‘Als Messi tevreden is, is de rest gemakkelijk.’ Zo vatte Andoni Zubizarreta, ondertussen ontslagen, zijn beleid als sportief directeur van Barça samen. De vraag is echter: is Messi nog tevreden?

Bleek, met een verkrampt gezicht, alsof hij net een inspecteur van de belastingdienst had gezien, zo aanschouwde Lionel Messi op het gala van de Gouden Bal in Zürich de videoboodschap waarin Luis Enrique hem de beste speler van de wereld noemde. Toen enkele tellen later zijn landgenoot Pablo Aimar in beeld kwam, kon het contrast niet groter zijn. Er verscheen een fijn lachje om Messi’s lippen, er kwam een glinstering in zijn ogen en zijn lichaam ontspande zich.

Nochtans had hij een dag ervoor op BarçaTV verkondigd dat het “allemaal leugens” waren. Neen, hij wilde niet weg bij Barcelona. Neen, zijn vader was niet gaan onderhandelen met Chelsea en Manchester City. En neen, hij had niet aan de voorzitter gevraagd om de trainer buiten te gooien. Zoals altijd kwam hij een beetje over als een houten klaas, maar de stelligheid, het zelfvertrouwen en de duidelijkheid waarmee hij zijn woorden articuleerde, vielen wel op. Ver weg was de voor zich uit mompelende Messi uit eerdere interviews, de Messi die weleens smalend ‘el mudo‘ – de stomme – genoemd wordt en van wie ooit gedacht werd dat hij aan een soort autisme leed. In de biografie van de Argentijnse journalist Leonardo Faccio over de superster vertelt Mónica Dómina, Messi’s juffrouw op de basisschool, hoe het zesjarige ukje met haar communiceerde: “Hij was timide. Hij had een vriendinnetje dat achter hem ging zitten en alles wat hij wilde zeggen hardop aan mij doorgaf. Zij bestelde zelfs zijn tussendoortje. Ze leken wel moeder en kind. En hij vond het niet erg als zij hem vertelde wat hij moest doen.”

Ook Juan Sebastián Verón, Messi’s voormalige ploegmaat bij de nationale ploeg, herinnert zich een anekdote op het WK 2010 in Zuid-Afrika. Een paar dagen voor de laatste poulewedstrijd tegen Griekenland had Diego Maradona, de toenmalige bondscoach van Argentinië, gezegd aan Messi dat hij hem de aanvoerdersband zou geven. Verón: “Die twee dagen zag ik Leo voor het eerst zenuwachtig.” Niet de verantwoordelijkheid op het veld schrok hem af, maar waar ‘de vlo’ van wakker lag, was dat hij voor de match zijn ploegmaats zou moeten toespreken. “Twee dagen lang dacht hij na over wat hij moest zeggen. ‘Wat zeg ik?’, vroeg hij me. Ik zei hem: ‘Zeg wat je voelt en dan komt het vast vanzelf.'” Wat Messi dan precies zei? Verón: “Hij zei iets, maar dan viel hij stil omdat hij niet wist hoe het verder moest. Vervolgens zei hij dat hij erg zenuwachtig was, en daarna gingen we het veld op.”

Stem op Mourinho

Het was niet el mudo die begin deze maand op BarçaTV verscheen om de geruchten de kop in te drukken. Ook van zenuwen geen spoor, integendeel. Hij gebruikte zelfs een woord – “mierda” (shit) – dat we helemaal niet gewoon zijn van een voetballer die normaliter de clichés aan elkaar rijgt als waren het stukjes vlees op een gebarbecuede saté.

De Argentijn is nooit echt welbespraakt geweest, maar eerder iemand die spreekt met zijn voeten. Veelzeggend in dat verband is een anekdote rond de Gouden Balverkiezing van 2010. Messi behoorde met Xavi en Andrés Iniesta tot de drie overgebleven kandidaten. In de aanloop naar de uitreiking kwam in de Catalaanse media een Iniestacampagne op gang, die weerklank vond in de rest van Spanje. Messi moest maar een jaartje worden overgeslagen. Met dat standpunt had de Argentijn geen moeite, maar toen de ochtend na de festiviteiten op de voorpagina’s werd geconcludeerd dat de verkeerde speler op het podium stond, borrelde boosheid in hem op. Die moest er hoe dan ook uit. Die ochtend haalde Messi op training een niveau dat Pep Guardiola daarvoor en daarna nooit meer heeft gezien, zo onthulde de toenmalige coach later. Hij en zijn assistent Tito Vilanova hadden de kleine dribbelaar met open mond bekeken. Het was Messi’s antwoord op de ontstane polemiek. Om daarna zwijgend de kleedkamer op te zoeken. Het punt was gemaakt.

Dat Messi geen man is van woorden, draagt alleen maar bij tot het mysterie en de mythevorming rond de beste voetballer aller tijden. Daarom is het des te opvallender dat hij in zijn schaarse interviews dit seizoen al verschillende signalen uitzond die erop wijzen dat hij zelf zijn toekomst bij Barcelona in twijfel trekt. “In het voetbal kan het snel keren. Ik weet wel dat ik altijd gezegd heb dat ik hier eeuwig wil blijven, maar soms draait niet alles uit zoals je het zelf wilt”, liet hij een goeie twee maanden geleden optekenen in het Argentijnse dagblad Olé. Zijn verklaring op het gala van de Gouden Bal – “ik weet niet waar ik volgend seizoen zal spelen” – was ook al niet van dien aard om de speculaties over een mogelijk vertrek de kop in te drukken.

Helemaal te gek werd het toen de stembiljetten voor FIFA-Trainer van het Jaar publiek werden gemaakt. Messi had op één Alejandro Sabella gezet, de man die Argentinië afgelopen zomer naar de WK-finale leidde. Op twee stond Pep Guardiola, met wie hij ontelbaar veel trofeeën verzamelde tussen 2008 en 2012. Perfect te verantwoorden keuzes. Maar dan, op drie: José Mourinho. Hoewel die eind jaren negentig nog assistent was van Bobby Robson en Louis van Gaal bij Barça, zijn er weinig mensen die in Catalonië meer haatgevoelens opwekken dan The Special One. Toen hij coach was van Real Madrid, schepte de Portugees er met de regelmaat van een klok plezier in om uit te halen naar de aartsrivalen. Ook de vinger in het oog van Vilanova is men in Catalonië nog niet licht vergeten. Dat Messi op hem stemde, is op zijn minst bizar te noemen.

Geen bankzitter

Is Messi niet meer tevreden bij Barcelona? En zo ja, hoe zou dat dan komen? Aan zijn salaris kan het niet liggen: in mei vorig jaar kreeg hij – voor de zevende keer al bij Barça – een verbeterd contract waardoor hij met 20 miljoen euro per jaar de bestbetaalde speler ter wereld werd. Groot nieuws, maar die nieuwe verbintenis was er niet zonder slag of stoot gekomen. Javier Faus, eerste vicevoorzitter van de club en dus de belangrijkste man na de president, had namelijk eind 2013 gezegd: “Ik zie niet in waarom we het contract van Messi elk halfjaar moeten verbeteren.” Messi, op dat moment op vakantie in Argentinië, reageerde meteen: “Die man kent niks van voetbal. Hij wil Barcelona leiden als een bedrijf, wat het niet is. De beste club ter wereld moet ook door de beste bestuursleden gerund worden.” Een sneer die kon tellen. Met het nieuwe contract haalde de Argentijn zijn slag thuis en floot voorzitter Josep Bartomeu zijn vicepresident terug.

Toen Luis Enrique begin dit seizoen zijn eerste persconferentie gaf als nieuwe coach van FC Barcelona, zei hij op de vraag wie de leider van de ploeg moest zijn, resoluut: “De leider, dat ben ik.” Francesco Totti had bij AS Roma ook al ondervonden dat Enrique geen rekening houdt met de staat van dienst van een speler. Onder de Spaanse coach zat het Italiaanse monument meer op de bank dan hem lief was. De woorden van Enrique schoten bij Messi, de eigenlijke leider van de kleedkamer, in het verkeerde keelgat. Dat vervolgens ook Cesc Fàbregas – een van de beste vrienden van de Argentijn – naar Chelsea mocht vertrekken, was ook al niet naar de zin van La Pulga.

Na een teleurstellend seizoen zonder prijs onder Tata Martino – de Spaanse supercup even niet meegerekend – stond Enrique voor de loodzware opdracht om FC Barcelona opnieuw uit te vinden. Na de CL-winst in 2011 kwam er immers sleet op het systeem van Guardiola. Messi bleef wel fabelachtig veel scoren en dat leverde nog een Copa del Rey (2012), een titel (2013) en een supercup (2013) op, maar Europees moest Barça de laatste jaren het hoofd buigen als het money time werd. In 2012 stuitte het in de halve finale op het uitgekookte, ervaren Chelsea van Roberto Di Matteo, het seizoen erna volgde in hetzelfde stadium de vernedering tegen Bayern München (7-0 in totaal) en vorig seizoen was het blok van Atlético Madrid al te sterk in de kwartfinale. Opvallend: in geen enkele van voornoemde wedstrijden kwam ‘de vlo’ tot scoren.

Toch deed het bestuur er alles aan om het hem naar de zin te maken. Zo haalde toenmalig voorzitter Sandro Rosell vorig seizoen nog Gerardo ‘Tata’ Martino, geboren en getogen in Rosario, de geboortestad van Messi, naar de Catalaanse hoofdstad. Eerder had Messi zelf al zijn voorkeur voor zijn landgenoot als opvolger van Vilanova kenbaar gemaakt. Martino bleek echter een te zacht karakter om de ploeg naar nieuwe hoogtes te stuwen, bovendien werd er smalend gedaan over zijn oubollige trainingsmethodes.

Een te zachtgekookt eitje is Enrique alvast niet, maar zichzelf al meteen uitroepen tot leider van de blaugrana was niet meteen een geniale ingeving. Tot overmaat van ramp draaide Barça in de eerste seizoens-helft vierkant. De resultaten leden er niet onder, maar de vele wissels en probeersels van de nieuwe coach – tot Nieuwjaar speelde Barcelona geen twee keer na elkaar met hetzelfde team – zorgde voor irritatie bij heel wat spelers, Messi voorop.

Toen die in de eerste match na de winterstop – op 4 januari met 1-0 verloren op het veld van Real Sociedad – op de bank begon, was de maat voor de nummer 10 vol. Toch was de uitleg van Enrique plausibel: Neymar, Dani Alves en Messi werden aan de kant gelaten omdat ze pas twee dagen voor de wedstrijd waren teruggekeerd uit hun winterreces. Terwijl de rest van de ploeg al op 30 december de trainingen had hervat, sloten de drie Zuid-Amerikanen pas aan op 2 januari, officieel om hen wat meer rust te gunnen met het oog op de Copa América komende zomer. Enrique: “Ik moet beslissingen nemen en ik wilde zo min mogelijk risico lopen met spelers die toch een lange reis van twee en een halve dag achter de kiezen hadden. Ik kijk altijd naar het geheel en zoek de beste oplossing voor de hele ploeg.”

Maar Messi zet je dus niet ongestraft op de bank. De dag erna stuurde de kleine Argentijn zijn kat naar de training, zogezegd vanwege buikgriep. Die rebellie tegen de coach was geen primeur. Toen Guardiola hem in 2011 na een interlandbreak eens op de bank zette, toevallig ook tegen Real Sociedad, sprak Messi dagenlang niet meer met zijn trainer. Ook Vilanova en zelfs Martino ondervonden dat Messi een allergie heeft voor de bank. De reden is simpel: hij wil altijd spelen.

Het monster

De leuze van FC Barcelona is gekend: ‘méér dan een club’. De vraag die zich vandaag de dag echter opdringt, is: is Messi méér dan de club? Is hij belangrijker geworden dan het instituut FC Barcelona? “We hebben een monster gecreëerd”, zei een lid van de technische staf al ten tijde van Guardiola. Een monster op wie het hele team, en bij uitbreiding de hele club, werd afgesteld. Een monster op wiens altaar verschillende spitsen geofferd werden. Denk maar aan Thierry Henry, Samuel Eto’o, Zlatan Ibrahimovic en David Villa.

Guardiola zette Henry en Eto’o op de flanken om Messi op zijn favoriete positie – als valse nummer 9 – te laten voetballen. Dat was na verloop van tijd niet meer naar de zin van de Kameroense spits, die centraal wilde spelen. Maar Guardiola gaf geen krimp, aan Messi werd niet geraakt.

Hetzelfde ondervond Ibrahimovic een seizoen later. In zijn biografie Ik, Zlatan vertelt hij over zijn transfer naar Barcelona in de zomer van 2009: “Dat was een kinderdroom die uitkwam, ik liep op wolkjes. Het ging ook allemaal goed, tot Messi begon te praten. Hij wilde centraal spelen, niet op de flank. Dus werd het systeem veranderd en werd ik opgeofferd. Daarop ging ik met Guardiola praten. Ik zei hem: ‘Je hebt een Ferrari gekocht, maar je bestuurt hem als een Fiat.’ Het was een goed gesprek, maar daarna liet Guardiola me links liggen.” De Spaanse coach trok de kaart Messi. Hij wist dat de Argentijn de club prijzen zou bezorgen en gelijk kreeg hij.

Het respect was echter niet altijd wederzijds. Op meer dan één gelegenheid zou de Argentijnse superster zijn trainer voor de groep vernederd hebben. Zo circuleert er een anekdote die de onschendbaarheid van Leo typeert. We schrijven drie uur voor een wedstrijd in het eerste seizoen van Guardiola als hoofdtrainer van Barça. De spelers zitten aan tafel om te eten en Messi zegt dat hij een cola wil. Guardiola reageert: “Neen, we drinken geen cola vlak voor de wedstrijd.” Daarop staat Messi op en komt een paar minuten later terug met een blikje cola. Vlak voor de neus van zijn trainer trekt hij het open en begint te drinken. Het zou niet het enige incident tussen de twee geweest zijn.

In 2012 trok Guardiola zijn conclusies. Hij besefte dat het óf hij óf Messi was. Hij wist dat de voorzitter – Sandro Rosell – zijn lot verbond aan dat van de Argentijnse vedette. De succestrainer nam dan ook een wijselijke beslissing: hij pakte zijn koffers. Hij laste een sabbatperiode in en perfectioneerde vervolgens zijn systeem bij Bayern München, waar hij niet geconfronteerd wordt met een speler die groter is dan de club zelf.

Fiscus

Ondertussen gaan in Spanje steeds meer stemmen op om Messi te verkopen. Zo bleek uit een enquête van El Confidencial, een onlinekrant met zetel in Madrid, dat 85 procent (4000 respondenten) van de lezers vindt dat het uur gekomen is dat de Argentijn beter andere oorden opzoekt. Bij de Catalaanse sportkrant Diario Sport is de teneur nog enigszins anders. Daar ziet 88 procent van de lezers Messi ook volgend seizoen nog bij Barça. De huidige voorzitter Josep Bartomeu betuigde onlangs nog openlijk zijn steun aan Messi: “In ons nieuwe project (met Enrique als trainer, nvdr) stel ik vast dat Messi het team leidt. Voor we aan dit seizoen begonnen, hadden we ook gezegd dat we de ploeg zouden bouwen rond Messi, we zijn heel tevreden over hem.” De vraag is nu welke voorzitter er op het einde van dit seizoen uit de bus komt bij de presidentsverkiezingen. Is dat ook een Messi-adept, dan lijkt de kans groter dat de Argentijn blijft.

Maar misschien wacht Leo daar niet op. Er zijn immers nog redenen voor hem om eens nieuwe lucht te gaan opsnuiven. Ten eerste heeft de Spaanse fiscus hem in het vizier. Het is nog altijd afwachten welke straf Messi en vooral zijn vader Jorge boven het hoofd hangt voor belastingontduiking tussen 2007 en 2009. De speler heeft toen een deel van zijn inkomsten uit portretrechten (4,1 miljoen euro) niet aangegeven. Ondertussen betaalde hij dat bedrag, plus interest, wel al terug aan de Spaanse fiscus.

Bovendien loopt er ook een onderzoek van de Guardia Civil naar het bedrijfje Amigos de Messi, dat volgens de Spaanse politie een centrale rol zou spelen in het witwassen van drugsgeld. Ook in die zaak ziet het er voor vader Jorge, die als draaischijf van de onfrisse praktijken bestempeld wordt, benard uit.

Mogelijk speelt dat allemaal een rol in de toekomstplannen van Lionel Messi. Wat er ook van zij, hij zal sowieso de geschiedenis ingaan als een legendarische voetballer. Of om het met de woorden van Johan Cruijff te zeggen in de documentaire Messi van Alex de la Iglesia: “Gracias a Dios que Messi existe.” Godzijdank dat Messi bestaat. ?

DOOR STEVE VAN HERPE

“Alles liep goed tot Messi begon te praten.” Zlatan Ibrahimovic

Is Messi méér dan de club geworden?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content