De Qatarese eigenaar van Málaga CF besloot onlangs niet langer geld te pompen in los Boquerones. De club schroefde de uitgaven stevig terug, maar blijft desondanks de ene topprestatie na de andere neerzetten.

Tot 11 juni 2010 was Málaga CF een anonieme club die zich schuilhield in de middenmoot van de Primera División. Goede jaren waarin er voor Europees voetbal werd gestreden – denk maar aan 2002 toen het zich dankzij spitsenduo Dario Silva en Dely Valdes via de Intertoto voor de UEFA Cup kwalificeerde – werden afgewisseld met slechte jaren, met als dieptepunt de degradatie in 2006. Málaga is een club zonder rijke geschiedenis, die voor het eerst in de eerste klasse kwam in 1998. Jarenlang werd Málaga overschaduwd door Betis en CF Sevilla omdat die twee clubs op een veel betere lokale verankering konden terugvallen. Tot 11 juni 2010…

Die dag, amper een paar weken nadat het zich op het allerlaatste moment van het behoud in de eerste klasse verzekerde, werd Málaga CF overgenomen door de Qatarese sjeik AbdullahBen Nasser Al Thani. “Málaga werd door iedereen over het hoofd gezien, tot de sjeik zijn intrede deed”, vat voetbaljournalist Javier Prieto Santos van So Foot samen. “Voor de komst van sjeik Al Thani was het overleven geblazen, terwijl we nu heel andere ambities mogen koesteren”, aldus José Carlos Pérez in 2010. De technisch directeur van Málaga overleed enkele maanden geleden.

Met een investering van 36 miljoen euro werd Al Thani de eerste Qatarese investeerder in de prestigieuze Spaanse competitie. “We moesten een nieuwe weg inslaan met de club”, legt voormalig voorzitter Fernando Sanz, zoon van ex-Realpreses Lorenzo Sanz, uit. “Seizoen na seizoen hadden we het moeilijk om onze ambities te verwezenlijken. Dat was exact waarom ik in Doha op zoek ben gegaan naar een investeerder. Dat was de enige manier om Málaga uit de anonimiteit te halen.” In amper twee jaar tijd tovert de sjeik, dankzij een op z’n zachtst uitgedrukt opvallend transferbeleid, Málaga om tot een club die in het oog springt. De sjeik had in eerste instantie zestig miljoen euro veil voor ervaren spelers als Julio Baptista en Martín Demichelis. De veelbelovende jonge trainer Jesualdo Ferreira werd na amper twee maanden vervangen door Manuel Pellegrini, de Chileense coach die eerder Real Madrid onder zijn hoede had en Villarreal tot een fris voetballend ploegje omtoverde. Het gebeurde allemaal met de arrogantie die de nieuwe rijken typeert. “Ik hoef heus geen tien spelers aan te trekken voor zestig miljoen euro, als we de mogelijkheid hebben om zestig miljoen euro aan één speler te spenderen”, liet sjeik Al Thani toen optekenen.

Na die eerste injectie was de geldbron nog lang niet opgedroogd. Het daaropvolgende seizoen trok de sjeik zo’n slordige 85 miljoen euro uit om Spaanse toppers Santi Cazorla en Joaquín aan te trekken, youngsterIsco van Valencia over te nemen en zich te verzekeren van de diensten van routiniers Ruud van Nistelrooy en Joris Mathijsen. La Rosaleda, het stadion van Málaga, groeide in een mum van tijd uit tot de nieuwe place to be van de Costa del Sol. De abonnementenverkoop ging door het dak en ook in de fanshop kende de omzet een stijging van maar liefst 900 procent op een jaar tijd. Málaga werd plots een te duchten concurrent voor Barcelona en Real Madrid. Niet in het minst omdat na de investeringen ook de resultaten volgden. De Andalusische club wist niet alleen te overtuigen, ze haalde dankzij de vierde plaats ook een Champions Leagueticket binnen. Alsof ze hun rijkdom nog even in de verf wilden zetten, toonden los Boquerones zich bereid om veel geld op tafel te leggen om Unesco als shirtsponsor binnen te halen. Misschien nog wel straffer is dat ze het aandurfden om de verdeling van de tv-rechten, waarbij Barcelona en Real Madrid de absolute grootverdieners zijn, aan te vechten.

Visitekaartje

Eind juni van dit jaar veranderde het o zo mooie sprookje in een ware nachtmerrie. Spelerslonen werden al maandenlang niet meer betaald, de sjeik leek spoorloos en de spelers begonnen zich vragen te stellen. Vier van die spelers – Cazorla, Van Nistelrooy, Mathijsen en Salomón Rondón – stapten naar de vakbond om hun achterstallig loon op te eisen. “De club moest maandelijks om en bij de tien miljoen euro aan salarissen uitbetalen”, legt Marcajournalist Juan Castro uit. Daar komen nog eens de niet-betaalde belastingen bij en een boel transfers die nog niet volledig afgerond waren. Zo stapelen de schulden zich natuurlijk op. “Sjeik Al Thani is nooit echt geïnteresseerd geweest in de club”, legt Sanz uit. “Hij vond CF Málaga het ideale uithangbord om zijn andere projecten tot een goed einde te brengen.” De investering van de Qatarese sjeik was niet ingegeven door een passie voor voetbal noch door een groot ego dat gestreeld diende te worden. Het was een businessdeal. Niet meer, niet minder. Het eigenlijke doel was misschien altijd al wel het immobiliënproject van 84 miljoen in de haven van La Bajadilla, een chic stadje in de buurt van Marbella. “Het sponsoren van de club was niet meer dan een enorm visitekaartje dat hem de toestemming opleverde om in de haven van Marbella te beginnen te bouwen”, voegt Prieto Santos toe.

Feit is wel dat het luxueuze bouwproject in de haven nog steeds niet af is – niet verwonderlijk gezien de crisis in de Spaanse immobiliën. Dat maakt Andalusië steeds minder aantrekkelijk voor de sjeik, die zich stilaan begint te vervelen. De club is zelfs een financiële verliespost geworden. Vandaar de fikse besparingen, al zijn die er volgens de officiële versie vooral gekomen om tegemoet te komen aan de eisen van de financiële fairplaycommissie. In de wandelgangen valt evenwel te horen dat de sjeik het beu is om nog langer geld in de club te pompen. “In tegenstelling tot tal van andere sjeiks wil Al Thani wel degelijk een return on investment. Vandaar ook zijn focus op de tv-rechten. Het was trouwens pas toen de club zich wist te plaatsen voor de poulefase van de Champions League dat de assistenten van de sjeik tijdens een persconferentie te kennen gaven dat de sjeik zijn club toch niet wil verkopen. De Champions League is immers meer nog dan het kampioenenbal voor clubs een echte vetpot op financieel vlak. En daar ziet sjeik Al Thani wel wat in.”

Toch gaan er al stemmen over het einde van het project op. FernandoHierro, amper een jaar geleden als sportief directeur binnengehaald, gaf er bij het begin van de zomer alweer de brui aan. Sindsdien gaf ook de sjeik geen teken van leven meer en de crisis was, enkele weken voor de start van de Champions League, compleet. De financiële zorgen noopten Málaga tot de verkoop van een heleboel spelers. Rondón trok naar Rusland, waar Roebin Kazan negen miljoen euro veil had voor de spits. Cazorla mocht voor amper 21 miljoen euro (de clausule in zijn contract vermeldde een minimumprijs van 45 miljoen euro, nvdr) naar Arsenal. “Dankzij die transfers kon de salarisachterstand worden weggewerkt”, weet Castro. “Zonder die verkoop had Málaga niet eens aan de Champions League kunnen beginnen. Het bestuur was zo slim om in een klap ook de loonmassa te verlagen en het werkingsbudget te herzien.”

Mooiste voetbal

Geen geld meer, geen investeringen meer en nog amper spelers – Pellegrini vatte de voorbereiding aan met een kern van amper negentien man. Niet bepaald de omstandigheden waarin je de grootste uitdaging uit de clubgeschiedenis wil aanvatten. “Het is toen dat iedereen heeft gezien hoe goed Pellegrini het doet”, verklaart Castro. “Hij slaagde erin het gerommel buiten de kleedkamer te houden. Het feit dat de spelers die het voorbije seizoen de steun van de vakbond inriepen allemaal vertrokken waren, maakte dat de Chileense coach met de overblijvers naar een duidelijk doel kon toewerken.” In de kwalificatiewedstrijd tegen Panathinaikos verraste Málaga met zijn stevige organisatie en mooie spel. Ook in de Primera División gaat het er al anderhalve maand net zo aan toe. Los Boquerones zijn tot hiertoe ongeslagen in Spanje en verrasten vriend en vijand met de 3-0 tegen Zenit Sint-Petersburg. “Toen de crisis uitbrak, wilde iedereen vertrekken”, aldus Castro. “Uiteindelijk was de kwalificatie voor de poulefase van de Champions League voor velen een reden om toch te blijven. Voor jongens zoals Jérémy Toulalan en Joaquín zou dat wel eens de springplank naar een grotere club kunnen zijn. Málaga begon de competitie met een over-mijn-lijkmentaliteit en speelt misschien wel het mooiste voetbal van heel Spanje.”

De CL-kwalificatie was ook op financieel vlak een flinke opsteker. In die mate zelfs dat Málaga met Javier Saviola en Roque Santa Cruz twee ervaren rotten kon inlijven. Maar hoe verklaar je dat een team dat vier basisspelers verloor en zich in eerste instantie niet versterkte toch de juiste dynamiek heeft weten te bewaren? “Uiteindelijk bleek alleen Cazorla onvervangbaar”, zegt Castro. “Mathijsen en Van Nistelrooy waren geen echte sterkhouders. Met doelman Willy Caballero, wingers NachoMonreal en Joaquín en middenvelder Toulalan werd het geraamte van de ploeg wel degelijk behouden.”

Jonge spelers

Pellegrini slaagde er ondanks de moeilijke omstandigheden in om de juiste mix van ervaren spelers en enthousiaste youngsters te vinden. Het echte wonderkind van Málaga, de 20-jarige Isco, werd vorig seizoen voor amper zes miljoen euro weggekocht bij Valencia en zou intussen al zo’n twintig miljoen euro waard zijn. De jonge international scoorde twee keer tegen Zenit en wordt nu al vergeleken met Andrés Iniesta en Xavi. Dat doorbreken op nog jongere leeftijd kan, bewijst de Kameroener Fabrice Olinga. Dankzij zijn doelpunt tegen Celta de Vigo kroonde de 16-jarige zich tot jongste doelpuntenmaker uit de Primera División. “Pellegrini perfectioneerde zijn offensieve spelwijze nog”, legt de hoofdredacteur van Panenka, César Sánchez Lozano, uit. “Daarvoor rekent de Chileense coach vooral op zijn flankspelers en jonge jongens zoals Isco, Fabrice en Francisco Portillo.”

Het zijn de jonge spelers die de supporters hoop geven. “Zonder het geld van de sjeik kan Málaga niet zo blijven presteren”, meent Castro. “Het grote verschil met de voorgaande jaren is dat Málaga nu evenwel een getalenteerde jeugdwerking heeft waarop het kan terugvallen”, weet Prieto Santos. “Een van de eerste projecten van de sjeik was immers de uitwerking van een opleidingscentrum. Sinds twee jaar gaat Málaga actief op zoek naar alle beloftevolle jongeren uit de omgeving. In zekere zin doet Málaga het al zonder de sjeik, want de Qatarees is zelden of nooit op de club te vinden.”

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE

“Ik hoef geen tien spelers aan te trekken voor zestig miljoen euro, als we zestig miljoen euro aan één speler kunnen besteden.” sjeik Abdullah Ben Nasser Al Thani

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content