Vorige week waren de Italiaanse kandidaat-internationals uitgenodigd voor fysieke testen in het nationale trainingscentrum Coverciano. Opvallend was de aanwezigheid van een jonge middenvelder van tweedeklasser Crotone, Federico Bernardeschi (20).”Omdat we in zijn rol weinig spelers hebben in de Serie A”, aldus de bondscoach.
Van de 30 spelers die straks op de voorlopige lijst van Cesare Prandelli komen, staan er (behoudens zware blessures) 17 vast voor de lijst van 23. Nog 18 spelers komen in aanmerking voor de overige plaatsen, waaronder twee voorin. Aanvallers Mario Balotelli (Milan), Alberto Gilardino (Genoa) en Alessio Cerci (Torino) zijn zogoed als zeker van een WK-ticket. Omtrent de kansen van Antonio Cassano, sterk op dreef met Parma, toonde de bondscoach zich sceptisch, vanwege diens mindere resultaten op de testen. Voor Fiorentinaspits Giuseppe Rossi,volop aan het revalideren, toonde hij zich hoopvol. De kans bestaat dat hij twee minder bekende namen meeneemt voor voorin: Ciro Immobile en Destro. Over Francesco Totti en Luca Toni wilde hij zich niet uitspreken: “Ik heb veel respect voor wat ze bewezen hebben, maar laten we praten over wie hier wel is.” Ook kandidaat-internationals als Thiago Motta en Marco Verratti, die in het buitenland voetballen, waren er niet bij.
Het sterke punt van Italië op het WK, voegde Prandelli eraan toe, wordt het middenveld. En het gedrag. De ethische code blijft gehandhaafd. “Omdat ik vind dat wie die code niet respecteert, ook niet tegen de druk op zo’n WK bestand zal zijn”, aldus de bondscoach, die de boot afhoudt over zijn contractverlenging voor twee jaar waar al lang over gepraat wordt, maar die nog niet rond is.
Een nieuw opgeroepen speler deed het debat aanwakkeren over een thema waarover in Italië veel te doen is: de toevloed van ‘nieuwe’ Italianen. Rechtshalf Romulo (26) van Hellas Verona is een Braziliaan met Italiaanse roots en een grote kanshebber op een WK-plaats. Met Thiago Motta (PSG) zit er al een Braziliaan in de selectie, terwijl Parmaverdediger Gabriel Paletta,die tegen Spanje opgeroepen werd en een goeie indruk liet, Argentijn is. Drie genaturaliseerde spelers op 23 zou naar Italiaanse begrippen veel zijn, om het nog niet te hebben over de andere internationals van een andere origine, zoals Angelo Ogbonna (Juventus), die Nigeriaanse roots heeft, of Rossi (geboren in de VS, met de Amerikaanse nationaliteit).
Matteo Salvini,Europees parlementslid voor de Noord-Italiaanse afscheidingspartij Lega Nord, heeft zijn bedenkingen: “Niet bij Balotelli of El Shaarawy, die hier opgegroeid zijn en onze taal spreken, wel bij de internationals die via een dubbele nationaliteit in de selectie geraakt zijn. Ik heb de indruk dat Thiago Motta, Osvaldo en Romulo onze nationaliteit accepteerden omdat ze niet opgeroepen werden door hun landen van oorsprong.”
DOOR GEERT FOUTRÉ
