‘VAN GAAL WAS HEEL ERG GECHARMEERD DOOR RUUD’

© BELGAIMAGE

Aanjager, publiekslieveling, onmisbaar: Ruud Vormer, tussen AZ en Club Brugge. Een rit langs kreken, polders, windmolens en De Kuip.

De roots liggen in Hoorn, een stad met de allures van een dorp, de genen in Amsterdam. Vader en moeder woonden in de Jordaan, een volkse buurt, op de kaart gezet door Tante Leen, Johnny Jordaan en Manke Nelis. Cultureel erfgoed uit de fifties en sixties, toen de bewoners elkaar ’s avonds nog opzochten in café Rooie Nelis. Toen de wijk haar authentieke karakter verloor en rauwer werd, verhuisden de Vormertjes – vader Ruud, moeder Mieke en Kim, de oudste dochter – naar het Markermeer.

Veertig kilometer noordwaarts, een vredige plek om de kinderen groot te brengen, maar de mentaliteit – assertief en direct – bleef Amsterdams. Zelfs van Ruud, bouwjaar 1988, de enige geboren Horinees in het gezin. Hij begon, vijf jaar jong, te voetballen bij HVV Hollandia. Ruudje, klein en compact, pingelde in de zaal bij Hoornsche Veerhuys en speelde zich bij VV De Blokkers in de selectie van West-Friesland.

Profclubs stonden in de rij. FC Utrecht, Vitesse, Volendam, Haarlem, AZ en Ajax. Vader neigde naar de Amsterdamse voetbaltrots, Ruud trok naar Alkmaar. Vlot bereikbaar, geen gedoe met gastgezinnen. Elke morgen, stipt om zeven uur, stopte het busje aan de voordeur. Exact twaalf uur erna werd hij opnieuw thuis afgezet. Om even later in een parkje met de mindere linkervoet ballen naar een lantaarnpaal te mikken.

Dertien jaar jong, een voetballertje dat in Alkmaar zijn droom zou najagen. Hij was aanvoerder van zijn teams en zette elk jaar probleemloos de stap naar een hogere categorie. Ook de bondscoaches merkten hem op. In het voorjaar van 2005 pakte hij met de U17 zilver op het EK in Italië, een paar maanden erna werd hij als basisspeler derde op het WK in Peru. Het eerste elftal lonkte.

AZ (2001-2008)

Zuiderweg 72, 1456 NH Wijdewormer. Op de parking van het AFAS Trainingscomplex, de thuisbasis van de jeugd én het eerste elftal van AZ, staan een vijftal busjes. Kinderen uit de regio worden, net als Ruudje vijftien jaar geleden, nog altijd thuis opgehaald. Toen werden ze nog naar het verouderde Sportcomplex ’t Lood gebracht, sinds vorig jaar naar het nieuwe oefencomplex. Dertig kilometer van het AFAS Stadion in Alkmaar, waar de plannen voor de bouw van een trainingscomplex steeds weer vertraging opliepen zodat de club noodgedwongen naar de Zaanstreek verhuisde.

De club kreeg dit jaar, net als in 2015, de Rinus Michels Award (beste jeugdopleiding van Nederland) en stond aan de wieg van de carrières van Phillip Cocu, Khalid Boulahrouz, Ron Vlaar en Jeremain Lens. ‘Bij AZ is alles op topsportgebied aanwezig om je te ontwikkelen’, luidt de boodschap van Dick Advocaat, een van de ex-trainers die aan de muur van de jeugdlounge een plaats kregen.

Het Belgische bezoek krijgt een kopje koffie, jonge voetballertjes uit de opleiding nemen een bord soep en schuiven aan tafel bij de oudere jongens. Iedereen praat met iedereen. Of, zoals Johan Cruijff de bezoekers meegeeft: ‘Ik krijg een warm gevoel bij AZ.’ Dat heeft Martin Haar, bijna 25 jaar aan de club verbonden, ook. In 1982 won Mart de eerste Nederlandse Gouden Schoen. Hij voetbalde erna drie seizoenen in Alkmaar, waar hij assistent was van Willem van Hanegem, Co Adriaanse, Ronald Koeman, Dick Advocaat en Louis van Gaal, de T1 die Vormer begin mei 2006 – een dag voor zijn achttiende verjaardag – naar zijn kantoor riep. ‘Gefeliciteerd, vanaf nu zit je bij mij in de groep.’

Van Gaal was een jaar aan de slag in Alkmaar en stond wekelijks langs de zijlijn van de A1. ‘Louis was heel erg gecharmeerd door Ruud, een balvaste speler die een goede verre pass had. Hij vond hem een intelligente voetballer die op het veld meedacht. Die kwaliteit had Ruud toen al, al werd hij hier nooit als hét toptalent beschouwd. Er werden vraagtekens geplaatst bij zijn gestalte en fysieke mogelijkheden: gebrek aan duelkracht en niet al te snel.’

We tonen hem de poster van Vormer, in het Clubshirt, uit Sport/Voetbalmagazine van enkele weken geleden. ‘Tien jaar later, fysiek niet meer te vergelijken. Ik had het niet verwacht, neen, en vermoedde dat zijn limiet ergens in de subtop van de Eredivisie zou liggen.’

Haar is verbaasd over Vormers positie in Brugge. Rechts op het middenveld en niet als controleur voor de verdediging. ‘Louis heeft overwogen om Ruud als nummer 10 uit te spelen. Hij speelt goed tussen de linies en leest het spel perfect. Hij kon fanatiek naar voren verdedigen, koos vaak het goede moment om voor de goal te komen en had scorend vermogen: belangrijke troeven voor middenvelders die hoger spelen.’

Vormer debuteerde in de Eredivisie op het veld van FC Twente op 27 december 2006, maar de concurrentie op het middenveld was groot. Mousa Dembélé, David Mendes da Silva, Stijn Schaars, Maarten Martens, Demy de Zeeuw… ‘Op training hield hij zich als jong ventje goed staande tussen die grote namen, alleen speelde hij iets te veel breed, terwijl Louis diepte boven breedte verkoos.

‘Hij kon soms moeilijk met kritiek omgaan. Ik herinner me een wedstrijd waarin hij had gescoord, maar toen ik hem erop wees dat hij ook een paar keer een speler uit zijn rug had laten weglopen, was hij enorm verbaasd. ‘Hoe kun je dat nu zeggen?’ Soms een brutaaltje, maar met normen en waarden. Als hij door anderen werd terechtgewezen, dan deed hij daar iets mee. Jongens die alleen maar een grote mond opzetten, worden hier van het oefenveld geschopt.’

In zijn tweede seizoen startte Vormer, nog altijd geen twintig jaar, vijftien keer in de basis. De club, die op de slotspeeldag de titel verloor, was tevreden over zijn ontwikkeling en wilde hem in Alkmaar houden, maar de middenvelder tekende voor vier seizoenen bij Roda JC. ‘Dat hij bereid was een stap achteruit te zetten, typeert hem. Eigen willetje.’

RODA JC (2008-2012)

Parkstraat 4, 6466 BA Kerkrade. In Zuid- Limburg, geprangd tussen België en Duitsland, tikt de klok net iets trager dan in het westen. De om en bij de 50.000 inwoners zijn trots op hun voetbalclub, maar het eerste elftal van Roda JC Kerkrade heeft het oude Sportcomplex Kaalheide ingeruild voor het kunstgras in het Parkstad Limburg Stadion. De club werd op de kaart gezet door Nol Hendriks, meer dan 25 jaar de suikeroom die Roda naar twee KNVB Bekers (1997, 2000) leidde. Na zijn vertrek gingen de Koempels door financieel zwaar weer, de gemeente moest keer op keer bijspringen.

Hier, in het diepe zuiden, begon Ruud Vormer in de zomer van 2008 aan zijn tweede carrière. ‘Een snotaap met een matje in de nek, hé’, lacht Davy De fauw, destijds bezig aan zijn derde seizoen op Kaalheide. ‘Het klikte. Toegankelijk én mondig.’ Een mannetje. Stappen met de armen breed open, alsof hij twee grote krachtballen onder de oksels meezeulde. Lichtjes opgefokt. Zelfbewust. Hij verwoordde het ooit zelf: ‘Ik kwam van AZ, waar ik onder de grote Louis van Gaal had gewerkt. Als iemand bij Roda me iets over voetbal zei, dan luisterde ik lekker niet.’

Hij had samen met zijn vriendin – Roos America, studente geneeskunde – een huis gekocht in Born, een kerkdorpje in de buurt van Sittard. Geen bal te beleven, bijna drie uur rijden van Hoorn. Om de tijd te doden, gaf hij op dinsdag en donderdag training bij een clubje in de buurt.

De snelweg naar volwassenheid, want het werd een woelig jaar. Raymond Atteveld, de T1 die hem had binnengehaald, en diens opvolger Marcel Koopman werden heel snel doorgestuurd en vervangen door Harm van Veldhoven. ‘Marcel Meeuwis voetbalde op de 6, zodat ik Ruud op de rechterkant uitspeelde. Maar ik had snel door dat je hem beter niet tegen de lijn kon zetten. Ruud moet centraal staan’, zegt Van Veldhoven. ‘We hebben enorm veel aan zijn snelheid gewerkt – sprintjes over tien meter. Na de eerste serie van vier moest Ruud zich aan de kant zetten, maar na twee of drie maanden sprintte hij er iedereen af.’

Na het vertrek van Meeuwis naar Mönchengladbach zette de T1 Vormer en Willem Janssen centraal. ‘Zij waren de kapstokken van ons elftal, de kilometervreters die de tegenstanders kapot liepen. Soms liep Ruud nog eens uit positie, maar als je dat aangaf, dan pikte hij dat heel snel op. Door ons overtal op het middenveld begon hij – zonder echt explosief te zijn – steeds meer te infiltreren.’

Vormer groeide uit tot lieveling van de supporters, die hem in Koempeltje herdoopten, een verwijzing naar het mijnwerkersverleden van de regio. Hard werken, vechten tot je erbij neervalt en blij zijn dat je voor de club mag spelen. De fauw: ‘Dat straalde hij uit. Ruud kon heel slecht tegen zijn verlies, zelfs de wedstrijdjes vogelpik of tafeltennis wilde hij koste wat kost winnen. Maar tafeltennissen viel tegen: redelijk goede forehand, maar ik speelde alle ballen naar zijn backhand. Daar werd hij onnozel van. De training moest nog beginnen en Ruud was al doordrenkt van het zweet.’

Onbetwist basisspeler, maar toen hij in 2011 de Bronzen Schoen kreeg (zie kaderstukje), was alleen Manisaspor geïnteresseerd. ‘Turkije is een leuke vakantiebestemming, niet meteen een land om te voetballen.’ Het was slechts uitstel: het seizoen erna tekende hij voor drie seizoenen bij Feyenoord, ook al kon hij bij Vitesse 100.000 euro meer verdienen.

FEYENOORD (2012-2014)

Van Zandvlietplein 1, 3077 AA Rotterdam. De Kuip. Het is woensdagnamiddag. Clubmedewerkers leiden groepen Kameraadjes het imposante stadion rond. De juniorclub telt sinds deze zomer meer dan 25.000 (!) leden tussen 0 en 14 jaar. De kinderlijke verwondering is aandoenlijk. ‘Kijk, Robin van Persie!’ Of: ‘Hé, Ronald Koeman.’ Rood en wit zijn ook hun kleuren. Ingelepeld door vader of opa, die de successen uit het verleden koestert. Een indrukwekkende erelijst: Europacup I (1970), UEFA Cup (1974 en 2002) en sinds vorig seizoen twaalf KNVB Bekers, maar Rotterdam Zuid snakt vooral naar de vijftiende landstitel.

‘We hebben een hondstrouw maar kritisch publiek. Er zijn spelers die eronderdoor gaan. Een hele week de pannen van het dak spelen op training, maar als de klep op zondagnamiddag opengaat, dan wordt het ineens een ander verhaal’, zegt Bas van Noortwijk, de teammanager. ‘Daar had Ruud geen last van, al mocht hij wel iets harder van zich afbijten. Dat hij kon voetballen, wisten ze hier ook.’

Martin van Geel, technisch directeur, had een verleden met Vormer. ‘Ik kende Ruud nog van bij AZ, toen ik technisch directeur was en hij aanvoerder van de U15 was, en van Roda. Eindeloze gesprekken gevoerd over zijn vetpercentage’, lacht hij. ‘Maar: gedreven, ambitieus en altijd vol passie. Toen we hem als een van de beste middenvelders uit de Nederlandse competitie transfervrij naar Feyenoord konden halen, liet ik hem door verschillende mensen bekijken. Zijn komst werd binnen de club breed gedragen.’

Vormer werd bejubeld tijdens de Open Dag, toen de helikopter in de Rotterdamse voetbaltempel op de middencirkel landde en de nieuwkomers door stadionspeaker Peter Houtman aan het publiek werden voorgesteld. ‘En dan een man die al heel veel zijn liefde voor deze club heeft betuigd en gezegd heeft: ‘Ik zou naar Feyenoord willen.’ Uw applaus voor Ruud Vormer!’ Het Legioen sloot hem meteen in de armen.

Hij startte in de basis, als tweede verdedigende middenvelder naast Jordy Clasie, maar de coach, Ronald Koeman, zocht en schoof. Kort na de geboorte van zijn eerste zoontje Valente kreeg de driehoek op het middenveld een andere invulling: Clasie, Tonny Vilhena en Lex Immers. Van Noortwijk: ‘Op de 6 moest hij concurreren met Clasie, een pitbull die in de poot van zijn tegenstander zou bijten. Ruud kon ook wel eens bijten, maar niet zo hard. Een hele wedstrijd achter een vent aan rennen, dat was niets voor Ruud.’

Bij bekerwedstrijden startte Vormer wél in de basis, om een paar dagen later met Jong Feyenoord in de beloftencompetitie te moeten voetballen. Van Noortwijk: ‘Een maandagavond om halfzeven in Cambuur, daar wordt niemand vrolijk van. Honderd man op de tribune, meestal vrienden of familie, kunstgras. Lastig verhaal…’

Ook in het tweede seizoen veranderde er weinig aan zijn status binnen de groep. Van Veldhoven: ‘Ik kreeg geregeld een sms’je. ‘Het wordt toch tijd dat ik speel.’ Of: ‘Ik moet eens goed nadenken, want ik blijf stilstaan.’ Ik vind het vreemd dat hij zo weinig mét Clasie heeft gespeeld.’

Van Geel: ‘Ik herinner me de laatste wedstrijd voor de winterstop tegen PEC Zwolle, waarin Ruud naast Clasie fantastisch was. Hij had een scheurtje in de lies opgelopen, waardoor hij niet met vakantie mocht en op de club moest revalideren. Ik zie hem nog binnenkomen in mijn kantoortje: ‘Mag ik alstublieft naar Dubai vertrekken? De reis is al geboekt en ik wil mijn vriendin ten huwelijk vragen.’ Dat konden we niet weigeren…’

Koeman zou na het seizoen door Fred Rutjes opgevolgd worden, maar in een gesprek met Van Geel gaf de Horinees aan dat hij liever wilde vertrekken. ‘We haalden ook Karim El Ahmadi, Marokkaans international, uit Aston Villa terug, zodat Ruud besefte dat het opnieuw moeilijk zou worden. Ik was nochtans overtuigd van zijn kwaliteiten en moet eerlijk toegeven dat ik hem liever in Rotterdam had gehouden.’

CLUB BRUGGE (2014-2016)

Olympialaan 72, 8200 Brugge. Het haar lag strak achterover gekamd toen Ruud Vormer op 1 september in het Jan Breydelstadion een overeenkomst voor drie seizoenen tekende en met een brede glimlach met Vincent Mannaert op de foto ging. Drie dagen ervoor zat hij op de spelersbus op weg naar De Kuip toen hij een telefoontje van zijn zaakwaarnemer Winnie Haatrecht kreeg. Club Brugge wilde hem.

Googelen. Telefoneren met de (schoon)ouders, met Roos, met zijn ex-AZ-ploegmaat Ryan Donk. En met Davy De fauw, ook nieuw. ‘Ze zullen van je houden in Brugge, zei ik. Zijn uitstraling, zijn manier van voetballen… Franky Van der Elst, Gert Verheyen en Lorenzo Staelens waren niet de grootste techniekers, maar ze gingen er ook altijd voor. Echte Clubmannen.’

Michel Preud’homme had hem duidelijk gemaakt dat hij Vormer op de 8 zou uitspelen. ‘Dat verbaasde me niet’, zegt Harm van Veldhoven. ‘Met Roda hadden we Twente, waar Michel toen trainer was, twee keer enorm pijn gedaan.’ Vormer zag in zichzelf óók meer dan een controleur. Lekker ballen, mee verdedigen en het spel verdelen, gaan en terugkeren, voor doel komen en scoren. ‘Ik was niet verbaasd dat hij zich zo snel in de ploeg heeft gespeeld, al ging het toch vlotter dan ik verwachtte. Je moet meegaan in het systeem van Michel, iets waar veel nieuwe spelers in het begin moeite mee hebben’, zegt De fauw, zijn vaste roomie tijdens afzonderingen.

Na zijn eerste seizoen, waarin Club de beker won, zette hij ook privé een belangrijke stap: hij trouwde met zijn vriendin Roos, die in Nederland de specialisatie spoedarts volgt. De voorbije zomer werd hij voor de tweede keer vader, van Julie, en kreeg hij van de blauw-zwarte supporters – euforisch na de veertiende landstitel – de Blauwe Schoen. Hij had al bijgetekend tot de zomer van 2020, na een lang parcours waren de twijfels eindelijk weggespeeld. De fauw: ‘Naarmate hij meer zelfvertrouwen kreeg, begon Ruud zich ook steeds meer met de andere jongens bezig te houden. Spelers neerzetten en coachen.’

‘De drive, de passie en de mentaliteit van Ruud doen me denken aan Timmy Simons, die bij Lommel als beginnende prof met het busje van zijn vaders firma naar de training kwam, terwijl andere jongens met een grote BMW reden’, zegt Harm van Veldhoven. ‘Het verbaast me niet dat ze goed overeenkomen. Twee spelers die hun kwaliteiten goed kunnen inschatten, die het belang van hun club op de eerste plaats zetten en ook een stabiel privéleven leiden. Huiselijke en natuurlijke mensen, die elke dag willen presteren en die je eerder moet afremmen.’

DOOR CHRIS TETAERT – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Ruud als twintiger in Kerkrade: een snotaap met een matje in de nek.’ – DAVY DE FAUW

‘Jordy Clasie was een pitbull die in de poot van zijn tegenstander zou bijten. Ruud kon ook wel eens bijten, maar niet zo hard.’ – BAS VAN NOORTWIJK

‘De drive, de passie en de mentaliteit van Ruud doen me denken aan Timmy Simons.’ – HARM VAN VELDHOVEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content