Rik Verbrugghe stopt met wielrennen.

Afgelopen week kondigde Rik Verbrugghe (34) het einde van zijn wielerloopbaan aan. De Waal begon zijn profcarrière in 1996 bij Lotto. Hij zou er negen jaar blijven en er zijn mooiste overwinningen boeken, met 2001 als absolute topjaar. In het voorjaar won hij de Waalse Pijl, in mei schreef hij wielergeschiedenis in de Ronde van Italië. Omdat er een gunstige rugwind stond, besloot Verbrugghe in de proloog vroeg te starten en op het biljartvlakke parcours haalde hij over 7,6 kilometer gemiddeld 58,895 per uur. Daarmee verpulverde hij het vorige snelheidsrecord van Chris Boardman, die in 1994 55,152 per uur haalde tijdens de proloog van de Tour. Tot vandaag is Verbrugghe recordhouder. Hij kon in de Giro van 2001 vier dagen de roze trui behouden en schitterde twee maanden later ook nog met ritwinst in de Tour.

In 2002 won Verbrugghe opnieuw een rit in de Giro, wat hem een flink tweejarig contract opleverde bij Lotto-Domo. In de Tour kwam hij echter zwaar ten val en brak hij zijn sleutelbeen. Begin 2003 kondigde Verbrugghe steile ambities aan, zoals proloogwinst en een topvijfplaats in de Giro, maar hij kon de verwachtingen, mede door blessures, niet inlossen. Toen Verbrugghe zich bekloeg over een gebrek aan steun vanwege de ploeg, repliceerde ploegmanager Marc Sergeant: “Wat voor steun moest hij dan gehad hebben misschien? Als hij gewoon naar zijn bankrekening had gekeken, had hij al steun genoeg moeten hebben.”

Verbrugghe toog eind 2004 voor een jaar naar Quick Step, waar hij de GP Lugano en de proloog van de Eneco Tour won. Niet alleen die overwinningen, maar zijn correcte houding en werklust maakten dat Patrick Lefevere hem graag wilde houden. Maar eind 2005 deed Cofidis Verbrugghe een voorstel dat hij niet kon weigeren. In de Giro van 2006 bedankte hij met ritwinst in Saltara, na een loodzware etappe door het middengebergte.

Anderhalve maand later slaat het noodlot echter toe. Verbrugghe zit in een kopgroep van vier op 25 kilometer van de aankomst in Gap, wanneer hij in volle afdaling een bocht mist. Hij knalt tegen 70 per uur tegen de vangrail en komt pas tien meter lager, in het ravijn, tot stilstand. De dubbele open dijbeenbreuk die hij oploopt, zal zijn leven veranderen. Na vier maanden mag hij voor het eerst weer op de fiets, maar het zal een vol jaar duren voor hij weer met het peloton mee kan. De schrik, die bleef, zo vertelde Verbrugghe in juni 2007 aan Sport/Wielermagazine. “Als er vijf bochten zijn in de finale en er flitst bij die eerste vier niks door mijn hoofd, dan neem ik ze zoals het moet, met de risico’s die erbij horen. Maar als dat ene beeld van de val me overvalt, neem ik de volgende bocht niet goed.”

Verbrugghe kwam nooit op volle sterkte terug. Na alweer een zware val met sleutelbeenbreuk in de Clásica San Sebastián in augustus dit jaar brak de mentale veer. Ondanks aanbiedingen van onder meer Katusha besefte Verbugghe dat hij het vallen en opstaan niet meer kon opbrengen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content