Zonnige vooruitzichten voor de Belgische vrouwen, donkere wolken boven het mannentennis. De Australian Open is geen onverdeeld succes voor ons land.

In het jaar dat het internationale mannentennis zijn achterstand op de vrouwen wilde goedmaken door een nieuwe gouden driehoek – Roddick, Federer en Ferrero – naar voren te schuiven, kon het zich geen slechtere start voorstellen. In een waas van dopinggeruchten trok het circus zich op gang. Greg Rusedski was de aanstoker en hij liet niet na een heleboel van zijn collega’s er mee in te betrekken. Het typeert een beetje de Canadese Brit, die nooit erg geliefd was in het circuit en op de baan zijn beste vrienden doormidden zou slaan. Reikhalzend wordt er nu uitgekeken naar het verhoor begin februari voor de rechtbank in Montreal.

Maar er werd dus ook getennist in Melbourne. Jammer genoeg niet zo goed door onze landgenoten. Xavier Malisse ging ontluisterend onderuit tegen een speler die hij tien dagen eerder nog onder de knoet hield. Vreemd dat Malisse (24 ondertussen) zich vooraf tot uitspraken liet verleiden waar hij zelf misschien niet helemaal achter stond. “Ik ga voor een Grand Slam dit jaar”, zei hij, en daarmee legde hij, die altijd het best tot zijn recht kwam als underdog, zichzelf onnodig druk op. Zijn nonchalante houding op de baan helpt ook al niet om de geloofwaardigheid van die woorden kracht bij te zetten, ook al is dat niet meer dan een pose en eigenlijk niet relevant voor zijn inzet.

Amerikaanse peptalk past niet bij Malisse. Intuïtief tennis moet hij produceren, zonder daarover schreeuwerig te doen. Misschien moet hij er eens over nadenken om de Bollettieri-adepten vaarwel te zeggen en naar de Europese school terug te keren. Per slot van rekening haalde hij zijn beste resultaten onder David Felgate. Regelmaat was toen het streven, niet de toptien. Maar het seizoen is nog lang en Malisse zal zich herpakken. Als hij werkelijk zo hard getraind heeft als hij liet uitschijnen, volgen de resultaten vroeg of laat wel. Met of zonder gezwollen retoriek vooraf.

Olivier Rochus verkocht helemaal geen sterke praat vooraf. Hij loopt al jaren met een beenvliesontsteking rond, maar nog nooit zo erg als nu. Twee maanden graveltraining konden amper als voorbereiding gelden. Zijn uitschakeling in de eerste ronde tegen de oerdegelijke Novak kwam dan ook niet als een verrassing. Dat hij nu misschien enkele maanden uitgeschakeld is wegens zijn blessure, komt wél hard aan, zo vroeg in het jaar van de bevestiging. Vooral omdat hij de meeste punten voor zijn doorbraak naar de topvijftig in de eerste jaarhelft bijeensprokkelde, wat nu een serieuze terugval in de rankings tot gevolg kan hebben.

De uitschakeling van Kristof Vliegen in de kwalificaties was eveneens een grote verrassing. Na vorig jaar met de grote trom te zijn binnengehaald in het circuit, deemsterde de Maaseikenaar door persoonlijke problemen en blessures helemaal weg. Fly heeft potentieel, maar van zijn bereidheid om te werken zal het afhangen hoe snel hij de stap richting tophonderd kan zetten.

Christophe Rochus, ten slotte, deed wat min of meer van hem verwacht werd : eervol onderuit gaan tegen een reekshoofd.

Op termijn leidt de enkelblessure van Kim Clijsters misschien tot een operatie, maar ondertussen weerhield het haar er niet van om, ingetapet en freewheelend, door de eerste rondes te razen. Het nummer tweeënnegentig van de wereld ( Camerin) kreeg vijftig minuten tennisles en de zus van Marat Safin was een even gewillig slachtoffer.

Ook Justine Henin-Hardenne liet geen spaander heel van haar sparringpartners. Ze was blij dat ze in de derde ronde wat tegenstand te verwerken kreeg van Kuznetsova, het nummer dertig. Ook de wedstrijd erna, tegen de in de rustpauzes ijverig pennende Santangelo, liep het stroef. Het typeert de vooruitgang die Henin op korte tijd maakte : zelfs als ze niet in bloedvorm steekt, slaagt ze erin moeilijke wedstrijden toch tot een goed einde te brengen. Ze heeft geleerd op de belangrijke momenten haar tennis lichtjes op te krikken. Haar statuut van eerste reekshoofd was een beetje een last, maar ook daar zal ze vrij snel aan wennen. Alleszins lijkt ze vastberaden om ook dit seizoen het onderste uit de kan te halen, met agressief baselinewerk en opportunistisch netspel. Haar vertrouwen, onaantastbaar sinds vorig jaar, lijkt enkel geëvenaard te worden door haar zegedrang. Ze zullen van ver moeten komen om haar van de troon te stoten.

Venus Williams leek even een kandidate. Zes maanden wegblijven uit het circuit en dan gewoon de draad weer oppikken : het is niet iedereen gegeven. Maar een combinatie van haar eerste mindere dag en het schroomloze tennis van Lisa Raymond deden haar de das om. Naar de terugkeer van de familie Williams wordt anders wel reikhalzend uitgekeken. Het zou de Belgische heerschappij – zeventien titels voor Kim en Justine vorig jaar – moeten doorbreken en het vrouwencircuit opnieuw spanning bezorgen. Vorig jaar hield het zich met veel moeite overeind door de Belgische burenstrijd en de vrijwel constante aanvoer van jong talent uit het voormalige Oostblok.

Nieuwste aanwinst trouwens van die jeugdbeweging is de Frans-Russische Tatiana Golovin. Tati is Frankrijks hoop voor de toekomst, ook al verhuisde de Moskouse tiener al op jonge leeftijd naar Nick Bollettieri in Brandeton en onderwierp ze zich ook één jaar aan de grillen van Brad Gilbert. Ondertussen wordt ze angstvallig in Parijs gehouden en staat ze onder de hoede van Pierre Cheret, de voormalige coach van Cédric Pioline. Het zestienjarige talent mag dit seizoen, vanwege de WTA-regel tegen overbelasting, maar aan zes toernooien deelnemen. Op het eerste daarvan maakt ze al furore door er twee reekshoofden uit te bonjouren. Golovin maakt indruk met haar techniek en het vuur dat ze uitstraalt. Speelt nog een ietsje te vrouwelijk en mist nog wat body om onze toppers nu al te bedreigen, maar in de toekomst zal ze vast en zeker, net als Sharapova, ettelijke finales spelen.

De doorstroming van jong geweld gebeurt toch iets vlotter bij de vrouwen dan bij de mannen. Neem nu Rafael Nadal en Todd Reid. De Spanjaard had zijn tocht naar de top in de voorbije seizoenen al aangekondigd, maar kwam, ondanks zijn verbijsterende voetenwerk en flitsende forehand, toch te kort tegen een geslepen Lleyton Hewitt. De Australiër Reid, bezig aan een explosieve seizoenstart, kwam oren en ogen te kort om de les van Roger Federer helemaal te vatten.

De nieuwe generatie vedetten lijkt er nu eindelijk te staan. Federer steekt er qua talent bovenuit. Ferrero doet het iets ambachtelijker, maar van een rallyspeler kan je dat ook verwachten. Roddick lijkt in zijn hoofd nog sterker geworden te zijn en slaagt erin een op papier moeilijk tableau helemaal naar zijn hand te zetten. Leyton Hewitt en Marat Safin hebben de motivatie teruggevonden, Schrichapan houdt de Aziatische markt in de ban en enkele Argentijnen verwarmen heel Zuid-Amerika. Gooi er nog een kleine kolonie Amerikanen bij, Tommy Haas, die het failliete Duitse tennis moet redden, plus de Spaanse armada en je krijgt een cocktail die het herentennis weer aansprekend maakt. De vraag blijft echter : kan de ATP deze weelde dragen en alles in goede banen leiden ? De ‘stimulerende’ middelen zijn er, maar springt men er voorzichtig genoeg mee om ?

door Filip Dewulf

Misschien moet Malisse er eens over nadenken om de Bollettieri-adepten vaarwel te zeggen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content