Op twintigjarige leeftijd schreef Gustavo Kuerten Braziliaanse sportgeschiedenis. Via Roland Garros openbaarde hij zich aan de wereld. Een vedette met inhoud en zonder allures.

Guga, die naam kreeg hij van zijn vrienden in Florianopolis, woont nog steeds in het ouderlijk huis van zijn geboortedorp. Geen tweede woonst in het belastingvriendelijke Monaco, geen jetsetfeestjes op exclusieve plaatsen, geen sterrenstatus. Veel liever zoekt hij, tijdens tennisloze momenten, zijn kameraden van weleer op om te surfen op de golven van de Atlantische Oceaan of wat muziek te spelen met een gelegenheidsbandje. Veel aardser dan de drievoudige winnaar van Roland Garros zijn ze niet. Gustavo Kuerten voelt zich perfect in zijn vel en laat niet na dat te tonen.

Nochtans was zijn opvoeding allerminst alledaags te noemen. Moeder Alice stond er al snel alleen voor, maar liet haar sociaal engagementen daarvoor niet varen. Haar jongste zoon, Guillerme, was een inspiratiebron en een motivatie om haar hele gezin een filantropische zienswijze mee te geven. De broer van Gustavo lijdt aan een ernstige hersenverlamming, maar bleef het bindmiddel van de familie. Gustavo doneerde tot voor kort tweehonderd dollar per gespeelde wedstrijd aan de organisatie die instaat voor de opvang van Guillerme. Alle trofeeën gaan ook naar zijn jongere broer, die daardoor zowat de barometer is geworden van Kuertens carrière.

Rafaël, de oudere broer van Gustavo, integreerde zich vanaf 1997, het jaar van de eerste zege van Kuerten in Parijs, voltijds in het begeleidingsteam. In het bezit van een informaticadiploma organiseert hij de loopbaan van Guga vanuit Brazilië en assisteert hij regelmatig coach Larri Passos op de buitenlandse trips. Op die momenten vervult hij de rol van conditietrainer en bewaarder van de goede orde in de ploeg.

Trainer Passos kreeg Gustavo als dertienjarige snaak onder handen en wist dat zijn ambities niet enkel op het tennistieke vlak mochten liggen. Vijf jaar eerder had vader Aldo Kuerten immers een beroerte gekregen terwijl hij een juniorenwedstrijd aan het arbitreren was. Net voor zijn heengaan had hij de coach nog meegegeven dat hij van zijn zoon een kampioen moest maken. Zowel in de sport als in het leven.

Larri Passos, de guitige man met het snorretje, nam zijn taak ter harte en werd zowat een surrogaatvader voor Kuerten. De twee werden onafscheidelijk en uiterst succesvol. Hun dertienjarige samenwerking kende amper hiaten en kenmerkte zich door het grote, wederzijdse respect. Bij het binnenhalen van de titel in Stuttgart kreeg Guga in de zomer van 1998 een Mercedes als presentje erbij. Hij schonk de auto zonder verpinken aan zijn coach. Deze laatste twijfelde op zijn beurt geen ogenblik en deed de wagen van de hand. Hij kocht in de plaats twee minibusjes die konden worden ingezet in zijn eigen tennisacademie. Die runt hij met als doel de kansarme jeugd uit de streek van Santa Catarina een tennisopleiding, een opvoeding en een warme maaltijd aan te kunnen bieden.

In deze omgeving vol altruïsme en familiegevoel liet ook Gustavo zich niet onbetuigd. In 2000 richtte hij het GKI op. Door zijn moeder voorgezeten helpt het Gustavo Kuerten Instituut liefdadigheidsinstellingen om fondsen te vergaren en projecten op te zetten. Door hun naambekendheid bereiken ze met hun programma’s ondertussen een zesduizendtal mensen uit de buurt van Florianopolis. De gekrulde Braziliaan laat zich graag gebruiken als uithangbord.

Al deze naastenliefde neemt niet weg dat Kuerten tot één van de grootste vechters van het circuit uitgroeide. Naast zijn hartsverhouding met le Stade Philippe Chatrier wist hij ook nog eventjes vijftien titels op zijn palmares te spijkeren en het jaar 2000 af te sluiten als het nummer één van de wereld. Zijn tennis is compleet en zijn timing vergelijkbaar met die van Andre Agassi. Met dat verschil dat de gravelkoning vaak iets verder achter de baseline opereert. Op zijn beste momenten gaat Guga, net als de man van Steffi Graf trouwens, te werk als een pletwals. Hij bepaalt het ritme en dat is vaak verwoestend. Een ernstige heupoperatie maakte dat hij vorig jaar voor de eerste maal sinds 1998 uit de top tien van de wereld verdween. Toch wist de zesentwintigjarige Kuerten nog een speciaal toernooi op zijn naam te schrijven. Het evenement in Salvador was het eerste uit zijn vaderland dat hij aan zijn indrukwekkend curriculum kon toevoegen.

Samen met die serieuze heupblessure en vier maanden inactiviteit, staat zijn aparte levenshouding misschien nog wel het meest een aanval op de nummer één-positie in de weg. Zijn nonchalance, gebrek aan gedrevenheid en interesse in andere aspecten van het leven baart bij de politiek correcte sportjournalisten vaak nog opzien. Zijn schijnbare afkeer van Australië bijvoorbeeld, nochtans ook een surfparadijs, laat elk jaar heel wat kenners met vraagtekens achter. Te vroeg op het jaar en niet echt een liefhebber van de ondergrond is Kuerten nooit voorbij de tweede ronde geraakt down under. Een duidelijk gemis aan bezetenheid volgens deskundigen, dat ook nog eens gestaafd wordt door het beeld van een Guga die fluitend en zingend het stadion verlaat.

De Braziliaan staat niet te lang stil bij ontgoochelingen en is een onvervalste levensgenieter. Op persconferenties na nederlagen regent het relativerende quotes en onvervalste kwinkslagen. Tennis is belangrijk maar niet zijn voornaamste bekommernis in het leven. Familie, goede doelen of puur hedonisme wisselen elkaar af op de eerste plaats. Je vindt hem dan ook bijna altijd terug op de Player Parties waar hij het beste van zichzelf geeft. Groot aanhanger van de luchtgitaar gort hij even vaak een echte basgitaar om. Samen met de rest van het Braziliaanse Davis Cup-team – bondscoach Ricardo Acioly is een ware virtuoos – kruipt hij geregeld een podium op om de collega’s te entertainen.

Met zijn vrolijke uitstraling en zijn aanstekelijk joi de vivre drukte Kuerten vanaf de eerste dag zijn stempel op het tenniscircuit. Hij werd één van de animators in de kleedkamer en geliefd bij zijn dagelijkse tegenstanders. Zo zat hij eens tijdens het toernooi van Key Biscane in de vestiaire met ontbloot bovenlijf te stretchen. Pat Rafter kwam binnen en vroeg op ironiserende toon of de graatmagere Kuerten spieren had bijgewonnen. Gustavo beantwoorde de sneer met een pokerface en de gevleugelde woorden : ” Yeah, I’ve been working out quite a lot this winter“.

door Filip Dewulf

Guga is een groot aanhanger van de luchtgitaar.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content