‘Vadis had nu met sprekend gemak in de Premier League kunnen spelen’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

Antwerp-Gent en Gent-Antwerp wordt een beetje een kamp tussen Faris Haroun en Vadis Odjidja. De twee boezemvrienden gaven elkaar twaalf jaar geleden het ja-woord in Midden-Amerika en groeiden sindsdien elk op hun manier uit tot de betere spelers in de Jupiler League.

Ruim tien jaar nadat ze hun vriendschap bezegelden ergens in Mexico geven boezemvrienden Faris Haroun (34) en Vadis Odjidja (30) aan ’t Braemhof in Gentbrugge hun eerste dubbelinterview weg. Mijmerend over hun bromance – zo heet dat tegenwoordig – en hun opzet om ooit samen te spelen. Of ze ooit hetzelfde shirt zullen dragen, zal vooral van Odjidja afhangen. ‘Faris kan gerust tot zijn veertigste blijven voetballen, maar tegen dan ben ik al lang gestopt’, lacht Odjidja. ‘We zouden een goed duo vormen op het middenveld. Daarom had ik graag met Faris gespeeld.’

Kwalitatief gezien vind ik Vadis goed genoeg om nu ook bij de Rode Duivels te horen.’ Faris Haroun

Haroun knikt. ‘Zou het niet mooi zijn om samen te eindigen bij een vriendenploegje dat op zondagmorgen speelt?’ Odjidja kopt de voorzet van zijn maat meteen binnen. ‘Dan zal hij een dag per week weg mogen van zijn vrouw.’

De twee prille vaders, die samen meer dan 500 wedstrijden totaliseren in de Jupiler Pro League, losten elkaar niet meer sinds Odjidja op zijn 18e in een opwelling een lastminute vliegticket kocht voor Mexico om zich op vakantie bij Haroun te voegen. Daarna volgden uitstapjes naar onder andere Los Angeles en Marrakech en binnenkort gaat het richting Toronto en Tokio. ‘Marrakech was echt nice‘, herinnert Odjidja zich. ‘Je weet hoe dat gaat als je met een grote groep vrienden op reis gaat. Grapjes uithalen, de sfeer erin houden en je gewoon amuseren. Ja, toch? Als Faris en ik op vakantie zijn, dan gaan we mee met de flow. We hoeven niets te plannen, we doen waar we op dat moment zin in hebben. Ik vind het leuk dat we allebei zo relaxed door het leven gaan.’ Haroun: ‘Vakantie is voor mij vakantie. Ik raak geen bal aan. Nu hebben onze vrouwen en kinderen voorrang. Eerst maken we een familietrip en dan proberen we tijd te maken voor een boys trip met ook nog mijn goede maat Lawrence. ‘

In welke mate heeft het vaderschap jullie veranderd?

FARIS HAROUN: ‘Ik ben gegroeid als mens. En alles wat ik nu doe, is in de eerste plaats voor mijn gezin. Ik leg de lat hoger voor mezelf om mijn kind een zo comfortabel mogelijk leven te geven.’

VADIS ODJIDJA: ‘Je blijft emotioneel nauw verbonden met het voetbal, maar na een nederlaag kan je sneller relativeren. Het gaat alleszins gemakkelijker dan wanneer je alleen op een appartementje zit. Zoals Faris zegt: de motivatie is groter. Je kinderen geven jou ook een bepaalde kracht. Het compenseert die paar uurtjes die je minder slaapt.’

HAROUN: ‘Of we tips uitwisselen met elkaar? Vadis vraagt wel eens: was het bij jullie ook zo? Ik denk dat onze vrouwen elkaar tips moeten geven want zij brengen de meeste tijd door met de kindjes.’ ( lacht)

TJSADISCHE MARATHONLOPER

Jullie zijn op en naast het veld de leiders van Gent en Antwerp. Waarom zijn jullie goede aanvoerders?

HAROUN: ‘Vadis zal zich nooit verstoppen als het niet loopt. In topwedstrijden of als het stroef gaat, heb je spelers nodig die het lef hebben om acties te blijven maken. Hij doet dat, zelfs al heeft hij net daarvoor enkele slechte ballen gegeven.’

ODJIDJA: ‘Verbaal laat Faris zich gelden en hij is iets rustiger dan ik tijdens een wedstrijd. Antwerp heeft niet de gemakkelijkste kleedkamer, maar hij is in staat om de ploeg samen te houden. Ik kan zeker nog dingen van hem opsteken om mijn ploeg beter te leiden.’

Welke voetballende kwaliteiten zouden jullie van elkaar willen overnemen?

ODJIDJA: ‘Hij kuist heel veel op in het middenveld. Maar ik zou vooral zijn loopvermogen willen hebben. Ik vreet ook veel kilometers, maar niet de aantallen van Faris. Niet vergeten: hij is van Tsjaad, man!’ ( lacht)

HAROUN: ‘Geef mij maar zijn passing en zijn traptechniek.’

Ondanks een betere traptechniek maakte Faris meer doelpunten dan jij. Jij zit aan 41, Faris aan 63…

ODJIDJA: ( kijkt verwonderd naar Haroun) ‘Echt waar? Nee, man! Hij heeft er misschien meer, maar ik heb mooiere goals gemaakt. ( lacht) Ik besef dat ik egoïstischer zou moeten zijn, dat ik meer vanop afstand zou moeten trappen. Weet je wat het is? Ik geef gewoon graag assists en probeer anderen in de beste positie te brengen voor doel.’

Nu we toch aan het vergelijken zijn. Vadis heeft drie caps verdiend voor de Rode Duivels uitgekomen. Jij hebt er zes, Faris.

HAROUN: ‘Er zijn veel momenten geweest dat ik ervan overtuigd was dat Vadis zijn plaats verdiende in de kern. Kwalitatief gezien vind ik hem goed genoeg om er nu ook bij te horen. Maar veel hangt af van de bondscoach, van de periode waarin je piekt in de competitie, van blessures… Hij werd een paar keer afgeremd door blessures en daardoor heeft hij een paar selecties gemist. En hij heeft volgens mij niet genoeg krediet kunnen opbouwen bij de nationale ploeg om er een paar keer automatisch bij te zijn.’

ODJIDJA: ‘Je moet foussen op zaken die je in de hand hebt. En dat is: presteren bij je club. Ik heb mij er dus nooit druk om gemaakt. Ik ben fier dat ik voor de Rode Duivels heb mogen spelen en ik houd er mooie herinneringen aan over. Spijtig genoeg ben ik te weinig opgeroepen geweest.’

Faris, heb jij ooit getwijfeld om voor Tsjaad te spelen?

HAROUN: ‘Toen ik 18 jaar ben ik met mijn vader een paar dagen naar Frankrijk getrokken om Tsjaad aan het werk te zien. De nationale ploeg was er op stage en er stond een oefenmatch tegen Nantes op het programma. Het niveauverschil met België was echter zó groot dat ik nooit overwogen heb om voor Tsjaad uit te komen. Op sportief vlak was het veel interessanter om bij de Rode Duivels te zitten. Toen ik mijn broer en neef drie jaar geleden op televisie zag spelen met Tsjaad kreeg ik er wel kippenvel van. Het heeft toch iets om voor je vaderland te spelen… De bekendste spelers van Tsjaad? Mijn broer Nadjim Haroun. ( lacht) Vroeger had je Japhet N’Doram van Nantes. Nu hebben ze een rondlopen in Frankrijk ( Casimir Ninga, nvdr) en een bij Porto ( Marius Mouandilmadji, nvdr), maar buiten Tsjaad zijn er weinig mensen die hen kennen.’

TE WEINIG TITELS

Behalve een titel met Legia in 2017 en een titel met Antwerp in tweede klasse datzelfde jaar oogt jullie palmares leeg. Is dat een smet op jullie carrière ?

ODJIDJA: ‘Er zijn veel spelers die als bankzitter een paar keer kampioen zijn geworden omdat ze op het juiste moment op de juiste plek zitten. Je hebt dus geluk nodig om prijzen te pakken. Met Club Brugge ben ik er een paar keer heel dicht bij geweest, maar het liep telkens verkeerd af in de play-offs. En vorig seizoen verloren we met Gent de bekerfinale terwijl iedereen ons als favoriet zag. Dat zijn pijnlijke momenten…’

HAROUN: ‘Iedereen wil prijzen winnen, maar voor mij is dat geen doel op zich. Prijzen winnen met je club, maar wel drie jaar op de bank zitten. Is dat het waard? Je kan inderdaad zeggen dat je iets gewonnen hebt, maar hoe groot is jouw bijdrage dan? Ik ben al vijftien jaar profvoetballer en ik zou die jaren niet willen inruilen voor een titel of beker. Ik sta niet stil bij statistieken. Ik ben al lang tevreden dat ik met Antwerp kampioen ben geworden, al was het maar tweede klasse. Ik heb de kans gekregen om profvoetballer te worden, ik ben Rode Duivel geweest, ik heb deelgenomen aan de Olympische Spelen en ik draai nog altijd mee op een hoog niveau. Dat zijn zaken die mij blij maken.’

Vadis Odjidja (r.): 'Sinds mijn terugkeer naar Gent vorig seizoen was enkel mijn rode kaart tegen Club Brugge terecht. Dat was een impulsieve reactie waar ik mij voor geëxcuseerd heb.'
Vadis Odjidja (r.): ‘Sinds mijn terugkeer naar Gent vorig seizoen was enkel mijn rode kaart tegen Club Brugge terecht. Dat was een impulsieve reactie waar ik mij voor geëxcuseerd heb.’© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

ODJIDJA: ‘Ik herinner mij zijn zware periode bij Blackpool en zijn zoektocht naar een nieuwe club. Ik zag hem weer opleven toen hij bij Cercle Brugge zat. Het deed hem deugd om zijn familie in de buurt te hebben én hij vond in Brugge het voetbalplezier terug. Maar ik heb nooit gevreesd voor het einde van zijn profcarrière. Wie hem een beetje kent, weet dat hij gedreven en gepassioneerd is. Hij heeft het nooit laten hangen. Ik wist dat hij er weer bovenop zou komen en dat hij titularis kon zijn bij het merendeel van de ploegen in 1A. Dat heeft hij intussen overduidelijk aangetoond bij Antwerp. Veel clubs beseffen nu dat ze een speler links hebben laten liggen die voor hen een meerwaarde had kunnen zijn.’

Wat denk jij Faris: heeft Vadis alles uit zijn carrière gehaald wat erin zat?

HAROUN: ‘Er zijn veel mensen die zich een opinie vormen op basis van wat ze lezen, gezien hebben of denken gezien te hebben… Zij weten niet eens twintig procent van wat hij heeft meegemaakt. Je moet echt in de voetbalwereld zitten om te begrijpen dat een carrière beïnvloed kan worden door zoveel factoren. Kleine dingen die een grote impact kunnen hebben op een voetballer. Met zijn kwaliteiten had Vadis nu met sprekend gemak kunnen meespelen in de Premier League. Is het alleen zijn fout dat hij niet in Engeland voetbalt? Ik denk het niet. Op het einde van de dag moet hij wel in de spiegel kijken. En hij is de enige persoon die met ja of nee kan antwoorden op de vraag of er meer in zat. Niemand mag in zijn plaats antwoorden. Uiteindelijk heeft hij het allemaal zelf beleefd.’

Faris, jij lijkt wel een speler uit een ander tijdperk. Bij je debuut in eerste klasse bij Genk heetten jouw ploegmaats Jan Moons, Brian Priske, Thomas Chatelle, Cédric Roussel, Koen Daerden, Didier Zokora enzovoort.

ODJIDJA: ‘Toen werden voetbalwedstrijden nog in zwart-wit uitgezonden…’

HAROUN: ‘Ik weet nog dat de matchen op Canal+ getoond werden. Als je geen abonnement had, kon je ze toch volgen. De wazige beelden moest je erbij nemen. Olivier Deschacht en Davy De fauw zijn de enige spelers die al voetbalden toen ik begon en nog niet met pensioen zijn. Maar vraag mij niet hoeveel duels ik gespeeld heb in eerste klasse – ik ben al lang gestopt met tellen. Of ik de Belgische competitie niet beu ben? Ik heb mijn droom waargemaakt door drie jaar in Engeland te voetballen. Daardoor is de zin om nog eens naar het buitenland te gaan afgenomen.’

VERKEERDE PERCEPTIE

Donderdag is er de inhaalmatch Antwerp-Gent. Ga jij Vadis opnaaien als hij na tien minuten geel pakt?

HAROUN: ‘Nee, ik ben niet dat type speler. Zo moet het spel niet gespeeld worden.’

ODJIDJA: ‘Op een speler afstappen om een reactie uit te lokken of faken terwijl je totaal niet geraakt wordt? Dat is laag, man. Dat is een teken van zwakte.’

Alle middelen zijn toch goed om te winnen? Of zouden jullie een ploegmaat aanspreken op zo’n gedrag?

ODJIDJA: ( fel) ‘Je moet winnen als een man. Niet als een… Je moet je tegenstander toch voetballend proberen te pakken? Een aanvaller moet uiteraard de centrale verdediger opzoeken die al geel heeft. Maar iemand een tikje te geven en wachten tot hij iets terugdoet, is erover.’

HAROUN: ‘Voor mij is er een verschil tussen op de grond vallen bij een tackle waarbij je amper geraakt wordt en bewust iemand provoceren. Over het algemeen zou ik aan mijn ploegmaat zeggen: niet doen. Maar ik heb niet de indruk dat wij zulke spelers in de ploeg hebben.’

Faris, jij staat erom bekend een pitbull te zijn op het veld, maar je pakte wel minder gele kaarten in jouw carrière dan Vadis. Hij zit aan 84 en jij aan 73.

HAROUN: ‘Ik denk dat bepaalde spelers Vadis proberen te destabiliseren en de ref gaat soms mee in dat verhaal. Terwijl ik hem nog nooit een vuile fout zag maken. Hij heeft de perceptie tegen. Ik heb het vorig seizoen zelf meegemaakt: ik raakte iemand en ik werd meteen met geel bestraft. In totaal kreeg ik veertien keer geel! De scheidsrechters dachten wellicht: ik zal hem meteen geel geven om hem te kalmeren en dan zal het voor mij ook een rustige match worden. Is dat fair?’

Voelde je je aangesproken toen Ruud Vormer na Antwerp-Club Brugge zei dat er bij Antwerp een paar ‘gekkies’ rondlopen?

HAROUN: ‘Nee, ik vond het zelfs grappig. Hij haalde de zotste actie uit van de match en dan vind ik het een beetje belachelijk dat net hij zoiets zegt. Ik ga nooit over het randje, maar het is mijn rol om mijn ploeg te verdedigen als er in mijn ogen een verkeerde beslissing werd genomen. Wat mij het meest frustreert, is het gebrek aan communicatie met de scheidsrechters. Op het veld zijn zij de baas, maar ze mogen ons niet aanspreken alsof ze hun zoon berispen.’

Vadis, ben jij niet gefrustreerd door die heisa rond je rode kaarten? Opvallend genoeg heb je in het buitenland slechts twee keer rood gepakt. In België zit je aan acht…

ODJIDJA: ‘Sinds mijn terugkeer naar Gent vorig seizoen was enkel mijn rode kaart tegen Club Brugge terecht. Dat was een impulsieve reactie waar ik mij voor geëxcuseerd heb. Die laatste rode kaart tegen Standard… Je kon het bezwaarlijk een duw noemen, maar ik krijg er wel een tweede gele kaart voor. Laatst werd er getrokken en geduwd tijdens Antwerp-Club Brugge, maar niemand kreeg een kaart. Dan mag je concluderen dat mijn kaart overdreven was.’

Schrik jij soms van jouw reacties op het veld als je achteraf naar de beelden terugkijkt?

ODJIDJA: ‘Echt niet. Als ik boos reageer, dan is het omdat er mij onrecht is aangedaan. Soms denk ik wel: zo heb ik het niet beleefd of gezien.’

Gaan jullie elkaar gerust laten in aanloop naar jullie dubbele confrontatie?

ODJIDJA: ‘Als ik hem wil bellen in het midden van de nacht, dan doe ik dat gewoon. ( grijnst) Kijk, het is ons al overkomen dat we met elkaar afspraken een of twee dagen voor een onderlinge match.’

HAROUN: ‘Vroeger mocht je mij een uur voor de wedstrijd niet meer uit mijn concentratie halen. Voor de aftrap dacht ik aan duizend en een dingen. Ik heb inmiddels zoveel wedstrijden gespeeld dat ik geen stress meer heb. Ik leef relaxed toe naar een match en ik maak de klik bij de start van de opwarming. Vadis mag mij voor de match dus zeker nog berichtjes sturen.’

Faris Haroun (r.): 'Iedereen wil prijzen winnen, maar voor mij is dat geen doel op zich.'
Faris Haroun (r.): ‘Iedereen wil prijzen winnen, maar voor mij is dat geen doel op zich.’© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Van het veld stappen als statement tegen racisme is op zijn plaats’

De laatste weken duiken er geregeld verhalen op over racisme in het voetbal. Hoe geëngageerd zijn jullie in de strijd tegen racisme?

ODJIDJA: ‘Als ik iets zie of ik merk dat niet oké is, zal ik het zeggen. Of laten blijken. Spijtig dat er in 2019 nog altijd racisme is…’

HAROUN: ‘Via de vzw van mijn vader ( Friendly Foot, nvdr) ben ik wel van dichtbij betrokken bij het onderwerp. Ik zal elke actie tegen racisme actief steunen, maar zelf doe ik niets speciaals.’

Als aanvoerders kunnen jullie beslissen om van het veld te stappen mochten er racistische opmerkingen geroepen worden vanuit de tribunes. Is dat dé manier om aan de voetbalwereld aan te geven: dit kan niet meer?

ODJIDJA: ‘Als het niet de eerste keer is, dan is zo’n statement zeker op zijn plaats. Om te tonen dat racisme geen plaats heeft in een voetbalstadion. Het komt weinig voor in België, maar onlangs was er toch iets aan de hand in KV Mechelen-Charleroi. Ik kan alleen hopen dat het een eenmalige gebeurtenis was.’

HAROUN: ‘Veel hangt af van hoe tolerant een samenleving is. In België staan we meer open voor migranten en vluchtelingen dan in Italië bijvoorbeeld. En die problemen sijpelen door naar de sport. Maar wij hebben er in België ook nog geen echte oplossing op gevonden. Wat bereik je door het veld te verlaten? Door het gedrag van enkelingen straf je een hele club. En wie krijgt de rekening als een van de twee ploegen het veld verlaat?’

ODJIDJA: ‘In Polen ben ik één keer slachtoffer geweest van racisme. Ik speelde met Legia een uitwedstrijd en ik had toen al naam gemaakt in de competitie. In het laatste kwartier, bij een 0-3-voorsprong, hoorde ik boegeroep elke keer ik aan de bal kwam. Het geschreeuw was niet overtuigend en het werd niet gedragen door heel het stadion, maar het was duidelijk op mij gericht. Enkele mensen probeerden mij te destabiliseren. Een beetje uit onmacht, denk ik. Voor de rest heb ik in Polen nooit problemen gehad, ook niet op straat.’

Hoe uit het racisme zich in jullie dagelijkse leven?

ODJIDJA: ‘We hebben minder last van racisme omdat mensen ons snel herkennen en denken dat we niets verkeerds zullen uitsteken. Een jaar geleden was er wel een voorval in Gent. In een winkel werden een vriend en ik achterna gelopen door iemand van de security. Op aangeven van de verkoopster. We hebben gevraagd wat het probleem was, maar iedereen deed alsof zijn neus bloedde. Er waren zoveel mensen in de winkel en toch werden wij geviseerd. Dat is puur racisme.’

HAROUN: ( denkt na) ‘Ik heb als jeugdspeler ouders van alles horen zeggen tegen mijn vrienden van Afrikaanse origine. In mijn tienerjaren geraakte ik nooit binnen in een discotheek. Nooit. Of ik nu een kostuum droeg of niet. En nu word ik blijkbaar aangestaard. Na al die jaren voel ik de starende blikken niet meer, maar mijn vrouw is daar wel gevoelig voor. Zij ziet hoe de mensen ons – mijn zoon, vrouw en ik – bekijken alsof er iets raar is met ons.’

Wellicht omdat jij een getaande huidskleur hebt en bruin haar, terwijl jouw zoon blond is en blauwe ogen heeft. Eigenlijk is dat ook een vorm van racisme.

HAROUN: ( lacht) ‘Mensen zullen wellicht denken dat ik hem gekidnapt heb… Ik vermoed dat mijn vader meer starende blikken krijgt wanneer hij met mijn zoon in een park speelt. Het contrast tussen hen is echt groot. Maar nogmaals: ik zit zo opgesloten in mijn bubbel dat ik het niet door heb wanneer iemand mij bekijkt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content