Luikenaar Jonathan Legear heeft bij Anderlecht de poort naar de eerste ploeg opengewrikt.

Het is een waarheid als een koe – bij Anderlecht wellicht nog meer dan elders – dat een jongere vaak pas een kans krijgt in de eerste ploeg als een titularis geblesseerd raakt. Men zou dus kunnen zeggen dat JonathanLegear garen heeft gesponnen bij het vertrek van MéméTchité, de weerbarstige vorm van MbarkBoussoufa en de achtereenvolgende blessures van NicolásFrutos, MboMpenza en SerhatAkin om bij Sporting geleidelijk een basisplaats te veroveren. Het is ook een feit dat spelers die echt talent hebben, er altijd in slagen om door te breken. Vroeg of laat zou de jonge Luikenaar bij paars-wit dus toch wel de deur naar de eerste ploeg hebben opengewrikt. In tegenstelling tot andere jongeren, die nogal snel vonden dat ze niet genoeg speeltijd kregen en dan naar Nederland vluchtten, durfde hij het aan om de messcherpe concurrentie in het Astridpark aan te gaan.

Na VincentKompany en AnthonyVandenBorre is Legear, op een ogenblik dat het clubbestuur het verwijt krijgt te weinig aandacht te schenken aan de eigen jeugd, nog een voorbeeld van iemand die uit de eigen opleiding komt en aan het doorbreken is op het hoogste niveau. Alhoewel, “eigen opleiding” is niet echt het juiste woord. Legear kwam immers op 16-jarige leeftijd over van Standard. Op de oefenvelden van Sart Tilman behoorde hij tot dezelfde generatie als SébastienPocognoli en KevinMirallas, twee jonge talenten die eveneens Luik verlieten omdat ze te weinig perspectieven zagen bij de Rouches. Als alles normaal blijft evolueren, zou Legear de toekomstige rechterflankaanvaller bij de Rode Duivels moeten worden. Voorwaarde daarvoor is natuurlijk dat bondscoach RenéVandereycken opteert voor echte vleugelspelers. Voor de duels tegen Finland en Armenië zat Legear alvast in de voorselectie.

Bij Anderlecht is hij al bijna heel het seizoen titularis. Legear : “Ik denk dat ik over het algemeen toch redelijk goed mijn streng heb getrokken. Dat heeft me alleszins vertrouwen gegeven, waardoor ik op het veld iets meer durf proberen. Ik weet natuurlijk ook dat ik nu niet de fout mag maken op mijn lauweren te gaan rusten. Mbark, Serhat en Mbo zijn ook spelers met heel veel kwaliteiten en vroeg of laat zullen zij nadrukkelijk kandidaat zijn voor een basisplaats.”

Trainer FrankVercauteren moet erkennen dat Legear momenteel voor een meerwaarde zorgt bij Sporting, al moet hij nog wat beter leren doseren. “Dat klopt”, erkent Legear. “Maar aan mijn manier van spelen kan je zien dat ik het echt goed wil doen. Er waren al drie wedstrijden waarin ik last had van krampen. Dat dit de laatste wedstrijden niet meer het geval was, is dan weer een teken dat ik fysiek vooruitgang boek.”

Zijn vriendin : ‘moed inspreken’

Legear lijkt ook aan maturiteit te hebben gewonnen. Zou zijn vriendin LorraineRoutiaux, die in Brussel Engels en Russisch studeert, daar voor iets tussen zitten ? “Ik hoop inderdaad dat ik een positieve invloed op hem heb”, lacht ze. “Maar ik vind niet dat Jonathan veel veranderd is. Hij is altijd losjes geweest en dat zie je nog steeds. Hij is een jongen van 20 die er behoefte aan heeft om af en toe eens met vrienden uit de bol te gaan. Dat is gewoon zijn manier om eventjes de druk van de ketel te halen. Zodra hij het veld op rent, is hij de ernst zelve. Hij is zich er goed van bewust dat het voetbal zijn beroep is geworden. Hij is ook iemand die zeer sterk de keuze van de trainer respecteert. Als hij naast de ploeg valt, zal je hem niet horen morren. In plaats daarvan gaat hij er op training dubbel zo hard tegenaan.

“Voetbal is echt zijn passie, want toen hij geblesseerd was, liep hij er wat humeurig bij. Ik heb vooral geprobeerd om hem moed in te spreken, want van voetbal ken ik niet veel. Onze interesses lopen eigenlijk nogal uiteen. Veel mensen vinden het verrassend dat wij een koppel zijn, want ik beantwoord helemaal niet aan het profiel dat men tegenwoordig van een voetballersvriendin heeft. Ik ben geen model of een Spice Girl, maar een doodgewone studente. Ik heb niet voor hem gekozen omwille van het voetbal, maar ik neem dat erbij en ik wil hem graag blijven bijstaan. Als hij naar het buitenland vertrekt, zal hij alvast een tolk bij zich hebben.”

Zijn jeugdtrainer : ‘snelheid en vista’

Ooit komt die lokroep van het buitenland nog, maar dat is normaal gezien nog niet voor direct. Vorig jaar zette Legear immers zijn krabbel onder een erg mooi vierjarig contract. “Het was een voorstel waarop ik geen neen kon zeggen”, erkent hij. “Een mooi signaal van het vertrouwen dat Sporting in me heeft. Bij mezelf maakte ik de afweging dat ze me met zo’n contract toch niet eeuwig op de bank konden houden.”

Van de concurrentie heeft hij absoluut geen schrik. “Ik weet wat mijn kwaliteiten zijn. Bij de jongerenploegen was ik altijd een van de toppers. Ik was er dus van overtuigd dat ik bij Anderlecht zou kunnen doorbreken. Ik moet toegeven dat ik, toen ik weinig speelde, ook wel eens mijn voelhoorns heb uitgestoken, om te zien of het elders toch niet beter was. Maar ik werd me ervan bewust dat het geen toeval kon zijn dat ik de ploeg iets bijbracht telkens ik op het veld kwam. Ik voelde ook het vertrouwen bij Vercauteren en wist dat het enkel een kwestie van geduld was.”

EricDeCeulaer, zijn eerste trainer bij het Luikse Thier, bevestigt dat Legear bij de jeugd een topper was : “Op zijn 8ste gaf Jonathan al blijk van heel veel talent”, herinnert hij zich. “Hij kwam erbij in december en dankzij zijn présence wonnen de preminiemen in de tweede ronde al hun wedstrijden. Dat een speler met zo veel klasse zich bij onze kleine club aansloot, kwam gewoon omdat die het dichtst bij de ouderlijke woning lag. Jonathan was een vriendelijke jongen en ik was meteen gecharmeerd door zijn mentaliteit. Hij toonde veel respect en ik heb nooit een negatief woord over zijn lippen horen komen. Op het veld waren snelheid, vista en een goed schot met beide voeten zijn belangrijkste troeven. Ook zonder het voetbal zou hij het in het leven kunnen maken, want hij is erg ambitieus en als hij een doel voor ogen heeft, doet hij er alles aan om dat te bereiken. Net als zijn ouders.”

Zijn Standardtrainer : ‘gouden generatie’

Jonathan bevestigt dat : “Mijn ouders hadden het absoluut niet breed, maar ze hebben zich voor mij heel wat opofferingen getroost. Mijn vader had aanvankelijk geen rijbewijs, maar hij legde de examens af en kocht speciaal een wagen om me naar de trainingen te voeren. Dat was bij Standard toch vier keer per week, en dan heb ik het nog niet eens over de wedstrijden.”

ChristopheLonnoy was gedurende vijf jaar zijn trainer bij Standard. “Toen Jonathan een test kwam afleggen, raakten zijn ouders overtuigd van de kwaliteit van ons werk”, herinnert hij zich. “We waren toen een heel mooi team aan het vormen. Van alle spelers die in 1987 geboren werden, zijn er al acht die een profcontract hebben ondertekend. Ik werkte indertijd nog samen met SimonTahamata en we legden overwegend de nadruk op techniek. Simon nam de geroemde opleiding bij Ajax als voorbeeld en liet het team steevast in een 3-4-3 spelen. Kenmerkend voor de generatie die dit jaar 20 is geworden is ongetwijfeld hun grote enthousiasme. Die jongens wilden onder alle omstandigheden het veld op, ook als het snikheet was of pijpenstelen regende. Spontaneïteit en duelkracht vielen bij Jonathan ook toen al op, net als zijn explosiviteit en zijn dynamisme. Maar hij speelde toen nog te veel op intuïtie en had de neiging om altijd dezelfde beweging te herhalen. In België kwam hij daarmee weg, omdat hij over het algemeen een stuk sterker was dan de tegenstanders, maar op buitenlandse toernooien begrepen tegenstanders snel hoe ze hem moesten afstoppen. Ik denk dat ik hem geholpen heb om zijn spel beter te structureren en om zijn techniek te verfijnen.”

Zijn jeugdvriend : ‘lastige tegenstander’

Legear tekende op zijn 16de bij Anderlecht. “Ik denk dat Sporting me komen halen is omdat ik een echte flankspeler ben en dat is tot nader order een type speler dat je in België niet zo vaak ziet”, analyseert Jonathan. “Ik ben begonnen bij de junioren en na enkele maanden maakte ik de overstap naar de invallers. Nog eens acht maanden later stootte ik door naar de A-kern. Ik zal nooit vergeten dat Hugo Broos mij een kans heeft gegeven. Ik was nog maar 17 en een half toen ik voor de Champions League op het veld van Inter Milaan mocht aantreden. Ik speelde nadien een tiental wedstrijden als titularis, maar een pubalgie en een meniscusblessure stopten mijn opgang. Dit lijkt het seizoen te worden van de échte doorbraak.”

Zijn tegenstanders kunnen ervan meespreken. Dat geldt ook voor MassimoMoia, een andere Luikenaar die bij het bezoek van de Buffalo’s aan het Astridpark tien dagen geleden meer dan zijn handen vol had aan Legear. “Jonathan woont op 100 meter van het huis van mijn ouders”, vertelt hij. “We kennen elkaar dus erg goed, temeer omdat we even oud zijn en elkaar ook vaak zagen bij de nationale jeugdelftallen. Kenmerkend voor zijn spel is dat hij erg snel is en in de ruimte duikt op een ogenblik dat je dat als verdediger niet verwacht. Hij komt ook vaak naar binnen en vraagt de bal centraal. In onze wedstrijd op Anderlecht ben ik op een gegeven ogenblik wat dichter op zijn huid gaan spelen om hem te beletten gebruik te maken van de ruimte, maar ik moet toegeven dat dat niet zo gemakkelijk ging …” S

door daniel devos

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content