij zich vaker aan de tegenstanders aan, was hij met een kleine zege tevreden en bouwde hij op een solide verdediging en het talent van Hazard, langs wie alle offensieve acties dienden te verlopen. Dat liet zich gevoelen, want tussen 17 januari en 28 april (1-3 op Leicester) won Chelsea geen enkele competitiematch met meer dan één goal verschil! “Men heeft het altijd maar over mijn spelsysteem,” legde Mourinho in oktober nog aan de Telegraph uit, “maar wat is dat, mijn systeem? Mijn systeem is om de zwaktes en de sterktes van de tegenstrever te vinden.”

Een machine

Maar het seizoen van Chelsea samenvatten als vervelend (boring), zou ook niet eerlijk zijn. Er was immers die serie wedstrijden in de herfst en ook bij het begin van de lente toonde Chelsea enkele niet onbelangrijke kwaliteiten. Hun voorsprong van tien punten op de tweede hebben The Blues niet uitsluitend te danken aan vervelend voetbal. Die danken ze vooral aan een formidabel collectief. Op een jaar tijd heeft Mourinho van een schijnbaar lusteloos Chelsea weer een machine gemaakt. Vorig jaar gaf hij Frank Lampard vleugels, nu schonk hij John Terry een tweede jeugd. Terry gelooft meer dan ooit in het project van Mourinho en als Terry alles geeft, dan volgt heel Chelsea. Geen wonder dus dat in het Elftal van het Jaar zes spelers van Chelsea staan. En bij die zes hadden evengoed nog Fàbregas (beste aangever in de Premier League) en Costa (topschutter in de Premier League) gekund!

En dan is er nog dat fantastische seizoensbegin. Nooit speelde Chelsea onder Mourinho beter, spectaculairder. De aanvalsgolven van Oscar, Hazard, Fàbregas of Willian, afgerond door het torinstinct van Diego Costa, gaven de toeschouwers op Stamford Bridge rillingen van opwinding waar ze zelfs niet aan durfden denken ten tijde van de klinische en cynische bende van Joe Cole, Damien Duff, Frank Lampard en Didier Drogba. Vijftien goals na vier matchen, een reeks van 22 wedstrijden ongeslagen: Chelsea overvleugelde de premier League. Na zestien wedstrijden hadden The Blues de meeste goals gemaakt (36), het vaakst op doel geschoten (98) en de op één na meeste kansen gecreëerd (220). De cijfers van de zeventien wedstrijden die daarop volgden, tonen een flinke daling: in de statistieken van de gemaakte goals (29) staat Chelsea dan vierde, qua doelschoten (87) zesde en qua gecreëerde kansen (190) vierde.

Transferbeleid

In december, halverwege de competitie, vond iedereen het dus fijn om vast te stellen dat dit wervelende Chelsea totaal anders was dan het op de counter speculerende bolwerk uit de periode 2004-2007. Men vergeleek het vuur van dit Chelsea zelfs met dat van de ploeg die in 2010 onder Carlo Ancelotti de dubbel pakte (met 2,7 goals per match). Tijdens de dolle serie van 22 wedstrijden zonder nederlaag bespeurden sommigen zelfs de schaduw van het Onoverwinnelijke Arsenal in het seizoen 2003/04. “In de herfst zag je echt mooi voetbal”, legt oud-verdediger Graeme Le Saux uit. “Fàbregas dirigeerde, Hazard maakte het verschil, Costa scoorde vanuit alle posities en Willian en Oscar leken wel ongrijpbaar.”

Met Fàbregas en Costa voegde Mourinho de twee ontbrekende pionnen aan zijn ploeg toe: een metronoom op het middenveld, die zowel kan aanvallen als verdedigen (wat Obi Mikel of Ramires niet deden), en vooral een goalgetter. Het voorbije seizoen werd de Portugees voortdurend geconfronteerd met de topprestaties van Romelu Lukaku, die hij zelf had weggestuurd naar Everton, terwijl hij het moest doen met de falende Fernando Torres, Samuel Eto’o en Demba Ba. Met Costa (19 goals) vond hij eindelijk een spits die de flankvoorzetten en de passes van zijn beweeglijke middenveld kon omzetten in doelpunten – en die ook nog eens maximaal druk zette bij de omschakeling van de tegenstander (een must voor een aanvaller bij Mourinho).

“De rekrutering van Mourinho het afgelopen jaar was uitstekend”, vertelde Gary Neville eind 2014. “Hij analyseerde haarfijn waar het zijn ploeg aan ontbrak. Nemanja Matic werd meteen onmisbaar. Hij liet Thibaut Courtois terugkeren, ook al beschikte hij al over een goeie doelman, en zette hem onder de lat. Hij vond met Costa een efficiënte diepe spits en transfereerde Fàbregas omdat hij merkte dat zijn ploeg onvoldoende creativiteit bezat om versterkte verdedigingen te ontmantelen.” Sindsdien berust het succes van Chelsea – ook al doorkruiste de mislukking van Juan Cuadrado het perfecte plaatje – bij de rekrutering, daar waar andere clubs een onevenwichtige kern samenstelden (Manchester United) of hun mankementen nog niet grondig analyseerden (Arsenal en Liverpool). “Vorig jaar had de ploeg bepaalde beperkingen”, gaf Mourinho toe. “Ik voelde dat we toen nog niet klaar waren om de druk van de leidersplaats te torsen. De ploeg was op het mentale vlak nog onstabiel. Dit seizoen wist ik dat we wel wedstrijden zouden verliezen, maar dat dat niet zou leiden tot een mentale breekbaarheid.” Daar heeft hij gelijk in, ook al zag hij even de oude demonen van mentale kwetsbaarheid opdoemen tijdens de achtste finale van de Champions League, toen Chelsea tweemaal kraakte op het einde van de wedstrijd.

Chelsea zet de concurrentie des te meer een lange neus omdat de transferbalans niet zo duur uitviel: de hoge inkomsten (225 miljoen euro!) die gepuurd werden uit de verkoop van Romelu Lukaku, André Schürrle, Kevin De Bruyne, Juan Mata, David Luiz en enkele tweederangsfiguren, waren ruim voldoende om de aankoop van Costa en Fàbregas te compenseren.

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE

Mourinho moest zich tot op het titelfeest toe verantwoorden voor het imago van ‘boring Chelsea’.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content