In zijn villa in een chique wijk aan de rand van de bossen van Herentals is Hans van Kasteren druk-druk-druk. Terwijl hij met Danny De Bie en een Zwitserse manager praat, beginnen zijn twee gsm’s gelijktijdig te rinkelen en komt dochter Nancy, administratief verantwoordelijke voor de Fidea-ploeg, met een derde telefoon aanlopen. Of hij de organisatie van de wereldbeker in Koksijde nog even te woord kan staan ? Van Kasteren beent energiek door zijn huis, op de voet gevolgd door Jacky – de hond, een kleine veertig centimeter hoog.

Zeven jaar geleden verkocht Van Kasteren zijn asbestsaneringsbedrijf VKS in Nederland en streek hij hier neer. “Ik wilde het rustiger aan doen, ben twee jaar constant op reis geweest. In de winter regelde ik de zaken van Bart, die samenwoonde met mijn dochter Nancy. Van het een kwam het ander en nu heb ik een hele ploeg.” Van Kasteren runt nog steeds zeven bedrijven, maar dan samen met vennoten. “Op die manier kan ik één week op vier naar mijn huis in Marbella, om tot rust te komen.”

De prettig gestoorde chaos rondom hem verhindert Van Kasteren niet om ons zijn bureau te tonen, met aan de muur shirtjes van onder meer Joël Smets (“Ik sponsorde hem met VKS, héle sympathieke jongen”), Leontien van Moorsel (“Haar heb ik terugbracht na haar anorexia”) en Marco Pantani (“In de Tour van ’98 sponsorde ik de TVM-ploeg”). De Ferrari wordt gewillig uit de speciale garage – mét roodgeverfde vloer – gemanoeuvreerd voor de foto. Wanneer we kleumend de living weer betreden, staat de stomende koffie klaar.

Hans van Kasteren gaat er even goed voor zitten. Hij praat snel, argumenteert met passie en wijst zonder scrupules op pijnpunten in de cyclo-cross, zich goed bewust van het feit dat hij alweer tegen een paar pijnlijke schenen schopt. Van Kasteren oogt strijdvaardig, maar ook moe. De afgelopen maanden waren een aaneenschakeling van tegenslagen, die dan weer in het niet verdwenen bij de dood van Tim Pauwels, op 26 september op de cross van Erpe-Mere.

Hoe hebben jullie de dood van Tim als ploeg verwerkt ?

Hans van Kasteren : “We stonden aan het begin van het seizoen, er wordt van alles van je verwacht, we moesten verder. Je probeert positief te blijven, maar het hakt er echt wel dieper in dan sommige mensen denken. Zeker als je zo close met elkaar omgaat als de jongens deze zomer. Ik denk dat weinig mensen weten wat het is om een dierbare te verliezen op jonge leeftijd. Zelf maakte ik het twee jaar geleden mee. Een zoon, ook een Tim, en in hetzelfde weekend. Ik weet echt wel wat het is, en de jongens ook.”

Hoe handhaaft de stille Kevin Pauwels zich, nu zijn broer er niet meer is ?

“Tim was ook niet zo’n spreker, maar hij trad wel op als spreekbuis voor Kevin, die licht autistisch is. Sinds de dood van Tim is Kevin meer man geworden, hij heeft zich goed ontwikkeld. Hij durft dingen te vragen en te zeggen. Ik denk dat hij er sterker uit zal komen. Kevin wordt een hele grote.”

Zijn jullie er als ploeg ook sterker uitgekomen ?

“Je leert elkaar beter en sneller kennen. Weet je, de mensen kennen mij als die ambetante Hollander uit ‘Wellens en Wee’. Die masseur die ik heb weggestuurd, dat blijft natuurlijk hangen. Terwijl dat mijn taak is als manager, want de jongens zaten er al lang mee. Als zij zo gehecht waren aan die verzorger, dan zou hij niet zomaar buitengegooid zijn, hoor. Ik streef naar perfectie en een professionele aanpak, en daar paste de man niet in. Ach, het vormde een mooie insteek voor het programma, in Dallas heb je ook een JR ( lacht).

“Anderzijds : als ik zo’n slechte man was, dan zou ik geen zeven jaar aan de zijde van Bart Wellens staan. Wij hebben maar één woord nodig en vertrouwen elkaar blind. Ik herken mezelf in hem. Hij heeft dezelfde gedrevenheid. En het zakelijke instinct. “

Hoe sterk houdt hij zich op dit moment ?

“Als ik zie hoe hij ermee bezig is, dan weet ik : dat komt goed. Natuurlijk vindt iedereen het nu leuk om de kampioen te verslaan, maar ik ken Bart, die slaat net zo hard terug. Ik vond het heel knap dat hij twee weken geleden op de Koppenberg, zijn lievelingsparcours, tot het einde volhield en er ook applaus voor kreeg. Dat verdient Bart. Want wat hij daar deed, dat kunnen enkel grote kampioenen. Hij is niet iemand die snel zijn startgeld komt ophalen in de cross, hij wil winnen. Anders rijdt hij liever niet mee. Vandaar dat we nu ook voor de duurste oplossing kiezen : Bart rijdt drie weken niet en maakt pas zijn wederoptreden in Asper-Gavere.”

Hoe duur is die oplossing precies ?

“Bart mist vier, vijf crossen, waarvoor hij normaal gezien met prijzengeld erbij zo’n vier- à vijfduizend euro ontvangt. Het zal hem ongeveer een miljoen oude Belgische franken schelen. Op lange termijn is dit de beste oplossing, want je wordt toch afgerekend op de truien in januari. We moeten het BK of het WK winnen, anders zijn we niet tevreden. Ach, nu zitten wij eens in de hoek waar de klappen vallen. Als mens en als sportman word je daar beter en harder van.”

Jullie nieuwe sponsor beleefde nog niet te veel plezier aan zijn investering.

“( Nadrukkelijk.) Wij hebben een práchtige sponsor en een héél fijn contact. Die mensen zijn heel enthousiast en lieten nog niks negatiefs horen. Ik heb niet gekozen voor het meeste geld, maar voor het beste geld. Een solide bedrijf, eentje dat niet zo snel panikeert, ook al gaat het wat minder. Maar ikzelf en de jongens zitten er natuurlijk veel meer mee dan zij. Nu hebben we het een keer echt helemaal voor elkaar, ook qua materiaal en alles, en nu vallen de prestaties tegen.”

Bart Wellens beklaagde zich in de zomer over het feit dat zijn ploeggenoten geld verkozen boven vriendschap. Zijn de plooien intussen glad gestreken ?

“Uiteindelijk hebben die sponsorperikelen de band tussen de jongens alleen maar versterkt. Toen de problemen begonnen, heb ik meteen het vertrouwen gevraagd om een nieuwe sponsor te zoeken. Dat hebben ze me ook als team gegeven, maar naarmate de deadline dichterbij kwam, begonnen ze natuurlijk te twijfelen. Zeker als die Hollander het moest regelen. Ik panikeerde niet, maar als de jongens dat wel doen, dan hou je het niet bij elkaar en er zijn altijd mensen die daarop azen. Ik heb toen het trainingskamp toch laten doorgaan, hoewel ik het volledig uit eigen zak moest betalen. Ik wilde rust creëren. En uiteindelijk heb ik toch bewezen dat ik voor hen zorg. De paniek bleek achteraf ook helemaal niet nodig, op het laatst kon ik zelfs nog kiezen uit drie sponsors.”

Waaronder Patrick Lefevere en Marc Coucke ?

“Ja, maar Fidea kreeg de voorkeur omdat het een nieuwe sponsor is in het veldrijden. Dat vond ik een toegevoegde waarde. Dat is het enige, want qua centen boden Lefevere en Coucke zelfs iets meer.”

Heb je persoonlijk ook geld verloren aan het Spaar Select-avontuur ?

“Bart en ik leden de grootste schade. Naast een arbeidscontract had Bart ook een publiciteitscontract, maar daarvan zijn de laatste maanden nooit betaald. De andere renners ontvingen de laatste maanden geen loon meer, maar zij zullen dat nog wel krijgen via het fonds van de startende ondernemingen. Ik werd begin vorig jaar aangesteld als manager omdat er dingen mis liepen en maakte de afspraak dat ik mezelf zou terugverdienen. Dat geld héb ik ook terugverdiend, maar ik heb al mijn centen nog te goed.”

Toch wilde je absoluut doorgaan met de ploeg. Waarom ?

“Dat geldverlies is voor mij niet zo erg, ik hoef hier niet van te leven. De ploeg is gestart als een hobby, die weliswaar een beetje uit de hand gelopen is ( lacht). Dit jaar was het heel hard werken, maar zolang de jongens appreciëren dat ik voor hen opkom, blijf ik dat doen. Zelfs Bart vindt het nog steeds fijn dat alles zo goed in orde is. Mijn dochter en ik lossen alle problemen van de renners op, tot fiscaal advies toe. Hun moeten fietsen, de rest regelen wij allemaal. Dat is mijn taak en die neem ik heel serieus. Want ik vind dat er wel iets loos is in België. Ik hou ervan om dingen te doen zoals het hoort.”

Hoe bedoel je ?

“Laat me eerst even iets verduidelijken. Ik ben een Nederlander, maar ik zou nooit meer terug willen. België is een fijner land om in te wonen, de mensen zijn hier eerlijker en gewoner. Bij ons moet je het al wat aankleden vooraleer het goed is, hier volstaat goed eten en drinken voor ambiance. Ik hou dus van Belgen, maar ik hou niet van hun zakelijke kant. Betalingstermijnen ? Dat steekt allemaal niet zo nauw. Belastingen ? Oehoe, dát doet zeer. Terwijl het helemaal niet erg is om te betalen, want het betekent dat je ook goed verdiend hebt. Niemand onderzoekt hier de mogelijkheden. Ik heb ervoor gezorgd dat de organisatoren een vrijstelling van btw kregen op startgelden. Hier is het altijd : ‘We doen het nu al tien jaar zo, dus blijven we dat doen.’ Dat accepteer ik niet. Ik werk met een professionele ploeg met een balans van ruim een miljoen euro per jaar. Dat mag je toch wel als een bedrijf leiden ?”

Waar loopt het dan precies fout ?

“Ten eerste : als ploeg moeten wij, volkomen terecht overigens, garanties geven voor onze renners, maar de wedstrijdorganisatoren hoeven helemaal niks. Terwijl zij net de grote risicogroep vormen als het erop aankomt om mensen te kunnen betalen. Ten tweede : na iedere wedstrijd moeten de renners nog langs de kassa passeren met hun startbewijs, dat is toch niet meer van deze tijd ? Dáár reageer ik tegen en daarom ben ik dus nu weer de gebeten hond.”

Wat heb je dan concreet gezegd ?

“Dat ik dat niet meer doe ! Dan starten we gewoon niet. Ik heb een hele resem brieven rondgestuurd waarin ik zeg dat de organisatoren een factuur krijgen van mijn renners en dat ik uiterlijk drie dagen van te voren dat geld op mijn rekening wil hebben. Ik wil niet dat mijn jongens op het einde van de dag met hun startbewijs een envelopje moeten gaan halen. Want daarmee suggereer je al dat je wat te verbergen hebt. Ik heb een heel betrouwbare sponsor en ik wil niet geassocieerd worden met zwart geld. Vanuit dat oogpunt ben ik heel zakelijk en daar moeten ze heel erg aan wennen.”

Zijn er crossen waar jullie niet zijn komen opdagen omdat er geen geld op de rekening stond ?

“Bijna. Twee weken geleden.”

Je bedoelt de Koppenbergcross ?

“Ja. Op het laatste nippertje kwam het in orde, maar anders waren we niet gegaan. Echt niet.”

Eerder op het jaar had je ook al hommeles met de organisatoren in Aalter. Zij waren enkel geïnteresseerd in Bart Wellens, jij wilde dat ze de hele ploeg erbij namen.

“Dat is helemaal niet waar. De jongens hoeven niet in groep te starten. Ik geef altijd de prijzen van het hele team door, misschien lazen ze de brief gewoon verkeerd. Het is wel zo dat de Superprestige en de Gazet Van Antwerpen, die aan groepsinkoop doen, een iets betere prijs krijgen. Logisch, ze hebben ook een grotere prijzenpot.”

Zijn er nog zaken die moeten veranderen in de cyclo-cross ?

“( Laat een stilte vallen, voor het eerst in het gesprek.) Tja. Het is gewoon een uit de hand gelopen kermis. ( Fel.) Ze denken dus ook dat wij ermee gebaat zijn dat er steeds meer wedstrijden komen. En allemaal willen ze de wereldkampioen hebben. Dat kan dus niet. Ik vind dat de wielerbond gewoon heel slecht communiceert.”

Hoe bedoel je ?

“Kijk, wij zijn met alles in orde, erkenning van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, alles erop en eraan. Maar toen ik kritiek uitte over de gebrekkige hulpverlening in Erpe-Mere, zeiden ze : hij is niet orde met zijn spullen.”

Je zegt dus dat er bepaalde mensen bij de wielerbond jou dwarsbomen omwille van die kritiek ?

“Dát of ze zijn niet serieus met het vak bezig. Eén van de twee. Iets klopt er niet.”

Wie heeft er gezegd dat je niet in orde was ?

“Bepaalde onderverdelingen van de wielerbond, regiokantoren in West-Vlaanderen. Dat is heel frustrerend. Je moet altijd vechten. Nou hebben ze één pech : ik word alleen maar strijdvaardiger. Zakelijk draai ik namelijk al wat langer mee. Heel wat organisatoren hebben totaal geen commercieel inzicht en dat is gevaarlijk. Want er komt een moment dat het wat minder wordt en dan kunnen ze niet meer betalen. Dat wil ik voorkomen. Veel mensen hebben niet in de gaten dat we met steeds grotere bedragen werken. Dankzij een Bart Wellens, een Sven Nys, een Erwin Vervecken. Maar als we allemaal lekker doorgaan met het beschermen van ons eigen kindje, dan zijn we over een paar jaar dood. Af en toe moet je eens iets nieuws proberen.”

Maar het blijft prediken in de woestijn.

“Het vervelende is dat ze allemaal een oordeel hebben over mij, maar dat niemand tot nu toe het lef heeft getoond om mij uit te nodigen op een vergadering. Laat staan dat ze met mij discussiëren over de brieven die ik stuurde. Die organisatoren moeten zich eens goed realiseren dat er maar tien artiesten zijn waar elke week vijfduizend man naar komt kijken en dat er daar vier van in mijn ploeg rijden. En voor die jongens mag ik toch opkomen ? Dat is toch mijn taak ? De jongens verdienen dat, ze kunnen maar een aantal jaren mee.

“Ik heb helemaal geen moeite met kritiek, maar dan moeten ze dat tegen mij zeggen, en niet achter mijn rug. Ik waardeer het wanneer mensen me gewoon zeggen : ‘Nou, Hans, ik heb er moeite mee om vooraf te betalen.’ Durf de discussie aan te gaan. Ga niet buiten mij om. Ik heb nu een conflict met een journalist en die zal het weten ook. Die zál spijt krijgen.”

Wat heeft de man misdaan ? Kwestie van te weten waar we aan toe zijn.

“Hij organiseert ook. Ik teken als manager al járen contracten voor Bart Wellens, maar hij ging navragen of mijn handtekening wel rechtsgeldig was. Dan steiger ik dus. Die zet ik het betaald. Ik zit er niet mee om een jaar te wachten, hoor. Ik heb tijd. Ooit komt er een moment dat ik zeg : jij niet, jongen. Iedereen, maar jij niet.”

Al die achterklap raakt je echt, hé ?

“In plaats dat ik felicitaties krijg voor het feit dat ik een nieuwe sponsor in het veldrijden heb binnengebracht, proberen ze mij het leven moeilijk te maken. Gewoon omdat ik iets anders wil dan wat standaard is. Zal ik jou eens een primeur geven ? Op het WK in Sankt Wendel heb ik een Belgische viptent geregeld, op het parcours, twee dagen lang, alles erop en eraan. Ik zou het toch doen voor Fidea, waarom de tent dan niet eens zo groot maken en anderen mee laten profiteren ? Honderdtwintig man, óp het circuit. Dat is toch leuk ? Maar ze willen het niet accepteren. Omdat ik het zo duidelijk vertel. Ja, zo ben ik nu eenmaal. Ik moet altijd twee keer zo hard vechten als een ander. Ik vind dat ik dat niet verdien.”

door Loes Geuens

‘Die drie weken rust schelen Bart een miljoen oude Belgische franken.”Als we allemaal lekker doorgaan met het beschermen van ons eigen kindje, dan zijn we over een paar jaar dood.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content