Vincent Kompany, Anthony Vanden Borre, Faris Haroun, en nu ook Moussa Dembele en Mohammed Messoudi. Anders, maar Belgisch.

Germinal Beerschot beleeft een grijs seizoen. Positieve trend is niettemin de voorzichtige doorbraak van eigen talent. Moussa Dembele (17) en Mohammed Messoudi (20), allebei uit de opleiding onder Simon Tahamata, mochten al meermaals in de basis starten. Twee Belgen met vreemde roots, en dát uitgerekend bij Germinal Beerschot, de club waarvan de aanhang een kwalijke reputatie wordt toegedicht door het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.

In het begin van het seizoen was het een komen en gaan van Braziliaanse testers. Hoe nerveus werden jullie daar van ?

Messoudi : “Je houdt je hart even vast, maar achteraf is gebleken dat ze niet beter waren dan wij.”

Dembele : “Als er Brazilianen afkomen, denk ik toch meestal : ‘Als die mannen echt goed zijn, zullen ze wel snel verkocht worden’. Zoals Victor. Het moedigt je zeker niet aan, maar na een tijdje merk je dat ze niet beter spelen dan jij.”

Jullie zijn technisch onderlegd. Vaak op straat gespeeld ?

Dembele : “Dagelijks. Meestal op de pleintjes in Deurne. Voetbal was alles.”

Messoudi : “Ik op de pleintjes in Hoboken. We belden een hoop vrienden, soms twintig man, en dan gingen we aan het voetballen.”

En de school ?

Messoudi : “Ik heb mijn humaniora afgemaakt en vorig jaar volgde ik politieke en sociale wetenschappen. Maar de combinatie was nogal zwaar en omdat ik bijna einde contract ben, besloot ik voorlopig alles op het voetbal te zetten.”

Dembele : “Ik zit op de topsportschool in Merksem. Ik train elke ochtend mee met de ploeg en ’s namiddags ga ik naar de les. Dat is zeker te doen, ik voel geen achterstand tegenover de andere kernspelers. Het belangrijkste is dat je op de wedstrijden presteert.”

Faris Haroun, Anthony Vanden Borre, Vincent Kompany… Er lijkt wel een boom van allochtone jongeren in het Belgische voetbal. Hoe komt dat ?

Dembele : “Toeval.”

Messoudi : “Je voelt wel een speciale band met die spelers. Verwantschap. Je beseft dat je altijd net iets anders zal blijven dan een échte Belg. Wij mogen ons dan wel Belg voelen en voor de nationale ploeg spelen, we zullen toch altijd als ‘anders’ aanzien worden.”

Vanden Borre en Kompany zeggen dat ze in de jeugdreeksen vaak met racisme te maken kregen. Ook last van gehad ?

Messoudi : “Toch wel. Als je in de jeugdploegen geen steun krijgt van je ouders, haal je het niet. Je wordt sneller uitgescholden langs de lijn of makkelijker aan de kant gelaten.”

Dembele : “Wanneer je ouders elke week komen kijken, zoals het geval was bij mij, Anthony en ook Vincent, is het makkelijker om door te bijten. Mo heeft het op dat vlak extra moeilijk gehad.”

Messoudi : “Het is belangrijk om te weten dat er naast de lijn iemand staat die je verdedigt. Anders voel je je op dat veld soms behoorlijk eenzaam.”

Hoe gaan jullie om met dat racisme ?

Messoudi : “Je probeert het te negeren. Want als je reageert, geef je hen precies wat ze willen en zien ze hun vooroordelen bevestigd. Ik ben er trots op dat ik nooit heb gereageerd, niet op het veld en niet er naast. Hoe erg en onrechtvaardig het ook is, je reageert er best gewoon niet op.”

Hoor je tijdens een wedstrijd alles wat er geroepen wordt ?

Messoudi : “Het meeste toch. In België komt het helaas nog vaak voor, die pijnlijke spreekkoren. Ik vind het een beetje jammer dat daar zo weinig tegen gedaan wordt. Dat is een werkje voor de federatie. In Nederland of Engeland ondernemen ze tenminste actie.”

Dembele : “Ik heb een tijdje bij Ajax in Nederland getraind. Daar viel mij op dat de Hollanders veel vreemdelingachtiger zijn. Er lopen ook gewoon veel meer vreemdelingen rond.”

Messoudi : “Molukken, Marokkanen, Surinamers : ze zijn er allemaal goed geïntegreerd. Ik hoop dat dit hier ook ooit kan. Maar dat komt wel : onze kinderen zullen ook in België geboren zijn.”

Waar liggen jullie roots ?

Dembele : “Mijn moeder is Belgische, mijn vader Malinees. Maar zowel mijn vader als zijn familie wonen al heel lang in België.”

Messoudi : “Mijn ouders zijn allebei van Marokkaanse afkomst. Elk jaar gaan we een maand op bezoek in Tétouan, in het noorden van Marokko, maar sinds ik in de A-kern zit, kan ik maar zelden mee. Spijtig, want ik heb er nog veel familie. Toch voel ik me daar ook een beetje buitenlander. Voor hen kom je uit Europa, het paradijs.”

Dembele : “Ik was al een vijftal keer in Mali. Blijkt plots dat je daar nog een heleboel neven en nichten hebt ( lacht), waarvan ik de helft niet ken. De familie komt er veel vaker bijeen dan hier. Mensen wonen ook vaak met velen samen in een klein huis. Heel anders dan in België.”

Messoudi : “Hier is het toch iets meer ieder gezin voor zich.”

Jullie zijn moslim. Willen jullie je kinderen later ook inwijden in de islam ?

Messoudi : “Ja, maar alleen als ze dat zelf willen. Ik zou het hen niet opdringen. Dat is allemaal veranderd tegenover vroeger, wij studeren nu ook. Die evolutie zal zich blijven doorzetten.”

Dembele : “Als je in de problemen zit, kan je terugvallen op de islam. Daarom denk ik dat mensen een religie nodig hebben.”

Messoudi : “Ik vind de tradities ook gewoon plezant.”

Dembele : “Zonder religie zouden veel mensen stomme dingen gaan doen.”

Messoudi : “Voor de wedstrijd denk ik even aan mijn geloof. Efkes hulp inroepen.”

Jullie voetballen in Antwerpen, een stad waar 30 procent op het Vlaams Belang stemt. Beangstigend ?

Dembele : “Ik ben daar niet mee bezig. Ik heb eigenlijk nog nooit zware problemen gehad met racisme.”

Messoudi : “Het schrikt je natuurlijk een beetje af. Het succes van het Belang heeft verschillende oorzaken. Iemand die het financieel moeilijk heeft, die gepest wordt of met criminaliteit te maken krijgt, zal meer de neiging hebben om op zo’n partij te stemmen. Wij geven toe dat er probleemjongeren zijn, maar daar moet je dan ook moeite voor doen. Die gasten zitten in een situatie waarin ze zich uitgesloten voelen en geen kansen krijgen. Dan raak je op een bepaald moment gefrustreerd en de weg kwijt.”

Het succes van het Vlaams Belang weerspiegelt zich ongetwijfeld ook bij de supporters van Germinal Beerschot.

Dembele : “Ja, dat is wel een beetje raar, hé.”

Messoudi : “Ik vraag mij soms af hoe ze op mij zullen reageren als ik ooit voor een andere Belgische club speel.”

Hebben jullie in het dagelijkse leven vaak last van racisme ?

Messoudi : “Mensen hebben natuurlijk vooroordelen. Ze houden hun handtas iets dichter bij zich wanneer ze mij zien aankomen. Ik begrijp dat, ze lezen zulke zaken in de kranten.”

Dembele : “Je wordt geregeld geweigerd in clubs of cafés. Dan maak je je wel een beetje kwaad. Gelukkig kent Mo veel volk in Antwerpen. Als ze je kennen, mag je binnen.”

Messoudi : “Anders is het : ah, je hebt een kleurtje. Sorry, jongen.”

Dembele: “Daarnet nog, ging ik na de examens iets drinken met de klasgenoten. We zaten pas neer toen de cafébaas mij kwam vragen wat ik kwam doen. Ik zei dat ik gewoon iets wou drinken. Toen vroeg hij : ‘Van welke school ben je ? Sorry, enkel leerlingen van die andere school mogen hier binnen’. ( zucht) Alle excuses zijn goed.”

Messoudi : “Spijtig, maar het is gewoon zo.”

Matthias Stockmans

‘Ah, je hebt een kleurtje. Sorry, jongen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content