Peter Mangelschots

Voetbalclubs met enkele tientallen miljoenen euro overschot voor een modern uitgerust stadion, ze zijn ver te zoeken. De oplossing ligt in een samenwerking met projectontwikkelaars die multifunctionele sporttempels neerpoten. AA Gent bijt de spits af.

Op de Gentse Groothandelsmarkt, nabij het knooppunt van de E40 en de E17, suizen de sloperskogels door de lucht. De dakconstructie van de voormalige vroegmarkt wordt neergehaald en de spanten worden in stukken gezaagd. De komende maanden verrijst hier de gloednieuwe thuishaven van AA Gent. Het Arteveldestadion moet een frisse impuls geven aan de club en de problemen met het huidige Ottenstadion naar het verleden bannen.

Veel voetballiefhebbers fronsten de voorbije jaren de wenkbrauwen wanneer in het putje van de winter een wedstrijd Gent-Anderlecht of Gent-Standard om één uur ’s middags geprogrammeerd werd. Het was niet de keuze van de club, maar een beslissing van de Gentse burgervader. Om veiligheidsredenen moeten risicomatchen volledig op klaarlichte dag worden afgewerkt. In de Bruiloftstraat liggen de huizen op amper tien meter van de tribunes. Geluidshinder, parkeeroverlast en andere kleine problemen begonnen de club en de stad boven het hoofd te groeien. De schepen van Sport en toekomstig burgemeester, Daniël Termont, besloot de zaken praktisch aan te pakken. Vier jaar is het ondertussen geleden dat hij op een stukje papier de eerste ideeën voor een nieuw stadion optekende. Aan de ene kant was er het probleem ‘Ottenstadion’, aan de andere kant de nutteloos geworden site ‘Groothandelsmarkt’. Het Arteveldestadion zou in één klap die twee pijnpunten aanpakken. AA Gentvoorzitter Ivan De Witte had daar wel oren naar en samen gingen ze op zoek naar een projectontwikkelaar. Die werd uiteindelijk in eigen huis gevonden : Optima, de sponsor van de Buffalobroekjes. Optima is een bureau voor persoonlijke financiële en fiscale planning. Een aantal vermogende klanten van Optima heeft nood aan investeringen in onroerend goed en daarom ging het bedrijf zelf projecten selecteren, bouwen en beheren. Dat Termont en De Witte Optima contacteerden, was volgens afgevaardigd bestuurder Jeroen Piqueur een goede zet : “Wij hebben de knowhow, wij weten hoe je twee stenen op elkaar zet en er winst van maakt. Een belangrijke motivatie voor ons was de mogelijkheid om vlakbij het stadion ook een kantorencomplex te kunnen bouwen dat een oplossing biedt voor onze interne huisvestingsnood. We zijn gaan praten in Eindhoven, waar we ook sponsoren, en we zijn op seminarie geweest naar Berlijn. Binnenkort gaan we een kijkje nemen in Chelsea. Twee conclusies dringen zich steeds op : laat het voetbalstadion financieel zo laag mogelijk wegen op het totale project en zorg dat de overheid meedoet.”

Elke dag geld opbrengen

In België is te weinig geprofiteerd van de mogelijkheden die Euro 2000 bood. In Nederland hadden ze dat beter begrepen. Het laatste decennium schoten de nieuwe stadions er als paddenstoelen uit de grond en de toeschouwersaantallen volgden. In de Duitse voetbaltempels pieken de cijfers van de Bundesliga na het WK van vorige zomer als nooit tevoren. “Multifunctionaliteit is daarbij noodzakelijk”, zegt de Nederlander Ben Veenbrink. Veenbrink werkte zes jaar voor de Amsterdam ArenA en doet nu counselling voor clubs die een nieuw stadion willen, zoals AA Gent. “Je moet de haalbaarheid nagaan, een concept kiezen en een businessplan uittekenen. En vooral niet boven je stand leven”, adviseert hij. “Je kan opteren voor een heus evenementencomplex zoals de Gelredome van Vitesse Arnhem of je kan voor een echt voetbalstadion gaan. Maar ook dan moet je ervoor zorgen dat je andere functies inbouwt die elke dag geld opbrengen.”

In Gent hebben ze dat goed in de oren geknoopt. De holle ruimten onder de tribunes gaan maximaal voorzien worden van retail en leisure. Er komen winkels met stockageruimte en kantoren op het verdiep, een bowling, een discotheek, fitnesszalen en restaurants. Piqueur : “Het stadion moet driehonderd dagen per jaar gebruikt worden. Niet de grasmat, maar alles eromheen : er kunnen trouwfeesten plaatsvinden, productpresentaties, modeshows, bedrijfsfeesten. De site moet een referentiepunt worden waar mensen met elkaar afspreken. Op de dagen dat er gevoetbald wordt, zullen er compromissen nodig zijn. Je hebt anderhalf uur nodig om de parkings vrij te maken. In Eindhoven bijvoorbeeld moet ik voor de wedstrijd de parkeerplaats van mijn kantoor verlaten en nadien mag ik er weer op. Wedstrijden op zondag en op vrijdag- of zaterdagavond om 20 uur vormen geen probleem, maar een match op zaterdag om 18 uur kan niet. Mijn winkels gaan niet dicht om 16 uur.”

Attractie

De club AA Gent is enkel huurder van het stadion, maar heeft volgens commercieel directeur Patrick Lips wel veel in de pap te brokken : “Het voetbal blijft prioritair. We hebben inspraak bij de bouw en zijn ook betrokken bij de exploitatie. Het project opent voor AA Gent veel mogelijkheden. Ten eerste is er de uitstraling van de club, die een nieuwe boost krijgt. Als een vrouw een nieuw kleedje aan heeft, dan kijk je er toch ook eens extra goed naar. Het nieuwe stadion zal een attractie worden : properder, meer comfort, nieuwe technologie. Daarnaast opent het een heleboel commerciële mogelijkheden. Nu kan je van de ene kant van het stadion niet naar de andere kant, wat funest is in het kader van de business-to-business. In het Arteveldestadion is een promenade voorzien waar iedereen mekaar kan treffen tot vlak voor de wedstrijd. Er zal ook een business lounge zijn voor ruim duizend mensen. Nieuw in België worden de skyboxen : het zijn loges, maar de zetels bevinden zich buiten, niet langer achter glas. Hetzelfde geldt voor de businessseats. Zo zal de sfeer in het stadion ook tot daar doordringen. Dankzij de verwarming zal je in december in de openlucht het voetbal kunnen bijwonen in hemdsmouwen.” Piqueur ziet nog andere mogelijkheden voor die skyboxen : “In plaats van ze maar twintig keer per jaar te gebruiken kunnen we ze linken aan een business facility. Een bedrijf kan zijn skybox dagelijks gebruiken als kantoor, als vergaderplaats of zelfs als showroom. Op zaterdagavond kan er dan naar het voetbal gekeken worden. Catering is niet nodig want er zijn op de promenade tal van restaurants die doorlopend open zijn. De box van Nashua was in Eindhoven heel de week dé place to be. Er was een hippe bar en je kon er de nieuwe modellen bekijken.” Veenbrink vergelijkt een stadion daarom met een Boeing. “Een 747 moet ook zoveel mogelijk vliegen en het is de business-class die betaalt voor de goedkope tickets van de economyclass. In een voetbalstadion maken loges en businessseats misschien tien procent van de capaciteit uit maar ze zorgen op een wedstrijddag wel voor vijftig procent van de omzet.”

Patrick Lips haast zich echter om te benadrukken dat er wel degelijk ook aan Jan met de pet is gedacht. Gedaan met in de regen zitten, afgelopen met eindeloos aanschuiven voor een slecht getapte pint. De club gaat een themacafé uitbaten en een volksrestaurant. Lips : “De bedoeling is dat de mensen niet eerst elders afspreken en pas een halfuurtje voor de match naar het stadion komen, maar dat de promenade het trefpunt wordt. De supporters kunnen dan in goede omstandigheden van een pintje genieten en Gentse stoverij of een spaghetti Buffalo nuttigen. In Racing Genk werkt dat nu al : ze zijn daar zowat ’s lands grootste afnemer van InBev geworden.”

Champions League

De traditionele fans krijgen meer comfort aangeboden, maar daarnaast hebben nieuwe stadions de bedoeling de toeschouwersaantallen gevoelig op te drijven door nieuwe fans aan te trekken. Veenbrink : “Veiligheid is de belangrijkste factor, comfort komt op een goede tweede plaats. Als je daarvoor kan zorgen, dan ga je automatisch potentiële toeschouwers aantrekken die nu thuisblijven vanwege de benepen plaatsen, het slechte zicht of de smerige wc’s.” Ook volgens Piqueur is de tijd van de grootvader die zijn kleinzoon meenam door weer en wind, ongeacht de omstandigheden, grotendeels voorbij : “Die echte traditionele supporters zullen naar schatting nog een kwart van het totaal uitmaken. De rest zijn sportconsumenten die naar het voetbal gaan om vrienden te ontmoeten en omdat het een plezierige plek is met af en toe een optreden erbij. Dat blijkt uit alle contacten die we gelegd hebben : wil je de bezoekersaantallen uitbreiden en ook vrouwen aantrekken, dan moet je een ander comfortpakket aanbieden.”

Gent zit momenteel aan een gemiddelde van 7500 toeschouwers. Het Arteveldestadion moet plaats bieden aan 20.000 en dus nemen sommigen het woord “grootheidswaanzin” in de mond. Lips beseft dat ze niet steeds voor een uitverkocht huis zullen spelen, maar de verwachtingen zijn er om het gemiddelde met pakweg 4000 eenheden op te trekken. Bij de toppers moet het wel uitverkocht zijn en gaandeweg moet dat vaker en vaker gebeuren.

Meer toeschouwers betekent ook het budget opkrikken. Naast de problemen met het Ottenstadion was dat voor AA Gent de grote drijfveer om te verhuizen. Lips : “Ons budget bedraagt momenteel ongeveer 8,2 miljoen euro. Op heel korte termijn willen we daar 10 à 11 miljoen van maken en in een volgend stadium 12 à 14 miljoen. We zullen dan getalenteerde spelers kunnen aantrekken met de bedoeling om ons niet gewoon te handhaven in de top 5, maar geregeld mee te doen voor een plaatsje in de Champions League of minstens de UEFA Cup.”

Geen mecenas

Dat ook de andere partners hun voordeel halen uit het project lijdt geen twijfel. Piqueur : “Het moet renderen, zoveel is duidelijk. Ik ben geen voetbalmecenas, geen koekjesfabrikant of zo. Ik ben wel, zoals Termont me waarderend zei, iemand die ermee opstaat en ermee gaat slapen. Je hebt iemand nodig die er helemaal voor gaat, want er is een pak hindernissen : ruimtelijke uitvoeringsplannen, milieueffectenrapporten, bodemonderzoek, buurtonderzoek, noem maar op.” De stad zelf doet ook een goede deal. Ze wordt voor ruim tachtig procent eigenaar van het stadion en krijgt voor een lap grond die niks meer opbracht een nieuwe economische trekpleister in de plaats.

De middenstand had het evenwel niet zo begrepen op een nieuwe retailkern aan de rand van Gent. Piqueur vindt dat kortzichtig en fout : “Is Antwerpen soms verarmd door het Shoppingcenter van Wijnegem ? Het gaat om een ander product, een andere behoefte en een ander moment. Wie een paar voetbalschoenen of een tennisracket wil kopen, gaat toch niet flaneren door de Veldstraat ? Hij wil exact weten waar hij zijn product kan vinden, hij wil voor de deur kunnen parkeren, kopen en weer wegwezen. Gaandeweg evolueren we naar aangename, culturele, autovrije steden en naar randstadshopping. We zullen daarin niet anders zijn dan de Fransen of de Duitsers of de Nederlanders. Wij zijn gewoon wat conservatiever. Er is veel studie naar verricht, maar de politiek volgt niet altijd even graag uit schrik voor haar electoraat. In Gent hebben we daar veel geluk mee. Het project kreeg alle steun van het schepencollege en is ondertussen ook ingeschreven in het nieuwe bestuursakkoord.”

Tussen alle commerciële vetpotten door, rijst de vraag hoe je aan het nieuwe bouwwerk gaat merken dat je in een stadion bent en niet op een of andere meubelboulevard. Volgens Piqueur gaat iedereen maximaal de leverage van de naam AA Gent willen gebruiken, want die komt op tv en in de kranten en de magazines. Lips beaamt : “De bedoeling is dat de huisstijl van AA Gent wordt overgeplaatst naar het Arteveldestadion. De promenade zou ook tijdens de week de sfeer van de club moeten uitademen. Je gaat tijdens het shoppen op het veld kunnen uitkijken, dat is toch iets speciaals. Al moet ik toegeven dat het soms een moeilijke denkoefening zal worden. Je kan van een Blokker niet verwachten dat ze indianen op hun ruiten gaan verven. Al wat geen winkelgedeelte is, zal in elk geval helemaal de stempel AA Gent dragen. We gaan onze kantoren ook in het stadion hebben, dat is al een voordeel tegenover nu. De details moeten nog ingevuld worden, daarvoor is ook overleg nodig met de supporters.” De jonge generatie supporters kijkt al uit naar de nieuwe thuis, de ouderen zullen het Ottenstadion zeker missen. Er zitten veel herinneringen in die oude stenen, beseft Lips : “Voor velen wordt het een pijnlijk moment en ik zal ook even moeten slikken, maar het kon niet anders. De dag dat we in de Bruiloftstraat vertrekken, wordt het grootste deel van de geschiedenis van AA Gent afgesloten en begint er een nieuw hoofdstuk.”

PETER MANGELSCHOTS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content