Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Als zoon van een ‘net niet topvoetballer’ maakt Michaël Jonckheere (19) vaders dromen waar. In hetzelfde stadion, onder dezelfde baas, maar met een andere mentaliteit : ‘Ik zal Vermeersch bewijzen dat ik dat contract waard ben.’

“Ik heb thuis nog foto’s liggen van mijn vader aan de zijde van de jonge Marc Degryse – toen nog met snor – en Stéphane Demol, ze zaten samen in de kern van de nationale beloften”, vertelt Michaël Jonckheere (19) niet zonder enige trots in de ogen. Michaëls vader, Jean-Luc, speelde halfweg de jaren tachtig bij RWD Molenbeek in de eerste klasse. Hij maakte er nog Raymond Goethals … en Johan Vermeersch mee als hoofdtrainer. Maar dat zijn lang vervlogen tijden, ondertussen maakt zoonlief de ambitie van de papa waar. Op dezelfde plek bovendien : in het Edmond Machtens Stadion in Molenbeek.

Dit seizoen dwong hij zelfs een basisplaats af bij FC Brussels. En weten dat het Brusselse bestuur deze zomer overwoog hem uit te lenen. De tweede klasse lonkte, KV Kortrijk en OH Leuven waren concrete pistes. Jonckheere : “Voorzitter Vermeersch vertelde me dat ze zeker niet van mijn contract afwilden, maar dat ik als jonge gast matchritme moest opdoen. Dat kon het best bij een andere club. Zelf zag ik dat anders … Akkoord, het was beter voor mijn ontplooiing dat ik ergens regelmatig kon spelen op hoog niveau, want van een jaar bij de invallers, daar wordt niemand beter van. Maar na overleg met mijn vader en met trainer Albert Cartier besliste ik bij Brussels te blijven, er werden amper verdedigers ingekocht, dus ik rook een kans.”

Ontvlammen

En zo blijkt. De amper negentienjarige rechtsachter/centrale verdediger verscheen dit seizoen al in dertien van de zestien wedstrijden aan de aftrap. Enkel eind september kende Jonckheere een dipje. “Vermoeidheid”, klinkt het. Hij sukkelde met kleine blessures en miste drie wedstrijden. Bovendien kreeg de jongeling in de pers een serieuze veeg uit de pan van de onverschrokken preses Johan Vermeersch : “Michaël moet maar eens bewijzen dat hij die plaats in de ploeg waard is. Zoals hij momenteel speelt, heb ik er dertien in een dozijn. Zelfs bij de invallers lopen er betere rond.” Kan tellen qua kritiek voor een bloeiende tiener, er zijn gasten die voor minder mentaal ineenstuiken. Maar Jonckheere liet het niet aan zijn hart komen en heroverde zijn stek in het elftal. “Die kritiek kwam na de thuisnederlaag tegen Westerlo (waar Jonckheere gewisseld werd, nvdr)”, verschaft hij – opvallend sereen – enige uitleg, “Vermeersch is voor iedereen streng. Hij mag kritiek geven, dan is het aan mij om op het veld te bewijzen dat ik een contract waard ben. Ik weet niet hoe andere jongeren met die kritiek omgaan, maar mij motiveert het alleen maar. Iedereen weet ook hoe de voorzitter in elkaar steekt. Hij kan ontvlammen, maar hij neemt het ook op voor zijn spelers. Ik kan volledig begrijpen dat hij momenteel niet tevreden is met de gang van zaken.”

Hij staat stevig in zijn schoenen, deze tiener. Opgegroeid in Terhulpen onder de hoede van zijn voetballende vader, die nadien als agent bij de politie van Molenbeek aan de slag ging. “Ik heb het nog meegemaakt dat ik hier als supporter van RWDM samen met mijn vrienden mijn vader in uniform tegenkwam”, grapt Jonckheere. “Ik speelde toen bij de jeugd van FC Brussels. Als miniem was ik van Terhulpen naar RWDM gekomen. Vroeger stond ik altijd als aanvaller of nummer tien op het veld, maar toen ik veertien of vijftien was, haalde de trainer me naar achteren. Met succes, ik speelde er mijn beste matchen. Ik heb het altijd al van mijn snelheid en gestalte moeten hebben, daarmee kan je evengoed in de verdediging terecht, hein. Mijn vader was trouwens in zijn tijd ook een verdedigend ingestelde voetballer.”

Een droom

Moet Michaël nu de droom van zijn vader realiseren door het als profvoetballer te maken in het leven ? Jonckheere : “Ach neen, ik moet mijn ouders vooral bedanken voor hun steun en de tijd die ze in mij staken. Natuurlijk hield mijn vader zich bezig met mijn evolutie, maar ik herinner me nog goed hoe we, toen ik pas vijf jaar was, samen aan tafel zaten en hij zei : ‘Je moet aan sport doen, maakt niet uit welke.’ Het is dus zeker niet zo dat hij mij pushte om te gaan voetballen. Ik koos eerst voor judo, maar al na enkele maanden werd duidelijk dat ik mij liever met een bal bezighield. Mijn eerste trainingen kreeg ik in feite van mijn vader, we speelden vaak in de tuin. Hij leerde me vooral hoe ik de bal moest raken wanneer ik trapte.”

En zo ontplooide Michaël zich tot de profvoetballer die hij nu is. “Een droom,” vertelt hij, “door de ervaring van mijn vader besef ik dat wat ik nu beleef, uitzonderlijk is. Ik ben amper negentien en sta in de basis van FC Brussels. Maar ik ben er nog niet, ik mag deze kans op een carrière absoluut niet laten liggen.”

Christmas shopping

Jonckheere neemt nu veel meer rust en let op zijn voeding, beweert hij. Bij Brussels loopt er een voedingsspecialist rond die de jongeren begeleidt. Die heeft zeker zijn handen vol bij de jonge kern van FC Brussels, met een gemiddelde van 22 jaar de jongste ploeg in de eerste klasse. Dat jeugdig enthousiasme alleen niet volstaat om te overleven op het hoogste niveau bewijzen de resultaten dit seizoen. Brussels startte sterk aan het seizoen, maar viel gaandeweg helemaal terug en verkeert nu zelfs in degradatiegevaar. De huidige gang van zaken noopte ancien Alan Haydock en sportief manager Dimitri Mbuyu tot de vaststelling dat door blessures en schorsingen de jongeren nu hun kansen krijgen, maar dat ze in feite niet klaar zijn voor de eerste klasse. Lees : Jonckheere had beter nog wat gerijpt in de buik van het peloton. “Daar ga ik niet helemaal mee akkoord”, verdedigt hij zich. “Dat wij in de kern zitten, betekent toch dat men ons klaar achtte om bij de eerste ploeg te horen ? Vorig seizoen bewezen we toch iets in onze mars te hebben. Goed, de ploeg draaide, dus als jongere was het makkelijker om het niveau op te pikken. Misschien hebben ze ergens wel gelijk, op een gegeven moment traden we met een ploeg aan met een gemiddelde leeftijd van 21 jaar. Soms merk je dat het ons aan ervaring ontbreekt. Wanneer we onder druk komen in de verdediging, wil de communicatie wel eens mislopen. Als jonge gast ben je toch vooral bezig met je eigen prestatie en vergeet je de ploegmaat naast jou te coachen. De meer ervaren jongens doen dat natuurlijk wél. Ik vermoed dat Mbuyu en Haydock die opmerking maakten om aan de buitenwereld duidelijk te maken dat er versterking bij moet.”

Voorzitter Johan Vermeersch kondigde inderdaad al aan tijdens de winterstop wat aan Christmas shopping te zullen doen. Vreest Jonckheere dan niet een klein beetje voor zijn plaats ? “Niet echt. Ik ben jong en mijn eerste doel is beter worden. Dat ik zijn ongelijk bewijs, volgt dan wel vanzelf. Zolang ik mijn best doe, hoef ik mezelf niets te verwijten en ligt de beslissing bij de trainer”, besluit Jonckheere nuchter.

MATTHIAS STOCKMANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content