Na een memorabele Europese campagne moeten de supporters van Anderlecht zich schikken in een vreemde realiteit : hoewel het budget de magische grens van één miljard frank overschreed en de club ruim 750 miljoen frank incasseert uit de transfers van Jan Koller en Bart Goor, is er sprake van een kwalitatieve achteruitgang. In plaats van zijn raamwerk te verstevigen moet Anderlecht nog maar eens nieuwe accenten leggen. Het kwam tot de constatatie dat het in het Europese voetbalballandschap niet veel meer is dan een dwerg. Versterking kan er alleen gevonden worden op de internationale tweedehandsmarkt.

Dat heeft voor een afroming van de selectie gezorgd. In hoeverre Bart Goor vervangen kan worden door iemand ( El Said) die in de Egyptische competitie schittert, moet al evenzeer worden afgewacht als wat de vorig seizoen bij RC Genk zwaar tegenvallende Marc Hendrikx de kampioen kan bijbrengen. Los van het gegeven dat Hendrikx met zijn kracht en loopvermogen die wapens hanteert die trainer Aimé Anthuenis zo erg op prijs stelt. Nog meer dan vorig seizoen lijkt de huisstijl te worden overgoten met fysiek engagement. Dat zal nog maar eens tot een bron van ergernis uitgroeien voor diegenen met een romantisch gevoel voor creativiteit en subtiliteit.

Niettemin : dat Anderlecht vorig seizoen bij momenten als een sterk bolwerk oogde, zonder daarbij altijd dwingend en dominant te voetballen, had te maken met het evenwicht dat Aimé Anthuenis in de ploeg sleep. De transfer van Yves Vanderhaeghe, de brandstoftank op het middenveld, stond daar al even garant voor als de enorme en voor een spits ongewone actieradius van Jan Koller. Vreemd daarom dat de Tsjech wordt vervangen door een spits als Nenad Jestrovic, die, zijn klasse en koelbloedigheid ten spijt, niet bepaald uitblinkt door een grote werkkracht. Dat dreigt Vanderhaeghe, die zich vorig seizoen al bekloeg over de grote ruimtes die hij moest belopen, nog meer te belasten.

Anderlecht moet erover waken dat het niet in de kwaal van vroeger vervalt : dat het met te veel spelers voor de bal gaat lopen, waardoor het internationaal koud wordt gepakt. Het nadeel van het Europese sprookje van vorig seizoen is dat het om bevestiging vraagt. Met deze ploeg, waarin er ook sprake zal zijn van andere machtsverhoudingen, lijkt dat niet mogelijk.

Ook Club Brugge kan zich ter versterking van zijn kern alleen maar op de tweedehandsmarkt begeven. Veel financiële ruimte is er niet nadat eind vorig seizoen al Rune Lange werd aangetrokken. Het zal ongetwijfeld te maken hebben met de boekhoudkundige problemen rond het pensioensparen, al doet iedereen in het blauw-zwarte huishouden zijn best om dat met klem tegen te spreken.

Naast de jongeren Birger Van de Ven, Sebastian Hermans en Birger Maertens is de Sloveen Nastja Ceh wellicht de enige nieuweling bij Club. Het technisch rapport van deze vervanger van Sven Vermant mag dan heel fraai ogen, hij is nog maar 23 jaar, zal een aanpassingsperiode nodig hebben, terwijl het probleem van Club vorig seizoen in de terugronde juist was dat het ervaring en geslepenheid miste. Nadat de ploeg aanvankelijk als een orkaan door de competitie donderde, ontbrak het geduld om ook in een mindere periode binnen het door Trond Sollied geslepen concept te acteren. Dat legde de gebreken van de ploeg op een pijnlijke manier bloot en werd door de buitenwacht te voorbarig afgedaan als een manco aan variatie, als een te eenzijdige manier van voetballen. Terwijl de werkelijkheid is dat er bij Club Brugge alleen ruimte gemaakt kan worden, als er strikt en geconcentreerd in het systeem wordt gevoetbald.

Het ziet er niet naar uit dat Club Brugge dit seizoen een verder groeiproces doormaakt, tenzij Rune Lange door zijn balvastheid zich plots als het aanspeelpunt ontpopt dat zo vaak werd gemist. Maar welke Belgische club komt wél versterkt uit de transferperiode ? Standard smeedde vorig seizoen een fundament waarop gebouwd kon worden en leek een einde te maken aan een lange periode van kilte. Maar het doet nu zonder verpinken een hoeksteen als Daniël Van Buyten van de hand. Zakelijke belangen en samenwerkingsakkoorden nemen in Luik al lang de bovenhand op sportieve aspecten, ook al werden Eric Van Meir en Jurgen Cavens binnengehaald om de supporters te paaien. Maar de ene gedijt moeilijk in een systeem met vier verdedigers en de andere lijkt bij momenten zo breekbaar dat het nog maar de vraag is of hij in Wallonië gaat ontploffen.

Zo moeten trainers steeds weer herbeginnen, wat het hen onmogelijk maakt nog analytisch te denken. Niet op de korte en zeker niet op de lange termijn.

door Jacques Sys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content