VAN TORTEN TOT TIMMY (EN PRALINES)

© CLUB BRUGGE

In de schaduw van het Brugse Belfort loopt tot 8 januari de interactieve ‘Expo 125 jaar Club Brugge’. Een wandeling door verleden en toekomst.

De locatie, de Stadshallen in de buik van het Belfort waar in 1973 de zegeklokken voor de tweede blauw-zwarte landstitel luidden, is symbolisch. Recht tegenover de machtige toren ligt La Civière d’Or, het café waar FC Brugeois werd opgericht. De vergaderingen van de eerste bestuurders, Brugse notabelen, waren exclusief in het Frans. Ironisch: Football Club Brugeois zou als Club Brugge uitgroeien tot het sterkste merk van … Vlaanderen, en lanceerde in 2011 de baseline No sweat no glory. Frans, Nederlands en Engels, een doordruk van een moderne Belgische voetbalkleedkamer.

Net voor het Belfort kunnen passanten hun hoofd in een grote pancarte leggen. Altijd leuk, een foto met Ruud Vormer en… Ja, en wie eigenlijk? Vandalen hebben een aantal kopjes gekraakt, Vormer kreeg een snor, de andere hoofden zijn met stickers van FC Kopenhagen overplakt.

Binnen, op de opzwepende tonen van ‘Tsunami’ van DVBBS&Borgeous, herleven betere tijden. De sticker ‘Ik was d’erby’ flitst op het scherm, de tv-beelden van 27 januari 1991 zeggen álles. Club-Cercle 10-0! Later zou Georges Leekens, trainer van blauw-zwart, toegeven dat hij ‘wissels doorvoerde om de score beperkt te houden’. Maar, zo zag hij: ‘Die invallers duwden nog meer door dan de jongens die ik naar de kant had gehaald.’ Frank Farina, een van de vier Australiërs die ooit voor Club speelden, scoorde die namiddag vijf keer.

De zwart-witbeelden van de kampioensviering van 1973, toen de voltallige selectie in kostuum was gehesen en gezinnen met kinderwagens naar de Burg waren afgezakt, contrasteren met de massahysterie van 16 mei van dit jaar. De Brugse Markt die te klein was voor de 20.000 fans, het dansje van Michel Preud’homme en José Izquierdo, You’ll never walk alone in het historische decor, Timmy Simons die de massa toeriep dat hij er nóg een seizoen aan zou breien… Elf jaar hadden ze op de veertiende landstitel moeten wachten, de vulkaan spuwde eindelijk blauw-zwart.

Nog meer beelden: van onder anderen Lior Refaelov, die Club een jaar ervoor in het Koning Boudewijnstadion naar een elfde beker van België volleyde. Van doelman Birger Jensen, die in de thuismatch tegen Tottenham een strafschop binnen knalde. En van Dany Verlinden, met vijf titels en evenveel bekers een van de meest succesvolle spelers uit de geschiedenis. Zestien seizoenen Club Brugge, vaak bepalend, altijd bescheiden. Zoals in de zomer van 2002, toen hij zijn ploeg met twee gestopte strafschoppen voorbij Sjachtar Donetsk naar de Champions League dook en de VTM-commentator hem de man van vijf miljoen noemde. ‘Och, zo veel zal het niet zijn. En met strafschoppen moet je wat geluk hebben.’ Eenvoud, (ooit) het handelsmerk van Club.

WONDER DER WONDEREN

Rik De Saedeleer becommentarieert dé Europese avond in wat toen nog het Olympiastadion heette. 9 december 1987, we stonden er ook. Drie uur voor de wedstrijd een plaatsje zoeken, koukleumen tot de aftrap. De Saedeleer kon het zelf niet vatten. ‘Twee weken geleden met 3-0 in Dortmund verloren en toch was het stadion in een paar dagen uitverkocht. De mensen hopen hier op een derde wonder.’

Zenit Leningrad was in de eerste ronde met 5-0 weggeveegd, Rode Ster Belgrado kreeg er vier binnen en tegen Borussia Dortmund opende Jan Ceulemans al na negen minuten de score. ‘Het begin van het wonder, het is alweer mogelijk.’ Ronny Rosenthal liep er de statische verdedigers keer op keer af, Leo Van der Elst scoorde de 2-0 en de 3-0, Franky Van der Elst trapte van buiten de zestien (!) de 4-0 binnen en nogmaals Leo Van der Elst maakte er vanop de stip 5-0 van. Aan de zijlijn stond Henk Houwaart, de armen triomfantelijk in de lucht.

Club ging dat seizoen in de UEFA Cup mee tot in de halve finales, maar kon bij Espanyol Barcelona de 2-0 uit de heenmatch niet verzilveren: Pichi Alonso tikte de 3-0 in de verlengingen voorbij een grabbelende Philippe Vande Walle. Er passeren nóg dieptepunten. De gemiste titel in de dubbele testmatch tegen Anderlecht, de hattrick van Sonny Anderson (Lyon), de twee verloren Europabekerfinales tegen Liverpool en het overlijden van François Sterchele, van wie de handschoenen met het nummer 23 in een van de vitrinekasten een plaats kregen. Op de grote televisieschermen lijken de tranen nog dikker dan op die intrieste zaterdag 10 mei 2008. Jacky Mathijssen, Philippe Clement, Luc Devroe: schouder aan schouder rouwend.

TOPTRANSFERS

Raoul Lambert, dé nummer 9, vertelt het verhaal van zijn tweede beker van België, de verpletterende 6-0 tegen Daring Brussel. Twee goals van Lotte, twee van Pierre Carteus, eentje van Tom Turesson en de 6-0 van Johny Thio. ‘Carteus, Thio, Lambert: beter had je toen niet in België’, zegt hij. Doodeerlijk.

Jan Ceulemans steekt óók een beker van België in de lucht: die van 1991 tegen KV Mechelen, zijn laatste wapenfeit voor de knieën het definitief begaven. Hij kreeg felicitaties van Anne Marie, de echtgenote van Michel D’Hooghe, die op dat moment bondsvoorzitter was en zijn kapitein sec de beker overhandigde.

De Caje hangt, samen met negentien andere boegbeelden, levensgroot aan de muur. Van Torten Goetinck, de man die Club in 1920 naar de eerste titel leidde, tot Timmy Simons, die vorige week zijn 40e verjaardag vierde. De teller staat op drie titels en evenveel bekers in negen seizoenen, volgt er nog wat?

In de nok, tussen de eeuwenoude balken, zijn tientallen blauw-zwarte sjaals gedrapeerd. We zien de blauwe kostuumjas van Fernand Boone, die in 1967 de eerste Brugse Gouden Schoen won. Een bijzonder figuur die café De Klokke uitbaatte en zich na elke thuiswedstrijd moest reppen om er pinten te tappen. Nostalgische mijmeringen aan de tijd dat voetbal nog onschuldig was. Van tifo’s was nog geen sprake, maar inventief was de spionkop ook toen al. Rozen voor Sandra, de klassieker van Jimmy Frey, werd door honderden als Rozen voor Standard mee gekweeld. Ludiek en zacht bijtend, zelden kwetsend.

Bekers in alle formaten, een oud truitje met veters, een film over het oefencomplex dat straks in Westkapelle zal verrijzen en de grootste uitgaande transfers. Sommigen alleen op foto te bezichtigen – Fernand Goyvaerts (Barcelona en Real), Jean-Pierre Papin (Marseille en AC Milan). Anderen stuurden een truitje van hun leven na Brugge: Rosenthal (Liverpool), Ivan Perisic (Inter), Nabil Dirar (AS Monaco), Carlos Bacca (AC Milan) en Edgaras Jankauskas, die met FC Porto (en José Mourinho) in 2004 de Champions League won.

Naast de deur ligt een visitekaartje van The Chocolat Line, het bedrijf van de Brugse chocoladegoeroe Dominique Persoone die voor de gelegenheid de typische Clubwaarden in drie pralines vertaalde: Passion, Sweat en #bluvngoan. Een suikerbom, om tussen zoete en bitterzoete herinneringen weg te dromen.

De ‘Expo 125 jaar Club Brugge’ is nog tot 8 januari 2017 open, telkens van woensdag tot en met zondag (10-18 uur). Op 24/12 en 31/12 sluiten de deuren om 14 uur, op Kerstmis en Nieuwjaar blijft de tentoonstelling gesloten.

DOOR CHRIS TETAERT – FOTO’S CLUB BRUGGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content