‘Vasthouden aan Bölöni heeft de groei versneld’

© KOEN BAUTERS

Deel één van de weg naar de bekerfinale is achter de rug, volgende week volgt voor Antwerp de return in Kortrijk. Maar eerst is er nog het duel met Club Brugge en ook daarna volgt een rijtje toppers. Lior Refaelov over het ‘project Antwerp’, de impact van Dieu en Lamkel Zé en zijn eigen toekomst.

Een dezer dagen wordt de familie Refaelov een lid rijker. Dan komt zijn dochter ter wereld. Tijd om zijn gepersonaliseerde nummerplaat aan te passen, lachen we. Lior Refaelov beaamt: ‘Dat is thuis al ter sprake gekomen. Ik denk dat we weer een gewone gaan nemen, niet een die verwijst naar de kinderen. Zo val je minder op.’ Sinds enkele maanden is discretie zijn nieuwe handelsmerk. Dat heeft zijn redenen.

Op het terrein is hij minder discreet. De Israëliër beleeft een indian summer in Antwerpen. Fluks scorend. Net als Dieumerci Mbokani zit ook hij al aan de dubbele cijfers. Zondag mag hij het nog eens proberen op de vertrouwde oude grond, die van Jan Breydel. Anderhalve week geleden lukte de generale repetitie tegen Cercle, dit keer is Club de tegenstander. Hij is nieuwsgierig naar wat het gaat worden, want: ‘We komen stilaan aan het belangrijkste deel van het seizoen.’

Jullie play-offs starten nu al: de tegenstanders de komende weken zijn Club Brugge, Genk, Charleroi en Standard, met tussendoor de return tegen Kortrijk. Money time!

Lior Refaelov: ‘Ja. Het eerste doel moet de Cup Final zijn. Die bereiken zou fantastisch zijn voor de hele stad. Feest! Voor ons mooi, een terugkeer naar het Koning Boudewijnstadion, na alles wat daar rond die wedstrijd tegen AZ is gebeurd.’

Een revanche voor wat die avond door eigen schuld werd verspeeld?

Refaelov: ‘Dat moet je achter je laten. Er volgden op die wedstrijd een paar moeilijke dagen, maar die liggen inmiddels ver achter ons. Je moet vooruit. Iedereen weet hier hoe belangrijk een bekerfinale is en wat het je geeft het seizoen hierna. Daar moet nu de focus op.’

Jij hebt mooie herinneringen aan Belgische bekerfinales.

Refaelov: ‘Goeie en slechte, maar individueel vooral goeie. Twee finales, twee keer gescoord. Eén keer, tegen Anderlecht, was het zelfs een van de beste dagen uit mijn leven. Niet alleen omdat het een finale was, maar ook de aanloop – onze winst in Istanbul tegen Besiktas – en het wedstrijdverloop. In de 89e minuut was iedereen bang dat we het in verlengingen nog uit handen zouden geven, onze batterijen waren helemaal leeg. Dan in blessuretijd scoren… beter kun je niet dromen.’

Kwaliteit

Toen jullie op Cercle al snel met tien vielen, zag ik je tot de tactische wijziging aan de rust rennen en mee verdedigen. Dat deed ook Mbokani: laag uitzakken en bij balverlies komen helpen. Zijn dat de stappen die deze ploeg de voorbije twee, drie jaar heeft gezet: aantrekken van ervaren, intelligente voetballers die weten hoe de vork aan de steel zit en kunnen sturen?

Refaelov: ( knikt) ‘Ik denk dat hier hard is gewerkt. Na de voorbije transferperiode is er voldoende kwaliteit in de kern gekomen. Ook veel persoonlijkheden. De volgende stap was: hoe maak je van al die kwaliteit een team. Ik moet je niet vertellen hoeveel problemen dat heeft gekost. Het is onze taak, die van de ervaren spelers, om daaraan mee te werken en focussen op wat goed is. Om er ook een winnend team van te maken.’

Was dat de belangrijkste taak van de trainer? Ervaring hebben jullie allemaal, kwaliteit ook, net als tactisch inzicht.

Refaelov: ‘Klopt. Maar soms is het toch niet zó eenvoudig. In topwedstrijden is het voldoende dat er eentje zijn taken niet uitvoert om al het negatieve resultaat te zien. Daar moeten we blijven aan werken, dat iedereen zowel offensief als defensief de regels respecteert. Eerst doen wat je moet doen, voor je gaat discussiëren of iets goed is om te doen of niet. Dat accepteren zou al een groot deel van de problemen oplossen. Iedereen achter één idee, om het daarna uit te voeren. Wij hebben spelers die individueel iets kunnen forceren en je moet hen toelaten om dat te doen. Anders moet je robots in het spel brengen. Maar om er een winnende ploeg van te maken, moet je een tactisch element koppelen aan individuele kwaliteiten.’

Spelers hebben moeten beseffen dat ze met deze coach door moeten.’ Lior Refaelov

Kent deze kleedkamer een zelfregulerende groep?

Refaelov: ‘ László Bölöni spreekt heel veel met ons. Hij doet dat goed, niet te veel, maar ook niet te weinig. Over het algemeen hebben we een heel goeie kleedkamer, met jongens die vaak tijd met elkaar doorbrengen. Als we hard moeten trainen, hebben we wel eens de neiging om daarover te klagen, maar uiteindelijk doen we het wel. De sfeer is aan het verbeteren, vind ik. Het kan soms nóg beter, maar er zijn goeie gasten.’

Hoe lastig is het iemand als Lamkel Zé in te passen in die teamgeest? Heeft de groep daar een taak?

Refaelov: ‘Ik denk dat dat een gemeenschappelijke opdracht is voor het bestuur, de groep en de technische staf. Over zijn kwaliteiten is er geen discussie, al vind ik wel dat hij moet proberen die om te zetten in meer efficiëntie als hij een stap hogerop wil zetten. Anders wordt het een verlies-verliessituatie. De club verliest en de speler verliest. Als hij daarentegen de stap zet en volwassener wordt in zijn manier van leven en voetballen, als hij leert het hele team te respecteren, dan heeft hij een mooie toekomst. Lukt dat niet, dan vrees ik dat Antwerp de grootste club is waar hij ooit zal spelen.’

Lior Refaelov: 'Het zit niet in ons hoofd een uitdager van Club te zijn.'
Lior Refaelov: ‘Het zit niet in ons hoofd een uitdager van Club te zijn.’© KOEN BAUTERS

Staan jullie als groep nog achter hem?

Refaelov: ‘Ja, wij proberen hem te steunen, want dat heeft hij nodig. Hij woont hier alleen, zonder familie om hem bij staan, iemand die hem in de juiste richting kan gidsen. Maar als je dat in uren bekijkt, zijn we minder dan een halve dag samen. Wat doet hij tijdens die andere uren? Als hij zichzelf niet wil helpen, kunnen wij het ook niet. Meer begeleiding vanwege de club kan helpen, op voorwaarde dat hij zoiets aanvaardt. Dat hij zijn tijd en geld leert beheren, en zich leert gedragen zoals een voetballer hoort te doen. Talent alleen is niet voldoende voor een grote carrière.’

Afhankelijk van Mbokani

Ervaring betekent ook je lichaam goed kennen. Weten wanneer je al eens wat minder moet trainen. Aanvaarden jullie dat van bijvoorbeeld Mbokani?

Refaelov: ‘Als iemand meer sessies nodig heeft om fit te raken, is dat goed. Zijn dat er wat minder, ook goed. Mbokani speelt alles, kent zijn lichaam, weet wanneer hij een training kan overslaan of een extra hersteltraining moet inlassen. Altijd in overleg met de fysiektrainer en de coach en dan wijst niemand hem met de vinger.’

Wat gebeurde er in november, toen jij even naar de bank verdween?

Refaelov: ‘Een mix van allerlei dingen. Wat individuele kopzorgen, de coach die andere spelers kansen wilde geven. Kevin Mirallas kwam er in september bij, Koji Miyoshi ook, twee fantastische spelers die op mijn positie ook uit de voeten kunnen. De coach wilde winnen en dingen uitproberen. Kevin kan uit de voeten als winger, zoals ik een groot deel van mijn carrière heb gedaan, maar mijn beste positie is nu centraal, denk ik. Ik voel dat ik daar het beste rendeer. Maar er is ook zoiets als rotatie.’

Ik snap dat het bestuur direct resultaten wilde, maar ze zullen toch iets meer moeten investeren in een jongere generatie.’ Lior Refaelov

Wat antwoord je als wij stellen dat Antwerp wel nogal erg van Mbokani afhangt?

Refaelov: ‘Met onze manier van voetballen is dat een correcte analyse. We hebben iemand nodig als Mbo, die de bal voorin kan bijhouden, omdat we vaak de lange bal spelen. Met ander voetbal, altijd over de grond, zou je een andere aanvaller kunnen neerzetten, een kleinere misschien, of iemand die diep kan gaan.’

Stel dat hij geblesseerd raakt, dan is er wel een alternatief, op voorwaarde dat jullie anders gaan voetballen.

Refaelov: ‘Ja. Het beste is altijd om flexibel te zijn en je stijl te baseren op de spelers die beschikbaar zijn. Zonder Mbokani zal het voetbal van Antwerp lichtjes anders zijn. Dat is de opbouw van achteren uit dit seizoen ook, met de komst van Wesley Hoedt. Hij heeft iets meer technische vaardigheden en tracht als verdediger iets meer tussen de lijnen te spelen.’

Het proces

Nog geen verlies tegen een ploeg uit de G5, een lange reeks ongeslagen wedstrijden in de competitie, op één horde van de bekerfinale. Onze conclusie is: Antwerp doet weer mee voor de prijzen.

Refaelov: ‘Hout vasthouden nu, want je begint te dromen. De verwachtingen worden steeds hoger. Omdat we ook steeds beter presteren als team. Vergeleken met vorig seizoen doen we het thuis veel beter. We voelen in ons stadion de power van de supporters achter ons. Ik hoor nu wel dat de nieuwe tribune niet af zal zijn bij de start van de play-offs. Daar was intern even op gehoopt, maar ik hoor dat de opening pas voor volgend seizoen is. De sfeer begint te lijken op die van Jan Breydel. Ik kan dat moeilijk uitleggen maar je weet dan vooraf: het zal vandaag weer oké zijn. Vorig seizoen was dat ook al zo, maar het verschil is nu: meer kwaliteit en meer een team. Meer voetballers ook die wedstrijden kunnen beslissen. Wat we nu nog missen, zijn de resultaten op verplaatsing. De winst op Cercle was pas de vierde dit seizoen. Statistisch gezien is dat zwak. Dat moet beter in 2020. ‘

Zijn jullie sterk genoeg om een uitdager van Club te zijn?

Refaelov: ‘Als ik eerlijk ben, zit dat op dit moment nog niet in ons hoofd. Het zal nog even duren voor we daarop moeten focussen. We zijn nog op weg om een steeds grotere naam in België te zijn.’

Jij was indertijd deel van het Brugge dat ook stappen zette uit het dal. Vergelijk de twee ‘processen’ eens.

Refaelov: ‘Het is een beetje anders. Om iets te bouwen zoals Club Brugge moet je een team hebben dat al een paar jaar samen is. Als je naar het onze kijkt, zie je dat er eind dit seizoen zeven, acht spelers aan het einde van hun contract zijn. De meeste belangrijke spelers zijn ook boven de dertig. Ik snap het management, dat ze direct resultaten wilden, maar als je naar de lange termijn kijkt, zullen ze iets meer moeten investeren in een jongere generatie, altijd gecombineerd met ervaring. Op die manier kun je een groep een paar jaar met mekaar laten draaien. Ze mogen ook niet opgeven wanneer het resultaat niet direct volgt. In 2011, 2012 en de jaren erna was het in Brugge ook niet zoals nu. Het duurde zelfs totdat Michel Preud’homme kwam voor alles samenviel. In voetbal zijn er geen shortcuts. ‘

Lior Refaelov: 'De sfeer is aan het verbeteren. Het kan soms nóg beter, maar er zijn goeie gasten.'
Lior Refaelov: ‘De sfeer is aan het verbeteren. Het kan soms nóg beter, maar er zijn goeie gasten.’© KOEN BAUTERS

Wat Antwerp ook doet is veel borden in de lucht houden op hetzelfde moment: werken aan het stadion, de jeugd én de A-ploeg.

Refaelov: ‘Klopt, ik denk dat het proces hier dan ook wat langer gaat duren. Maar anderzijds: waar stond deze ploeg drie jaar geleden? En waar staat ze nu? Veel lof voor iedereen hier. Mijn zoon speelt bij de U7 en soms zit ik op de jeugdacademie. Het gaat ook daar de goeie richting uit als ik de trainingen zie. Alles is hier: veel supporters, een voorzitter die wil investeren, Luciano D’Onofrio heeft zijn netwerk en zijn verstand. László heeft zijn kennis.’

Dat is misschien ook een belangrijk verschil: de stabiliteit die Brugge bij dat begin niet had op de trainersbank, was er hier wél. László Bölöni doorstond alle stormen.

Refaelov: ‘Klopt. D’Onofrio heeft in het begin zijn beslissing genomen: dít is en blijft mijn coach. Spelers hebben moeten leren beseffen dat ze met deze coach door moesten. Het was in zijn richting werken of hier helemaal niet werken. Misschien heeft dat Antwerp iets sneller bij de top drie, vier in België gebracht. En dat is niet zo evident als het lijkt, want Anderlecht is dan wel wat achterop geraakt, maar die komen weer terug en Standard, Gent, Genk en Charleroi hebben ook die ambitie. We moeten wakker blijven. En mag ik nu eens een vraag stellen: die BeNeLiga, is dat realistisch of gewoon gepraat? Want zeg me eens: wat als na vijf jaar blijkt dat alle Belgische teams aan het staartje bengelen? Of degraderen? Wat dan? Met hangende pootjes terug naar je eigen land?’

Is de BeNeLiga realistisch of gewoon gepraat? Wat als blijkt dat alle Belgische teams aan het staartje bengelen? Of degraderen?’ Lior Refaelov

Valt over te onderhandelen, denk ik. Maar onze top zes moet toch zijn voet kunnen zetten naast de Nederlanders, neen?

Refaelov: ‘Dat denk ik ook. Maar je moet daar vooraf toch goed over nadenken. Op papier is het mooi, elk weekend topwedstrijden. Daar kan de hele regio alleen maar wel bij varen. Maar als ik clubleider zou zijn, zou ik toch ook heel veel problemen zien om het allemaal te managen. ( lacht) Misschien hebben jullie daar wel een jaar of vier, vijf te laat over nagedacht. Ik vrees dat de BeNeLiga voor na mijn carrière zal zijn.’

Ochtendmens

Denk je al aan een leven na het voetbal?

Refaelov: ‘Daar is het nog te vroeg voor. Mijn contract loopt nog anderhalf jaar, ik ben er nog niet zoveel mee bezig. Naast het voetbal heb ik nog de juwelen, de diamanten, dat doen mijn vrouw en ik graag en dat gaat me altijd wel kunnen bezighouden. Maar het andere weet ik nog niet.’

Is fit blijven lastiger dan vier, vijf jaar geleden?

Refaelov: ‘Neen. Andersom zelfs. Vroeger wilde ik nooit een wedstrijd missen. Op de bank zitten, laat staan rusten, kon ik niet accepteren. Zelfs niet in de periode dat ik sukkelde met pubalgie. Die operatie heb ik achteraf bekeken veel te lang uitgesteld. Een nachtmerrie was het toen, de ene week ging het goed, de andere slecht, altijd maar je minuten moeten managen. Twee seizoenen lang, 2015 en 2016, heeft dat aangesleept. Na de operatie voelde ik me veel flexibeler, kon ik meer energie steken in training en sindsdien voel ik me veel beter. Ik eet nu ook anders, vroeger op de avond. Die zuiderse mentaliteit – eten rond negen, tien uur ’s avonds, zoals we deden in Israël – heb ik niet meer. We eten nu rond zeven, acht uur waardoor je maag de volle twaalf uur heeft om te rusten. Door de kinderen ga je ook vroeger opstaan en vroeger naar bed. Ik ben een ochtendmens geworden, beeld je dat in!’

‘Vroeger ging ik vrijer door het leven’

In november werd je huis overhoop gehaald door inbrekers. Het waren de kinderen die een en ander ontdekten. Hoe hard heeft dat er psychologisch ingehakt?

Lior Refaelov: ‘We zijn over het algemeen een gezin dat hier graag woont en veel vrienden heeft. Onze dochter staat op het punt om geboren te worden, alles is mooi. Dat moment was het begin van een heel moeilijke periode. Het heeft een paar weken geduurd voor het leven weer zijn normale gang ging. Soms gebeurt zulke shit en is dat een extra litteken, maar uiteindelijk gaat je leven toch gewoon verder. Ik ben me nu wel van elk detail veel meer bewust. Ook privé. Vroeger ging ik vrijer door het leven dan nu. Gelukkig raakte niemand gewond en zijn we enkel materiële dingen kwijt. Veel, maar we overleven. En mentaal raken we er bovenop. Mijn vrouw is sterk en ik probeer dat ook te zijn.’

Gaat jullie toekomst zich hier afspelen of in Israël?

Refaelov: ‘Geen idee. Elke transferperiode belt wel een club om terug te keren. Voetbal is zo dynamisch dat ik het niet kan voorspellen. Ik dacht in Brugge ook nooit dat ik voor een andere Belgische ploeg zou spelen. Maar dat ene seizoen werkte de connectie met Ivan Leko niet goed en kon ik niet accepteren dat ik bij Club geen sleutelspeler meer was. En zie, ik verhuisde naar Antwerp. In voetbal weet niemand waar hij over zes maanden gaat spelen.’

Maar als gezin, achteraf? Is het leven niet rustiger hier dan in dat kruitvat thuis?

Refaelov: ‘Ik hoop dat dat conflict ooit opgelost raakt, maar ik vrees dat het nog jaren zal aanslepen. Dit gezegd zijnde: in Israël heb ik indertijd nooit het gevoel gehad in bedreigde omstandigheden te leven. Je ziet er weinig van in Tel Aviv, Haifa of langs de kust. De buurt van Gaza of de Westelijke Jordaanoever is wat anders en dat is wat in beeld komt, die berichtgeving over conflicten. Een berichtgeving die altijd moeilijk is om te zien want welk standpunt je ook inneemt, dat van de Palestijnen of dat van Israël, het gaat altijd gepaard met pijn. Het is moeilijk om daarin telkens het hele beeld te schetsen en dan gaat onze menselijke kant, onze steun, vaak naar de zwakkeren. Naar het leed dat wordt veroorzaakt. Maar dat contrasteert met het dagelijkse leven daar. Ik ben zeer slecht geplaatst om hier het hele plaatje te nuanceren, ik heb niet eens alle kennis, maar het beeld dat wordt geschetst kan beter, denk ik. Anders.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content