Van Sérgio tot Ricardo

© belgaimage

Bij Standard doen ze de dingen altijd op hun manier. Zo gingen de Rouches van de ene Portugees naar de andere, maar maakten ze daarbij een omweg via Frankrijk, Argentinië en Charleroi. Overzicht van enkele tumultueuze weken.

Het is ongeveer 23 uur. Ricardo Sá Pinto stapt in een zwarte Mercedes en verlaat de woonplaats van Bruno Venanzi, even buiten Luik. Drie uur eerder heeft de voorzitter van Standard zijn toekomstige trainer voor het eerst ontmoet. Dat onderhoud was overtuigend. Sá Pinto gebruikt woorden die goed klinken in de Vurige Stede. Grinta. Passie. Arbeid. ‘Ik wil dat mijn spelers hun leven geven op het veld!’, bevestigt hij. De mythische speler van Sporting is niet met lege handen gekomen. Hij haalt enkele A4’tjes uit zijn tas en legt uit hoe hij wil spelen, zijn systeem, en met welke spelers. Hij heeft ook een aantal gerichte vragen. Sá Pinto weet waar hij naartoe wil.

Ook Olivier Renard, vanzelfsprekend erbij aanwezig, is onder de indruk. Elf jaar eerder heeft hij de flamboyante Portugees voor het eerst zien binnenkomen in de kleedkamer. Blijkbaar is hij niks veranderd, het heilige vuur brandt nog altijd. Zijn Frans is soms wat aarzelend, maar zijn boodschap is helder. Bruno Venanzi wou een man die de kleedkamer opkuist, hij wordt op zijn wenken bediend. De avond wordt afgesloten met een stevige handdruk, waarna Sá Pinto en zijn makelaar goedgemutst gaan dineren in Maastricht.

De volgende dag rijdt Sá Pinto opnieuw naar Venanzi. Hij heeft een nieuwe Ralph Lauren uit zijn valies gehaald, maar voor de rest is er weinig veranderd. Twee uur later wordt het contract ondertekend. Standard toont zijn ambitie en tast diep in de buidel voor de Portugees, die zijn eigen assistenten meebrengt.

Het spelletje van Sérgio

Die handtekening maakt een einde aan een woelig begin van de zomer. Of dat maakte de buitenwereld er alleszins van. ‘Het feit dat we tien dagen geleden nog op zoek waren naar een trainer, was precies het einde van de wereld’, zo klinkt het in de wandelgangen van Sclessin. ‘Dat Brugge maar drie dagen voor ons zijn nieuwe trainer bekendmaakte, daar kijkt niemand van op.’

Het dient wel gezegd dat een hele rist namen de revue passeerden: Gabriel Heinze, Marco Silva, Jordi Condom, Felice Mazzu, Michel Preud’homme, Peter Maes, Frankie Vercauteren, Pascal Dupraz, Stale Solbakken, Roland Courbis, Sabri Lamouchi, RemiGarde,enzovoort… Zelfs Enzo Scifo sprong op het eind nog in de dans.

Het lijkt een rommeltje, maar Standard is er altijd duidelijk over geweest: ‘We zullen met meerdere coaches spreken. We sluiten de deur voor niemand, al wil dat niet zeggen dat alle profielen ons interesseren.’ Vrij snel verscheen een lijst van tien namen op papier. Helemaal bovenaan: Sérgio Conceição. Venanzi wilde zelfs zijn spaarvarken openbreken om Monsieur Grinta te halen. Alleen speelde de Portugees een spelletje met ‘zijn’ Standard en profiteerde hij van een aanbod van zijn ex-club om eerst bij Nantes een voordelige contractverlenging te bekomen en vervolgens met de hulp van Doyen Sports en de onvermijdelijke Luciano D’Onofrio naar FC Porto te verkassen. In de wandelgangen valt dan ook te horen: ‘Dat is een bewijs dat Conceição zich meer identificeert met Porto dan met Standard.’ Niet onlogisch gezien de kern, het prestige en de ambitie van de Draken.

Sinds die weigering trappelde Standard een tijdje ter plaatse. De rust werd op den duur verontrustend. Venanzi droomt van Michel Preud’homme en wordt samen met hem aan tafel gesignaleerd ergens in het Luikse. ‘Ik weet voor 99 procent zeker dat er tussen Bruno en Michel nooit contact geweest is’, klinkt het evenwel bij de top van Standard. Een zinsbegoocheling dus?

Geldt dat ook voor Mazzu? ‘Sommigen beweren dat Felice een voorstel werd gedaan, maar dat is totaal onwaar’, zegt Renard stellig op de dag dat Sá Pinto wordt voorgesteld. Vanuit de entourage van Mazzu komt echter de informatie over een duidelijk aanbod van Standard. Maar Felice, de laatste held van Charleroi, durfde zo’n heiligschennis niet aan. Het was nochtans financieel erg interessant, vertelt men ons in het Zwarte Land.

Wie moet men nog geloven in zo’n web van leugens?

Richard Leeuwenhart

Bruno Venanzi vertelde ons dat hij de hypocrisie van het voetbalmilieu beu is. En dan ontkent hij enkele dagen later het contact dat er geweest is met Guillaume Gillet… Venanzi zit in het defensief. De oprichter van Lampiris heeft geen vertrouwen meer in dit wereldje van tapijtverkopers. Of toch weinig.

Veel zaken zijn evenwel helder. Jordi Condom werd aangeboden kort na het ontslag van Aleksandar Jankovic, maar Renard heeft de Spaanse coach nooit ontmoet en maakte aan diens makelaar snel duidelijk dat Condom een plan B is. Vercauteren dan? Over hem bestond geen unanimiteit. Peter Maes? Is nooit over gepraat. Solbakken? Had zelf geen interesse. Dupraz? Te duur. Remi Garde had zelf een eerste stap gezet via zijn makelaar, maar noch de Fransman noch Standard stak de hand uit. Garde heeft ook niet het profiel dat men zocht. ‘We hadden geen nood aan een universitair maar aan een people manager.’ De contacten met Lamouchi waren al verder gevorderd, maar de ex-bondscoach van Ivoorkust, die nadien van de oliedollars in de Perzische Golf proefde, vroeg te veel. Toen kwam Ricardo Sá Pinto in beeld. Het is dan eind mei en Ali Lukunku, ex-speler van Standard en nu makelaar, contacteert Renard en fluistert hem de naam van de Portugees in.

‘Ik heb met hem samengespeeld bij Standard en bij Sporting CP, ik ken hem dus heel goed en ik heb veel positieve dingen gehoord over zijn coaching’, legt Lukunku uit. ‘Portugese trainers zijn bovendien in trek. Ze weten kennis aan een winnaarsmentaliteit te koppelen. Ik verzeker u: met Sá Pinto gaan de spelers niet lachen. Qua persoonlijkheid en charisma is dat iets heel anders dan Jankovic of Yannick Ferrera.

Wanneer Lukunku dan Sá Pinto zelf contacteert, blijkt die meteen geïnteresseerd. ‘Standard, dat is familie, zei hij me meermaals. Dat verbaast me niet. Alle spelers die voor of tegen Standard gespeeld hebben, zijn geraakt door die club. De magere resultaten veranderen dat niet. Het is een passionele club.’

Wanneer dan de moeder van Lukunku overlijdt, wordt het dossier overgenomen door de makelaar en goede vriend van Sá Pinto en komen de zaken in een stroomversnelling. Standard staat onder tijdsdruk en regelt snel een ontmoeting met de Portugese coach. Op zondag 11 juni om 16 uur wordt bekendgemaakt dat Standard eindelijk een nieuwe trainer heeft. Veel wijst erop dat het gaat om een lagekostenversie van Conceição, maar de supporters lijken gerustgesteld. Ze hopen dat Richard Leeuwenhart (zoals hij bij Sporting werd genoemd) nieuw leven zal blazen in de club en het stadion.

Afslanking van de kern

De persconferentie rond zijn officiële presentatie is perfect geregeld, het charmeoffensief werkt. Sá Pinto spreekt over zijn motivatie, dat hij vijftien uur per dag werkt. ‘Zodra hij getekend had, zag ik dat hij heel gelukkig was’, vertelt zijn makelaar. ‘Ik denk dat hij met zijn discours het bestuur van Standard overtuigd heeft. Hij heeft ook begrepen dat de club een grote inspanning heeft gedaan. Hij had ook aanbiedingen uit Saudi-Arabië, maar die interesseerden hem niet, hij verkoos een sportieve uitdaging boven geld. Ricardo is een vechter. Hij past bij deze stad, deze mensen, de arbeiders van hier. Hij komt nochtans niet van de straat, maar uit een goede familie. Toen hij begon te spelen, had hij het voetbal niet nodig om iets van zijn leven te maken. Maar hij zal alles geven voor deze club. Bij Sporting is hij een legende en dat zal hij altijd blijven door zijn temperament. In Portugal respecteren ook de fans van Benfica en Porto hem. En hij is loyaal, voor een vriend zou hij door het vuur gaan.’

Sá Pinto is een man uit één stuk, en warmbloedig. Zo iemand zou in de smaak moeten vallen in Luik. Als de resultaten tenminste volgen. Bij Standard heeft men er vertrouwen in, maar is men ook niet naïef. Sá Pinto is een beredeneerde gok. De coach zou graag ‘slagen in wat Diego Simeone met een ploeg doet. Die heeft zijn karakter in de ploeg gestopt en het gedrag van zijn spelers veranderd.’

Wat spelstijl betreft is zijn makelaar heel duidelijk: ‘Hij houdt van offensief voetbal, druk zetten, verticaliteit in het spel. Het is geen verlengstuk van hoe hij was als speler.’ Blijft nog te bezien welk materiaal hij zal krijgen. Ook daar is Renard achter de schermen al maandenlang mee bezig. In het dossier rond de Kroaat Franko Andrijasevic werd hij gedribbeld door de Buffalo’s. Het Gentbestuur haalde zijn chequeboekje boven (de Kroatische speler wordt de duurste uit de geschiedenis van de club en strijkt een loon op van 1,2 miljoen euro bruto). De zoektocht naar een verdedigende middenvelder verloopt ook moeizaam. Standard speurt nog altijd naar een beter voetballende versie van Sambou Yatabaré. Achterin zou het duo LaifisScholz de centrale as moeten vormen, ook al gelooft Renard erg in Christian Luyindama, van wiens atletische kwaliteiten iedereen op de Académie onder de indruk was.

Maar het grote werkpunt blijft de afslanking van de kern en dus de vermindering van de loonlast. Veertig spelers en een uitpuilende kleedkamer, dat moet afgelopen zijn. In de laatste uren van de transferperiode nog een hele batterij spelers aantrekken, daar is geen sprake meer van. Het wordt een energie rovende klus voor Renard en co, die ook nog jongeren willen integreren. De club heeft geprobeerd om orde te scheppen in de Académie, die nochtans wordt gerund door enerzijds Thierry Verjans en anderzijds José Jeunechamps, twee opleiders die nooit samen met vakantie zullen gaan. Sá Pinto is ervan op de hoogte dat de club meer jeugd uit eigen kweek wil laten doorstromen. Er mag niet opnieuw een Landry Dimata door de mazen van het net glippen en dus mag Ryan Mmaee niet naar de concurrentie vertrekken. In die optiek bood de club afgelopen seizoen een kans aan de getalenteerde Alexandro Cavagnera. Die kreeg toen negen minuten speeltijd thuis tegen Lierse.

De nieuwe teammanager is Benjamin Nicaise, maar hij krijgt een grotere rol dan het bestellen van pizza’s voor de spelers. Hij is al bezig aan het opstellen van niet mis te verstane brieven naar de overbodige spelers. Die zwarte lijst is redelijk lang, omdat er te lang geen krachtdadig beleid was op Sclessin.

door Thomas Bricmont – foto’s Belgaimage

Het grote werkpunt blijft de afslanking van de kern en dus de vermindering van de loonlast.

‘Ik verzeker u: met Sá Pinto gaan de spelers niet lachen.’ Ali Lukunku

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content