Japan, Tunesië en Rusland zijn de tegenstanders van de Rode Duivels op het WK van volgende zomer. De achtste finales wenken.

Het zat de Belgen, sinds de zege tegen Tsjechië 20ste op de wereldranking en daarmee de best geplaatste in groep H, zeker niet tegen zaterdag bij de loting voor de WK-eindronde. Met Japan (35ste), Tunesië (28ste) en Rusland (22ste) wenkt de tweede ronde, was de algemene indruk. Bondscoach Robert Waseige probeerde dat optimisme nog te temperen, maar zijn brede glimlach sprak boekdelen.

België kreeg wat het vroeg, een via sponsoring bekostigd verblijf in Japan, waar Waseige begin deze week de al eerder gereserveerde accommodatie in Kumamoto definitief vastlegde. Twee, drie dagen na de laatste oefenwedstrijd in Europa (op 18 mei 2002 in Parijs tegen Frankrijk) reist de delegatie af naar Azië. Ruim op tijd om tegen de eerste wedstrijd (op 4 juni om 18 uur lokale tijd tegen Japan) de jetlag overwonnen te hebben en aangepast te zijn aan de warmte, zegt dokter Marc Goossens : “Je moet geen drie weken op voorhand ter plaatse zijn, dat is nergens voor nodig. Onze ervaring leert dat sporters na vier, vijf dagen de jetlag hebben verteerd. En na tien dagen moet je ook aangepast zijn aan de warmte. Dat kan alleen door erin te trainen en vochtverlies te compenseren door veel te drinken. Tegen 4 juni moet dat allemaal achter de rug zijn, zodat er op klimatologisch vlak geen handicap meer is tegenover de Japanners, die aan de omstandigheden gewend zijn.”

Goossens was drie jaar geleden met de nationale ploeg op de Kirin Cup in Japan en maakte het WK ’94 in Amerika mee. Hij meent dat het met het klimaat best zal meevallen. “We waren toen in Japan in dezelfde periode en het was warm, maar doenbaar. Het is goed dat we de ervaring van Amerika hebben. De omstandigheden daar waren extremer – veel warmer en een vochtigheidsgraad van 90 procent tegenover 70 à 75 procent nu.”

Japan wordt partij gegeven in Saitama, 24 kilometer ten noorden van Tokyo. Het stadion is de grootste voor voetbal voorbehouden arena in het gastland (capaciteit : 63.700). Het is de thuisbasis van de Urawa Red Diamonds, de ex-ploeg van Feyenoorder Shinji Ono. Voor de Japanners, ook al van de partij op het WK ’98 in Frankrijk, zal de druk immens zijn, meent assistent-bondscoach Vince Briganti uit eigen ervaring : “Heel veel aandacht in de media en veel druk in de aanloop naar je eerste match. Met Tunesië en Rusland heeft Japan gemeen dat het in zo’n toernooi altijd goed is voor één supermatch. Anderzijds zal de druk voor zenuwen zorgen bij de spelers en zal een enthousiast publiek hen ongetwijfeld naar voor stuwen, waardoor ze de organisatie driegen te verliezen. Misschien kunnen we daarvan profiteren.”

O

m zich voor te bereiden op wedstrijd twee tegen Tunesië, zoekt de KBVB nog een Afrikaanse oefenpartner. In Zuid-Korea werden contacten gelegd met het Senegal van Khali Fadiga, getraind door de Fransman Bruno Metsu. Tunesië-België wordt gespeeld op dinsdag 10 juni in Oita, het stadion waar Lorenzo Staelens speelde en dat in de buurt ligt van de trainingskampen van zowel de Rode Duivels als Tunesië (capaciteit : 43.000).

Een Belgische delegatie zal Tunesië gaan scouten tijdens de Afrika Cup, die in januari 2002 in Mali wordt gespeeld. Hoewel Afrikaanse landen meer belang hechten aan het WK dan aan hun eigen landencompetitie, geven die wedstrijd toch een aanduiding van hun sterkte. Het Tunesische voetbal is op defensieve leest geschoeid, met oog voor organisatie en veel volk achter de bal. Niet toevallig was een Italiaanse bondscoach voor een groot stuk verantwoordelijk voor de WK-kwalificatie. De meeste basisspelers voetballen in eigen land, omdat de plaatselijke clubelftallen naar Afrikaanse redelijk goed betalen en de Europese topclubs niet bijster geïnteresseerd zijn in Tunesische voetballers. Wat de Egyptenaren jarenlang deden – talent in eigen land houden en er hoog mee scoren in de Afrikaanse clubcompetities – doen de Tunesiërs nu.

Jean Thissen werkte er korte tijd : “Hun sterke punten zijn de balbehandeling en de startsnelheid op de eerste meters; zwakke punten dat er nauwelijks afwerkers zijn, geen grote aanvallers en dat ze mentaal niet zo sterk zijn. Loopt het fout in hun openingswedstrijd, dan is het niet zeker dat ze de nodige mentale veerkracht kunnen opbrengen.”

In zijn voorronde had Tunesië alleen aan Ivoorkust wat serieuze tegenstand. Briganti acht het goed mogelijk dat heel wat Tunesische internationals zich, net als hun Russische collega’s overigens, individueel in de kijker zullen willen spelen. Gevaarlijk is dat zulke ploegen vaak naar zo’n toernooi komen voor die éne opgemerkte stunt.

D

e laatste groepswedstrijd gaat tegen de op papier sterkste tegenstander, Rusland. Misschien niet meer zo sterk als vroeger de Sovjetunie (te sterk voor België in Spanje ’82 maar opzijgezet in Mexico ’86), dat uit een groter hinterland kon recruteren. Bij de vorige WK-deelname van Rusland (’94) waren de verwachtingen hooggespannen, maar al na de eerste ronde en onder meer een boycot van veertien spelers mocht het land naar huis. Dat Oleg Salenko topschutter van het toernooi werd, was een magere troost.

Acht jaar later is het afwachten tot wat de Russen in staat zijn. Voor hen is het op een toernooi vaak alles of niets, waarschuwt Robert Waseige. De wedstrijd wordt gespeeld vrijdag 12 juni om 15u30 plaatselijke tijd. Shizuoka, dat ten zuiden van Tokyo ligt, is dan de setting. Daar werd in de schaduw van Mount Fuji, een vulkaan van 3776 meter hoog, een nieuw stadion (capaciteit : 50.600) neergepoot. Het voetbal is daar, in de streek van Jubilo Iwata en Shimizu S-Pulse, enorm populair.

Paul Philipp ontmoette als Luxemburgs bondscoach Rusland in de WK-voorronde. “De laatste acht jaar hadden we ze drie keer in onze groep. De basis bleef grosso modo dezelfde, met Onopko, Nikiforov, Smertin, Mostovoi, Bestsjastnich, Karpin, veelal jongens die in Spanje aan de kost komen. Titov is een tweede nummer tien naast Mostovoi; hij is de leider van de nieuwe generatie. Mijn indruk is dat ze op de terugweg zijn, minder sterk dan vier of vijf jaar geleden. De scholing is die van Spartak, met veel eentijdsvoetbal, veelal door het midden, maar ze hebben geen grote spitsen. Bestsjastnich speelde nauwelijks in Spanje voor hij terugkeerde naar Spartak, maar bleef toch staan : dat zegt veel. Mentaal zijn ze niet zo sterk : als het lukt, kunnen ze goed voetballen, maar leg ze iets in de weg en de machine stokt. Het is vooral een counterploeg, in de voorronde sterker uit dan thuis. Met jullie ervaring en individueel talent moet België hen aankunnen.”

C

onclusie : tegen een enthousiaste thuisploeg als Japan zullen de Rode Duivels de kat uit de boom kunnen kijken, maar Tunesië en Rusland laten zelf liever de tegenstand komen om vervolgens te counteren. De eerste twee van elke groep gaan door naar de achtste finales, waar dan mogelijk Brazilië wacht. Waseige : “Tweede ronde ? Begin niet met dat ! We hebben een evenwichtige groep, het kan als we de zaken serieus aanpakken, maar het zou belachelijk zijn om nu al te pronostikeren over het verloop van het toernooi.”

door Peter T’Kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content