Morgen voetballen de resterende Belgische clubs Europees. Wat stelt de UEFA Cup, in grote voetballanden de Europabeker voor tweedeklassers genoemd, nog voor en hoeveel geld valt daar te verdienen ?

Opgelucht haalde FC Dinamo Tbilissi adem, toen het donderdag 19 juli met 2-0 FC Vaduz klopte en vervolgens met een scoreloos gelijkspel in Liechtenstein de volgende ronde haalde. Dinamo was in die eerste Europese kwalificatieronde van de 74 deelnemende clubs de grootste naam : een eenzame, zij het enigszins afgetakelde reus tussen een bende dwergen, voor wie Europees voetballen een beloning is en geen doel op zich. Niet dat het allemaal losers zijn in die UEFA Cup. Op de lijst met 134 deelnemers (de gebuisde clubs uit de Champions League niet meegerekend) staan nog grote namen : Tottenham Hotspur won de trofee twee keer, Bayern München, Galatasaray één keer. Hamburg won twee Europabekers, Aberdeen, Real Zaragoza, Fiorentina, Atletico Madrid, Sampdoria en Tbilissi elk één. Hun aanwezigheid in de UEFA-beker heeft meer impact dan hét breaking news uit de eerste kwalificatieronde : voor het eerst won een ploeg uit Andorra een Europese clubwedstrijd. FC Santa Coloma, qua coëfficiënt de laagst gerangschikte club uit Europa, was na zijn 1-0-zege tegen Maccabi Tel Aviv zo van zijn melk dat het in de terugwedstrijd roemloos ten onder ging.

Dinamo Tbilissi overleefde het clubje uit Andorra maar één ronde. Al in de tweede kwalificatieronde werd het afgedroogd door Rapid Wien, dat in de UEFA-beker verzeilde via de Intertoto. Met een 0-3-thuisnederlaag en een 5-0-pandoering in Wenen kwam nog maar eens een voortijdig eind aan Tbilissi’s droom om via een flink Europees avontuur de eigen coëfficiënt op te drijven en de financiële kloof met andere Europese clubs te verkleinen. Maar van een nieuwe Europese finale op 14 mei in Manchester, 27 jaar en één dag na het vorige Europese succes, droomt in de Georgische hoofdstad inmiddels niemand meer.

Het lot van Dinamo Tbilissi is dé nachtmerrie van gerenommeerde clubs die aangesloten zijn bij een voetbalfederatie wiens voetbalcoëfficiënt jaarlijks achteruitgaat. Ooit, in 1981, won Dinamo Tbilissi nog de Europabeker voor Bekerwinnaars. Het klopte in de finale Carl Zeiss Jena (uit Oost-Duitsland) en schakelde voorheen Feyenoord en West Ham uit. Een jaar later sneuvelde het in de halve finales van diezelfde Europabeker, tegen Standard Luik, dat op zijn beurt de finale van Barcelona verloor. Toen was Tbilissi sterk door de Sovjetliga waarin het uitkwam. Tegenwoordig staat Georgië 34ste op de Europese ranking die 53 landen ordent.

Slechte ranking

Een tweede Dinamo Tbilissi is Anderlecht nog lang niet. Vooralsnog staat België twaalfde op de Europese ranking, net na Schotland en voor Oekraïne. Zakt België straks nog twee plaatsen, dan wordt de toestand ernstig. Dan moet de bekerwinnaar een ronde eerder aan de slag en wordt het voetballen in de tweede kwalificatieronde, in plaats van de eerste ronde. Dramatisch wordt het pas vanaf de zestiende plaats. Dan moet ook de kampioen een ronde eerder aan de slag, in de tweede ronde van de Champions League, en degradeert de tweede uit de rangschikking van de Champions League naar de UEFA Cup.

Reden tot zorgen baart de huidige situatie zeker. Oekraïne, dat net onder België staat, heeft nog twee clubs in de Champions League én twee vertegenwoordigers in de UEFA Cup. Turkije, momenteel vijftiende, heeft ook twee teams in de Champions League en één in de UEFA-beker. Als Club Brugge er tegen Brann Bergen uitgaat, verliest het punten tegen een rechtstreekse concurrent : Noorwegen staat op de Europese lijst op plaats twintig. Directeur Filips Dhondt van Club Brugge benadrukt het belang van de komende ronde : “Als de drie Belgische ploegen zich plaatsen voor de groepsfase, is dat een schitterende zaak voor het Belgische voetbal. Gaan we er alle drie uit, is dat een drama.”

Sportief, meende ook clubvoorzitter Roger Vanden Stock voor het seizoen, hoort Anderlecht eerder thuis in de UEFA-beker dan in de Champions League, waar het niveau zo hoog ligt dat Anderlecht de laatste jaren al blij mocht zijn dat het mocht meespelen. In de UEFA Cup ziet Vanden Stock zijn club nog wel eens overwinteren, misschien zelfs aanspraak maken op een kwartfinale. Fijn wijst Filips Dhondt erop dat Anderlecht de voorbije jaren wel altijd aanwezig was in de Champions League, maar daar op sportief vlak weinig aan overhield : “Financieel deden ze een goede zaak, sportief niet. Ze hebben eens een jaar geen enkel punt behaald. Dan gaat je coëfficiënt snel achteruit, en heeft dat gevolgen voor die van België. Wij zaten niet elk jaar in de Champions League, maar haalden wél veel punten in Europese wedstrijden. Daarom staan we qua coëfficiënt zo sterk.” Van alle in de UEFA Cup ingeschreven teams (drop-outs uit de CL niet meegerekend) heeft Club de negende hoogste coëfficiënt.

Kloof met Champions League

Financieel is de kloof tussen Champions League en UEFA Cup immens. Vorig jaar streek Anderlecht in de Champions League 11,4 miljoen euro op. Dat is minder dan één derde van wat bekerwinnaar Milan (39,59 miljoen euro) verdiende, maar meer dan wat tien andere van de 32 groepsleden op de bankrekening gestort kregen. Ter vergelijking : een jaar eerder verdiende paars-wit in de Champions League 5,4 miljoen euro, één zesde van het prijzengeld van bekerwinnaar Barcelona. Alleen al de kwalificatie voor de groepsfase leverde Anderlecht 3 miljoen euro op. Verder kreeg het 600.000 euro per punt.

In de UEFA-beker krijgt een club per ronde 70.000 euro, net genoeg om de onkosten te dekken. Een zege levert er 40.000 euro op, een gelijkspel 20.000. Maakt paars-wit de natte droom van Roger Vandenstock waar en bereikt het de kwartfinales, dan krijgt het nog eens 300.000 euro. Wie de halve finales haalt, krijgt het dubbele. De bekerwinnaar is verzekerd van een extra bonus van 2,5 miljoen euro, wie de finale verliest, krijgt nog 1,5 miljoen troostgeld.

Het grote verschil met de Champions League is dat elke deelnemende club tot en met de achtste finales zelf zijn televisierechten, sponsoring en publiciteit mag verkopen. In de Champions League wordt alles, op de ticketing na, vanaf de poules door de UEFA gedaan, in ruil voor fikse deelnamesommen. Pas vanaf de kwartfinales reguleert de UEFA in de UEFA-beker alles zelf. Alleen voor clubs uit landen waar de televisiezenders veel geld neerdokken, kan de UEFA-beker dus flink wat geld in het laatje brengen.

Neem nu Bayern München, vorig jaar als kwartfinalist in de Champions League goed voor 28,7 miljoen euro, ticketing niet inbegrepen. Dit jaar speelt Bayern in de ‘kleine’ Europabeker. Als het op 14 mei in Manchester de finale haalt, krijgt het van UEFA een vaste som, maar die zal minder zijn dan wat Bayern verdient aan één thuiswedstrijd in de groepsfase. Per Europese thuismatch vangt het tot en met de achtste finale aan televisierechten en publiciteit ongeveer 2 miljoen euro. Betaalzender Pro7 dokt namelijk 10 miljoen euro neer voor de vijf thuiswedstrijden van Bayern die voorzien zijn als de ploeg zover komt. Als München onderweg niet struikelt, kan het, ticketing niet inbegrepen, aan de UEFA-Cup 20 miljoen euro verdienen. Een bedrag waarvan Anderlecht zelfs met een soortgelijk sportief parcours alleen maar kan dromen. Zelfs het prijzengeld waarmee de winnaar van vorig jaar, FC Sevilla, naar huis ging (6,25 miljoen euro, eigen inkomsten uit de groepsfase niet inbegrepen) lijkt, gezien de hoge televisierechten die in Spanje worden betaald, niet haalbaar voor paars-wit.

Zulte Waregem : winst

Voor clubs uit landen waar zenders geen gekke bedragen voor sportrechten neertellen, is de UEFA-beker financieel (nog) niet interessant. Voor hen is het wachten tot 2009. Vanaf dan wil men ook in de ‘kleine’ Europabeker de tv-rechten en publiciteitswerving centraliseren en het toernooi uitbouwen zoals men dat met de Champions League deed. Vanaf 2009 wordt ook deelname aan de UEFA Cup voor alle clubs financieel lucratief.

Nu is het dat enkel voor kleinere clubs die occasioneel Europees voetballen. Aan zijn Europese campagne hield Zulte Waregem vorig jaar 1,8 miljoen euro over. Daar was het bedrag inbegrepen dat de ploeg opstreek volgens de door de UEFA voorziene vergoedingen (per ronde en behaalde punten). In totaal verdiende Zulte Waregem 320.000 euro aan prijzengeld. De rest puurde het vooral uit tv-gelden. Die 1,8 miljoen euro was een extra bonus voor een club die werkt met een budget tussen 5,5 en 6 miljoen euro, zegt manager Vincent Mannaert. “Hoeveel je vangt, hangt in de UEFA Cup heel erg af van de loting. De tv-gelden bepalen het grootste deel van je inkomsten. Op dat vlak is een Duitse tegenstander het interessantst. Engeland ligt daar dicht bij. Met Newcastle trokken wij het grote lot. Espanyol leverde ook nog veel geld op, Ajax was iets minder dan Espanyol. In totaal leverde onze campagne ons alleen aan tv-gelden 1 miljoen euro op. In België aarzelde men eerst nog wat bij de zenders, maar gaandeweg veranderde dat. Voor Anderlecht is de UEFA Cup misschien een tweedeklassebeker, maar een Belgische club die de achtste finales haalt, doet financieel een goeie zaak.”

Bij Club Brugge wreef men zich vorig jaar minder in de handen dan bij Zulte Waregem. Het verdiende ‘maar’ 210.000 euro aan prijzen- en startgeld. Waregem haalde immers meer punten (dubbel zoveel prijzengeld) en raakte een ronde verder (70.000 euro extra). Club kent heel goed het verschil tussen de Cham-pions League, waar het twee jaar geleden de groepsfase haalde, en de UEFA Cup, waar het vorig jaar de poules afwerkte. Directeur Filips Dhondt : “Zelfs qua ticketing scoor je minder. In de Champions League zijn onze wedstrijden in twee dagen uitverkocht. In de UEFA-beker lukte dat niet. Tegen Leverkusen haalden we 17.769 kijkers, tegen Dinamo Boekarest 18.713. Dat is minder dan het gemiddelde in de competitie, dat 25.000 bedroeg. Ook van de tv-gelden die je in de UEFA-beker krijgt, word je niet rijk. Een match tegen Leverkusen, een Duitse ploeg, was een goed resultaat, verder hebben we vaste deals met VTM, RTBf en Sports Five. Bedragen geven wij niet, maar de totale inkomsten uit de UEFA-Cup bedroegen vorig jaar hooguit twintig procent van wat we het jaar tevoren vingen in de Champions League.”

En dat, zo leert wat opzoekingswerk, was 6 miljoen euro, voor een derde plaats in de eindstand van de groep. Anderlecht, dat toen vierde en laatste eindigde, hield aan die campagne minder over dan Club : 5,4 miljoen euro (ticketinkomsten niet inbegrepen).

Omdat Club inkomsten uit Europees voetbal en de beker traditioneel niet verrekent in het jaarbudget (16 miljoen euro), moet het na een eventuele uitschakeling niet op-nieuw gaan rekenen. Aan de gevolgen van een uitschakeling in de eerste ronde tegen Rapid Wien dénken ze bij Anderlecht niet eens. Als het toch gebeurt, heeft dat wél invloed op het budget. Dan moet paars-wit op zijn budget voor dit jaar nog eens 1,5 tot 2 miljoen euro be-sparen, rekende financieel directeur René Trullemans uit.

Door Geert Foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content