Business as usual bij de KBVB. Niet alleen het tweespan De Keersmaecker-Linard klampt zich vast aan de macht, ook Herman Wijnants heeft weer zin in het pluche. Het wheelen en dealen om de postjes is terug van nooit weggeweest.

Spektakel verzekerd aanstaande donderdag bij de Pro League. De verzameling betaald voetbalclubs beslist dan over de opvolging van Marc Coucke in het uitvoerend comité van de KBVB. De excentrieke voorzitter van KV Oostende trok de deur kwaad achter zich dicht, luttele ogenblikken na de herverkiezing van François De Keersmaecker als bondspreses op 27 juni. Zijn opvolging moest eigenlijk een maand geleden op 7 augustus al geregeld zijn, maar die vergadering draaide in de soep.

Twee kandidaten hadden zich vooraf gemeld voor Couckes opvolging: Bruno Venanzi (Standard) en Paul Van der Schueren (OHL). Ivan De Witte (AA Gent) had zich naar goede gewoonte beschikbaar gesteld mochten voldoende clubs het hem vragen, maar dat gebeurde niet. Als lid van een G5-club (Anderlecht, Club Brugge, Standard, Gent en Genk) zou hij ook moeilijk hebben gelegen bij de K11. Iets wat ook geldt voor Venanzi. De vrijgekomen plek kwam principieel de ‘kleine’ clubs toe, waartoe ook het Oostende van Coucke behoort. Dat zette Van der Schueren in poleposition. Zwaargewichten als Johan Timmermans (KV Mechelen) en Joseph Allijns (KV Kortrijk) hadden hem bovendien zelf verzocht om zich kandidaat te stellen.

Verrassend was die vraag niet. Van der Schueren maakte eerder al deel uit van het hoogste bondsorgaan. Na de degradatie van OHL vorig jaar deed hij vrijwillig afstand van zijn mandaat, waarna de vrijgekomen plek werd ingenomen door Coucke. Samen met de hoge vlucht van zijn club had Van der Schueren zich een prima reputatie verworven aan de Houba de Strooperlaan. Een reputatie die intact bleef tijdens het vagevuurjaar in de tweede klasse. De ingeweken Leuvenaar ontpopte zich als een van de drijvende krachten achter de recent goedgekeurde competitiehervorming. Een hervorming die bijzonder slecht had kunnen uitdraaien voor zijn club. Op het ogenblik dat hij ze mee op papier zette, zagen de terugkeerkansen van OHL naar de Jupiler Pro League er allerminst goed uit. Door het algemeen belang voorop te plaatsen oogstte Van der Schueren alom waardering. Toen Coucke opstapte, en nadat OHL ondertussen toch was gepromoveerd, schoof KV Oostende hem als eerste opnieuw naar voren.

HEIMELIJKE CAMPAGNE

Twee dagen voor de vergadering van 7 augustus verzamelde de K11 om de violen te stemmen. Negen clubs tekenden aanwezig, Charleroi (op Europese verplaatsing) en Mouscron-Péruwelz lieten verstek gaan. Coup de théâtre toen Herman Wijnants (Westerlo) opstond. Op de expliciete vraag of hij op Couckes zitje aasde, had hij eerder ontkennend geantwoord. Plots uitte hij ambitie en bleek hij achter de schermen toch campagne te hebben gevoerd. Er werd gestemd. Een stemming die in zijn voordeel uitdraaide. Van der Schueren bleek nog slechts de steun te hebben van drie clubs. Timmermans en Allijns hadden hun kar gekeerd. Wijnants rondde af met de mededeling dat hij zijn kandidatuur nu ‘officieel’ in zou dienen.

Twee dagen later trok de K11 in verdeelde slagorde naar de Pro Leaguevergadering. Van der Schueren weigerde te capituleren en handhaafde zijn kandidatuur, Wijnants zwaaide nu ook met een volmacht van Mouscron-Péruwelz. Helaas, tevergeefs. Wegens de afwezigheid van Venanzi, ook nog steeds kandidaat, vroeg Standarddirecteur Bob Claes om de stemming uit te stellen. Op die vraag werd ingegaan, waarna Luc Devroe namens Oostende ook het volgende punt op de agenda liet schrappen: wat met de Pro Leaguevertegenwoordiging in de raad van bestuur van de KBVB? Wijnants’ critici vermoedden achter zijn manoeuvre immers een verband met dit agendapunt.

Dat zit zo. Het betaald voetbal telt vier leden in het bondsbestuur, evenveel als het amateurvoetbal. Met een voorzitter (De Keersmaecker) uit het amateurvoetbal delven de profclubs bij stemmingen vaker dan hen lief is het onderspit. Hun eis nu is: pariteit. Met andere woorden: een extra, tiende bestuurslid. Van de huidige vier betaaldvoetballeden vertegenwoordigt Guy Craybeckx de tweedeklassers. De andere drie zijn de eerder genoemden Timmermans en Allijns, en Philippe Collin (Anderlecht). Mochten de profs pariteit afdwingen, zou dat een goede zaak zijn voor Bart Verhaeghe. De voorzitter van Club Brugge wil liever vandaag nog dan morgen op het bondsbeleid gaan wegen. Hij zou het nieuwe stoeltje opeisen.

Maar wat als de profs er niet in slagen pariteit af te dwingen? Wat dus als het extra zitje er niet komt? Dan zou het wel eens kunnen dat van het trio Collin-Timmermans-Allijns er één moet wijken. Want als Verhaeghe ergens zijn zinnen op heeft gezet, is hij het ook gewoon het te krijgen. Stel nu dat er in het kader van Couckes opvolging in het uitvoerend comité afspraken zijn gemaakt tussen Wijnants, Timmermans en Allijns over hun positie in het bondsbestuur: zit Collin dan op de wip als er straks plaats moet worden gemaakt voor Verhaeghe? De Anderlechtman liep nooit warm voor Verhaeghes toetreding. Evenmin deelt hij diens kritiek op het beleid van De Keersmaecker. Geen toeval: De Keersmaecker kwam negen jaar geleden op de bondstroon dankzij de steun van Anderlecht.

VLAAMS PARLEMENT

Wijnants, die in februari volgend jaar zeventig wordt, geldt als het prototype van de bobo oude stijl. Sinds hij namens de N-VA in het Vlaams Parlement zetelt, pakt hij graag uit met zijn bevoorrechte relatie met partijgenoot en Vlaams minister van Sport Philippe Muyters. Met name in diverse stadiondossiers liet hij clubs al verstaan een goed woordje te kunnen plaatsen bij Muyters. KV Mechelen is al aan het bouwen, KV Kortrijk heeft plannen. Blijkens een aantal parlementaire vragen kwam hij ook al tussenbeide in het Brugse dossier. In tegenstelling tot wat hij laat uitschijnen, was zijn rol in de totstandkoming van de recente competitiehervorming marginaal. Over Wijnants circuleert het beeld van de muis die samen met de olifant door de woestijn stapt en opschept: ‘Wij maken nogal stof hé.’

Zijn critici zijn niet vergeten hoe hij in het verleden ondanks topfuncties bij de KBVB zelden het algemeen belang voor ogen had. Toen hij zich profileerde als de grote behoeder van het jeugdvoetbal en dat aan strengere kwaliteitseisen werd onderworpen, drukte hij door dat de eersteklasseclubs hieraan ontsnapten. Dat kwam vooral zijn eigen club goed uit: bij Westerlo breekt amper jeugdtalent door. Toen Westerlo en STVV in 2012 samen degradeerden, bewoog hij hemel en aarde om hun jeugdselecties nog een jaar langer bij de elite te laten spelen. Reglementair hadden ze mee moeten degraderen. Zelf weigerde hij op dat moment ook afstand te doen van zijn stoel in het uitvoerend comité, waarmee hij tien jaar lang was vergroeid. Toen Westerlo er niet in slaagde meteen terug te promoveren, moest hij met een jaar vertraging toch weg. Van der Schueren volgde hem op. In de twee seizoenen dat Westerlo vervolgens in de tweede klasse zat, formuleerde Wijnants geen enkel globaal hervormingsplan. Voor zijn tegenstanders was het allemaal voldoende aanleiding om het vorige maand niet tot een stemming te laten komen. Benieuwd hoe de kopstukken zich donderdag zullen opstellen.

DOOR JAN HAUSPIE – FOTO PHOTONEWS

Achter de schermen bleek Wijnants toch campagne te hebben gevoerd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content