Amper vijf maanden geleden reed hij naar een zekere wereldtitel, met de Grote Prijs van België voor de deur groeit de overtuiging dat hij ernaast zal grijpen. Of nog: het eeuwige verhaal van Jenson Button.

Sinds hij vijf maanden geleden in Melbourne stormenderhand de macht greep, werd Jenson Button voor de tweede keer in zijn carrière opgejaagd wild. Held van een natie, wereldster zodra hij het Britse eiland verlaat. Terwijl niemand hem een maand eerder nog zag staan. Omdat hij er al jaren niet meer aan te pas kwam en zijn team (Honda) eind 2008 de deur had gesloten. Immers: de voorbije winter was Jenson Button werkloos, zonder gegarandeerd vooruitzicht op een stuur. Bang wachten was het, tot Ross Brawn de overname van Honda ergens eind februari rond kreeg en Button dan toch F1-coureur kon blijven. Maar hoe: met zijn ongenaakbare Brawn GP katapulteerde hij zichzelf meteen naar het statuut van wereldster. Opnieuw, want hij had het eerder al allemaal eens meegemaakt.

Vippagina’s

Toen Jenson Button in 2000 als kersverse twintiger in de F1 mocht debuteren, binnengehaald door Williams, werd hij meteen gebombardeerd tot ’s lands lieveling en haalde tegelijk het wereldnieuws. Omdat hij tot de collectieve verbeelding sprak, zelfs oudere vrouwen- harten wist te vertederen: het eerste kindsterretje in die onbereikbare glamour van de Formule 1. De jongen paste zich vlotjes aan: geen drie maand later kocht hij een knalgele Ferrari en ruilde jeugdliefje Carrie in voor de rondborstige Louise. Dan volgde een jacht, het betere spul, een Princess, die hij tijdens de grand prix van Monaco aanmeerde langs de paddock, duurste plaats in de haven. “Helemaal fout,” zegt zijn vader John vandaag, “maar de managers maakten onze kop zot.” Zot of niet, het spektakel dat de tientallen jongedames toen op het dek opvoerden, met een wel zeer vrolijke papa Button in het midden, duurde tot stukken in de nacht. Patrick Head (de nummer twee bij Williams), vond dat ruim voldoende om Button Spice Boy te noemen. Want Jenson was niet meer uit de societybladzijden weg te branden. “Tja, ik was piepjong en viel in een wereld waar alles mogelijk was”, blikt hij nu terug. “En ik pakte het verkeerd aan.”

Een blits leven naast de auto: Button werd er snel op afgerekend toen de resultaten uitbleven. Zijn populariteit nam een duik en bij Williams moest hij wijken voor de Colombiaan Juan Pablo Montoya. Waarna hij helemaal wegdeemsterde bij eerst Benetton, later BAR en Honda. Geen vlieg reed hij nog dood. Enige lichtpunt was Boedapest 2006, waar de regen hem aan zijn eerste zege hielp. Maar sindsdien, niets meer. En zijn ster bleef tanen, nog meer toen Engeland een nieuwe volksheld vond, ene Lewis Hamilton. De voorbije twee jaar, van zijn 27e tot zijn 28e, was Jenson Button een has been. Tot begin dit seizoen in Melbourne, dus. Waar een indrukwekkende reeks begon, hij won zes van de eerste zeven grands prix. Niemand die hem nog van een zekere wereldtitel zou kunnen houden, zo was toen niet alleen de overtuiging van het grote publiek maar ook van de insiders. Dat plotse succes op asfalt en een knappe creatuur aan zijn hand (sinds vorig jaar een Japans lingeriemodel): meer was niet nodig om Button opnieuw te promoveren tot gegeerd wild voor de vippagina’s. Dat hij het deze keer slimmer speelt, ligt voor de hand. Daarvoor zorgt alleen al zijn leeftijd, bijna tien jaar ouder dan toen hij voor het eerst in dat sprookje werd gegooid. Maar zijn spontane en ondeugende zelf zal hij altijd blijven. Toen hij in Melbourne van het podium naar de wachtende pers stapte, greep hij eerst vriendinnetje Jessica Michibata beet. Nam haar mee in zijn motorhome waar hij een achtergebleven lid van het team naar buiten kieperde, en liet een dikke tien minuten op zich wachten. Waarna hij met een frisse blos buitenkwam, lachte en zei: “Tja, ik moet me toch voorbereiden op de volgende race en dat hete klimaat in Maleisië, hé…” Of hoe Jenson zelf het beeld van de blitse playboy blijft voeden.

Inleveren

In alle heisa rond de teruggevonden glamour van Jenson Button wordt al te snel vergeten dat de Brit naast mooie jongen, playboy en kerel uit één stuk ook en vooral een echte autoracer is. Formule 1 is zijn leven. Op z’n zeventiende zakte hij voor het rijexamen, “omdat hij tussen twee auto’s door scheurde op een plaats waar daar eigenlijk geen plaats voor was,” zei de examinator, niet beseffend dat hij een jongeman fleste die drie jaar later F1 zou rijden. Dat zijn toekomst in de F1 lag, wist kleine Jenson al toen hij een vuist hoog was. Als kind tekende hij zijn lichaamslengte af op de muur en ging hij geregeld op de weegschaal staan, bang dat hij te groot of zwaar zou worden voor de F1. Ondertussen reed hij alle andere kinderen en adolescenten op een hoopje met z’n kart, waarvoor vader John grote financiële offers bracht: ooit moesten ze na een (gewonnen) race in Schotland benzinegeld lenen om weer thuis te raken. Financiële zorgen die definitief voorbij waren toen Button in 2000 als kindsterretje bij Williams aan de slag mocht. In zijn eerste seizoen schepte hij al een miljoen euro, alleen met zijn salaris. Waarop een gigantische marketingmachine op gang kwam om minihelmpjes en andere merchandising te verkopen. Het huisje dat hij in wezenloos Bicester met z’n gescheiden vader deelde, werd al snel ingeruild voor een flat in Monaco. Zo groot is het fortuin dat Button al bij elkaar fietste, dat hij voor dit seizoen maar wat graag inleverde om te kunnen racen bij Brawn GP, dat uit de as van Honda was opgetrokken en zulks met heel weinig geld moest doen. Dat Button dit seizoen zelfs geen kostenbriefjes mag inbrengen en zijn eigen vliegtuigticket naar de races moet betalen, nam hij er maar wat graag bij. Want de weg naar die wereldtitel leek eindelijk geplaveid.

Twee troeven

Maar zelfs in de Formule 1 kan het snel kantelen. In Silverstone kwam de Brawn GP plots niet meer vooruit en reed Button anoniem naar een zesde plaats. Schuld van het koude weer dat ervoor zorgde dat de banden het niet langer optimaal deden, werd gezegd. Maar ook daarna, in het bloedhete Boedapest, bleef Button in de subtop hangen. Terwijl Red Bull de macht greep, Ferrari terugkeerde en Hamilton zelfs een race won met een McLaren die niet eens twee maand eerder op de laatste rij stond. Zoals vaak in de Formule 1 schuilt de verklaring in het geld: Brawn GP beschikt niet over de financiële middelen om alle mogelijke technologische pistes te bewandelen die de auto sneller kunnen maken. Een vingeroefening die gemaakt wordt op de meest geavanceerde computers en in peperdure windtunnels, belangrijker dan ooit, want sinds dit seizoen is het verboden om tussen de races door te testen. Tenzij er ondertussen in Valencia ( dit nummer werd afgesloten vóór de GP van Europa, nvdr) alweer een kentering is gekomen, wordt het dus knokken voor Button om zijn voorsprong van om en bij de twintig punten op Mark Webber en Sebastian Vettel gaaf te houden, in de resterende races.

Anderzijds heeft de Brit twee serieuze troeven in de hand. Om te beginnen is er het puntensysteem in de Formule 1 dat het verschil tussen een zege en een tweede of derde plaats beperkt houdt. Met andere woorden: als hij in alle races punten kan meepikken, dan blijft hij nog wel een hele poos in de top van het klassement. Want zijn rivalen, in de eerste plaats de jongens van Red Bull, hebben nog altijd geen teamorders gekregen. Terwijl Red Bullbaas Christian Horner al liet horen dat hij ook niet van plan is een kopman aan te duiden zolang zijn beide rijders mathematisch nog wereldkampioen kunnen worden. Of hoe Vettel en Webber elkaar de komende maanden naar hartenlust kostbare punten mogen afpakken, en Button dat maar al te graag ziet gebeuren.

door jo bossuyt – beelden: reporters

“Button blijft zelf het beeld van de blitse playboy voeden.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content