Wie is de beste voetballer aller tijden? In 2000 beslechtte de FIFA die discussie door de Speler van de Eeuw te kiezen. Laureaat werd Edson Arantes do Nascimento, alias Pelé, die Johan Cruijff en Franz Beckenbauer ver achter zich liet. Portret van de drievoudige wereldkampioen.

Het zal wel een speling van het lot zijn. Toen de Brazilianen in 2012 op zoek gingen naar O Maior Brasileiro de Todos os Tempos (u weet wel, dat referendum waarin bij ons De Grootste Belg gekozen werd: pater Damiaan bij de Vlamingen en Jacques Brel bij de Franstaligen) moest Pelé het in de duelfase – de beste twaalf werden twee per twee tegenover elkaar gezet – opnemen tegen Juscelino Kubitschek, alias JK. De president van 1956 tot 1961 wordt in het land gezien als de vader van het moderne Brazilië en hij won overtuigend, met meer dan 70 procent van de stemmen.

JK begon zijn politieke carrière in de staat Minais Gerais, waar zijn familie maar net financieel wist te overleven. Ook Pelé komt uit die staat, een buur van São Paulo, met Belo Horizonte als hoofdstad. Meer bepaald uit Três Corações, ten zuiden van de hoofdstad. Gemeen met de ex-president heeft hij de arme levensomstandigheden om in op te groeien. Nu heeft hij in het dorpje een straat naar hem genoemd, en aan een huis waar hij zou zijn geboren hangt een naamplaatje, maar uit die tijd herinnert Pelé zich in zijn biografie vooral “armoede en een huis dat was gebouwd met tweedehandsstenen”.

A casa Pelé is er nog steeds, maar laat u niet in de maling nemen: hier is niks echt. Het is nagebouwd op basis van verhalen van de familie (broer Jorge en ma Celeste). In 2012 ging het open, het is met moderne technieken ‘verouderd’ om het te doen lijken op een huis uit 1940, het jaar dat oma Ambrosina dochter Celeste hielp bij een zware bevalling. Er staan wat voorwerpen uit die tijd en uit de radio komt muziek van de jaren veertig.

Celeste, een meisje van het dorp, werd er verliefd op een militair die in zijn vrije tijd spits was bij Atlético Mineiro. Dondinhowas zijn roepnaam. Omdat er net elektriciteit in het dorp was, noemt hij zijn zoon Edison, naar de uitvinder Thomas Edison. Niet Edson dus, de voornaam waaronder zijn zoon later bekend zou worden. Zo staat het op de geboorteakte en zo staat het zogoed als altijd op officiële papieren, waar of wanneer de i wegviel, is een raadsel. Pelé zelf gebruikt altijd Edson.

Bauru

Vier jaar na de geboorte van Edison verhuist de familie naar Bauru, in de provincie São Paulo. Dondinho werkt nu als ambtenaar, maar breed hebben ze het nog altijd niet. De kinderen lopen blootsvoets rond en dragen tweedehandskleren. Het huis is klein, het dak lekt. Geregeld komt er niet meer op tafel dan wat brood met sneetjes banaan. Gelukkig brengen familieleden af en toe eten en kleren.

Op zijn zevende – hij is de oudste – gaat Pelé mee geld verdienen. Met de hulp van zijn oom koopt hij een kit om schoenen te poetsen. Van een bezorgde Celeste moet hij in de buurt beginnen, maar daar draagt niemand schoenen… Veel geld verdient hij niet. Uiteindelijk neemt Dondinho hem mee naar het stadion, waar op wedstrijddagen de mensen wel schoeisel aan hebben. Pas als een jaar later zijn vader onderhoudswerk kan doen in een ziekenhuis, nemen de financiële problemen af.

Het is in Bauru dat de toekomstige wereldster opgroeit. Eerst rond de Aero Club, want Pelé wil piloot worden. Maar als een zweefvliegtuig crasht en hij in het mortuarium de dode piloot ziet, krijgt hij nachtmerries. Vaak gaan de jongens uit de buurt zwemmen, één keer verdrinkt Pelé bijna. God moet nog eens over hem waken wanneer hun favoriete speelplek, een zelf uitgegraven hol in de grond, instort en een andere jongen door verstikking om het leven komt. Het had hem ook kunnen overkomen. Van zijn schoolperiode herinnert hij zich in zijn biografie vooral de straffen, onder meer geknield zitten op harde bonen. Allemaal terecht, geeft hij toe: “Ik had geen discipline en vocht met de klasgenootjes.” Twee keer zal hij een jaar moeten overdoen.

Zijn eerste voetbalwedstrijdjes speelt hij op straat. De doelpalen zijn twee oude schoenen en de zijlijnen de muren van de huizen. Daar in de modder wordt voetbal een obsessie. Uit treinen stelen de wijkjongeren nootjes, die ze roosteren en verkopen. Met het geld kopen ze een uitrusting en een wijkploeg ziet het licht. Dondinho wordt hun eerste trainer.

Het is ook de periode van de eerste bijnamen. Celeste noemde haar oudste zoon steevast Dico. Later, als hij voor Santos voetbalt, noemt zijn ploegmaat Zito hem een tijdje Gasolina, naar een Braziliaanse zanger. De bijnaam Pelé haat hij aanvankelijk. Hij wil Edson worden genoemd, naar de uitvinder. Op school zal hij ooit twee dagen worden uitgesloten omdat hij iemand een klap verkoopt die hem Pelé noemt.

In zijn biografie zegt hij dat er verschillende verhalen zijn rond de oorsprong van zijn naam. Ooit zou een Turkse immigrant hem in Bauru tijdens een wedstrijd de bal met de hand zien raken. “Gebruik je voeten, stommeling”, riep de man. Os pês klonk op zijn Turks-Portugeesals Pelé… Zelf denkt hij dat het komt uit de tijd dat Dondinho nog voor Vasco de São Lourenço speelde. In doel stond toen Bilé, en toen hem gevraagd werd wat hij later wilde worden, zei Edson: “Voetballer, zoals Bilé.” Bilé werd dan later Pelé.

Met de meisjes gedraagt hij zich als een echte womanizer. Hij trekt naar de cinema, houdt nauwlettend in het oog wie zonder jongen komt en probeert het meisje dan te verleiden. Eén keer wordt hij geconfronteerd met racisme, als hij met een meisje wordt betrapt door haar vader. ‘Wat doe je met die negrinho?’, vraagt de man.

Santos

Baquinho wordt de eerste échte ploeg van Pelé. Het gaat er iets professioneler aan toe, hij verdient er zelfs zijn eerste centen met voetballen. Zijn talent springt meteen in het oog en de eerste aanbiedingen komen rond zijn veertiende. Een verhuizing naar Rio ziet Celeste niet zitten. Te kosmopolitisch. Uiteindelijk wordt de nieuwe bestemming Santos, Pelé is dan vijftien. Hij slaapt er in Vila Belmiro, het stadion, in de kleine betonnen kamertjes die er nu nog steeds zijn en waar plaats is voor acht man. Kaal en koud, maar wie met de profs mag meetrainen klaagt niet.

De aanpassing verloopt vlot. Hij speelt in dat eerste jaar vooral mee met de U20, maar als hij voor een finale van een lokaal toernooi bij de U16 wordt gezet, om die ploeg kampioen te maken, gaat het fout. Hij mist de beslissende strafschop, het team verliest en rood van schaamte sluipt hij ’s anderendaags voor dag en dauw met zijn valies het stadion uit. Hij wil terug naar Bauru, maar omdat minderjarigen een geschreven toestemming nodig hebben om het gebouw te verlaten, houdt de conciërge hem tegen. Later leert zijn trainer hem dat iedereen wel eens een fout maakt. Vluchten helpt dan niet, eruit leren wél. Op 7 september 1956 debuteert hij bij de profs. Pelé, geboren op 23 oktober, is dan net geen zestien. Als hij het nieuws aan zijn vader wil vertellen, moet hij wachten tot ’s anderendaags. Pas dan kan hij hem met de telefoon bereiken.

Twee jaar later is hij al international. Hij mag zelfs mee naar het WK in Zweden, al hangt dat aan een zijden draadje. In de laatste oefenwedstrijd wordt hij zwaar aangetrapt. Met een knieblessure mist hij de hele voorbereiding, maar hij blijft wel bij de ploeg.

Het gaat er in die tijd heel anders aan toe dan nu. Ontspannen leven de spelers naar het evenement toe. Ze vliegen naar Italië en zien de paus, maken in Zweden uitstapjes in Göteborg, waar het team logeert. Op eentje ervan ontmoet hij Ilena, een Zweedse blonde die gefascineerd is door zijn donkere huid. Ze wordt zijn toernooiliefje.

De eerste twee matchen haalt hij niet, de derde wél. De bondscoach verjongt met Pelé en Garrincha, in de eerste twee wedstrijden ook bankzitter, tégen het advies van de teampsycholoog in. Die heeft – in die tijd zeer revolutionair – tests van alle spelers afgenomen en daaruit komt Pelé naar voren als ‘zeer kinderlijk’ en ‘iemand die de noodzakelijke fighting spirit mist’.

Pelé groeit in het toernooi. Bij zijn debuut tegen Rusland mist hij van de zenuwen nog open kansen, in de halve finale tegen Frankrijk maakt hij na de rust een hattrick. Ook in de finale, tegen het gastland, scoort hij. Voor het eerst is Brazilië wereldkampioen. Achteraf vraagt Pelé zich af: “Waarom zijn wij het enige land met zwarten in het elftal?”

Paus

Van de burgemeester in Bauru krijgt hij bij de triomfantelijke terugkeer… een auto. Geen mooie cabrio, zoals hij stiekem droomt, maar een Romisetta, een driewielertje dat in die tijd zeer populair is. Erg tevreden met het cadeau is hij niet. Hij wil het aan zijn pa doorgeven, maar die weigert. “Een geschenk geef je niet weg.”

Een paar maanden later ontmoet hij Rosemeri, een blank meisje, zijn latere vrouw. Als hij bij haar ouders over de vloer komt, heeft hij een primeur. Nooit eerder kwam bij hen thuis een zwarte. Roberto Muylaert, auteur van een boek over MoacirBarbosa, de zwarte doelman van de nationale ploeg die in 1950 in eigen land net geen wereldkampioen werd en daarvoor de rest van zijn leven met de vinger zou worden gewezen, zegt dat ook daarom het belang van Pelé moet worden geduid. Muylaert: “In die tijd was het voor een donkere speler allerminst vanzelfsprekend dat het publiek hem vierde als een held. Daarom is Pelé zo belangrijk voor het Braziliaanse voetbal. Hij heeft veel gedaan in de strijd tegen het racisme.”

Veel tijd om Rosemeri te zien krijgt hij niet. In 1959 speelt hij 103 wedstrijden met vijf teams: Santos, de nationale ploeg, de All Stars van de staat São Paulo, de ploeg van zijn kazerne en de nationale legerploeg. Hij pleegt roofbouw op zijn lichaam. Santos maakt in die dagen ook overzeese trips. In Lagos wordt de oorlog tussen Nigeria en Biafra voor 48 uur stilgelegd, zodat iedereen Pelé kan zien spelen. In Parijs wordt hij rondgeleid door Kiki, een actrice en model. Er verschijnen foto’s van het elegante paar en thuis mag hij het bij Rosemeri uitleggen.

Pelé verdient ondertussen goed. Er komen twee biografieën, hij speelt mee in een documentaire over zijn leven. Journalisten gaan op zoek naar zijn roots. Waar die liggen, wordt nooit duidelijk. Volgens de ene theorie komen zijn voorvaderen uit Angola, volgens een andere uit Nigeria. Zeker is dat ze als slaven het land werden ingevoerd, de naam Nascimento komt van de eigenaar van de plantage waar ze werkten. Slavernij is zeer lang in de familie gebleven, oma Ambrosina is pas de eerste vrije generatie.

Zijn sportieve prestaties krijgen ook in Europa weerklank. Inter doet in 1961 als eerste een bod. Dat wordt geweigerd door speler én ploeg. In zijn biografie zegt Pelé dat het gerucht gaat dat het Braziliaanse parlement hem heeft uitgeroepen tot ‘niet te exporteren nationaal erfgoed’. Ook Juventus probeert, Fiatbaas Umberto Agnelli biedt een miljoen dollar, in die tijd een gigantisch bedrag. Opnieuw plooit Santos niet.

Al het reizen in combinatie met de vele commerciële opdrachten leidt tot vermoeidheid op het veld. Die wordt hem in 1962, op het volgende WK, fataal. Pelé voelt zich niet fris, speelt toch en loopt een liesletsel op. Het is Garrincha die de ster van het team wordt. Pelé geraakt niet meer fit voor de finale. De tweede wereldtitel wordt veel minder intens gevierd dan de eerste.

In 1966 krijgt hij opnieuw een tegenslag te verwerken. Het jaar begint mooi, met een groots huwelijk. Rosemeri heeft na zeven jaar vrijage eindelijk ja gezegd en op de huwelijksreis naar Europa ontmoeten ze de paus. Op hetzelfde moment blijkt dat zijn zaakwaarnemer de boel slecht beredderde. Pelé is failliet. Om grote koppen in de krant te vermijden gaat hij geld lenen bij de directie van Santos. Die profiteert ervan door hem te dwingen een nieuw vijfjarig contract te tekenen. De beste voetballer ter wereld zal zo zogoed als levenslang aan Santos verbonden blijven.

Het WK van 1966 wordt weer een flop. Brazilië mag al zijn groepswedstrijden spelen in Goodison Park en van een bevriende journalist hoort Pelé dat The Beatles fan zijn en graag voor de tweevoudige wereldkampioen zouden optreden. De coach zegt neen. Garrincha geraakt net voor het WK betrokken in een motoraccident en hoewel hij fit lijkt, is hij het niet helemaal. De voorbereiding lijkt nergens op en na een keiharde wedstrijd gaat Brazilië er roemloos uit tegen Portugal. Zo ontgoocheld is Pelé dat hij twee jaar geen interlands meer wil spelen.

Rood

Eind 1969, een jaar voor er een nieuw WK aankomt, is er weer opschudding. Pelé staat op het punt zijn duizendste goal te maken. Tot dan nog nooit gebeurd, erna evenmin. Even lijkt hij die te gaan scoren in Paraiba, een kleine staat, maar dan blesseert de doelman zich en zet de trainer Pelé in doel. Pas achteraf zal hij horen dat Santos vindt dat zo’n goal op een meer prestigieuze plaats moet worden gescoord. In Maracanã bijvoorbeeld. Tegen Vasco. Uitgerekend op 19 november, een nationale feestdag. De duizendste komt er op strafschop. De wedstrijd wordt 20 minuten onderbroken voor een ereronde.

Het WK in 1970 wordt wél een succes. João Havelange, toen voorzitter van de Braziliaanse voetbalbond, stelt Mario Zagallo aan, ploegmaat van Pelé bij de winst in 1958 en 1962. De shirtjes worden op maat gemaakt én aan het klimaat aangepast. Nu normaal, toen revolutionair. En het belangrijkste: fysiek was er bij Pelé geen enkel probleem. Toch had ook dit WK op een anticlimax kunnen eindigen. In de halve finale wordt Pelé tegen Uruguay zo hard op de enkel getrapt dat hij bij een volgend duel zijn tegenstander op een harde elleboogstoot trakteert. In zijn biografie zegt hij: “Mijn elleboog deed zo’n pijn, hoe moet diens voorhoofd niet hebben aangevoeld?” Gelukkig voor Pelé treft hij niet ’s mans neus of kaak en krijgt hij het duel zelfs in zijn voordeel bestraft. Had hij toen rood gepakt, er was geen finale geweest tegen Italië. Nu wel, en het dreamteam wint overtuigend met 4-1. Opvallend: het is Carlos Alberto die als aanvoerder de beker omhoog steekt. Nooit was Pelé aanvoerder in een van zijn teams. Bewust.

Voor het WK in 1974 haakt Pelé (dan 34) af, ondanks smeekbedes van Havelange en Zagallo. Hij voelt zich te oud. Toch is hij aanwezig in Duitsland. Hij heeft een contract met Pepsi, als onderdeel voor het jeugdprogramma, en wisselt met Uwe Seeler tijdens de openingsceremonie trofeeën uit. De West-Duitser krijgt de nieuwe wereldbeker van de Braziliaan, die de oude Jules Rimettrofee als drievoudig winnaar definitief naar huis mag nemen. Tijdens het toernooi ergert Pelé zich aan de nieuwe mentaliteit van zijn landgenoten op het veld. Ze zijn – in zijn ogen – meer bezig met hun financiële waarde na het WK dan met hun prestaties. Brazilië gaat er in Dortmund uit tegen het totaalvoetbal van Johan Cruijff en diens Oranje.

Terug in het land wordt Pelé geconfronteerd met zijn eigen financiële waarde. Die is er opnieuw beroerd aan toe. Hij heeft alweer een reeks verkeerde zakentransacties gedaan en heeft een paar miljoen dollar schuld. Havelange, voor wie hij in de race om het voorzitterschap van de FIFA lobbywerk heeft verricht, springt bij, maar het is duidelijk dat er een klapper moet komen. In aanbiedingen uit Europa – van Juventus, Real en Milan – heeft hij geen zin. Te veel druk. Bij Santos blijven is geen optie. Finaal tekent hij een contract bij New York Cosmos. Hij krijgt 9 miljoen dollar voor de transfer én als werknemer van eigenaar Warner Communications krijgt hij 50 procent van alle inkomsten die het bedrijf met zijn naam kan binnenrijven. Twee jaar zal hij in New York opdraven, op voetbalvelden als speler, maar ook op cocktailparty’s en andere feestjes. Hij ontmoet er Frank Sinatra, Woody Allen en Mick Jagger en is te gast op de achttiende en negentiende verjaardag van Michael Jackson. Op 1 oktober 1977 zet hij definitief een punt achter zijn carrière. Zijn derde afscheid, na dat bij de nationale ploeg in 1971 en bij Santos in 1974. Hij is dan 37 en heeft 1366 wedstrijden op de teller. Daarin scoorde hij 1282 keer.

DOOR PETER T’KINT

“Pelé is belangrijk voor het Braziliaanse voetbal omdat hij veel heeft gedaan in de strijd tegen het racisme.” Robert Muylaert

In Lagos wordt de oorlog tussen Nigeria en Biafra voor 48 uur stilgelegd zodat iedereen Pelé kan zien spelen.

Zijn duizendste doelpunt komt er in Maracanã. Erna wordt de wedstrijd twintig minuten onderbroken voor een ereronde.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content