Ongenaakbaar op gravel, de enige speler die Roger Federer in zijn macht heeft, de grote favoriet voor Roland Garros. De carrière van Rafael Nadal gaat even snel als zijn tennis. We proberen hem even bij te benen.

R oger Federer moet tegenwoordig zijn godenstatus even afleggen, buigen voor de enige echte gravelheerser van de tenniswereld : Rafael Nadal Parera. Nu zaterdag wordt hij 20, de zwartharige energiebom uit Manacor, Mallorca. Op Roland Garros won hij vorig jaar bij zijn debuut, enkel MatsWilander had zo’n kunstje ooit eerder opgevoerd. Sinds begin dit jaar is hij de enige speler die Federer kon kloppen. Drie keer zelfs, waaronder een keer op hardcourt (Dubai). In gesprek met de Sunday Times bleef Nadal zijn eigen bescheiden zelf : “Kijk naar het aantal ATP-punten dat hij heeft. Hij is het nummer één van de wereld. Dat is alles wat daarover te zeggen valt.” Nadal won voor Parijs 53 gravelwedstrijden op rij, een evenaring van het record van Guillermo Vilas. Ondertussen heeft hij dat record waarschijnlijk al scherper gesteld. Geen speler die opkan tegen het krachtige, soepele countertennis van de Spanjaard. Zijn topspin is dodelijk, zijn benenspel bovenmenselijk, zijn enthousiasme en vechtlust zijn bewonderenswaardig. Het is dan ook vermakelijk om te zien hoe de van energie uit zijn vel springende Nadal naast de baan verandert in een ietwat verlegen maar beleefde tiener. Hij houdt van chips en cola, én van voetbal.

Spits en verdediger

Niet moeilijk natuurlijk als je weet dat zijn oom, Miguel Angel Nadal, jarenlang een brok beton in de verdediging van FC Barcelona was. Kleine Rafa koos dan ook van in het begin voor voetbal – “Mijn echte liefde toen ik jong was” – en tennis. Die laatste sport kreeg hij geïntroduceerd door een andere oom, Toni. Het duurde niet lang of hij excelleerde in beide sporttakken. Als spits in het voetbal, als verdediger in het tennis. Vooral zijn gedrevenheid was een grote troef, zag ook toen al oom Toni.

Op zijn achtste won hij een toernooi voor min-12-jarigen. “Dat is het moment dat mensen me vertelden dat ik het kon maken in het tennis”, weet Nadal nog. Het was het moment ook dat de eilandbewoner links begon te tennissen, terwijl hij rechtshandig is van geboorte. “Ik speelde forehand met twee handen. Op een dag stelde oom Toni me voor met één hand te proberen. Omdat ik ook voetbalde met mijn linkervoet, vroeg hij me mijn linkerhand eens te proberen. Het werkte.” Op zijn twaalfde was Nadal Spaans en Europees kampioen in zijn leeftijdscategorie.

Zijn vader Sebastián, een welgestelde ramenverkoper met een eigen restaurant, vond echter dat hij moest kiezen tussen tennis en voetbal. Zijn schoolwerk mocht niet lijden onder de sport. Het werd tennis, waar hij vanaf zijn dertiende dagelijks vier uur voor trainde. Ook de Spaanse tennisfederatie had ondertussen het potentieel van Nadal ontdekt en bood hem een beurs aan in de tennishoofdstad Barcelona. Zijn ouders weigerden, ze wilden Rafa dicht bij zich. “Ze waren bang dat mijn opvoeding in het gedrang zou komen. Dus bleef ik thuis.” Dat doet hij tot op de dag van vandaag nog altijd. Ondanks een bankrekening van ondertussen meer dan 4,5 miljoen euro woont Nadal nog steeds samen met zijn zus Maria Isabel op de bovenste verdieping van het familieappartement in Manacor. Onder hen wonen zijn ouders en zijn coach Toni, bemand met vrouw en drie kinderen, op de tweede verdieping. De grootouders Nadal nemen het gelijkvloers in. Deze sociale controle helpt Nadal om een gewone jongen te blijven. Dat lukt hem uitstekend. “Mijn familie is het belangrijkste in mijn leven. In Manacor ben ik een simpele kerel. Mensen kennen me van kindsbeen af. Ze feliciteren me als ze me zien, maar behandelen me zoals alle anderen. Niets speciaals.”

Zijn haast kinderlijke kijk op het leven geeft Nadal een deel van zijn charme. Zijn populariteit in Spanje bereikt nu al de normen van Real Madridster Ronaldo, maar zijn toekomstbeeld lijkt iets bescheidener : “Toen ik jong was, bestond mijn doel in het leven erin gelukkig te zijn. Wat mijn doel nu is ? Gelukkig zijn. Er is niets veranderd. Ik ben beter geworden in tennis, maar dat is alles. Mensen denken dat ik misschien een andere persoon ben geworden maar dat is niet zo. Ik ben nog altijd dezelfde. Ik wil nog altijd gelukkig zijn.” Daar lukt hij vrij aardig in.

In het hoofd van Federer

In 2003 kwam Rafael Nadal het circuit opgestormd. De bijstand van oom Toni en de hulp van zijn eilandbuurman en mentor Carlos Moya zorgden ervoor dat de transitie naar het proftennis pijnloos verliep. Op zijn zestiende stond hij in de top vijftig van de wereld. “Mijn oom als coach de hele tijd bij mij hebben is het beste wat mij kon overkomen”, beweert Nadal vandaag. “Hij is eerst oom en dan pas trainer. Het is aangenamer reizen met hem erbij. Mijn familie kan niet naar alle matchen komen kijken, maar ik heb wel altijd een familielid naast de baan zitten.” Het typeert de jonge knaap met de zwarte lokken. Vorig jaar voor aanvang van de finale op Roland Garros warmde Nadal zich op met Carlos Costa, voormalig toptienspeler en zijn huidige manager verbonden aan het IMG-managementbureau. Oom Toni en andere oom Miguel Nadal stonden erbij en speelden na afloop nog een dubbeltje. Plezier maken op een uurtje van de grootste afspraak van Rafa tot nu toe. Moet kunnen in de grote familie Nadal. Al voelt de tiener – met zijn zestiende toernooizege in Rome evenaarde Nadal het record voor teenagers van Björn Borg – de druk van de verwachtingen stilaan stijgen : “Mijn oom blijft zeggen dat kunnen verliezen belangrijk is in het tennis. Als je tennist, verlies je, zo werkt het. Niemand kan alle toernooien winnen, iedereen gaat ooit onderuit. Ik ben die les nu aan het leren. Ik ben nu veel nerveuzer als ik weer op de baan kom na een nederlaag. Je moet leren dat verliezen een deel van de sport is. Maar winnen is toch zoveel plezanter.”

Nadal mag tot nu toe niet klagen. Na maar liefst elf titels in 2005 heeft hij zich in sneltreinvaart op de tweede plaats van de wereldranglijst genesteld. Nog ver verwijderd van de ongenaakbare Roger Federer. Maar wat op papier voorlopig nog niet lukt, lukt wel op de baan. Na de finale van het Masters Seriestoernooi van Rome – Nadal won met 7-6 in de vijfde set – beklaagde de Zwitser zich over de coaching van Toni Nadal tijdens die wedstrijd. Verboden in een tennispartij, maar steevast oogluikend toegestaan door tegenstanders en scheidsrechters. Het was opvallend dat de zelden onsportieve of beïnvloedbare Federer hierover begon. Het is duidelijk dat Nadal in het hoofd zit van het nummer één van de wereld, hij staat tegelijkertijd ook in de weg van Federer als die ooit een grand slam wil behalen. Roland Garros is immers het enige ontbrekende toernooi op de palmares van Fed Express, sinds vorig jaar is het echter overduidelijk het territorium van Nadal.

Fysieke grenzen

Het machtsvertoon dat de Spanjaard in 2005 aan de Porte d’Auteuil tentoonspreidde, had één negatieve kant. Zijn fysieke présence was zo indrukwekkend – niet vergeten dat Nadal zich in de finale fitter toonde dan de op doping betrapte Mariano Puerta – dat men zich afvroeg waar zijn grenzen lagen. Net voor de Tennis Masters Cup in Sjanghai vorig jaar botste Nadal erop. Een stressfractuur in zijn voet noopte hem tot afzeggen. Twee jaar eerder had hij met een gelijkaardige kwetsuur al zijn eerste Roland Garros aan zich voorbij moeten laten gaan. Nadal mag dan wel gezegend zijn met een bovennatuurlijke fysiek, ook hij is een mens met limieten. Terwijl Roger Federer eind januari op de Australian Open zijn zevende grandslamtoernooi won, zat zijn grootste rivaal dan ook in Oregon, in het hoofdkwartier van Nike, om nieuwe schoenen uit te testen. Die zouden hem definitief van voet- en knieproblemen moeten afhelpen. Al weten ze ondertussen bij de clan Nadal dat ze voorzichtig moeten omgaan met hun ruwe diamant. Niet alleen bij het opstellen van het programma – Nadal raakte vorig seizoen geblesseerd omdat men hem moreel verplichtte deel te nemen aan het toernooi in Madrid – maar ook in zijn speelstijl.

De Spanjaard is immers nog altijd een onvoltooid werk. Zijn tennis is vandaag vooral gebaseerd op tomeloze inzet en een machtige forehand. Door zijn backhand en zijn service te verbeteren, het net meer op te zoeken en dwingender te tennissen, moeten in de toekomst matchen (nog) vlotter afgehandeld worden. Die verbetering in stijl en efficiëntie moet ook dienen om zijn grote droom te verwezenlijken : zegevieren op Wimbledon. “Spanjaarden spelen meestal niet goed in Londen”, zegt Nadal. “Het is toch ieders droom om ooit Wimbledon te winnen, niet ? Het zou een fantastisch moment zijn om daar succes te kennen. Het is zo’n speciaal evenement.”

Het zal alleszins geen sinecure zijn voor oom Toni om het gravelmonster om te vormen tot een grasliefhebber. Alhoewel Nadal bij zijn eerste deelname op Wimbledon in 2004 tot in de derde ronde raakte en Lleyton Hewitt er in 2002 won zonder ooit naar het net te zijn geweest, blijft het tennis van de man met de piratenbroek te extreem om op gras succes te hebben. Plus, zolang Federer daar rondloopt, blijven er voor de concurrentie enkel kruimels over. Misschien moeten ze het op een akkoordje gooien, Nadal en Federer, het zijn tenslotte goede vrienden. Toen de Spanjaard vorig jaar met een blitzbezoek zijn afwezigheid op het toernooi van Basel kwam verantwoorden, kreeg hij op zijn hotelkamer bezoek van de Zwitser. Die kwam zich vergewissen van de blessure aan Nadals voet. Een geste die niet vergeten werd door zijn kompaan.

Galactico

De volgende tien dagen zal het er waarschijnlijk toch iets minder vriendschappelijk aan toegaan op Roland Garros. De thriller in de finale in Rome gaf een eerste indicatie van de vijandigheden. De belangen zijn dan ook immens groot in Parijs. Met een 5-1-stand in de onderlinge duels tussen Nadal en Federer mag het duidelijk zijn dat er eigenlijk maar één grote favoriet is voor de titel van Franse gravelkoning. De kreten ‘Vamos Rafa’ zullen weer van de tribunes rollen daar aan het Bois de Boulogne. Nadal is een fenomeen dat iedereen gezien wil hebben. Zijn positieve uitstraling, wilskracht en zelfs kledij dragen bij tot die idolatrie.

Maar terwijl elke tennisliefhebber zich opmaakt voor een weergaloze titelstrijd tussen twee spelers die vertrokken kunnen zijn voor een jarenlange rivaliteit, zit Nadal vermoedelijk met zijn gedachten ergens anders. Nog steeds voetbalgek gaf de Spanjaard enkele weken geleden al aan vol opwinding het komende wereldkampioenschap af te wachten. En daarna de start van La Liga. Want Real Madrid heeft wel wat goed te maken dit jaar. Inderdaad, los Galacticos en niet FC Barcelona is Nadals favoriete ploeg. Een grapje van zijn vader. Die had de kleine Rafa een truitje van Madrid cadeau gedaan om oom Miguel te pesten. Nadal bleef fan. Wat meer is : vijftien jaar later is Nadal even groot geworden als Real Madrid.

FILIP DEWULF

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content