‘Uit tegenslagen leer je het meest’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

De ene moest krabben om enkele speelminuten te krijgen bij Watford. De andere moest tot het einde knokken om Wolfsburg de afgang van een degradatie te besparen. Na een tegenvallend seizoen willen Dodi Lukebakio en Nany Dimata hun rush naar de top opnieuw inzetten.

Op een steenworp van Tilburg, in een verbluffend idyllisch decor waarvan veel Nederlanders het bestaan zelfs niet afweten, bereidden Dodi Lukebakio, Nany Dimata en elf andere jongens het komende seizoen voor. Dimata en co hadden de strandvakanties maar voor het uitkiezen, maar opteerden voor een bootcamp van Godson Sport Management ( zie kader). ‘Het is een soort prevoorbereiding op het seizoen’, vertelt Dimata, die sinds zijn jaren in Luik vaste klant is op de tiendaagse stages van Godson. Na een stevig dutje en tussen twee trainingsessies in nemen Dimata en Lukebakio rustig de tijd om een balans op te maken van hun seizoen.

Je kunt pas evolueren tot een complete voetballer als je je overal kunt aanpassen.’ Nany Dimata

Jullie waren beiden op een bepaald moment hot in België. De overgang van de Jupiler League naar het buitenland verliep minder vlot.

NANY DIMATA: ‘Ik ben in een totaal andere wereld terechtgekomen. Het familienest verlaten en al het comfort van thuis opgeven, is één ding. Maar in een vreemd land moet je je ook inleven in een andere cultuur. Het vergt tijd om al die veranderingen te verteren. Maar van zodra je het goede ritme te pakken hebt, gaat het vanzelf.’

DODI LUKEBAKIO: ‘Klopt. Het is een kwestie van aanpassing. Het hangt er ook van af of je alleen vertrekt of je familie meegaat. Er komt veel bij kijken, een nieuwe taal leren bijvoorbeeld, en dat heeft tijd nodig.’

Jullie moesten ook wennen aan het Engelse en Duitse trainingsregime. Hebben jullie van in het begin een verschil gemerkt met de Belgische manier van trainen?

LUKEBAKIO: ‘Dat was vanaf dag één heel duidelijk! De aanslagen die je lichaam moet opvangen, zijn van een andere orde dan in België. Je moet dus slimmer spelen en dat leer je door op het trainingsveld te staan met gasten die een pak wedstrijden hebben gespeeld in de Premier League. Door hen te observeren kom je er na een tijdje achter dat je niet kunt spelen zoals je gewend bent om te spelen. En zonder het zelf te beseffen boek je vooruitgang.’

Dodi Lukebakio heeft veel geleerd bij Watford.
Dodi Lukebakio heeft veel geleerd bij Watford.© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

DIMATA: ‘Dodi en ik zijn in een van de beste drie competities ter wereld aanbeland. Ja, dan moet je niet verrast zijn dat de aanpassingsperiode moeizaam gaat. Daartegenover staat wel dat je je sneller ontwikkelt. Zeker en vast met ploegmaats die een paar honderd matchen op hun cv hebben.’

Zowel bij Wolfsburg als bij Watford konden jullie rekenen op een Belgische landgenoot om jullie wegwijs te maken. Heeft het jullie integratie gemakkelijker gemaakt?

LUKEBAKIO: ‘Dat helpt voor een stuk. Als je in een kleedkamer gedropt wordt waar je niemand kent, is het altijd een pluspunt om te kunnen rekenen op iemand die uit hetzelfde land afkomstig is. Hij kan je uitleggen hoe de groep in elkaar zit, hoe alles functioneert. Hij zorgt ervoor dat je niet zomaar in het diepe wordt gegooid.’

DIMATA: ‘Ik sprak geen woord Duits. Een geluk dat ik met al mijn vragen terechtkon bij Koen Casteels – toch een van de leiders bij Wolfsburg – en een paar Franse spelers. Daarna is Divock Origi er ook bij gekomen.’

LUKEBAKIO: ‘Ik vertrouwde op Christian Kabasele en enkele Franse ploegmaats. Voor een jonge speler is er geen betere manier om zich te integreren dan gegidst te worden door iemand die al een tijdje in de club zit.’

SPORTIEVE TEGENVALLER

Roberto Martinez vindt dat een Belgische speler eerst honderd matchen in de Jupiler League in de benen moet hebben voor hij naar het buitenland kan vertrekken. Jullie hebben die kaap nooit gerond. Waren jullie al zo vroeg uitgekeken om de Belgische competitie?

DIMATA: ‘Ik heb ambities en ik heb voor mezelf de lat heel hoog gelegd. Ik daag mezelf graag uit en ik heb mij enkele doelen gesteld ik zeker wil bereiken. Als je niets probeert, zul je nooit weten of je het aankunt.’

LUKEBAKIO: ‘Je moet jezelf niets voorliegen, maar je moet wel je limieten opzoeken om uit uit te maken waar je toe in staat bent. Als het niet goed aanvoelt, moet je niet gaan. Ik ben niet naar het buitenland vertrokken omdat het zo hoort. Ik ben de uitdaging aangegaan omdat ik mij bekwaam genoeg vond om het buiten België te proberen. Laten we niet rond de pot draaien: Nany en ik zijn bijzonder ambitieus. We geloven erg in onszelf.’

DIMATA: ‘Alles heeft met feeling te maken…’

LUKEBAKIO: ‘Zo zou ik het ook omschrijven. Luister: ik kwam met iedereen goede overeen bij Charleroi – je moet niet alles geloven wat er over mij geschreven werd. Mijn eerste weken op Charleroi waren inderdaad beter dan wat ik daarna heb getoond. Maar je mag niet vergeten dat ik het seizoen ervoor amper had gespeeld. En ik moest wennen aan het voetbal van Charleroi, dat enorme fysieke eigenschappen vereist. In het begin ging het mij goed af, met de snelle opeenvolging van de matchen was het moeilijk om die krachtinspanningen te blijven volhouden. En toch stroomden de voorstellen vanuit Engeland binnen. Op mijn leeftijd mag je zo’n aanbieding niet laten liggen. Er zijn spelers die veel meer hebben moeten presteren om zo’n opportuniteit te krijgen.’

Maar je had wellicht geen rekening gehouden dat je tijdens je eerste buitenlandse avontuur zou moeten vechten om in eerste klasse te blijven?

LUKEBAKIO: ‘Voor mij was het niet de eerste slechte ervaring op sportief vlak – ik heb hetzelfde meegemaakt bij Toulouse. Het heeft mij alleszins niet ontmoedigd. Dat zijn de meest leerzame periodes voor een voetballer. Het is wellicht een meevaller dat we heel vroeg in onze carrière geconfronteerd worden met sportieve tegenslagen.’

DIMATA: ‘Het is de keerzijde van het voetbal. We hebben geleerd hoe het milieu in elkaar zit. En nu weten we dat het niet elke dag plezant is. Weet je wat? Twee seizoenen geleden ging alles super goed bij Oostende…’

LUKEBAKIO: ( pikt in) ‘Het ging toen héél snel, niet?’

DIMATA: ‘Ik kreeg enkel lof. Afgelopen seizoen was het net het tegenovergestelde. De problemen stapelden zich op, we liepen nederlaag na nederlaag op. Ik heb de top gekend en ik weet nu ook waar de bodem ligt. Maar tussendoor ben ik niet veranderd. Op mentaal vlak heeft niets mij kunnen kraken.’

Romelu Lukaku speelde weinig bij Chelsea, maar beschouwt die periode als een leerproces waar hij door moest. Zelfs als je een seizoen niet speelt, is dat geen veloren jaar.

DIMATA: ‘Kijk waar Lukaku nu staat. Het resultaat mag er toch zijn?’

LUKEBAKIO: ‘Je kunt niet ergens aankomen en hopen dat je meteen speelt. Als je een niveau hoger gaat spelen, moet je sowieso eerst kijken en leren.’

Probeer dat aan de buitenwereld duidelijk te maken…

DIMATA: ‘Zo zit de voetbalwereld in elkaar. Wanneer alles meezit, staat iedereen in de rij om je te feliciteren. Heb je een dipje, dan zullen diezelfde mensen zich haasten om kritiek te geven. Ik denk dat het deel uitmaakt van de job.’

LUKEBAKIO: ‘Je moet het accepteren.’

DIMATA: ‘Ik wil mij zeker niet met Cristiano Ronaldo vergelijken, maar kijk wat hem dit seizoen is overkomen. Tot januari kreeg hij nauwelijks een bal voorbij de doelman. Iedereen zei dat hij te oud was geworden en nog meer blabla. Maar wie mag zich vandaag de beste doelschutter noemen in de Champions League?’

Nany Dimata (links): 'Wij houden van de bal. Dat typeert ons. Wat er ook gebeurt, we willen geen toeschouwer zijn.'
Nany Dimata (links): ‘Wij houden van de bal. Dat typeert ons. Wat er ook gebeurt, we willen geen toeschouwer zijn.’© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

IDENTITEIT

Jullie hebben er een eerste seizoen opzitten in Engeland en Duitsland. Word je die volle stadions ooit gewoon?

LUKEBAKIO: ‘Het doet zonder twijfel iets met een speler om elke week voor zoveel volk te voetballen. Je wilt al die mensen automatisch iets teruggeven. Het is uiteindelijk voor de supporters dat je voetbalt.’

DIMATA: ‘Voetbal grijpt ons nog altijd aan en wij willen ons geluk delen met de fans. De eerste keer dat ik de trainingsfaciliteiten en het stadion van Wolfsburg zag, was ik verkocht. Toen ik in mijn eerste match het stadion zag vollopen, was ik echt van de wereld.’

Niets doet vermoeden dat een stad als Wolfsburg een stadion kan vullen.

DIMATA: ‘Echt niet, hé? Enkel in het weekend krijg je de indruk dat het voetbal hier leeft. Bon, in Duitsland zitten de stadions allemaal vol. Zelfs in tweede klasse.’

LUKEBAKIO: ‘In Londen zit ik op dat vlak ook goed hoor. Kun je je inbeelden dat ze zelfs applaudisseren voor een tackle? Bij elke actie, bij elke dribbel veert het stadion recht. Je moet toch al van slechte wil zijn om een slechte match te spelen.’

Zorgt dat niet voor extra druk?

LUKEBAKIO: ‘Dat hangt van speler tot speler af. Mijn eerste wedstrijd waar er veel volk in de tribunes zat, was met Anderlecht in de Youth League tegen Barelona. Toen voelde ik druk. Daarna ben ik van de druk gaan houden. Ik put daar motivatie uit

Julle hebben zeker een gemeenschappelijke kwaliteit: in alle omstandigheden willen jullie de bal krijgen.

LUKEBAKIO: ‘Als je in jezelf gelooft, moet je geen schrik hebben om iets verkeerds te doen. Zonder bal kun je toch niets laten zien? Je moet wel iets zinvols willen doen voor de ploeg.’

DIMATA: ‘Wij houden van de bal. Dat typeert ons. Wat er ook gebeurt, we willen geen toeschouwer zijn. Ik wil de bal voelen en daarom zal ik elke keer de bal vragen. Zelfs al zit ik niet in de match. Het zit in mij en ik kan mezelf niet bedwingen. Ik denk dat het ook een van de redenen is waarom een club geïnteresseerd zou kunnen zijn in mij.’

Jij zat bij Charleroi in een ploeg die op het eerste zich onverzoenbaar was met jouw manier van voetballen.

LUKEBAKIO: ‘Ik heb het al meermaals gezegd: ik ben er alleen maar beter van geworden. Hoe hoger het niveau waarop je voetbalt, hoe veeleisender de mensen zullen zijn. Een flankspeler is verplicht om mee te verdedigen. Ik had het daar lastig mee want ik heb dat nooit aangeleerd gekregen bij de jeugd. Nu zul je mij zelfs op training zien verdedigen. Ik verbaas er mij zelf mee. Dan denk ik: sinds wanneer heb ik dat opgepikt? ( lacht) Mijn passage bij Charleroi is uiteindelijk toch nuttig geweest.’

DIMATA: ‘We zullen onze manier van voetballen nooit veranderen – het maakt deel uit van onze identiteit. Maar je kunt als voetballer pas evolueren tot een complete voetballer als je je overal kunt aanpassen.’

VOLLE GAS

Nany, wat moet jij veranderen om te slagen bij Wolfsburg?

DIMATA: ‘Aan mijn concentratie is nog werk. Ik moet ook meer gedisciplineerd voetballen. Zowel wat betreft mijn defensieve als mijn offensieve opdrachten. En misschien zou ik mijn lichaam nog meer in de strijd moeten gooien.’

Er wordt gezegd dat België een miniversie is van de Premier League. In welke mate klopt die bewering?

LUKEBAKIO: ‘In België wordt er fysiek gevoetbald. Tot daar de vergelijking. De intensiteit en het ritme in Engeland liggen zoveel hoger dat je de twee niet aan elkaar kunt toetsen. Dat heeft mij nog het meest verrast. Een training kan gerust doorgaan voor een match. Vanaf de eerste baltoets tot er afgefloten wordt, moet je volle gas geven. Na mijn eerste trainingen had ik het gevoel dat ik negentig minuten had gespeeld. Als je in de tribune naar een match zit te kijken, heb je echt zin om het veld op te springen. Het Engelse voetbal is een genot om naar te kijken.’

Dodi, jij weet wat ze bij Anderlecht van een spits verwachten. Heeft Dimata de typische Anderlehtstijl?

DIMATA: ( schiet in de lach) ‘Goed geprobeerd.’

LUKEBAKIO: ‘Tuurlijk! Landry heeft de fysieke, technische en verstandelijke capaciteiten voor Anderlecht. Zijn stijl is overal toepasbaar. Ik twijfel er geen seconde aan dat hij zij zich ook bij Anderlecht zal kunnen inpassen.’

Op zomerkamp met Godson

Godson Sport Management is het geesteskind van Dieumerci Vua en Don Nzila Pambu, twee broers en voormalige profvoetballers. De twee mannen brachten een uitgebreid team samen om gedurende tien dagen de kroonjuwelen van de zaak te begeleiden voor een trainingskamp op Nederlandse bodem dat het midden houdt tussen een zomerkamp en een professionele voorbereiding van een doorsnee-eersteklasser. ‘Dankzij Godson kunnen we ons in een professioneel kader klaarstomen op het volgende seizoen. Maar we zijn hier ook om minpunten te corrigeren’, aldus Nany Dimata. ‘Ik ben niet aan mijn eerste trainingskamp toe met Godson – ze begeleiden mij al sinds de prille start van mijn carrière. Zonder Godson was ik nooit zo ver geraakt.’

Behalve Nany Dimata en Dodi Lukebakio tekenden nog andere talenten present. Zoals Olivier Kemen, een beloftevolle speler die bij Olympique Lyon onder contract ligt, Trésor Ndayishimiye, een ruwe diamant van Anderlecht, en Aboubakary Koita, die tijdens de play-offs een paar optredens maakte met Gent.

Sinds enkele jaren werkt Godson nauw samen met Didier Frenay, een spelersmakelaar die zich binnengewerkt heeft bij Wolfsburg en ondere andere de transfer van Dimata heeft bewerkstelligd. Het logo van Frenays bureau Star Factory staat niet toevallig op de achterkant van de trainingsoutfits van de Godsonkids. De samenwerking tussen Godson en Staf Factory moet straks uitmonden in de oprichting van een academie in Congo-Brazzaville. Met het oog op de doorgedreven samenwerking werd het trainingskamp van Godson bezocht door een ambassadeur uit het Centraal-Afrikaanse land.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content